11 (2011) Nr. 1

A. TITEL

Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland

(met Bijlagen)

Brussel, 11 juli 2011

B. TEKST1)


Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland

De verdragsluitende partijen, het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (de „lidstaten van de eurozone” of „ESM-leden”);

vastbesloten de financiële stabiliteit van de eurozone te waarborgen;

herinnerend aan de op 25 maart 2011 aangenomen conclusies van de Europese Raad betreffende de instelling van een Europees stabiliteitsmechanisme;

overwegende hetgeen volgt:

  • 1. De Europese Raad is op 17 december 2010 overeengekomen dat de lidstaten van de eurozone een permanent stabiliteitsmechanisme moeten instellen. Dit Europees Stabiliteitsmechanisme zal de taken overnemen die momenteel door de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit („EFSF”) en het Europees financieel stabilisatiemechanisme („EFSM”) worden vervuld bij het verstrekken, indien nodig, van financiële bijstand aan lidstaten van de eurozone na juni 2013.

  • 2. Op 25 maart 2011 heeft de Europese Raad Besluit 2011/199/EU tot wijziging van artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben1) vastgesteld waarbij aan artikel 136 het volgende lid wordt toegevoegd: „De lidstaten die de euro als munt hebben kunnen een stabiliteitsmechanisme instellen dat geactiveerd wordt indien dat onontbeerlijk is om de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen. De verlening van financiële steun, indien vereist, uit hoofde van het mechanisme zal aan stringente voorwaarden gebonden zijn”.

  • 3. De strikte inachtneming van het kader van de Europese Unie, het geïntegreerde macro-economische toezicht, en met name het stabiliteits- en groeipact, het kader voor macro-economische onevenwichtigheden en de regels inzake de economische governance van de Europese Unie, moet de eerste verdedigingslinie blijven tegen vertrouwenscrises die de stabiliteit van de eurozone als geheel aantasten.

  • 4. Indien zulks onontbeerlijk is om de financiële stabiliteit van de eurozone als geheel te waarborgen, zal toegang tot financiële bijstand van het ESM worden verleend op basis van stringente economische beleidsvoorwaarden in het kader van een macro-economisch aanpassingsprogramma, en een rigoureuze analyse van de houdbaarheid van de overheidsschuld. Het aanvankelijke maximale leningvolume van het ESM na de volledige opheffing van de EFSF is vastgesteld op 500 000 miljoen EUR.

  • 5. Alle lidstaten van de eurozone worden ESM-leden. Wanneer een lidstaat van de Europese Unie toetreedt tot de eurozone, dient hij een ESM-lid te worden, met alle rechten en verplichtingen welke met die van de Verdragsluitende partijen overeenstemmen.

  • 6. Het ESM zal bij het verstrekken van financiële bijstand zeer nauw met het Internationaal Monetair Fonds („IMF”) samenwerken. Onder alle omstandigheden zal naar actieve deelname van het IMF worden gestreefd, zowel op technisch als op financieel niveau. Van een lidstaat van de eurozone die om financiële bijstand van het ESM verzoekt, wordt verwacht dat hij een soortgelijk verzoek tot het IMF richt.

  • 7. Lidstaten van de Europese Unie die niet de euro als munt hebben („lidstaten buiten de eurozone”) die, naast het ESM, op ad-hocbasis aan operaties voor financiële bijstand aan lidstaten van de eurozone deelnemen, zullen als waarnemers worden uitgenodigd op de ESM-vergaderingen waarop deze financiële bijstand en het monitoren ervan worden besproken. Zij krijgen tijdig inzage in alle informatie en worden op passende wijze geraadpleegd.

  • 8. Op 20 juni 2011 hebben de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie de Verdragsluitende partijen gemachtigd de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank („ECB”) te verzoeken de in dit Verdrag vastgestelde taken te vervullen.

  • 9. In zijn verklaring van 28 november 2010 heeft de Eurogroep gesteld dat in de voorwaarden van alle nieuwe overheidsobligaties van de eurozone vanaf juli 2013 gestandaardiseerde en identieke collectieve-actieclausules („CAC's”) worden opgenomen, zodat de marktliquiditeit gevrijwaard blijft. Bovendien staat in de Nota inzake voorwaarden betreffende het ESM, zoals deze op 25 maart 2011 door de Europese Raad is onderschreven, dat de nadere wettelijke regelingen voor het opnemen van CAC's in overheidsobligaties van de eurozone eind 2011 hun definitieve vorm moeten hebben gekregen.

  • 10. Net als het IMF zal het ESM financiële bijstand verlenen aan ESM-lidstaten waarvoor reguliere toegang tot marktfinanciering verstoord is. De staatshoofden dan wel regeringsleiders hebben derhalve verklaard dat het ESM, naar analogie van het IMF, de status van bevoorrechte crediteur zal genieten, met dien verstande dat het IMF als bevoorrechte crediteur een hogere status heeft dan het ESM. Deze status wordt van toepassing vanaf 1 juli 2013. In het onwaarschijnlijke geval dat financiële bijstand door het ESM volgt op een op het tijdstip van de ondertekening van dit Verdrag bestaand Europees programma voor het verlenen van financiële bijstand, zal het ESM dezelfde anciënniteit genieten als alle andere leningen en verplichtingen van het ESM-lid dat bijstand ontvangt, met uitzondering van de IMF-leningen.

  • 11. De lidstaten van de eurozone steunen gelijkwaardigheid in crediteurenstatus voor het ESM en andere lidstaten van de Europese Unie die, naast het ESM, leningen verstrekken op bilateraal niveau.

  • 12. Geschillen tussen de Verdragsluitende partijen onderling of tussen de Verdragsluitende partijen en het ESM in verband met de uitlegging en de toepassing van dit Verdrag, dienen overeenkomstig artikel 273 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („VWEU”) aan de rechtsmacht van het Hof van Justitie van de Europese Unie te worden onderworpen.

  • 13. Het post-programmatoezicht zal worden uitgeoefend door de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie binnen het kader dat in de artikelen 121 en 136 VWEU is vastgelegd,

zijn overeengekomen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1 LIDMAATSCHAP EN DOEL

Artikel 1 Oprichting en leden
  • 1. Bij dit Verdrag richten de Verdragsluitende partijen tezamen een internationale financiële instelling op die de naam „Europees Stabiliteitsmechanisme” („ESM”) draagt.

  • 2. De Verdragsluitende partijen zijn de ESM-leden.

Artikel 2 Nieuwe leden
  • 1. Het lidmaatschap van het ESM staat open voor de andere lidstaten van de Europese Unie vanaf de inwerkingtreding van het overeenkomstig artikel 140, lid 2, VWEU vastgestelde besluit van de Raad van de Europese Unie tot intrekking van hun derogatie de euro aan te nemen.

  • 2. Nieuwe ESM-leden worden overeenkomstig artikel 39 onder dezelfde voorwaarden als bestaande ESM-leden tot het ESM toegelaten.

  • 3. Een nieuwe lidstaat die tot het ESM toetreedt na de instelling ervan, ontvangt aandelen in het ESM in ruil voor zijn kapitaalinbreng, die wordt berekend overeenkomstig de in artikel 11 bepaalde bijdragesleutel.

Artikel 3 Doel

Het doel van het ESM is het vrijmaken van middelen en het verstrekken van financiële bijstand, onder stringente voorwaarden voor het economische beleid, ten gunste van ESM-leden die te maken hebben met of worden bedreigd door ernstige financieringsproblemen, indien zulks onontbeerlijk is om de financiële stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen. Daartoe wordt het ESM gemachtigd middelen te verwerven door financiële instrumenten uit te geven, dan wel door financiële of andere overeenkomsten of regelingen aan te gaan met ESM-leden, financiële instellingen of andere derden.

HOOFDSTUK 2 BESTUUR

Artikel 4 Structuren en stemprocedure
  • 1. Het ESM heeft een Raad van gouverneurs en een Raad van bewind, alsmede een directeur en ander specifiek personeel dat noodzakelijk wordt geoordeeld.

  • 2. De besluiten van de Raad van gouverneurs en de Raad van bewind worden genomen in onderlinge overeenstemming, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen of met gewone meerderheid van stemmen zoals in dit Verdrag is gespecificeerd. Voor alle besluiten moet een quorum aanwezig zijn van tweederde van de stemgerechtigde leden die ten minste tweederde van de stemrechten vertegenwoordigen.

  • 3. Voor de aanneming van een besluit in onderlinge overeenstemming is eenparigheid van stemmen vereist van de leden die aan de stemming deelnemen. Onthoudingen beletten niet dat een besluit in onderlinge overeenstemming wordt aangenomen.

  • 4. Voor de aanneming van een besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen is 80% van de uitgebrachte stemmen vereist.

  • 5. Voor de aanneming van een besluit met gewone meerderheid van stemmen is een meerderheid van de uitgebrachte stemmen vereist.

  • 6. De stemrechten van elk ESM-lid welke door een door dit ESM-lid aangestelde persoon of diens vertegenwoordiger in de Raad van gouverneurs of de Raad van bewind worden uitgeoefend, zijn gelijk aan het aan het betrokken lid toegewezen aantal aandelen in het maatschappelijk kapitaal van het ESM zoals vermeld in bijlage II bij dit Verdrag.

  • 7. Ingeval een ESM-lid verzuimt een deel van het bedrag te betalen dat het verschuldigd is uit hoofde van de krachtens de artikelen 8, 9 en 10 op hem rustende verplichtingen in verband met volgestorte aandelen of opvragingen van kapitaal, dan wel uit hoofde van de krachtens de artikelen 14 of 15 op hem rustende verplichtingen in verband met de terugbetaling van de financiële bijstand, is het betrokken ESM-lid, zolang dat verzuim voortduurt, niet gerechtigd zijn stemrechten uit te oefenen. De stemmingsdrempels worden dienovereenkomstig herberekend.

Artikel 5 Raad van gouverneurs
  • 1. Elk ESM-lid benoemt een gouverneur en een plaatsvervangend gouverneur. Deze benoemingen zijn te allen tijde herroepbaar. De gouverneur is een lid van de regering van dit ESM-lid en draagt verantwoordelijkheid voor financiën. De plaatsvervangend gouverneur is volledig bevoegd om namens de gouverneur op te treden wanneer deze niet aanwezig is.

  • 2. De Raad van gouverneurs besluit ofwel te worden voorgezeten door de voorzitter van de Eurogroep, als bedoeld in Protocol (nr. 14) betreffende de Eurogroep dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het VWEU is gehecht, ofwel om uit zijn leden een voorzitter en een vicevoorzitter te kiezen voor een periode van twee jaar. De voorzitter en de vicevoorzitter kunnen worden herverkozen. Er wordt onverwijld een nieuwe verkiezing georganiseerd indien de zittende voorzitter of vicevoorzitter niet langer de vereiste functie bekleedt om als gouverneur te worden aangewezen.

  • 3. Het lid van de Europese Commissie belast met economische en monetaire zaken en de president van de ECB, alsook de voorzitter van de Eurogroep, (indien hij niet de voorzitter van de Raad van gouverneurs of een gouverneur is) mogen aan de vergaderingen van de Raad van gouverneurs deelnemen als waarnemers.

  • 4. Ook vertegenwoordigers van lidstaten van buiten de eurozone die, naast het ESM, op ad-hocbasis aan operaties voor financiële bijstand aan een lidstaat van de eurozone deelnemen, worden als waarnemers uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van gouverneurs waarop deze financiële bijstand en het monitoren ervan worden besproken.

  • 5. Andere personen, zoals onder meer vertegenwoordigers van instellingen of organisaties, zoals het IMF, kunnen door de Raad van gouverneurs op ad-hocbasis worden uitgenodigd om vergaderingen bij te wonen als waarnemers.

  • 6. De Raad van gouverneurs neemt in onderlinge overeenstemming de volgende besluiten:

    • a. om nieuwe aandelen uit te geven tegen andere voorwaarden dan a pari overeenkomstig artikel 8, lid 2;

    • b. om over te gaan tot de opvragingen van kapitaal overeenkomstig artikel 9, lid 1;

    • c. om het maatschappelijk kapitaal te wijzigen en het maximale leningvolume van het ESM aan te passen, overeenkomstig artikel 10, lid 1;

    • d. om rekening te houden met een mogelijke actualisering van de sleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB overeenkomstig artikel 11, lid 3, en de in bijlage I aan te brengen wijzigingen overeenkomstig artikel 11, lid 6;

    • e. om financiële bijstand door het ESM toe te kennen, met inbegrip van de economische beleidsvoorwaarden zoals vastgelegd in het in artikel 13, lid 3, bedoelde memorandum van overeenstemming, en om de financiële en andere voorwaarden en de keuze van instrumenten vast te stellen, overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 15;

    • f. om aan de Europese Commissie mandaat te verlenen om, in overleg met de ECB, te onderhandelen over de aan elke financiële bijstand verbonden economische beleidsvoorwaarden overeenkomstig artikel 13, lid 3;

    • g. om de prijsstructuur en het prijsstellingsbeleid voor de financiële bijstand te wijzigen overeenkomstig artikel 14, lid 4;

    • h. om de lijst van financiële-bijstandinstrumenten die door het ESM kunnen worden gebruikt te wijzigen overeenkomstig artikel 16;

    • i. om de uitvoeringsregels van de overdracht van EFSF-steun aan het ESM vast te stellen overeenkomstig artikel 35;

    • j. om de aanvraag tot toetreding tot het ESM door nieuwe leden goed te keuren overeenkomstig artikel 39;

    • k. om aanpassingen aan dit Verdrag aan te brengen als rechtstreeks gevolg van de toetreding van nieuwe leden, met inbegrip van de wijzigingen die in de verdeling van het kapitaal onder de EMS-leden moeten worden aangebracht, en de berekening van deze verdeling als rechtstreeks gevolg van de toetreding van een nieuw lid tot het ESM overeenkomstig artikel 39; en

    • l. om aan de Raad van bewind de in dit artikel opgesomde taken te delegeren.

  • 7. De Raad van gouverneurs neemt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de volgende besluiten:

    • a. om de gedetailleerde technische voorwaarden voor de toetreding van een nieuw lid tot het ESM overeenkomstig artikel 39 te bepalen;

    • b. om te worden voorgezeten door de voorzitter van de Eurogroep dan wel om met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de voorzitter en de vicevoorzitter van de Raad van gouverneurs te kiezen, overeenkomstig lid 2;

    • c. om de organisatievoorschriften van het ESM en het reglement van orde van de Raad van gouverneurs en de Raad van bewind (waarin het recht is opgenomen om comités en ondersteunende organen op te richten) vast te leggen overeenkomstig lid 9;

    • d. om de lijst van activiteiten die onverenigbaar zijn met de functie van bewindvoerder of plaatsvervangend bewindvoerder vast te stellen overeenkomstig artikel 6, lid 8;

    • e. om de directeur te benoemen en diens ambtstermijn te beëindigen overeenkomstig artikel 7;

    • f. om andere fondsen in te stellen overeenkomstig artikel 20;

    • g. betreffende de te ondernemen acties om een schuld van een ESM-lid terug te vorderen overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3;

    • h. om de jaarrekening van het ESM goed te keuren overeenkomstig artikel 23, lid 1;

    • i. om de leden van het interne auditcomité te benoemen overeenkomstig artikel 24;

    • j. om de externe auditors te aanvaarden overeenkomstig artikel 25;

    • k. om de immuniteit van de voorzitter van de Raad van gouverneurs, een gouverneur, een plaatsvervangend gouverneur, een bewindvoerder, een plaatsvervangend bewindvoerder of de directeur op te heffen overeenkomstig artikel 30, lid 2;

    • l. om het op het ESM-personeel toepasselijke belastingregime vast te stellen overeenkomstig artikel 31, lid 5;

    • m. betreffende een geschil overeenkomstig artikel 32, lid 2; en

    • n. alle andere noodzakelijke besluiten waarin dit Verdrag niet uitdrukkelijk voorziet.

  • 8. De voorzitter roept de vergaderingen van de Raad van gouverneurs bijeen en zit deze voor. De vicevoorzitter zit deze vergaderingen voor wanneer de voorzitter niet kan deelnemen.

  • 9. De Raad van gouverneurs stelt zijn reglement van orde en de organisatievoorschriften van het ESM vast.

Artikel 6 Raad van bewind
  • 1. Elke gouverneur benoemt één bewindvoerder en één plaatsvervangend bewindvoerder en maakt daarbij een keuze uit personen die in hoge mate competent zijn in economische en financiële zaken. Deze benoemingen zijn te allen tijde herroepbaar. De plaatsvervangend bewindvoerder is volledig bevoegd om namens de bewindvoerder op te treden wanneer deze niet aanwezig is.

  • 2. Het lid van de Europese Commissie belast met economische en monetaire zaken en de president van de ECB kunnen elk een waarnemer aanwijzen.

  • 3. Vertegenwoordigers van lidstaten van buiten de eurozone die, naast het ESM, op ad-hocbasis aan operaties voor financiële bijstand aan een lidstaat van de eurozone deelnemen, worden ook als waarnemers uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van bewind waarop deze financiële bijstand en het monitoren ervan worden besproken.

  • 4. Andere personen, zoals onder meer vertegenwoordigers van instellingen of organisaties, kunnen door de Raad van gouverneurs op ad-hocbasis worden uitgenodigd om vergaderingen bij te wonen als waarnemers.

  • 5. De Raad van bewind neemt besluiten bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen, tenzij in dit Verdrag anders is vermeld. Besluiten die genomen worden op grond van door de Raad van gouverneurs gedelegeerde bevoegdheden worden vastgesteld in overeenstemming met de in artikel 5, leden 6 en 7, vastgestelde toepasselijke stemmingsregels.

  • 6. Zonder afbreuk te doen aan de in artikel 5 omschreven bevoegdheden van de Raad van gouverneurs, draagt de Raad van bewind er zorg voor dat het ESM wordt beheerd in overeenstemming met dit Verdrag en met de organisatievoorschriften van het ESM die door de Raad van gouverneurs zijn vastgesteld. De Raad van bewind neemt de besluiten waarvoor hij krachtens dit Verdrag bevoegd is of die door de Raad van gouverneurs aan hem zijn gedelegeerd.

  • 7. Indien een functie in de Raad van bewind openvalt, wordt deze onmiddellijk opgevuld overeenkomstig lid 1.

  • 8. De Raad van gouverneurs bepaalt welke activiteiten onverenigbaar zijn met de functie van bewindvoerder of plaatsvervangend bewindvoerder, de organisatievoorschriften van het ESM en het reglement van orde van de Raad van bewind.

Artikel 7 Directeur
  • 1. De directeur wordt benoemd door de Raad van gouverneurs, die daarbij een keuze maakt uit kandidaten die de nationaliteit van een ESM-lid hebben, relevante internationale ervaring bezitten en in hoge mate competent zijn in economische en financiële zaken. De directeur mag tijdens het bekleden van zijn functie geen gouverneur, bewindvoerder of plaatsvervanger van een van beiden zijn.

  • 2. De ambtstermijn van de directeur is vijf jaar. Hij is eenmaal herbenoembaar. De directeur treedt echter af wanneer de Raad van gouverneurs zulks besluit.

  • 3. De directeur zit de vergaderingen van de Raad van bewind voor en neemt deel aan de vergaderingen van de Raad van gouverneurs.

  • 4. De directeur is het hoofd van het personeel van het ESM. Hij is verantwoordelijk voor de organisatie, de aanstelling en het ontslag van het personeel overeenkomstig de door de Raad van bewind vast te stellen personeelsstatuten.

  • 5. De directeur vertegenwoordigt het ESM in rechte en leidt de lopende zaken van het ESM volgens de aanwijzingen van de Raad van bewind.

HOOFDSTUK 3 KAPITAAL

Artikel 8 Maatschappelijk kapitaal
  • 1. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt 700 000 miljoen EUR. Het is verdeeld in zeven miljoen aandelen, elk met een nominale waarde van 100 000 EUR, waarop kan worden ingeschreven volgens de in artikel 11 omschreven en in bijlage I bepaalde oorspronkelijke bijdragesleutel.

  • 2. Het maatschappelijk kapitaal is verdeeld in volgestorte aandelen en niet-volgestorte aandelen. De oorspronkelijke totale geaggregeerde nominale waarde van de volgestorte aandelen bedraagt 80 000 miljoen EUR. De aandelen in het maatschappelijk kapitaal waarop aanvankelijk wordt ingeschreven, worden uitgegeven a pari. De andere aandelen worden eveneens a pari uitgegeven, tenzij de Raad van gouverneurs onder bijzondere omstandigheden besluit deze onder andere voorwaarden uit te geven.

  • 3. De aandelen in het maatschappelijk kapitaal worden op generlei wijze verpand of bezwaard en zijn slechts overdraagbaar ingeval de overdrachten ten doel hebben uitvoering te geven aan aanpassingen in de in artikel 11 bepaalde bijdragesleutel, waarbij aandelen in die mate worden overgedragen dat de verdeling van de aandelen met de aangepaste sleutel overeenkomt.

  • 4. De ESM-leden verbinden er zich hierbij onherroepelijk en onvoorwaardelijk toe hun bijdrage tot het maatschappelijk kapitaal te leveren overeenkomstig hun in bijlage I vermelde bijdragesleutel. Zij geven tijdig gevolg aan alle opvragingen van kapitaal overeenkomstig de in dit Verdrag vastgelegde voorwaarden.

  • 5. De aansprakelijkheid van elk ESM-lid blijft onder alle omstandigheden beperkt tot zijn aandeel in het maatschappelijk kapitaal tegen de uitgifteprijs ervan. De ESM-leden zijn niet op grond van hun lidmaatschap aansprakelijk voor verplichtingen van het ESM. De verplichting van ESM-leden om overeenkomstig dit Verdrag tot het maatschappelijk kapitaal bij te dragen, wordt onverlet gelaten door het feit dat een dergelijk ESM-lid in aanmerking komt voor financiële bijstand van het ESM of dergelijke bijstand ontvangt.

Artikel 9 Opvragingen van kapitaal
  • 1. De Raad van gouverneurs kan te allen tijde niet-volgestort maatschappelijk kapitaal opvragen en een passende termijn vaststellen voor de betaling ervan door de ESM-leden.

  • 2. De Raad van bewind kan bij besluit met gewone meerderheid van stemmen niet-volgestort maatschappelijk kapitaal opvragen om het niveau van het volgestort kapitaal te herstellen wanneer het bedrag van het volgestort kapitaal als gevolg van de absorptie van verliezen is gedaald tot onder het in artikel 8, lid 2, vastgelegde niveau, dat door de Raad van gouverneurs kan worden gewijzigd volgens de procedure van artikel 10, en een passende termijn vaststellen voor de betaling ervan door de ESM-leden.

  • 3. De directeur vraagt tijdig niet-volgestort maatschappelijk kapitaal op wanneer dat nodig is om te vermijden dat het ESM een geplande of andere betalingsverplichting jegens crediteuren van het ESM niet nakomt. De directeur stelt de Raad van bewind en de Raad van gouverneurs van een dergelijke opvraging in kennis. Wanneer een potentieel tekort aan ESM-middelen wordt vastgesteld, verricht de directeur deze opvraging(en) van kapitaal zo spoedig mogelijk teneinde te waarborgen dat het ESM over voldoende middelen beschikt om de aan crediteuren verschuldigde betalingen volledig en op tijd te kunnen verrichten. De ESM-leden verbinden er zich hierbij onherroepelijk en onvoorwaardelijk toe op verzoek elke door de directeur overeenkomstig dit lid verrichte opvraging van kapitaal te betalen binnen een termijn van zeven dagen na ontvangst.

  • 4. De Raad van bewind stelt de gedetailleerde voorwaarden vast die gelden voor opvragingen van kapitaal uit hoofde van dit artikel.

Artikel 10 Wijzigingen in het maatschappelijk kapitaal
  • 1. De Raad van gouverneurs evalueert op gezette tijden en ten minste om de vijf jaar het maximale leningvolume en de toereikendheid van het maatschappelijk kapitaal van het ESM. Hij kan besluiten het maatschappelijk kapitaal te wijzigen en artikel 8 en bijlage II dienovereenkomstig aan te passen. Dit besluit treedt in werking nadat de ESM-leden de depositaris in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun toepasselijke nationale procedures. De nieuwe aandelen worden aan de ESM-leden toegewezen volgens de in artikel 11 en bijlage I bepaalde bijdragesleutel.

  • 2. De Raad van bewind stelt de gedetailleerde voorwaarden vast die gelden voor alle of een deel van de wijzigingen die uit hoofde van lid 1 in het kapitaal worden aangebracht.

  • 3. Zodra een lidstaat van de Europese Unie als nieuw lid toetreedt tot het ESM, wordt het maatschappelijk kapitaal van het ESM automatisch verhoogd door de op dat ogenblik geldende respectieve bedragen te vermenigvuldigen met de ratio tussen de weging, in het kader van de in artikel 11 bepaalde aangepaste bijdragesleutel, van het nieuwe ESM-lid enerzijds en die van de bestaande ESM-leden anderzijds.

Artikel 11 Bijdragesleutel
  • 1. De bijdragesleutel voor de inschrijving op het maatschappelijk kapitaal van het ESM is, behoudens de leden 2 en 3, gebaseerd op de sleutel voor de inschrijving van de nationale centrale banken van de ESM-leden op het kapitaal van de ECB, welke is vastgesteld overeenkomstig artikel 29 van Protocol (nr. 4) betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (de „ESCB-statuten”), dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het VWEU is gehecht.

  • 2. De bijdragesleutel voor de inschrijving op het maatschappelijk kapitaal van het ESM is vermeld in bijlage I.

  • 3. De bijdragesleutel voor de inschrijving op het maatschappelijk kapitaal van het ESM wordt aangepast wanneer:

    • a. een lidstaat van de Europese Unie als nieuw lid toetreedt tot het ESM en het maatschappelijk kapitaal van het ESM automatisch wordt verhoogd als gespecificeerd in artikel 10, lid 3; of

    • b. een einde komt aan de overeenkomstig artikel 37 vastgestelde tijdelijke correctie die gedurende een periode van twaalf jaar voor een ESM-lid is toegepast.

  • 4. De Raad van gouverneurs kan besluiten rekening te houden met eventuele actualiseringen van de in lid 1 bedoelde sleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB wanneer de bijdragesleutel aangepast wordt overeenkomstig lid 3 of wanneer er een verandering optreedt in het maatschappelijk kapitaal, zoals gespecificeerd in artikel 10, lid 1.

  • 5. Indien de bijdragesleutel voor de inschrijving op het maatschappelijk kapitaal van het ESM wordt aangepast, dragen de ESM-leden onderling maatschappelijk kapitaal over in die mate dat de verdeling van het maatschappelijk kapitaal met de aangepaste sleutel overeenkomt.

  • 6. Bij elke bij dit artikel bedoelde aanpassing wordt bijlage I gewijzigd bij besluit van de Raad van gouverneurs.

  • 7. De Raad van bewind treft alle andere maatregelen die voor de toepassing van dit artikel nodig zijn.

HOOFDSTUK 4 OPERATIES

Artikel 12 Beginselen
  • 1. Indien zulks onontbeerlijk is om de financiële stabiliteit van de eurozone als geheel te waarborgen, biedt het ESM een ESM-lid onder stringente economische beleidsvoorwaarden in het kader van een macro-economisch aanpassingsprogramma financiële bijstand, waarbij het aanpassingsprogramma en de bijstand in verhouding staan tot de ernst van de economische en financiële onevenwichtigheden waarmee het betrokken ESM-lid wordt geconfronteerd.

  • 2. Indien een ESM-lid financiële bijstand ontvangt, wordt ernaar gestreefd dat de private sector per geval op passende en evenredige wijze daarbij wordt betrokken, in overeenstemming met de IMF-praktijk. De aard en de omvang van die betrokkenheid hangen af van het resultaat van een schuldhoudbaarheidsanalyse, waarbij het risico op besmetting van en overloopeffecten naar andere lidstaten van de Europese Unie en derde landen naar behoren in aanmerking wordt genomen. Indien in het licht van deze analyse wordt geconcludeerd dat een macro-economisch aanpassingsprogramma realistisch gezien de overheidsschuld weer op een houdbaar pad kan brengen, neemt de ontvangende lidstaat initiatieven om de voornaamste niet-overheids-beleggers ertoe te bewegen hun risicoposities aan te houden. Indien wordt geconcludeerd dat een macro-economisch aanpassingsprogramma realistisch gezien de overheidsschuld niet weer op een houdbaar pad kan brengen, wordt van de ontvangende lidstaat verlangd dat hij actieve onderhandelingen te goeder trouw aanknopt met zijn schuldeisers om te garanderen dat zij rechtstreeks bij het herstellen van de schuldhoudbaarheid worden betrokken. Of financiële bijstand wordt toegekend, hangt in laatstgenoemd geval af van de vraag of de ESM-lidstaat beschikt over een geloofwaardig plan om de schuldhoudbaarheid te herstellen en blijk geeft van voldoende inzet om een passende en evenredige betrokkenheid van de private sector te bewerkstelligen. De bij de uitvoering van het plan gemaakte vorderingen worden gemonitord in het kader van het programma en worden in aanmerking genomen bij besluiten over uitbetalingen.

  • 3. Vanaf juli 2013 worden in alle nieuwe overheidsobligaties van de eurozone met een looptijd van meer dan een jaar collectieve-actieclausules opgenomen die op zulke wijze gestandaardiseerd worden dat zij dezelfde rechtsgevolgen hebben.

Artikel 13 Procedure voor de toekenning van financiële bijstand
  • 1. Een ESM-lid kan tot de voorzitter van de Raad van gouverneurs een verzoek om financiële bijstand richten. Na ontvangst van een dergelijk verzoek vertrouwt de voorzitter van de Raad van gouverneurs de Europese Commissie toe om, in overleg met de ECB:

    • a. te onderzoeken of er een risico voor de financiële stabiliteit van de eurozone als geheel bestaat;

    • b. steeds als dit mogelijk is samen met het IMF, een grondige analyse van de houdbaarheid van de schuld van het betrokken ESM-lid te verrichten;

    • c. de reële financieringsbehoeften van het betrokken ESM-lid en de aard van de verlangde betrokkenheid van de private sector te beoordelen, in overeenstemming met artikel 12, lid 2.

  • 2. Op grond van de in lid 1 bedoelde beoordeling kan de Raad van gouverneurs besluiten om, in beginsel, financiële bijstand aan het betrokken ESM-lid toe te kennen.

  • 3. Indien een besluit overeenkomstig lid 2 wordt vastgesteld, draagt de Raad van gouverneurs de Europese Commissie op om – steeds als dit mogelijk is samen met het IMF, en in overleg met de ECB – met het betrokken ESM-lid te onderhandelen over een memorandum van overeenstemming waarin de in een macro-economisch aanpassingsprogramma opgenomen en aan de financiële bijstand verbonden economische beleidsvoorwaarden worden beschreven. Tegelijkertijd stelt de directeur van het ESM een door de Raad van gouverneurs aan te nemen voorstel voor de toekenning van financiële bijstand op waarin de financiële en andere voorwaarden en de keuze van instrumenten zijn vastgelegd.

    Het memorandum van overeenstemming is volledig consistent met de maatregelen tot coördinatie van het economische beleid waarin het VWEU voorziet, in het bijzonder met alle rechtsbesluiten van de Europese Unie, met inbegrip van adviezen, waarschuwingen, aanbevelingen of besluiten die tot het betrokken ESM-lid worden gericht.

  • 4. De Europese Commissie ondertekent het memorandum van overeenstemming namens het ESM, mits vooraf aan de voorwaarden van lid 3 is voldaan en de Raad van gouverneurs daarmee instemt.

  • 5. De Raad van bewind hecht zijn goedkeuring aan het akkoord over de financiële bijstand, dat de technische aspecten van de te verstrekken financiële bijstand bevat, en aan de uitbetaling van de eerste tranche van de bijstand.

  • 6. Het ESM zet een adequaat waarschuwingssysteem op om te garanderen dat het de terugbetalingen die het ESM-lid in het kader van de financiële bijstand gehouden is te verrichten, tijdig ontvangt.

  • 7. De Europese Commissie – steeds als dit mogelijk is samen met het IMF, en in overleg met de ECB – wordt belast met het toezicht op de naleving van de economische beleidsvoorwaarden die aan de financiële bijstand verbonden zijn. Op basis van het verslag van de Europese Commissie neemt de Raad van bewind in onderlinge overeenstemming een besluit over de uitbetaling van de na de eerste tranche volgende tranches van de financiële bijstand.

  • 8. De Raad van bewind stelt de gedetailleerde richtsnoeren vast die op de uitbetalingen van financiële bijstand van toepassing zijn.

Artikel 14 ESM-stabiliteitssteun
  • 1. De Raad van gouverneurs kan overeenkomstig artikel 12 besluiten stabiliteitssteun voor de korte of middellange termijn in de vorm van een lening aan een ESM-lid als financiële bijstand te verlenen.

  • 2. De technische voorwaarden van elke lening worden vastgelegd in een door de directeur te ondertekenen akkoord over financiële bijstand.

  • 3. De prijsstelling van de ESM-stabiliteitssteun dekt de ESM-financieringskosten, vermeerderd met een door de Raad van gouverneurs bepaalde extra marge. De prijsstructuur wordt nader gepreciseerd in het in bijlage III beschreven prijsstelingsbeleid. Het prijsstellingsbeleid wordt regelmatig opnieuw bezien door de Raad van gouverneurs.

  • 4. De Raad van gouverneurs kan besluiten de prijsstructuur en het prijsstellingsbeleid aan te passen en bijlage III dienovereenkomstig wijzigen.

Artikel 15 Steunvoorziening op de primaire markt
  • 1. De Raad van gouverneurs kan bij wijze van uitzondering overeenkomstig artikel 12 besluiten regelingen te treffen voor de aankoop van obligaties van een ESM-lid op de primaire markt ten behoeve van een maximale kostenefficiëntie van de financiële bijstand.

  • 2. De technische voorwaarden waaronder de aankoop van obligaties plaatsvindt, worden vastgelegd in het door de directeur te ondertekenen akkoord over de financiële bijstand.

  • 3. De Raad van bewind stelt de gedetailleerde richtsnoeren vast die gelden voor de regels van tenuitvoerlegging van de steunvoorziening op de primaire markt.

Artikel 16 Evaluatie van de lijst van financiële-bijstandinstrumenten

De Raad kan de lijst van financiële-bijstandinstrumenten waarin de artikelen 14 en 15 voorzien, aan een evaluatie onderwerpen en besluiten daarin wijzigingen aan te brengen.

Artikel 17 Transacties voor het aangaan van leningen
  • 1. Het ESM wordt gemachtigd op de kapitaalmarkten bij banken, financiële instellingen of andere personen of instellingen leningen aan te gaan voor het verwezenlijken van zijn doel.

  • 2. De uitvoeringsregels volgens welke transacties voor het aangaan van leningen worden gesloten, wordt bepaald door de directeur overeenkomstig door de Raad van bewind vast te stellen gedetailleerde richtsnoeren.

  • 3. Het ESM maakt gebruik van passende risicobeheersinstrumenten, die regelmatig opnieuw worden bezien door de Raad van bewind.

HOOFDSTUK 5 FINANCIEEL BEHEER

Artikel 18 Beleggingsbeleid

De directeur voert overeenkomstig door de Raad van bewind vast te stellen en regelmatig opnieuw te beoordelen richtsnoeren een prudent beleggingsbeleid voor het ESM teneinde de hoogste kredietwaardigheid ervan te garanderen. Het ESM is gemachtigd een deel van de opbrengst van zijn beleggingsportefeuille te gebruiken om zijn bedrijfs- en administratiekosten te dekken.

Artikel 19 Dividendbeleid
  • 1. Zolang het ESM geen financiële bijstand aan een van zijn leden heeft verleend, wordt de opbrengst van de belegging van het volgestort kapitaal van het ESM aan de ESM-leden uitgekeerd volgens hun respectieve aandeel, na aftrek van de operationele kosten, mits de beoogde effectieve kredietverleningscapaciteit volledig beschikbaar is.

  • 2. De Raad van bewind kan met gewone meerderheid van stemmen besluiten een dividend aan de ESM-leden uit te keren wanneer het gezamenlijk bedrag van het volgestort kapitaal en het reservefonds meer bedraagt dan vereist is om de kredietverleningscapaciteit van het ESM te handhaven en de beleggingsopbrengst niet vereist is om een tekort in de voldoening van de crediteuren te vermijden. Dividenden worden uitgekeerd naar rato van de aandelen.

  • 3. De directeur voert het dividendbeleid voor het ESM uit overeenkomstig door de Raad van bewind vast te stellen richtsnoeren.

Artikel 20 Reservefonds en andere fondsen
  • 1. De Raad van gouverneurs stelt een reservefonds en, indien nodig, andere fondsen in.

  • 2. Onverminderd artikel 19, worden de uit de ESM-operaties voortvloeiende netto-inkomsten en de van de ESM-leden ontvangen opbrengsten van de financiële sancties uit hoofde van de multilaterale toezichtprocedure, de buitensporigtekortprocedure en de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden in het kader van het VWEU opzijgezet in een reservefonds.

  • 3. De middelen van het reservefonds worden belegd overeenkomstig door de Raad van bewind vast te stellen richtsnoeren.

  • 4. De Raad van bewind stelt alle regels vast die vereist zijn voor het instellen, het beheer en het gebruik van andere fondsen.

Artikel 21 Dekking van verliezen
  • 1. Uit ESM-operaties voortvloeiende verliezen worden ten laste gebracht van:

    • a. ten eerste het reservefonds;

    • b. ten tweede het volgestort kapitaal; en

    • c. ten slotte een passend bedrag van het niet-volgestort maatschappelijk kapitaal, dat overeenkomstig artikel 9, lid 3, wordt opgevraagd.

  • 2. Indien een ESM-lid verzuimt de betaling te verrichten die uit hoofde van een opvraging van kapitaal overeenkomstig artikel 9, lid 2 of 3, wordt verlangd, vindt een herziene, verhoogde opvraging van kapitaal bij alle ESM-leden plaats om ervoor te zorgen dat het ESM het vereiste totaalbedrag aan volgestort kapitaal ontvangt. De Raad van gouverneurs stelt een passende gedragslijn vast om ervoor te zorgen dat het betrokken ESM-lid zijn schuld jegens het ESM binnen een redelijke termijn vereffent. De Raad van gouverneurs heeft het recht de betaling van achterstandsrente over het achterstallige bedrag te eisen.

  • 3. Wanneer een ESM-lid zijn in lid 2 bedoelde schuld jegens het ESM vereffent, wordt het overschot aan kapitaal aan de overige ESM-leden terugbetaald volgens door de Raad van gouverneurs vast te stellen regels.

Artikel 22 Begroting

De Raad van bewind keurt jaarlijks de ESM-begroting goed.

Artikel 23 Jaarrekening
  • 1. De Raad van gouverneurs keurt de jaarrekening van het ESM goed.

  • 2. Het ESM publiceert een jaarverslag met een door auditors gecertificeerd overzicht van zijn rekeningen, en doet de ESM-leden een driemaandelijks beknopt overzicht van zijn financiële positie toekomen, alsook een winst- en verliesrekening waaruit het resultaat van zijn werkzaamheden blijkt.

Artikel 24 Intern auditcomité
  • 1. Het intern auditcomité bestaat uit drie leden die door de Raad van gouverneurs zijn benoemd voor hun competentie in financiële en auditzaken.

  • 2. De leden van het intern auditcomité zijn onafhankelijk. Zij vragen noch aanvaarden instructies van de bestuursorganen van het ESM, de ESM-leden of andere publiek- of privaatrechtelijke organen.

  • 3. Het intern auditcomité inspecteert de ESM-rekeningen en gaat na of de operationele rekeningen en de balans in orde zijn. Het comité heeft volledige toegang tot alle ESM-documenten die het nodig heeft voor de uitvoering van zijn taken.

  • 4. Het intern auditcomité doet de Raad van gouverneurs een jaarverslag toekomen waarin het bevestigt of:

    • a. de balans en de operationele rekeningen in overeenstemming zijn met de boeken; en

    • b. de balans en de operationele rekeningen een correct en getrouw beeld geven van de financiële positie van het ESM wat zijn vermogen, zijn financiële prestaties en zijn kasstromen over het beschouwde boekjaar betreft.

  • 5. Het ESM wordt beheerd volgens beginselen van goed financieel en risicobeheer.

Artikel 25 Externe controle

De rekeningen van het ESM worden gecontroleerd door onafhankelijke externe auditors die door de Raad van gouverneurs zijn aanvaard. De auditors zijn zonder voorbehoud bevoegd alle boeken en rekeningen van het ESM te onderzoeken en volledig te worden geïnformeerd over zijn transacties.

HOOFDSTUK 6 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 26 Vestiging
  • 1. Het ESM heeft zijn zetel en hoofdkantoor te Luxemburg.

  • 2. Het ESM kan een verbindingsbureau vestigen te Brussel.

Artikel 27 Rechtspositie, voorrechten en immuniteiten
  • 1. Teneinde het ESM in staat te stellen zijn doel te verwezenlijken, worden aan het ESM op het grondgebied van elk ESM-lid de rechtspositie en de voorrechten en immuniteiten, als vermeld in dit artikel, toegekend. Het ESM tracht erkenning van zijn rechtspositie en van zijn voorrechten en immuniteiten te verkrijgen op andere grondgebieden waar het functies vervult of activa bezit.

  • 2. Het ESM bezit volledige rechtspersoonlijkheid; het heeft volledige handelingsbevoegdheid om:

    • a. roerende en onroerende goederen te verkrijgen of te vervreemden;

    • b. overeenkomsten te sluiten;

    • c. in rechte op te treden; en

    • d. elke overeenkomst en/of alle protocols betreffende de hoofdzetel te sluiten die nodig zijn om ervoor te zorgen dat zijn rechtspositie en zijn voorrechten en immuniteiten worden erkend en dat daaraan gevolg wordt gegeven.

  • 3. Het ESM, zijn eigendommen, fondsen en bezittingen, waar deze zich ook bevinden en wie deze ook onder zich heeft, zijn vrijgesteld van rechtsvervolging, behoudens voor zover het ESM uitdrukkelijk afstand doet van zijn immuniteit ten behoeve van een procedure of volgens de bepalingen een overeenkomst, met inbegrip van de documentatie van de financieringsinstrumenten.

  • 4. De eigendommen, fondsen en bezittingen van het ESM, waar deze zich ook bevinden en wie deze ook onder zich heeft, zijn vrijgesteld van onderzoek, vordering, verbeurdverklaring, onteigening of andere vormen van beslag op grond van een maatregel van bestuurlijke, gerechtelijke, bestuursrechtelijke of wetgevende aard.

  • 5. Het archief van het ESM en alle documenten die aan het ESM toebehoren of die het onder zich heeft, zijn onschendbaar.

  • 6. De terreinen van het ESM zijn onschendbaar.

  • 7. Elk ESM-lid dat en elke staat die de rechtspositie en de voorrechten en immuniteiten van het ESM heeft erkend, staat voor de officiële mededelingen van het ESM dezelfde behandeling toe als die welke de officiële mededelingen van een ESM-lid genieten.

  • 8. Voor zover zulks noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden waarin dit Verdrag voorziet, zijn alle eigendommen, fondsen en bezittingen van het ESM vrijgesteld van beperkingen, regelingen, controles en moratoria van welke aard ook.

  • 9. Het ESM is vrijgesteld van elke verplichting om te worden erkend of een vergunning te verkrijgen als kredietinstelling, verlener van beleggingsdiensten of enigerlei andere uit hoofde van de wetgeving van een ESM-lid erkende, vergunninghoudende of gereguleerde entiteit.

Artikel 28 Personeel van het ESM

De Raad van bewind stelt de arbeidsvoorwaarden van de directeur en ander personeel van het ESM vast.

Artikel 29 Beroepsgeheim

De leden of voormalige leden van de Raad van gouverneurs en van de Raad van bewind en alle andere personen die werkzaamheden voor of in verband met het ESM verrichten of hebben verricht, zijn gehouden inlichtingen die naar hun aard onder de geheimhoudingsplicht vallen, niet openbaar te maken. Ook na beëindiging van hun taken mogen zij geen onder het beroepsgeheim vallende inlichtingen openbaar maken.

Artikel 30 Immuniteiten van personen
  • 1. In het belang van het ESM genieten de voorzitter van de Raad van gouverneurs, gouverneurs, plaatsvervangend gouverneurs, bewindvoerders, plaatsvervangend bewindvoerders, alsmede de directeur en andere personeelsleden immuniteit van rechtsvervolging voor wat zij in hun officiële hoedanigheid hebben gedaan en genieten onschendbaarheid wat hun officiële papieren en documenten betreft.

  • 2. Met betrekking tot de voorzitter van de Raad van gouverneurs, de gouverneurs, de plaatsvervangend gouverneurs, de bewindvoerders, de plaatsvervangend bewindvoerders of de directeur, kan de Raad van gouverneurs, in de mate en onder de voorwaarden die hij bepaalt, afstand doen van de bij dit artikel verleende immuniteiten.

  • 3. De directeur kan gelijk welke immuniteit opheffen ten aanzien van gelijk welk lid van het personeel van het ESM (met uitzondering van hemzelf).

  • 4. Elk ESM-lid neemt terstond de nodige maatregelen om in zijn eigen wetgeving uitvoering te geven aan dit artikel en stelt het ESM daarvan in kennis.

Artikel 31 Vrijstelling van belasting
  • 1. In het kader van zijn officiële activiteiten zijn het ESM, zijn bezittingen, inkomsten, eigendommen en zijn operaties en transacties waartoe het op grond van dit Verdrag gemachtigd is, vrijgesteld van alle directe belastingen.

  • 2. De ESM-leden treffen, steeds als dit mogelijk is, passende maatregelen om kwijtschelding of teruggave te doen van het bedrag der indirecte belastingen en van belastingen op de verkoop, welke een deel vormen van de prijs van onroerende of roerende goederen, wanneer het ESM voor zijn officieel gebruik belangrijke aankopen doet van goederen in de prijs waarvan zodanige belastingen begrepen zijn.

  • 3. Geen enkele vrijstelling wordt verleend van belastingen, heffingen en rechten die niet anders zijn dan eenvoudige vergoedingen voor diensten van openbaar nut.

  • 4. Goederen die door het ESM worden ingevoerd en die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn officiële werkzaamheden, worden vrijgesteld van alle invoerrechten en -heffingen, alsook van alle invoerverboden en -beperkingen.

  • 5. Volgens door de Raad van gouverneurs vast te stellen regels is het personeel van het ESM onderworpen aan een interne belasting ten bate van het ESM op de door het ESM betaalde salarissen en emolumenten. Vanaf de datum waarop deze belasting wordt geheven, zijn bedoelde salarissen en emolumenten van nationale inkomstenbelasting vrijgesteld.

  • 6. Op door het ESM uitgegeven schuldbekentenissen of waardepapieren, met inbegrip van de dividenden en renten daarvan, ongeacht wie deze in bezit heeft, wordt geen belasting geheven, van welke aard ook:

    • a. die een discriminatie inhoudt tegen dergelijke schuldbekentenissen of waardepapieren, uitsluitend wegens de oorsprong ervan; of

    • b. indien de plaats waar of de valuta waarin deze zijn uitgegeven, betaalbaar worden gesteld of worden betaald, of de plaats waar een kantoor van het ESM is gevestigd of waar het zijn bedrijf uitoefent, de enige rechtsgrond voor een dergelijke belasting is.

Artikel 32 Uitlegging en geschillenbeslechting
  • 1. Verschillen van mening die rijzen tussen een ESM-lid en het ESM, dan wel tussen ESM-leden onderling over de uitlegging of toepassing van de bepalingen van dit Verdrag en van de organisatievoorschriften van het ESM, worden ter beslissing voorgelegd aan de Raad van bewind.

  • 2. De Raad van gouverneurs neemt een besluit over elk geschil tussen een ESM-lid en het ESM, dan wel tussen ESM-leden onderling, in verband met de uitlegging en toepassing van dit Verdrag, met inbegrip van elk geschil over de verenigbaarheid met dit Verdrag van de door het ESM genomen besluiten. De stemrechten van het lid van de Raad van gouverneurs van het betrokken ESM-lid of de betrokken ESM-leden worden bij de stemming door de Raad van gouverneurs over dit besluit geschorst en de voor het nemen van dat besluit vereiste stemmingsdrempel wordt dienovereenkomstig herberekend.

  • 3. Indien een ESM-lid het in lid 2 bedoelde besluit betwist, wordt het geschil voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie is bindend voor de partijen bij de procedure, die gehouden zijn binnen de door genoemd Hof vastgestelde termijn de maatregelen te nemen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest.

Artikel 33 Internationale samenwerking

Met het oog op het bereiken van zijn doelen is het ESM gemachtigd overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag samen te werken met het IMF, elke lidstaat van buiten de eurozone die op ad-hocbasis financiële bijstand verleent, en elke internationale organisatie of entiteit die speciale verantwoordelijkheden op aanverwante terreinen draagt.

HOOFDSTUK 7 OVERGANGSREGELINGEN

Artikel 34 Verhouding met leningen door het EFSF

Tijdens de overgangsfase die loopt van juni 2013 tot de volledige opheffing van de EFSF, ligt het geconsolideerde bedrag aan door het ESM en de EFSF verstrekte leningen niet hoger dan 500 000 miljoen EUR, onverminderd de regelmatige evaluatie van de toereikendheid van het maximale leningvolume overeenkomstig artikel 10. De Raad van bewind stelt gedetailleerde richtsnoeren vast voor de berekening van de capaciteit voor het toekennen van nieuwe leningen teneinde te voorkomen dat het geconsolideerde leningplafond wordt overschreden.

Artikel 35 Overdracht van EFSF-steun
  • 1. In afwijking van artikel 13 kan de Raad van gouverneurs besluiten dat de toezeggingen tot het verlenen van financiële bijstand aan een ESM-lid welke de EFSF in het kader van haar akkoord met het betrokken lid heeft gedaan, door het ESM worden overgenomen, voor zover deze toezeggingen verband houden met niet-uitbetaalde en niet-gefinancierde delen van leenfaciliteiten.

  • 2. Het ESM kan, indien het daartoe door zijn Raad van gouverneurs wordt gemachtigd, de rechten van de EFSF verwerven en de verplichtingen van de EFSF overnemen, met name ten aanzien van alle of een deel van haar uitstaande rechten en verplichtingen in het kader van en in verband met haar bestaande leenfaciliteiten.

  • 3. De Raad van gouverneurs stelt de gedetailleerde uitvoeringsregels vast die nodig zijn om uitvoering te geven aan de in lid 1 bedoelde overdracht van de verplichtingen van de EFSF aan het ESM en aan een eventuele overdracht van rechten en verplichtingen als beschreven in lid 2.

Artikel 36 Betaling van het aanvangskapitaal
  • 1. Onverminderd lid 2, geschiedt de betaling van de volgestorte aandelen tot het bedrag waarop aanvankelijk door elk ESM-lid is ingeschreven, in vijf jaarlijkse termijnen van elk 20% procent van het totale bedrag. De eerste termijn wordt door elk ESM-lid betaald binnen vijftien dagen na de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag, maar niet vroeger dan 2 januari 2013. De resterende vier termijnen zijn betaalbaar op respectievelijk de eerste, tweede, derde en vierde verjaardag van de datum van betaling van de eerste termijn.

  • 2. Tijdens de periode van vijf jaar van betaling van het kapitaal in termijnen stellen de ESM-leden vóór de uitgiftedatum tijdig passende instrumenten ter beschikking opdat de verhouding tussen het volgestort kapitaal en het uitstaande bedrag aan ESM-uitgiften ten minste 15% procent blijft.

Artikel 37 Tijdelijke correctie van de bijdragesleutel
  • 1. Aanvankelijk schrijven de ESM-leden op het maatschappelijk kapitaal in op basis van de in bijlage I vermelde oorspronkelijke bijdragesleutel. De tijdelijke correctie die in deze oorspronkelijke bijdragesleutel is verwerkt, is van toepassing voor een periode van twaalf jaar te rekenen vanaf de datum van aanneming van de euro door het betrokken ESM-lid.

  • 2. Indien het in euro luidend bruto binnenlands product (bbp) per capita tegen marktprijzen van een nieuw ESM-lid in het jaar onmiddellijk voorafgaand aan zijn toetreding tot het ESM minder dan 75% van het gemiddeld bbp per capita tegen marktprijzen van de Europese Unie bedraagt, dan wordt op zijn overeenkomstig artikel 10 vastgestelde bijdragesleutel voor de inschrijving op het maatschappelijk kapitaal van het ESM een tijdelijke correctie toegepast en is deze gelijk aan de som van:

    • a. 25% van het procentuele aandeel in het ECB-kapitaal van de nationale centrale bank van het betrokken ESM-lid, zoals bepaald overeenkomstig artikel 29 van de ESCB-statuten; en

    • b. 75% van het procentuele aandeel van het betrokken ESM-lid in het in euro luidend bruto nationaal inkomen (bni) tegen marktprijzen van de eurozone in het jaar onmiddellijk voorafgaand aan zijn toetreding tot het ESM.

    De onder a) en b) bedoelde percentages worden naar onder of naar boven afgerond op het kleinste veelvoud van 0,0001 procentpunt. De statistische termen zijn die gepubliceerd door Eurostat.

  • 3. Deze in lid 2 bedoelde tijdelijke correctie is van toepassing voor een periode van twaalf jaar te rekenen vanaf de datum van aanneming van de euro door het betrokken ESM-lid.

  • 4. Als gevolg van de tijdelijke correctie van de sleutel wordt het betreffende gedeelte van de krachtens lid 2 aan een ESM-lid toegewezen aandelen onder de ESM-leden die geen tijdelijke correctie genieten herverdeeld op basis van het overeenkomstig artikel 29 van de ESCB-statuten vastgestelde aandelenbezit in de ECB onmiddellijk voorafgaand aan de uitgifte van aandelen aan het toetredende ESM-lid.

Artikel 38 Eerste benoemingen
  • 1. Elk ESM-lid wijst binnen twee weken na de inwerkingtreding van dit Verdrag zijn gouverneur en zijn plaatsvervangend gouverneur aan.

  • 2. De Raad van gouverneurs benoemt de directeur en elke gouverneur benoemt een bewindvoerder en een plaatsvervangend bewindvoerder binnen twee maanden na de inwerkingtreding van dit Verdrag.

HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN

Artikel 39 Toetreding

Overeenkomstig artikel 2 staat dit Verdrag open voor toetreding door andere lidstaten van de Europese Unie na indiening van een toetredingsaanvraag door een dergelijke lidstaat van de Europese Unie bij het ESM nadat de Raad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 140, lid 2, VWEU het besluit tot intrekking van zijn derogatie de euro aan te nemen heeft vastgesteld. De Raad van gouverneurs hecht zijn goedkeuring aan de toetredingsaanvraag van het nieuwe ESM-lid en aan de aan de toetreding verbonden gedetailleerde technische voorwaarden, alsook aan de aanpassingen die als rechtstreeks gevolg van de toetreding aan het Verdrag moeten worden aangebracht. Na de goedkeuring van de aanvraag door de Raad van gouverneurs zullen de nieuwe ESM-leden toetreden na neerlegging van de akten van toetreding bij de depositaris, die de andere ESM-leden daarvan in kennis stelt.

Artikel 40 Bijlagen

De volgende bijlagen bij dit Verdrag maken een integrerend deel daarvan uit:

  • 1. Bijlage I: Sleutel voor de ESM-bijdrage;

  • 2. Bijlage II: Inschrijvingen op het maatschappelijk kapitaal; en

  • 3. Bijlage III: Prijsstellingsbeleid.

Artikel 41 Ondertekening en neerlegging
  • 1. Dit Verdrag wordt neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie („de depositaris”), dat alle ondertekenaars voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van dit Verdrag doet toekomen.

Artikel 42 Bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding
  • 1. Dit Verdrag wordt bekrachtigd, goedgekeurd of aanvaard door de ondertekenaars. De akten van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding worden uiterlijk op 31 december 2012 neergelegd bij de depositaris.

  • 2. De depositaris stelt de andere ondertekenaars in kennis van elke neerlegging en van de datum waarop deze heeft plaatsgevonden.

Artikel 43 Inwerkingtreding
  • 1. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de akten van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding zijn neergelegd door de ondertekenaars waarvan de oorspronkelijke inschrijvingen ten minste 95% van het totale aantal inschrijvingen vermeld in bijlage II vertegenwoordigen. Indien nodig wordt de lijst van ESM-leden aangepast. De in bijlage I vermelde sleutel wordt dan herberekend, en het in artikel 8, lid 1, en bijlage II vermelde totale maatschappelijk kapitaal en de in artikel 8, lid 2, vermelde oorspronkelijke totale geaggregeerde nominale waarde van de volgestorte aandelen worden dienovereenkomstig verminderd.

  • 2. Voor elke ondertekenaar die nadien zijn akte van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding neerlegt, treedt dit Verdrag in werking op de twintigste dag volgend op de datum van neerlegging.

  • 3. Voor elke lidstaat die overeenkomstig artikel 39 tot dit Verdrag toetreedt, treedt dit Verdrag in werking op de twintigste dag volgend op de neerlegging van zijn akte van toetreding.

GEDAAN TE Brussel op de elfde juli van het jaar tweeduizend en elf in één oorspronkelijk exemplaar, waarvan de Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Ierse, Italiaanse, Maltese, Nederlandse, Portugese, Sloveense, Slowaakse, Spaanse en Zweedse tekst gelijkelijk authentiek zijn; het wordt neergelegd in het archief van de depositaris, die een naar behoren voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doet toekomen aan alle verdragspartijen.


Bijlage I
Sleutel voor de ESM-bijdrage

ESM-lid

ESM-sleutel (%)

Koninkrijk België

3,4771

Bondsrepubliek Duitsland

27,1464

Republiek Estland

0,1860

Ierland

1,5922

Helleense Republiek

2,8167

Koninkrijk Spanje

11,9037

Franse Republiek

20,3859

Italiaanse Republiek

17,9137

Republiek Cyprus

0,1962

Groothertogdom Luxemburg

0,2504

Malta

0,0731

Koninkrijk der Nederlanden

5,7170

Republiek Oostenrijk

2,7834

Portugese Republiek

2,5092

Republiek Slovenië

0,4276

Slowaakse Republiek

0,8240

Republiek Finland

1,7974

   

Totaal

100,0


Bijlage II
Inschrijvingen op het maatschappelijk kapitaal

ESM-lid

Aantal aandelen

Inschrijving op het kapitaal (EUR)

Koninkrijk België

243 397

24 339 700 000

Bondsrepubliek Duitsland

1 900 248

190 024 800 000

Republiek Estland

13 020

1 302 000 000

Ierland

111 454

11 145 400 000

Helleense Republiek

197 169

19 716 900 000

Koninkrijk Spanje

833 259

83 325 900 000

Franse Republiek

1 427 013

142 701 300 000

Italiaanse Republiek

1 253 959

125 395 900 000

Republiek Cyprus

13 734

1 373 400 000

Groothertogdom Luxemburg

17 528

1 752 800 000

Malta

5 117

511 700 000

Koninkrijk der Nederlanden

400 190

40 019 000 000

Republiek Oostenrijk

194 838

19 483 800 000

Portugese Republiek

175 644

17 564 400 000

Republiek Slovenië

29 932

2 993 200 000

Slowaakse Republiek

57 680

5 768 000 000

Republiek Finland

125 818

12 581 800 000

     

Totaal

7 000 000

700 000 000 000


Bijlage III
Prijsstellingsbeleid

Voor ESM-stabiliteitssteun geldt de volgende prijsstructuur:

ESM-financieringskosten, plus een marge bestaande uit:

  • 1) Een prijs van 200 basispunten die op de volledige lening wordt toegepast;

  • 2) Een opslag van 100 basispunten voor leningbedragen die nog uitstaan na 3 jaar.

    Voor vastrentende leningen met een looptijd van meer dan 3 jaar is de marge een gewogen gemiddelde van de prijs van 200 basispunten voor de eerste 3 jaar + 100 basispunten voor de jaren daarna.


D. PARLEMENT

Het Verdrag, met Bijlagen, behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag, met Bijlagen, kan worden gebonden.

E. PARTIJGEGEVENS

Bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding zijn voorzien in artikel 42 eerste lid.

Partij

Onder tekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

België

11-07-11

         

Cyprus

11-07-11

         

Duitsland

11-07-11

         

Estland

11-07-11

         

Finland

11-07-11

         

Frankrijk

11-07-11

         

Griekenland

11-07-11

         

Ierland

11-07-11

         

Italië

11-07-11

         

Luxemburg

11-07-11

         

Malta

11-07-11

         

Nederlanden, het Koninkrijk der

11-07-11

         

– Nederland:

           

 – in Europa

           

 – Bonaire

           

 – Sint Eustatius

           

 – Saba

           

– Aruba

           

– Curaçao

           

– Sint Maarten

           

Oostenrijk

11-07-11

         

Portugal

11-07-11

         

Slovenië

11-07-11

         

Slowakije

11-07-11

         

Spanje

11-07-11

         

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R=Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebonden heid, NB=Niet bekend

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag, met Bijlagen, zullen ingevolge artikel 43, eerste lid, in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de akten van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding zijn neergelegd door de ondertekenaars waarvan de oorspronkelijke inschrijvingen ten minste 95% van het totale aantal inschrijvingen vermeld in bijlage II vertegenwoordigen.

J. VERWIJZINGEN

Verbanden

Het Verdrag, met Bijlagen, dient ter aanvulling van:

Titel

:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie1);

Rome, 25 maart 1957

Tekst

:

Trb. 1957, 74 (Frans)

Trb. 1957, 91 (Nederlands)

Laatste Trb.

:

Trb. 2011, 143

Overige verwijzingen

Titel

:

Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds;

Washington, 27 december 1945

Tekst

:

Stb. 1945, 318 (Engels)

Trb. 1962, 161 (vertaling)

Laatste Trb.

:

Trb. 2011, 141

     

Titel

:

Verdrag betreffende de Europese Unie;

Maastricht, 7 februari 1992

Tekst

:

Trb. 1992, 74 (Nederlands)

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 248

     

Titel

:

Besluit van de Europese Raad van 25 maart 2011 tot wijziging artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben (2011/199/EU);

Brussel, 25 maart 2011

Tekst

:

Trb. 2011, 143 (Nederlands)

Laatste Trb.

:

Trb. 2011, 143

Uitgegeven de eerste september 2011.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. ROSENTHAL


X Noot
1)

De Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Ierse, Italiaanse, Maltese, Portugese, Sloveense, Slowaakse, Spaanse en Zweedse tekst zijn niet opgenomen.

X Noot
1)

PB L 91 van 6.4.2011, blz. 1.

X Noot
1)

De titel van het Verdrag luidde vóór 1 december 2009: Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Naar boven