Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 15 maart 2024, nr. ZK-0000053466, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de teelt van appel tegen appelbloesemkever (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van appel tegen appelbloesemkever, 2024)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend het gebruik van Raptol ter bescherming van de teelt van appel tegen appelbloesemkever (Anthonomus pomorum).

Artikel 2

Aan de vrijstelling bedoeld in artikel 1 zijn de in de bijlage bij dit besluit opgenomen voorschriften en beperkingen verbonden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 15 april 2024.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van appel tegen appelbloesemkever, 2024.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT RAPTOL (13230 N)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Het middel is uitsluitend toegelaten als insectenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in het volgende toepassingsgebied (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.1, Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsgebied

Type toepassing

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing

Maximale dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Maximaal aantal liter middel per ha per 12 maanden

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarop toegepast mag worden

Appel

gewasbehandeling

Appel bloesem kever1

0,46%

4,6 l/ha

2

9,2 l/ha

7

Alleen toepassen in het voorjaar voor de bloei

X Noot
1

Anthonomus pomorum

Toepassingsvoorwaarden

Artikel 1: koop

  • 1. De koop van dit middel, voor gebruik in overeenstemming met dit vrijstellingsbesluit, is verboden tenzij de koper voor de koop een melding doet bij een distributeur die is geregistreerd bij Stichting Certificatie Distributie in Gewasbeschermingsmiddelen, Stichting CDG.

  • 2. De koper verstrekt bij de melding:

    • a) Voor de controle door de Nederlandse Fruittelers Organisatie dat deze de gewassen teelt die in het Wettelijke gebruiksvoorschrift staan, de te behandelen oppervlakte en fruitgewas.

    • b) Voor de controle door de distributeur dat de koper kan voldoen aan de in dit Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) gestelde eisen ten aanzien van driftreductie.

      • 1. Het SKL1 keuringsrapport van de te gebruiken spuitapparatuur niet ouder dan 3 jaar of

      • 2. voor spuitapparatuur niet ouder dan 3 jaar het aanschafbewijs.

      • 3. Indien de teler gebruik maakt van een DRT techniek/maatregel waarvoor een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter nodig is, wordt een ondertekende eigenverklaring overlegd waar verklaard wordt dat de te behandelen percelen beschikken over een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter.

Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Om in het water levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten te beschermen, is toepassing in de teelt van appel uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van een techniek uit tenminste de klasse DRT99 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot of de perceelgrens).

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Landbouwkundig advies

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een landbouwkundig advies opgesteld bestaande uit (a) een onderbouwing van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en (b) een advies over de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de door het Ctgb voorgeschreven risico reducerende maatregelen / restrictiezinnen.

2.1.1 Noodsituatie op het gebied van gewasbescherming

Gevaar

Aantasting door de appelbloesemkever geeft productieverlies omdat er minder vruchtzetting is. In jaren met veel bloesem wordt er weinig schade verwacht, maar in jaren met een mindere bloei of

slechte weersomstandigheden tijdens de bloei kan er veel schade zijn. Wanneer geen bestrijding

mogelijk is, verwacht de aanvrager gemiddeld 25% schade op 35% van het areaal (biologisch en

gangbaar). Dit betekent dat telers op een deel van het areaal een forse oogstreductie hebben, wanneer de populatie niet met regelmaat verlaagd kan worden.

Alternatieven

Maatregelen:

Twee van nature voorkomende sluipwespsoorten zijn in staat de populatiegroei van de appelbloesemkever af te remmen, maar er zijn nog geen mogelijkheden om de aantallen van deze sluipwespen in het perceel te verhogen. Gerichte inzet van deze sluipwespen is daarom nog niet mogelijk. In 2023 zijn deze sluipwespen zeer beperkt aangetroffen in appelpercelen. De bijdrage van deze sluipwespen is in dat jaar waarschijnlijk ook gering geweest. Koolmezen kunnen ook larven van appelbloesemkevers wegpikken. Het ophangen van koolmeeskasten wordt op biologische bedrijven veel gedaan. De effectiviteit van deze maatregel is sterk afhankelijk van het voedselaanbod voor de koolmezen en is onvoldoende om de populatie appelbloesemkevers te onderdrukken.

Toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en goedgekeurde basisstoffen:

In de teelt van appel zijn geen middelen toegelaten voor de bestrijding van de appelbloesemkever. Een middel op basis van flupyradifuron is toegelaten in de teelt van appel tegen andere plagen en in pitvruchten m.u.v. appel en peer tegen o.a. appelbloesemkever. De toepassing in pitvruchten m.u.v. appel en peer is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze toepassing geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitsonderzoek uitgevoerd. Werkzaamheid is aannemelijk. Middelen op basis van acetamiprid hebben een beperkte nevenwerking tegen appelbloesemkever. Gerichte inzet van deze middelen tegen appelbloesemkever is niet mogelijk door het beperkte aantal toepassingen en de lange spuitintervallen. Met de toepassing van deze middelen kan appelbloesemkever in de gangbare teelt niet afdoende beheerst worden. In de biologische appelteelt mogen deze middelen niet worden toegepast.

Bijzondere omstandigheden

Voor de gangbare teelt van appel waren tot eind 2013 middelen op basis van deltamethrin beschikbaar voor de bestrijding van appelbloesemkever. Bij de herregistratie (besluit januari 2013) is de toelating voor deze middelen in appel komen te vervallen. In 2013 was inzet op basis van de opgebruiktermijn nog mogelijk. Daarnaast werd in 2013 de toelating van een middel op basis van imidacloprid beperkt tot één toepassing na de bloei, waardoor het middel niet meer ingezet kon worden tegen appelbloesemkever. In 2016 en 2018 tot en met 2022 is voor een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen een vrijstelling verleend in de teelt van appel.

In de biologische teelt kon een middel ingezet worden op basis van koolzaadolie en pyrethrinen. Deze toelating als dringend vereist gewasbeschermingsmiddel liep op 31 december 2014 af. Van 2016 tot en met 2022 is een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen vrijgesteld in de biologische teelt van appel.

In 2023 is geen vrijstelling verleend voor de bestrijding van appelbloesemkever in de gangbare en biologisch teelt van appel. Voor de gangbare teelt was er concreet perspectief voor een reguliere toelating. Voor de biologisch teelt ontbrak een concreet perspectief voor een reguliere toelating. Bovenal was de beoordeling van het Ctgb voor het vrij te stellen middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen negatief. Er was onvoldoende informatie beschikbaar om de effecten en het risico met betrekking tot bijen en niet-doelwit arthropoden te beoordelen.

De aanvraag voor een uitbreiding van een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen voor de

bestrijding van appelbloesemkever in de teelt van appel (zowel gangbaar als biologisch) biedt geen perspectief meer op een toelating in appel in Nederland.

Zonale beoordelingen van middelen op basis van cyantraniliprole zijn uitgevoerd. Het Ctgb heeft

momenteel aanvragen voor deze toepassing in behandeling. Deze middelen mogen niet gebruikt worden in de biologische teelt, op grond van EU/NL regelgeving voor biologische productie. Er is daarom alleen concreet perspectief voor een oplossing voor de gangbare teelt van appel. Een eventuele toelating voor middelen op basis van cyantraniliprole werd in eerdere vrijstellings-aanvragen al meegenomen als concreet perspectief.

N.B.: Sinds 1 juli 2017 geldt voor nieuwe vrijstellingsaanvragen dat er binnen drie jaar perspectief

moet zijn op een oplossing. Voor vrijstellingsaanvragen die voor deze datum zijn ingediend, geldt deze termijn vooralsnog niet. De NVWA constateert dat sinds 2016 het verkrijgen van een reguliere

toelating in Nederland van een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen en twee middelen op basis van cyantraniliprole (in gangbare teelt) zicht gaven op concreet perspectief, maar dat er geen sprake meer is van een kortstondige overbrugging naar een reguliere oplossing. Vanuit het belang van de transitie naar een weerbaar teeltsysteem zoals beschreven in de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 is het gewenst dat de aanvrager op korte termijn inzet op alternatieven. De sector heeft aangegeven dat inzet op alternatieven, zoals het ontwikkelen van een val op basis van bundels bindbuis voor het massaal vangen van de kever en onderzoek op voorkomen/ verwijderen van alternatieve overwinteringsplaatsen, plaatsvindt.

Conclusie

  • Een landbouwtechnisch doelmatige biologische en gangbare teelt van appel in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende mogelijkheden tot beheersing van appelbloesemkever;

  • Een landbouwtechnisch doelmatige biologische en gangbare teelt van appel is met het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen niet mogelijk;

  • De aanvraag voldoet voor de gangbare teelt van appel aan de eis van bijzondere omstandigheden. De toelatinghouder levert inspanningen om te komen tot een oplossing. Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van cyantraniliprole voor de gangbare teelt van appel. De aanvraag voldoet voor de biologische teelt van appel niet aan de eis van bijzondere omstandigheden. Het middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen biedt geen perspectief meer op een reguliere toelating.

Gangbare teelt

Vrijstelling conform art. 38 Wgb, van Raptol in de gangbare teelt van appel voldoet aan de criteria voor een noodsituatie op het gebied van gewasbescherming. Appelbloesemkever is een teeltbedreigend probleem voor de gangbare teelt van appel waarvoor momenteel het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen niet afdoende is. De aanvraag voldoet aan de eis van bijzondere omstandigheden, er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van cyantraniliprole voor de gangbare appelteelt.

Biologische teelt

Vrijstelling conform art. 38 Wgb, van Raptol in de biologische teelt van appel voldoet niet aan de criteria voor een noodsituatie op het gebied van gewasbescherming. Het middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen biedt geen perspectief meer op een reguliere toelating.

2.1.2 Naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden

Naleefbaarheid

De NVWA heeft een inschatting gemaakt van de mate waarin de voorgeschreven risico reducerende maatregelen nageleefd zullen worden. De NVWA heeft dit gedaan op basis van informatie van de aanvrager, een inschatting van andere overwegingen van de teler om zich wel of niet aan de gebruiksvoorschriften te houden en eerdere inspectieresultaten.

De verwachte naleving door de teler is gemiddeld voor de biologische teelt en laag voor de gangbare teelt.

Handhaafbaarheid

De NVWA heeft op basis van de mogelijkheden op toetsing van de naleving door bedrijfscontrole, toepassingscontrole heterdaad en monstername een inschatting gemaakt van de handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden.

De mogelijkheid voor het uitoefenen van toezicht (handhaafbaarheid) is matig voor de biologische teelt en slecht voor de gangbare teelt.

Resultante naleefbaarheid en handhaafbaarheid

Conclusie op basis van de resultante van de verwachte naleving (naleefbaarheid) en de mogelijkheid om toezicht uit te oefenen (handhaafbaarheid): matig voor de biologische teelt en slecht voor de gangbare teelt.

Advies

Op basis van de beoordeling van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en de beoordeling van de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de voorgeschreven risico reducerende maatregelen/restricties adviseert de NVWA een vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Raptol in de gangbare teelt van appel niet te verlenen.

Op basis van de beoordeling van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en de beoordeling van de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de voorgeschreven risico reducerende maatregelen/restricties adviseert de NVWA een vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Raptol in de biologische teelt van appel niet te verlenen.

2.3 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Om in het water levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten te beschermen, is toepassing in de teelt van appel uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van een techniek uit tenminste de klasse DRT99 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot of de perceelgrens).

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risicoreducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen het risico verbonden is aan de vrijstelling acceptabel is.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Raptol in de biologische en gangbare teelt van appel te verlenen onder vermelding van de risicoreducerende maatregelen/ restrictiezinnen.

3 Overwegingen

Zonder de vrijstelling van Raptol in de teelt van appel kan de teelt op geen enkele andere redelijke wijze beschermd worden tegen appelbloesemkever. Hierdoor wordt de doelmatige teelt van appel bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel in de gangbare teelt van appel. In de biologische teelt van appel is er geen perspectief op een reguliere toelating van een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen.

De mogelijkheid voor het uitoefenen van toezicht (handhaafbaarheid) is matig voor de biologische teelt en slecht voor de gangbare teelt. De verwachte naleving door de teler is gemiddeld voor de biologische teelt en laag voor de gangbare teelt. Resultante van de verwachte naleving (naleefbaarheid) en de mogelijkheid om toezicht uit te oefenen (handhaafbaarheid): matig voor de biologische teelt en slecht voor de gangbare teelt.

Op basis van de beoordeling van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en de beoordeling van de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de voorgeschreven risico reducerende maatregelen/restricties adviseert de NVWA een vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Raptol in de teelt van appel (zowel regulier als biologisch) niet te verlenen.

Op dit moment loopt er een aanvraag voor een middel op basis van pyrethrinen bij het Ctgb. Dit middel biedt voor zowel de reguliere als de biologische teelt perspectief op een reguliere oplossing. Deze aanvraag is van na 2016 en kon niet bij de eerste vrijstellingsaanvraag als concreet perspectief opgenomen worden, en is daarom, conform afspraak, niet in de beoordeling door de NVWA meegenomen. Naleving blijft een zorgpunt, daarom besluit ik om dit middel alleen toe te staan onder voorwaarden van gecontroleerde distributie. Hiermee is het kopen en in het bezit hebben van het middel met als doel toepassing conform dit vrijstellingsbesluit niet toegestaan indien men niet aantoont aan de toepassingsvoorwaarden te kunnen voldoen.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

Vrijstelling voor de toepassing van Raptol in de teelt van appel (gangbaar en biologisch) werd eerder verleend:

Vrijstelling voor de toepassing van Raptol in de biologische teelt van appel werd eerder verleend:

4 Besluit

In afwijking van het advies van de NVWA en het advies van het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Raptol ter bescherming van de teelt van appel tegen appelbloesemkever.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 15 april 2024.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Stichting Kwaliteitseisen Landbouwtechniek

Naar boven