10 (2000) Nr. 3

A. TITEL

Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Macedonische Regering;

(met Bijlage)

’s-Gravenhage, 27 april 2000

B. TEKST

De Engelse en de Nederlandse tekst van het Verdrag, met Bijlage, zijn geplaatst in Trb. 2000, 56.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 2004, 23.

Artikel 1 van de Wet van 17 mei 2010 (Stb. 2010, 348) luidt als volgt:


„Artikel 1

De volgende verdragen worden goedgekeurd met het oog op het voornemen de toepassing ervan uit te breiden tot Bonaire, St. Eustatius en Saba:

(…)

  • 17. Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Macedonische Regering; ’s-Gravenhage, 27 april 2000 (Trb. 2000, 56);

(…).”.

Deze Wet is gecontrasigneerd door de Minister van Buitenlandse Zaken M. J. M. VERHAGEN en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties A. TH. B. BIJLEVELD-SCHOUTEN.

Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie Kamerstukken II 2008/2009, 2009/2010, 32047; Hand. II 2009/2010, 32047; Kamerstukken I 2009/2010, 32047 en 31954; Hand. I 2009/2010, 32047.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2004, 23.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het Verdrag, met Bijlage, dat vanaf 1 mei 2002 alleen voor het Europese deel van Nederland gold, vanaf 10 oktober 2010 ook voor het Caribische deel van Nederland.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2000, 56.

Titel

:

Verdrag betreffende de Europese Unie;

Maastricht, 7 februari 1992

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 248

Uitgegeven de zesentwintigste januari 2012.

De Minister van Buitenlandse Zaken, U. ROSENTHAL

Naar boven