Besluit van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid 5 maart 2025, nr. ZK-0000053466, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden en in de biologische appelteelt tegen appelbloesemkever (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden en in de biologische appelteelt tegen appelbloesemkever, 2025)

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend het gebruik van Raptol ter bescherming van de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden en in de biologische appelteelt tegen appelbloesemkever (Anthonomus pomorum).

Artikel 2

Aan de vrijstelling bedoeld in artikel 1 zijn de in de bijlage bij dit besluit opgenomen voorschriften en beperkingen verbonden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 15 april 2025.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden en in de biologische appelteelt tegen appelbloesemkever, 2025.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT RAPTOL (13230 N – WERKZAME STOFFEN: PYRETHRINEN 4,59G/L & KOOLZAADOLIE 825,3 G/L)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Het middel is uitsluitend toegelaten als insectenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in het volgende toepassingsgebied (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.1, Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsgebied

Type toepassing

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing

Maximale dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Maximaal aantal liter middel per ha per 12 maanden

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarop toegepast mag worden

Appel (biologische teelt)

gewasbehandeling

Appel bloesem kever1

0,46%

4,6 l/ha

2

9,2 l/ha

7

Alleen toepassen in het voorjaar voor de bloei

Appel (grondwaterbeschermingsgebieden)

gewasbehandeling

Appel bloesem kever1

0,46%

4,6 l/ha

2

9,2 l/ha

7

Alleen toepassen in het voorjaar voor de bloei

X Noot
1

Anthonomus pomorum

Toepassingsvoorwaarden

Artikel 1: koop

  • 1. De koop van dit middel, voor gebruik in overeenstemming met dit vrijstellingsbesluit, is verboden tenzij de koper voor de koop een melding doet bij een distributeur die is geregistreerd bij Stichting Certificatie Distributie in Gewasbeschermingsmiddelen, Stichting CDG.

  • 2. De koper verstrekt bij de melding:

    • a) Voor de controle door de Nederlandse Fruittelers Organisatie dat deze de gewassen teelt die in het Wettelijke gebruiksvoorschrift staan, de te behandelen oppervlakte en fruitgewas.

    • b) Voor de controle door de distributeur dat de koper kan voldoen aan de in dit Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) gestelde eisen ten aanzien van driftreductie.

      • 1. Het SKL1 keuringsrapport van de te gebruiken spuitapparatuur niet ouder dan 3 jaar of

      • 2. voor spuitapparatuur niet ouder dan 3 jaar het aanschafbewijs.

      • 3. Een ondertekende eigenverklaring overlegd waar verklaard wordt dat de te behandelen percelen beschikken over een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter.

Artikel 2: gebruik of voorhanden hebben

Het is verboden om dit middel voorhanden te hebben voor gebruik in de teelt van appel of in die teelt te gebruiken zonder aan de eisen te voldoen genoemd onder artikel 1.

Artikel 3: verkoop

Het is verboden dit middel te verkopen voor gebruik in de teelt van appel aan een koper die niet aantoont dat hij voldoet aan de eisen genoemd onder artikel 1. Verkoop vindt plaats volgens het regime van gecontroleerde distributie van de Stichting CDG.

Artikel 4: toepassing

Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende

gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Om in het water levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten te beschermen, is toepassing in de teelt van appel uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van een techniek uit tenminste de klasse DRT99 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot of de perceelgrens).

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Landbouwkundig advies

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een landbouwkundig advies opgesteld bestaande uit (a) een onderbouwing van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en (b) een advies over de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de door het Ctgb voorgeschreven risico reducerende maatregelen / restrictiezinnen.

2.1.1 Noodsituatie op het gebied van gewasbescherming

Gevaar

Aantasting door de appelbloesemkever geeft productieverlies omdat er minder vruchtzetting is. In jaren met veel bloesem wordt er weinig schade verwacht, maar in jaren met een mindere bloei of slechte weersomstandigheden tijdens de bloei kan er veel schade zijn.

Volgens de aanvrager is op 75% van het areaal biologische teelt en in grondwaterbeschermingsgebieden een schadelijk populatie appelbloesemkever aanwezig.

Wanneer geen bestrijding mogelijk is, verwacht de aanvrager gemiddeld 25% schade op 75% van het areaal (biologisch en in grondwaterbeschermingsgebieden). Dit betekent dat telers op een deel van het areaal een forse oogstreductie hebben, wanneer de populatie niet met regelmaat (eens in de twee à drie jaar) verlaagd kan worden.

Alternatieven

Maatregelen:

Om appelbloesemkever weg te vangen worden bundels bindbuis in de appelbomen gehangen. In de biologische teelt is de laatste jaren een toename te zien in het gebruik van deze methodiek. Ongeveer 50% van bedrijven past dit momenteel toe. De ervaring is dat met de huidige toepassingsmethode de afname van de populatiedruk beperkt is. Daarnaast heeft het minimaliseren van alternatieve schuilplaatsen in de boomgaard een ondersteunend effect, maar bepaalde schuilplaatsen blijven aanwezig, bv. onder de bast en entknobbels.

Teeltadviseurs bepalen op basis van gewasontwikkeling, een klopmonster voor de bloei en weerssituatie het juiste toepassingsmoment van een bestrijding. Daarna beslist de teler op basis van de aantasting in voorgaande jaren over wel of niet toepassen.

Koolmezen kunnen ook larven van appelbloesemkevers wegpikken. Het ophangen van koolmeeskasten wordt op biologische bedrijven veel gedaan. De effectiviteit van deze maatregel is sterk afhankelijk van het voedselaanbod voor de koolmezen en is onvoldoende om de populatie appelbloesemkevers te onderdrukken.

Toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en goedgekeurde basisstoffen:

In de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden en in de biologische appelteelt zijn geen middelen toegelaten ter bestrijding van de appelbloesemkever.

Middelen op basis van acetamiprid hebben een nevenwerking op de appelbloesemkever en mogen twee maal per 12 maanden worden toegepast waarvan één maal voor 1 mei. De aanvrager geeft aan dat gerichte inzet van deze middelen tegen appelbloesemkever niet mogelijk is door het beperkte aantal toepassingen en de lange spuitintervallen. Deze middelen zijn toegestaan in de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden maar niet in de biologische appelteelt.

Een middel op basis van azadirachtin mag vier keer per 12 maanden worden toegepast en heeft een beperkte nevenwerking op de appelbloesemkever. Dit middel is toegestaan in de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden en in de biologische appelteelt.

Met de toepassing van deze maatregelen en middelen kan appelbloesemkever in de biologische teelt van appel en in de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden niet afdoende beheerst worden.

Bijzondere omstandigheden

Voor de gangbare teelt van appel waren tot eind 2013 middelen op basis van deltamethrin beschikbaar voor de bestrijding van appelbloesemkever. Bij de herregistratie is de toelating voor deze middelen in appel komen te vervallen. In 2013 was inzet op basis van de opgebruiktermijn nog mogelijk. In 2016, 2018 t/m 2022 en 2024 is voor een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen een tijdelijke vrijstelling (art. 38 WGB) verleend in de teelt van appel.

In de biologische teelt kon een middel ingezet worden op basis van koolzaadolie en pyrethrinen. Vanaf 2009 tot en met 2014 was een middel op basis van pyrethrinen/piperonylbutoxide als dringend vereist gewasbeschermingsmiddel toegelaten. Van 2016 tot en met 2022 en in 2024 is een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen vrijgesteld in de biologische teelt van appel.

In 2023 is geen vrijstelling verleend voor de bestrijding van appelbloesemkever in de gangbare en biologisch teelt van appel. Voor de gangbare teelt was er concreet perspectief voor een reguliere toelating van middelen op basis van cyantraniliprole. Voor de biologisch teelt ontbrak een concreet perspectief voor een reguliere toelating. Bovenal was de beoordeling van het Ctgb voor het vrij te stellen middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen negatief. Er was onvoldoende informatie beschikbaar om de effecten en het risico met betrekking tot bijen en niet-doelwit arthropoden te beoordelen.

Bij de aanvraag voor het seizoen 2023 is geconcludeerd dat het middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen geen perspectief meer biedt op toelating in de teelt van appel, omdat de toelatinghouder heeft besloten om geen toelating aan te vragen in Nederland. In plaats daarvan stelt de aanvrager een ander middel voor als concreet perspectief namelijk een middel op basis van pyrethrinen. Voor dit middel is bij het Ctgb in 2017 een aanvraag voor wederzijdse erkenning ingediend, onder andere tegen appelbloesemkever in appel. Bij langlopende aanvragen, van vóór 1 juli 2017, is een aanpassing van het concreet perspectief niet mogelijk. Deze situatie is voor de aanvraag van 2024 en 2025 onveranderd. Het voorgestelde middel op basis van pyrethrinen wordt niet meegewogen in de beoordeling voor concreet perspectief. Bovendien bevestigt de aanvrager dat bij een toelating van dit middel via een wederzijdse erkenning de toepassing in appel niet zal worden toegelaten.

In 2024 zijn twee middelen op basis van cyantraniliprole toegelaten in de teelt van appel. Deze middelen mogen niet gebruikt worden in de biologische teelt, op grond van EU/NL regelgeving voor biologische productie. Deze twee middelen mogen niet worden toegepast in grondwaterbeschermingsgebieden.

N.B.: Sinds 1 juli 2017 geldt voor nieuwe vrijstellingsaanvragen dat er binnen drie jaar perspectief moet zijn op een oplossing. Voor vrijstellingsaanvragen die voor deze datum zijn ingediend, geldt deze termijn vooralsnog niet. De NVWA constateert dat sinds 2016 het verkrijgen van een reguliere toelating in Nederland van een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen en twee middelen op basis van cyantraniliprole (in gangbare teelt) zicht gaven op concreet perspectief, maar dat er geen sprake meer is van een kortstondige overbrugging naar een reguliere oplossing. Vanuit het belang van de transitie naar een weerbaar teeltsysteem zoals beschreven in de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 is het gewenst dat de aanvrager op korte termijn inzet op alternatieven. De sector heeft aangegeven dat inzet op alternatieven, zoals het ontwikkelen van een val op basis van bundels bindbuis voor het massaal vangen van de kever en onderzoek op voorkomen/ verwijderen van alternatieve overwinteringsplaatsen, plaatsvindt.

Conclusie

  • Een landbouwtechnisch doelmatige teelt van appel in de biologische teelt en in grondwaterbeschermingsgebieden in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende mogelijkheden tot beheersing van appelbloesemkever.

  • Een landbouwtechnisch doelmatige biologische teelt van appel en de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden is met het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen niet mogelijk.

  • De aanvraag voldoet niet aan de eis van bijzondere omstandigheden. Het middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen biedt geen perspectief meer op een reguliere toelating. Hierdoor is een kortstondig noodverband niet gerechtvaardigd.

Vrijstelling conform art. 38 Wgb, van Raptol in de biologische teelt van appel en in de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden voldoet niet aan de criteria noodsituatie op het gebied van gewasbescherming. Het middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen biedt geen perspectief meer op een reguliere toelating.

2.1.2 Naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden

Naleefbaarheid

De NVWA heeft een inschatting gemaakt van de mate waarin de voorgeschreven risico reducerende maatregelen nageleefd zullen worden. De NVWA heeft dit gedaan op basis van informatie van de aanvrager, een inschatting van andere overwegingen van de teler om zich wel of niet aan de gebruiksvoorschriften te houden en eerdere inspectieresultaten.

De NVWA schat in dat de naleefbaarheid van de voorgestelde toepassingsvoorwaarden door de teler gemiddeld is.

Handhaafbaarheid

De NVWA heeft op basis van de mogelijkheden op toetsing van de naleving door bedrijfscontrole, toepassingscontrole heterdaad en monstername een inschatting gemaakt van de handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden.

De NVWA schat in dat de mogelijkheid voor het uitoefenen van toezicht (handhaafbaarheid) matig is voor de biologische teelt en de gangbare teelt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Resultante naleefbaarheid en handhaafbaarheid

De NVWA concludeert dat de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden matig is. Het niet naleven van wet- en regelgeving leidt tot risico’s voor mens, dier en milieu.

Advies

De NVWA concludeert dat de vrijstelling, op basis van de beoordeling van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming niet voldoet aan de landbouwkundige criteria. Het middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen biedt geen perspectief meer op een reguliere toelating.

De NVWA concludeert dat de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden matig is. Het niet naleven van wet- en regelgeving leidt tot risico’s voor mens, dier en milieu.

Op basis van deze conclusies komt de NVWA tot een negatief eindadvies. De NVWA adviseert dringend om een vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Raptol in de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden en in de biologische appelteelt niet te verlenen.

2.3 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Om in het water levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten te beschermen, is toepassing in de teelt van appel uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van een techniek uit tenminste de klasse DRT99 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot of de perceelgrens).

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risicoreducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen het risico verbonden is aan de vrijstelling acceptabel is.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Raptol in de biologische en gangbare teelt van appel te verlenen onder vermelding van de risicoreducerende maatregelen/ restrictiezinnen.

3 Overwegingen

Met het beschikbaar komen van een toelating voor Exirel in de reguliere teelt van Appel is afgelopen jaar het knelpunt aanzienlijk afgenomen. Echter is dit middel geen oplossing voor telers die biologisch telen, of telers die telen in grondwaterbeschermingsgebieden. Zonder de vrijstelling van Raptol hebben zij geen enkele andere redelijke wijze om hun teelt te beschermden tegen appelbloesemkever. Hierdoor wordt de doelmatige teelt van appel bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel in de gangbare teelt van appel. In de biologische teelt van appel is er geen perspectief, binnen de gestelde termijn, op een reguliere toelating van een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen. Er wordt door betrokkenen ingezet op de toelating van een nieuw middel op basis van dezelfde werkzame stof.

De mogelijkheid voor het uitoefenen van toezicht (handhaafbaarheid) is matig. De verwachte naleving door de teler is gemiddeld. Resultante van de verwachte naleving (naleefbaarheid) en de mogelijkheid om toezicht uit te oefenen (handhaafbaarheid): matig.

Op basis van de beoordeling van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en de beoordeling van de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de voorgeschreven risico reducerende maatregelen/restricties adviseert de NVWA een vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Raptol in de teelt van appel niet te verlenen.

De sector heeft afgelopen jaren inspanning geleverd om te komen tot een bestendige oplossing van het probleem. Enerzijds door onderzoek naar maatregelen, anderzijds door samen met toelatinghouders te zoeken naar reguliere toelatingen voor middelen. Met de reguliere toelating van een middel op basis van Cyantriliprole is er in de reguliere teelt van appel een middel beschikbaar gekomen met een nevenwerking op appelbloesemkever. Er wordt nog steeds inspanning geleverd om te komen tot een toelating voor een middel op basis van dezeflde werkzame stoffen als het vrij te stellen middel. Echter valt het niet binnen de verwachting dat de toelating daarvan gereed komt binnen de daarvoor gestelde termijn.

Naleving blijft een zorgpunt, daarom besluit ik om dit middel alleen toe te staan onder voorwaarden van gecontroleerde distributie. Hiermee is het kopen en in het bezit hebben van het middel met als doel toepassing conform dit vrijstellingsbesluit niet toegestaan indien men niet aantoont aan de toepassingsvoorwaarden te kunnen voldoen.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

Vrijstelling voor de toepassing van Raptol in de teelt van appel (gangbaar en biologisch) werd eerder verleend:

Vrijstelling voor de toepassing van Raptol in de biologische teelt van appel werd eerder verleend:

4 Besluit

In afwijking van het advies van de NVWA en het advies van het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Raptol ter bescherming van de teelt van appel in grondwaterbeschermingsgebieden en in de biologische appelteelt tegen appelbloesemkever.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 15 april 2025.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma


X Noot
1

Stichting Kwaliteitseisen Landbouwtechniek

Naar boven