Vragen van de leden Smaling en Van Gerven (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over ruimingen die dreigen om groeihormoon (ingezonden 24 juli 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 21 augustus 2014)

Vraag 1

Kent u het bericht «Ruimingen dreigen om furazolidon»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe is men de vervuiling op het spoor gekomen en klopt het dat dit hormoonschandaal aan het licht kwam door een tip van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV)?

Antwoord 2

Na een melding van de SKV heeft de NVWA in november 2013 het verboden antibioticum furaltadon aangetroffen in een kalverbedrijf (Kamerstuk 26 991, nr. 392). In april 2014 heeft de NVWA monsters genomen op 20 kalverbedrijven. Daarbij is bij een vleeskalverbedrijf het verboden antibioticum furazolidon aangetroffen. Furaltadon en furazolidon zijn beide antibiotica die volgens de Europese Verordening (EU) Nr. 37/2010 verboden zijn voor gebruik bij voedselproducerende dieren.

Vraag 3

Hoeveel eigen recherchecapaciteit wordt er door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) besteed aan het opsporen van mogelijke hormoonfraudes met veevoer en kunt u daarbij een inschatting maken van het aantal manuren dat hier per jaar door de NVWA aan wordt besteed en een beschrijving van de onderzoeksmethoden (opvolgen meldingen of actieve recherche) evenals een vergelijking hiervan met de capaciteit die in de periode na het vorige hormoonschandaal met MPA hieraan werd besteed?

Antwoord 3

De NVWA concentreert haar activiteiten ten aanzien van diergeneesmiddelen, waaronder verboden hormonen of in het geval van furazolidon verboden antibiotica, in eerste instantie op regulier toezicht en handhaving. Hierbij kiest de NVWA in de regel voor een aanpak via het bestuursrecht. Signalen uit toezicht of uit andere bron kunnen aanleiding vormen tot verder rechercheren en opsporing. In die gevallen waarin sprake is van het plegen van complexe, grootschalige en/of internationale (fraude)misdrijven kan het noodzakelijk zijn strafrechtelijke opsporing in te zetten.

De NVWA Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) is gespecialiseerd in het verrichten van (middel)zware strafrechtelijke onderzoeken die vallen onder de toezichtsfeer van de NVWA. De capaciteit van de IOD wordt onder aansturing van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie ingezet naar gelang de behoefte en urgentie. De inzet van recherchecapaciteit op specifieke onderwerpen, zoals in dit geval een illegaal antibioticum in veevoeder, verschilt dan ook per jaar.

Bij de opsporing van strafbare feiten maakt de IOD gebruik van een breed palet aan (bijzondere) opsporingsbevoegdheden. De aard van de in te zetten bevoegdheden is afhankelijk van de te onderzoeken fraude. Hierbij streeft de IOD naar een zo integraal mogelijke aanpak. Binnen de IOD is circa 34 fte belast met opsporingsontwikkeling en inlichtingen en circa 79 fte is belast met de uitvoering.

Vraag 4

Is bekend wat de bron van de furazolidon is, is dit bijvoorbeeld een restproduct van een fabriek en acht u het waarschijnlijk dat de vervuiling met furazolidon komt door duivenpoep?

Antwoord 4

Dit wordt momenteel onderzocht in het strafrechtelijk onderzoek dat onder leiding staat van het Functioneel Parket. Over lopende strafrechtelijke onderzoeken kunnen geen mededelingen worden gedaan.

In mijn brief aan uw Kamer van 25 juli jl. (TK 26 991, nr. 426) heb ik reeds aangegeven waarom het onmogelijk is dat de vervuiling van furazolidon is veroorzaakt door duivenmest.

Vraag 5

In hoeverre is er sprake van een risico voor de volksgezondheid?

Antwoord 5

Ik verwijs hiervoor naar de brief aan uw Kamer van 25 juli jl. (TK 26 991, nr. 426). Hierin heb ik gemeld dat er op basis van het advies van het onafhankelijk Bureau risicobeoordeling en onderzoeksprogrammering (bureau) van de NVWA geen risico voor de consument wordt verwacht.

Vraag 6

Is er al vlees in de handel gekomen van dieren die met furazolidon vervuild veevoer gevoerd zijn? Zo ja, hoeveel en is bekend hoe dit verspreid is en wordt dit uit de handel genomen?

Antwoord 6

Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer van 26 juni jl. (TK 26 991, nr. 422) heb gemeld is een RASFF (Rapid Alert System for Food and Feed) melding uitgegaan naar de landen die dit kalfsvlees ontvangen hebben. Het kalfsvlees/de kalfsvleesproducten die nog in Nederland voorradig zijn worden van de markt gehaald.

Het varkensvlees dat in de koel- en vrieshuizen ligt en afkomstig is van dieren die dit vervuilde veevoer gegeten hebben, wordt bemonsterd en onderzocht op de aanwezigheid van furazolidon en AOZ. Zie ook mijn brieven aan uw Kamer van 25 juli jl. (TK 26 991, nr. 426) en 31 juli jl. (TK 26 991, nr. 427).

Vraag 7

Zo ja, welke voorlichting is er richting consumenten en is bekend hoeveel weken of maanden de furazolidonvervuiling zich al voor deed? Zo nee, hoe gaat u hier achterkomen?

Antwoord 7

Zoals bureau in beide adviezen heeft vastgesteld, zijn er geen gezondheidsrisico’s voor de consument te verwachten, zie ook mijn brieven aan uw Kamer van 26 juni jl. (TK 26 991, nr. 422) en 25 juli jl. (TK 26 991, nr. 426). De NVWA informeert consumenten hierover via haar website (webdossier furazolidon). Zoals gemeld in de brief aan uw Kamer van 18 juli jl. (TK 26 991, nr. 125) gaat het om leveringen van een diervoerhandelaar in de periode 1 maart tot 5 juni 2014.

Vraag 8

Klopt het dat als na de huidige test blijkt dat het vlees minder dan 1 ppb furazolidon bevat, het product toch in de handel zal komen? Zo ja, komt dit overeen met de wetten en richtlijnen?

Antwoord 8

De Europese richtlijn 96/23/EC schrijft voor dat vlees (en andere producten) van dieren die furazolidon hebben opgenomen niet in de handel mag worden gebracht. Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 31 juli jl. (TK 26 991, nr. 427) heeft de Europese Commissie in dit geval geaccepteerd dat een drempelwaarde gehanteerd wordt van 1 ppb furazolidon. Als deze waarde wordt overschreden moeten vlees en vleesproducten uit de handel worden genomen.

Vraag 9

Waarop wordt gebaseerd dat dit geen risico voor de volksgezondheid vormt en welke onderzoeken zijn hierover bekend?

Antwoord 9

Zie het antwoord op vraag 5.

Vraag 10

Hoe accuraat en betrouwbaar is de huidige test en waar wordt de huidige test uitgevoerd?

Antwoord 10

De uitgevoerde testen zijn geaccrediteerde en gevalideerde testen, zoals beschreven is in de Europese Richtlijn 2002/657/EC. Deze worden onder ISO 17025 uitgevoerd door het NVWA Laboratorium Voeder- en Voedselveiligheid, zijnde de Competente Autoriteit (CA) en het Nationale Referentie Laboratorium (NRL) voor Voeder- en Voedselveiligheid zijnde het RIKILT.

Vraag 11

Hoeveel testcapaciteit is er en welke laboratoria worden hiervoor gebruikt en hoe wordt de kwaliteit en de onafhankelijkheid hiervan gewaarborgd?

Antwoord 11

De testcapaciteit bij NVWA en RIKILT is in totaal 50 monsters per analyselijn per dag. Deze capaciteit is op te schalen door meerdere analyselijnen tegelijk in te zetten.

De kwaliteit is geborgd door het feit dat de labs van de NVWA en het RIKILT beide zijn geaccrediteerd, zie ook het antwoord op vraag 10.

De onafhankelijkheid is geborgd doordat het overheidslaboratoria, of laboratoria aangewezen door de overheid betreft. Op dit moment kunnen alle monsters binnen de aanwezige capaciteit bij NVWA en RIKILT worden geanalyseerd.

Vraag 12

Op welke wijze gaat u het aantal vernietigde dieren minimaliseren?

Antwoord 12

De Europese regelgeving, Richtlijn 96/23/EU, is duidelijk: dieren waarin de verboden stof furazolidon is aangetroffen dienen uit de handel genomen te worden. De NVWA verricht haar werkzaamheden, zoals gebruikelijk, met de hoogst mogelijke zorgvuldigheid, en streeft er naar onnodige vernietiging van dieren te voorkomen.

Vraag 13

Hoe kan een agrariër een individuele test aanvragen, welke termijn is hiervoor en hoe duur is de test?

Antwoord 13

Op het moment dat de ondernemer het besluit van de NVWA krijgt om op basis van de genomen steekproef over te gaan tot het afvoeren en uit de handel nemen van de dieren, krijgt hij de mogelijkheid alle resterende betrokken dieren individueel te bemonsteren onder door de NVWA te stellen voorwaarden. In de voorwaarden wordt ook de termijn genoemd waarbinnen het bedrijf in kwestie moet reageren. Indien hij kiest voor individuele bemonstering, dan geldt de eis dat de test wordt uitgevoerd door een daartoe geaccrediteerd laboratorium voor het betreffende monster en de betreffende analyse. De termijnen daarvan zijn afhankelijk van het soort onderzoek en van het lab waar de monsters worden aangeboden. Kosten voor de analyse zijn afhankelijk van de afspraken die de veehouder maakt met het laboratorium.

Vraag 14

Klopt het dat een bedrijf langer op slot blijft bij een individuele test?

Antwoord 14

In geval van een positieve uitslag van een representatieve steekproef krijgt de ondernemer de keuze om alle dieren direct af te laten voeren of de dieren individueel binnen een bepaalde termijn te laten testen. Als hij ervoor kiest individuele testen te laten uitvoeren, is de lengte van deze procedure afhankelijk van de grootte van het bedrijf en het soort te nemen monsters/testen.

Vraag 15

Zijn er nog andere zaken die individueel testen ontmoedigen?

Antwoord 15

Nee, de veehouder kan op eigen initiatief monsters laten nemen en laten onderzoeken.

Vraag 16

Worden bedrijven, die bekend staan als schadehandelaren of restverwerkende bedrijven (opkopers van partijen met schade of partijen waar iets mee mis is), extra gecontroleerd of gerechercheerd? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 16

De NVWA houdt toezicht op de diervoedersector. Hierbij wordt een reguliere frequentie gehanteerd van minimaal 1 inspectie per jaar bij productiebedrijven en 1 keer per 2 jaar bij handelsbedrijven. Het betrokken bedrijf stond bij de NVWA bekend als handelsbedrijf en was in 2012 voor het laatst bezocht. Daarnaast voert de NVWA inspectieprojecten uit en deze worden risico gebaseerd ingevuld. In 2014 is voor het domein diervoeders een project gestart dat is gericht op het segment waarbinnen risicovolle partijen worden verhandeld.

Vraag 17

Welke controle is er geweest bij Van Kats en de andere betreffende bedrijven?

Antwoord 17

Zie het antwoord op vraag 16.

Vraag 18

Hoeveel recherchecapaciteit van de NVWA wordt er nu ingezet om de omvang van de fraude en mogelijke andere betrokkenen bij de fraude te ontdekken en een eventueel netwerk op te rollen?

Antwoord 18

Zie het antwoord op vraag 3. Afhankelijk van de fase van het onderzoek fluctueert de inzet van recherchecapaciteit.

Vraag 19

In welke mate is er betrokkenheid van het Openbaar Ministerie; doet het onderzoek?

Antwoord 19

Het strafrechtelijk onderzoek vindt plaats onder leiding van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM heeft hierover ook een persbericht uitgebracht op 25 juli jl.

Vraag 20

Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te laten doen naar het voorkomen van hormoonfraude in de veevoersector?

Antwoord 20

Het kabinet vindt veilig voedsel van cruciaal belang. Zoals ik reeds in mijn brief aan uw Kamer van 31 juli jl. heb aangegeven, zal ik daarom met het bedrijfsleven in gesprek gaan over de ontstane situatie en over het verder doorvoeren van de privaatrechtelijke ketenaansprakelijkheid. Daarbij worden de resultaten van de huidige onderzoeken meegenomen met als doel herhaling van deze problematiek in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen.

Vraag 21

Hoe gaat u zich inspannen om de schade op de vervuilende veevoerbedrijven te verhalen?

Antwoord 21

De kosten van de handhaving (bemonstering en analyse) verhaalt de NVWA op de bedrijven waarop de NVWA handhaaft. De betreffende bedrijven kunnen hun schade privaatrechtelijk verhalen via de wettelijke aansprakelijkheid als zij daartoe aanleiding zien.

Dit is een private verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf, waarin ik niet zal treden. Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 31 juli jl. (TK 26 991, nr. 427), zal ik met het bedrijfsleven in gesprek gaan over het verder doorvoeren van de privaatrechtelijke ketenaansprakelijkheid.

Vraag 22

Kunt u deze vragen beantwoorden voordat tot ruiming wordt besloten?

Antwoord 22

Nee, Europese regelgeving schrijft voor dat positief geteste dieren terstond moeten worden gedood en uit de handel moeten worden genomen.


X Noot
1

de Boerderij, 23 juli 2014

Naar boven