26 991 Voedselveiligheid

Nr. 426 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juli 2014

Op 26 juni en 18 juli jongstleden is uw Kamer geïnformeerd over het feit dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bij verschillende veehouderij- en mengvoerbedrijven het verboden antibioticum furazolidon heeft aangetroffen (brieven met Kamerstuk 26 991, nr. 422 en Kamerstuk 26 991, nr. 425).

In deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van VWS, over de meest recente bevindingen en de stand van zaken tot heden.

BuRO advies

Het onafhankelijke Bureau risicobeoordeling en onderzoeksprogrammering (BuRO) van de NVWA heeft het eerder uitgebracht advies over de volksgezondheidsrisico’s van furazolidon in kalveren, aangevuld voor varkens1.

Op basis van de gehalten furazolidon die maximaal in het eindvoer (450 ppb) van vleesvarkens aanwezig kunnen zijn geweest, kan geconcludeerd worden dat er geen gezondheidsrisico voor de consument wordt verwacht. Ook consumenten die al vlees of organen van deze vleesvarkens zouden hebben gegeten waarin AOZ (metaboliet van furazolidon) aanwezig is, hebben geen verhoogd gezondheidsrisico gelopen omdat de inname door mensen, die bureau heeft berekend, lager is dan die in het algemeen als veilig kan worden aangeduid.

Strafrechtelijk onderzoek bij de diervoederhandelaar

Op maandag 21 juli is de diervoeder-registratie van de diervoederhandelaar uit midden Nederland geschorst. Rechercheurs van de Inlichtingen en Opsporingsdienst van de NVWA hebben donderdag 24 juli het bedrijfspand en de woning van de diervoederfabrikant doorzocht. De diervoederfabrikant wordt verdacht bij de productie van voeders gebruik te hebben gemaakt van één of meer grondstoffen die verontreinigd waren met dit verboden middel. Tijdens de doorzoeking is een deel van de administratie in beslag genomen voor nader onderzoek. Het strafrechtelijk onderzoek staat onder leiding van het Functioneel Parket.

Stand van zaken

– Bevindingen mengvoerbedrijven

Zoals op 18 juli reeds gemeld, is uit onderzoek gebleken dat aan drie mengvoerbedrijven met furazolidon verontreinigde grondstof voor diervoeder is geleverd. Bij één mengvoerbedrijf zijn hoge waarden furazolidon aangetroffen.

De onderzoeken bij betrokken kalver- en varkenbedrijven zijn nog volop gaande.

Bij de andere twee mengvoerbedrijven zijn zeer lage gehaltes furazolidon aangetroffen in mengvoer. Deze mengvoerbedrijven hebben ten aanzien van uitgeleverde diervoeders alle noodzakelijke maatregelen genomen zodat dieren niet meer worden blootgesteld aan de verboden stof. De dieren die dit voer hebben gegeten zijn weliswaar blootgesteld aan geringe hoeveelheden furazolidon, maar dat kan nu niet meer worden aangetoond. Op grond van bovenstaand BuRO advies wordt geconcludeerd dat vlees van deze dieren geen risico oplevert voor de voedselveiligheid. Daarom zal de NVWA geen nader onderzoek verrichten bij de veehouderijbedrijven die veevoer van deze twee mengvoerbedrijven hebben afgenomen. Deze bedrijven kunnen hun bedrijfsvoering voortzetten en bij de afnemers hoeven geen verdere maatregelen te worden genomen.

– Bevindingen kalveren en melkvee

In de Kamerbrief van 26 juni is al gemeld dat furazolidon eerst bij één kalverbedrijf en vervolgens bij nog drie kalverbedrijven en één melkveebedrijf werd aangetroffen. De representatieve steekproef bij vier kalverbedrijven toonde aan dat nagenoeg alle dieren positief testten op residuen van furazolidon. De kalverhouders hebben er niet voor gekozen om de dieren individueel te laten testen. Dat betekent dat alle dieren die tot dezelfde groep behoren (ruim 2.450 kalveren) uit de handel worden genomen en worden vernietigd. Op 22 juli heeft de voorzieningenrechter te Den Haag uitspraak gedaan in een zaak die door één van de kalverhouders (waarvan ongeveer 550 kalveren uit de handel moeten worden genomen) was aangespannen. Het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen is afgewezen en vervolgens heeft de kalverhouder op 24 juli opnieuw een voorlopige voorziening aangevraagd. Deze is op 25 juli ook afgewezen.

Ook de melkveehouder heeft een voorlopige voorziening aangevraagd. Op woensdag 23 juli heeft de voorzieningenrechter te Den Haag besloten dit verzoek aan te houden tot uit resultaten van de contra-analyse van de reeds positief bevonden monsters blijkt dat deze worden bevestigd. Daarbij heeft de rechter meegewogen dat -in vergelijking met bovengenoemde kalverbedrijven- op het melkveebedrijf bij een kleiner percentage dieren residuen aantoonbaar waren. De melkveehouder heeft aangegeven dat hij de dieren die nog niet zijn onderzocht, individueel wil laten testen.

Het voornoemde mengvoerbedrijf waarbij hoge waarden furazolidon zijn aangetroffen, heeft mengvoer geleverd aan 5 kalverbedrijven. Het onderzoek op deze bedrijven loopt nog.

Uit verder onderzoek bij de diervoederhandelaar uit midden Nederland is gebleken dat ook diervoeders zijn geleverd zijn aan een groot kalverbedrijf in het midden van het land. Bij dit bedrijf en de nevenvestiging van dezelfde eigenaar, waar in totaal ongeveer 3500 kalveren aanwezig zijn, vindt nader onderzoek plaats en de bedrijven zijn geblokkeerd.

– Bevindingen varkens

Zoals gemeld in de brief van 18 juli jl. heeft het mengvoerbedrijf waarbij hoge waarden furazolidon zijn aangetroffen ook mengvoer geleverd aan 97 varkenshouderijen. Op maandag 21 juli zijn van 8 varkenshouders proefslachtingen uitgevoerd, bij tien varkens per bedrijf. Er wordt onderzocht of residuen van furazolidon aanwezig zijn in vlees en/of bloed.

Het onderzoek op deze bedrijven is in volle gang en zodra de uitkomsten beschikbaar zijn, zullen wij u nader informeren.

Vlees- en vleesproducten

Vlees- en vleesproducten afkomstig van dieren die zijn blootgesteld aan furazolidon en die nog op voorraad liggen bij slachthuizen, uitsnijderijen en koel- en vrieshuizen moeten door deze bedrijven nader onderzocht worden op de aanwezigheid van furazolidon en AOZ.

Op basis van bovenstaand advies van BuRO wordt geconcludeerd dat consumenten die al vlees of organen van de vleesvarkens zouden hebben gegeten waarin AOZ aanwezig was, geen verhoogd gezondheidsrisico hebben gelopen. Het terughalen van vlees- en vleesproducten verder in het handelskanaal is daarom niet noodzakelijk.

Duiven

In de media is de suggestie gedaan dat de in diervoeder gevonden verontreiniging met furazolidon verklaard kan worden door verontreiniging met duivenpoep. Furazolidon wordt na toediening in het dier omgezet tot metabolieten, zoals AOZ. Een duif zal daarom de metaboliet van furazolidon (AOZ) uitscheiden in duivenpoep en niet de stof furazolidon zelf. Aangezien in het diervoeder wel de stof furazolidon is aangetroffen, is het onmogelijk dat dit afkomstig is van uitwerpselen van duiven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven