De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het, gelet op artikel 5, derde lid, van de Bijzondere privacyrichtlijn,
zoals herzien door de Richtlijn Burgerrechten 136/2009/EG, noodzakelijk is om, wanneer
men door middel van elektronische communicatienetwerken toegang wenst te verkrijgen
tot gegevens die zijn opgeslagen in de randapparatuur van een gebruiker dan wel gegevens
wenst op te slaan in de randapparatuur van de gebruiker, daarvoor toestemming te verkrijgen,
overwegende, dat toestemming op grond van artikel 1 onder 1 van de Wet bescherming
persoonsgegevens een vrije, specifieke op informatie berustende wilsuiting dient te
zijn en dat een mogelijkheid tot opt-out niet aan deze voorwaarden kan voldoen,
overwegende, dat voor zover het gaat om tracking cookies die gebruikt worden om surfgedrag
over meerdere websites in kaart te brengen, er vermoedelijk sprake is van een verwerking
van persoonsgegevens waarvoor ondubbelzinnige toestemming is vereist,
overwegende, dat de Bijzondere privacyrichtlijn in de considerans verwijst naar de
mogelijkheid om toestemming te krijgen via browserinstellingen,
overwegende, dat browsers bij uitstek geschikt zijn om gebruikers van internet in
staat te stellen op een eenvoudige en gebruikersvriendelijke manier toestemming te
verlenen voor het gebruik van cookies, maar dat de huidige browsers, die veelal als
standaardinstelling hebben dat ze cookies automatisch toestaan, niet geschikt zijn
voor het geven van toestemming,
overwegende, dat er binnen het World Wide Web Consortium (W3C) sinds juni 2011 intensief
wordt overlegd tussen alle relevante marktpartijen en toezichthouders, met als doel
om uiterlijk in juni 2012 een protocol te kunnen presenteren (Do Not Track) waarmee
browsers geschikt kunnen worden gemaakt om toestemming over te brengen, in combinatie
met andere maatregelen,
overwegende, dat zowel de verantwoordelijke Europees Commissaris Mevrouw Kroes als
de toezichthouders op de bescherming van persoonsgegevens verenigd in de Artikel 29
Werkgroep als de Amerikaanse toezichthouder FTC dit initiatief faciliteren en ondersteunen,
overwegende, dat het zowel voor de aanbieders van informatie, die gegevens van de
gebruikers/afnemers willen verzamelen als voor de laatstgenoemde categorie doeltreffend
is wanneer de vereiste toestemming via de browser is te verkrijgen,
overwegende, dat van de zijde van de regering is gesteld, dat de OPTA, zolang er geen
consensus binnen de Europese Unie is bereikt hoe toestemming door middel van browsers
kan worden gegeven, slechts terughoudend toezicht houdt,
overwegende, dat het in de rede ligt te verwachten dat er vóór de zomer van 2012 over
dit onderwerp overeenstemming zal worden bereikt of dat er in ieder geval belangrijke
stappen in die richting zullen zijn genomen,
verzoekt de regering om actieve ondersteuning te verlenen aan de Europese Unie bij
het ontwikkelen van een betekenisvolle Do Not Track standaard en om in dat licht artikel
11.7a van de Telecommunicatiewet per 31 december 2012 in werking te laten treden,
verzoekt de regering voorts om vóór de inwerkingtreding van artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet
een overleg te faciliteren tussen de toezichthouders, de advertentiebranche en consumenten,
zodat maximale duidelijkheid ontstaat over de reikwijdte van deze bepaling en indien
nodig nadere voorschriften vast te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Franken
Holdijk
Bröcker
Noten
Reuten
Ester