Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2016, 46 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2016, 46 | Verdrag |
24 (2001) Nr. 10
Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds;
(met Protocollen en Bijlagen)
Luxemburg, 25 juni 2001
De Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met Protocollen en Bijlagen, is geplaatst in Trb. 2001, 118.
Voor correcties, zie Trb. 2005, 31 en Trb. 2015, 127.
Voor de Nederlandse tekst van het Protocol van 20 december 2004, zie Trb. 2005, 31.
Voor de Nederlandse tekst van het besluit van 17 februari 2006, zie Trb. 2007, 157.
Voor de Nederlandse tekst van het Protocol van 26 november 2007, zie Trb. 2008, 18.
Voor de Nederlandse tekst van de Overeenkomst van 28 oktober 2009, zie Trb. 2010, 287.
Voor de Nederlandse tekst van het besluit van 4 september 2014, zie Trb. 2015, 127.
Op 21 september 2015 is te Brussel besluit Nr. 1/2015 van de Associatieraad EU-Egypte tot stand gekomen tot vervanging van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst. De Nederlandse tekst1) luidt als volgt:
De Associatieraad EU-Egypte
Gezien de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds 1), en met name artikel 27,
Gezien Protocol nr. 4 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) In artikel 27 van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds („de overeenkomst”), wordt verwezen naar Protocol nr. 4 bij de overeenkomst („Protocol nr. 4”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, Egypte en andere partijen bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels 2) („de Conventie”).
(2) Krachtens artikel 39 van Protocol nr. 4 kan de bij artikel 74 van de overeenkomst opgerichte Associatieraad besluiten de bepalingen van dat protocol te wijzigen.
(3) De Conventie strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen.
(4) De Unie en Egypte hebben de Conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 9 oktober 2013 ondertekend.
(5) De Unie en Egypte hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 23 april 2014 bij de depositaris van de Conventie neergelegd. Bijgevolg is de Conventie op grond van artikel 10, lid 3, ervan voor de Unie en Egypte op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 juni 2014 in werking getreden.
(6) Protocol nr. 4 moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de Conventie verwijst,
Heeft het volgende besluit vastgesteld:
Protocol nr. 4 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
GEDAAN te Brussel, 21 september 2015.
Voor de Associatieraad De voorzitter F. MOGHERINI
1. Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels 1) („de Conventie”), van toepassing.
2. Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.
1. Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I van de Conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt dit aan de Associatieraad voorgelegd.
2. In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.
De Associatieraad kan besluiten de bepalingen van dit protocol te wijzigen.
1. Indien ofwel de Europese Unie ofwel Egypte de depositaris van de Conventie schriftelijk te kennen geeft de Conventie op grond van artikel 9 ervan te willen opzeggen, openen de Unie en Egypte onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.
2. Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I van de Conventie en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II ervan van toepassing op deze overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en Egypte toestaan.”
Zie Trb. 2004, 177, Trb. 2005, 31 en Trb. 2008, 18.
Zie Trb. 2004, 177 en, laatstelijk, Trb. 2015, 127.
Zie Trb. 2005, 31 en, laatstelijk, Trb. 2005, 301.
Zie Trb. 2008, 18 en, laatstelijk, Trb. 2009, 106.
Zie Trb. 2005, 31 en Trb. 2008, 18.
Zie Trb. 2004, 177, Trb. 2005, 301, Trb. 2007, 157, Trb. 2008, 18, Trb. 2009, 106, Trb. 2010, 287 en Trb. 2015, 127.
Het besluit van 21 september 2015 tot vervanging van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst is ingevolge artikel 2 van het besluit op 21 september 2015 in werking getreden en wordt ingevolge hetzelfde artikel vanaf 1 februari 2016 toegepast.
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het besluit van 21 september 2015 tot vervanging van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst voor Nederland (het Europese deel), als lidstaat van de Europese Unie.
Voor verwijzingen en overige verdragsgegevens, zie Trb. 2001, 118, Trb. 2004, 177, Trb. 2005, 31, Trb. 2005, 301, Trb. 2007, 157, Trb. 2008, 18, Trb. 2009, 106, Trb. 2010, 287 en Trb. 2015, 127.
Titel |
: |
Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945 |
Laatste Trb. |
: |
|
Titel |
: |
Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie; Marrakesh, 15 april 1994 |
Laatste Trb. |
: |
Uitgegeven de achttiende april 2016.
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. KOENDERS
De Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische tekst zijn niet opgenomen. De tekst van het besluit is tevens gepubliceerd in PbEU L 2015, 334, blz. 62-64.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2016-46.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.