Besluit van de Minister van Asiel en Migratie van 14 januari 2025, nummer WBV 2025/4, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister van Asiel en Migratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C1/2.13 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

2.13. Het geven van de beschikking

Beslistermijn

De IND neemt binnen zes maanden na indiening van de aanvraag voor verlening of verlenging van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd een beslissing op de aanvraag. Deze termijn kan op grond van artikel 42 Vw worden verlengd.

Met ingang van inwerkingtreding van WBV 2022/22 op 27 september 2022 heeft de IND gebruik gemaakt van de in artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, Vw neergelegde bevoegdheid om in asielzaken de termijn met negen maanden te verlengen. Dat betekent dat de IND de wettelijke beslistermijn van alle aanvragen voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd met negen maanden heeft verlengd, in zaken waarin de wettelijke beslistermijn van een aanvraag nog niet was verstreken op de datum van inwerkingtreding van WBV 2022/22. Deze verlenging van de beslistermijn geldt voor zaken ingediend voor 1 januari 2023.

Op grond van het WBV 2022/22 is de wettelijke beslistermijn nog niet verstreken, als de asielaanvraag:

  • minder dan zes maanden voor de inwerkingtreding van WBV 2022/22 is ingediend;

  • minder dan zes maanden voor de inwerkingtreding van WBV 2022/22 is opgenomen in de nationale procedure; of

  • langer dan zes maanden geleden is ingediend of opgenomen in de nationale procedure, maar waarvan de beslistermijn nog niet is verlopen vanwege een verlenging van de beslistermijn op grond van artikel 42, vierde lid, Vw, artikel 43 Vw of vanwege opschorting van de beslistermijn op grond van artikel 4:15, tweede lid, onder c, Awb.

Met de publicatie van het WBV 2023/3 geldt de verlenging van de beslistermijn met negen maanden ook voor asielaanvragen die worden ingediend vanaf 1 januari 2023 tot uiterlijk 1 januari 2024.

Met de publicatie van het WBV 2023/26 geldt de verlenging van de beslistermijn met negen maanden ook voor asielaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2024 tot uiterlijk 1 januari 2025.

Met de publicatie van het WBV 2025/4 geldt de verlenging van de beslistermijn met negen maanden ook voor asielaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2025 tot uiterlijk 1 januari 2026.

De publicatie van deze gewijzigde paragraaf in de Staatscourant geldt als een algemene kennisgeving dat de beslistermijn is verlengd.

Artikel 42, aanhef en onder a en c, Vw biedt ook de mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen. Onder complexe feitelijke en juridische kwesties zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder a, Vw kan in ieder geval worden verstaan dat onderzoek moet worden gedaan door of advies moet worden gevraagd aan:

  • een Nederlands ministerie;

  • het Openbaar Ministerie;

  • de autoriteiten van derde landen;

  • de UNHCR;

  • het BMA, voor zover zij voor het onderzoek gebruik maakt van externe deskundigen;

  • Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (Toelt), voor zover zij voor het onderzoek gebruik maakt van externe deskundigen; en

  • het NFI.

Er is ook sprake van een complexe feitelijke en juridische kwestie zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder a, Vw als er 1F-indicaties zijn.

De IND neemt in de verlengde asielprocedure in ieder geval aan dat de vertraging van de behandeling van de aanvraag aan de vreemdeling is toe te schrijven als bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder c, Vw, wanneer:

  • het (eventuele) aanvullend gehoor op verzoek of door toedoen van de vreemdeling verzet wordt;

  • er bepaalde omstandigheden in het leven van de vreemdeling spelen, zoals langdurige ziekte;

  • de vreemdeling een contra-expertise laat uitvoeren;

  • of de vreemdeling kort voor het verstrijken van de beslistermijn met omvangrijke nieuwe stukken komt.

Wijze van bekendmaken

In de beschikking vermeldt de IND naast de wettelijk vereiste gegevens, de termijn waarin de vreemdeling Nederland moet verlaten (indien van toepassing).

Als de IND de beschikking aan de vreemdeling bekend maakt vermeldt de IND in de verzendopdracht in INDIGO of op het bij de beschikking gevoegde aanbiedingsformulier:

  • de datum en het tijdstip van bekend maken; en

  • de naam van de ambtenaar die de beschikking uitreikt (indien van toepassing).

De beschikking in de algemene asielprocedure

De IND zendt de beschikking aan de gemachtigde van de vreemdeling.

In de volgende situaties reikt de IND de beschikking aan de vreemdeling uit:

  • van de vreemdeling is geen gemachtigde bekend;

  • indien het een afwijzing van een tweede of volgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd betreft die binnen de ééndagstoets asiel wordt behandeld, geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is en de vreemdeling aanwezig is op het aanmeldcentrum (zie paragraaf C1/2.9);

  • in de afwijzende beschikking wordt tevens een inreisverbod uitgevaardigd met de rechtsgevolgen van artikel 66a, zesde lid, Vw;

  • de DT&V, COA, Vreemdelingenpolitie, Koninklijke Marechaussee en/of IND hebben wanneer dit nodig is in onderlinge samenspraak vastgesteld dat uitreiking in persoon aangewezen is, bijvoorbeeld omdat onmiddellijk vertrek uit Nederland wordt aangezegd.

Als bij de IND geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is, en het niet mogelijk is de beschikking in persoon aan de vreemdeling uit te reiken, wordt op de daarvoor bestemde plek in het aanmeldcentrum een melding van terinzagelegging opgehangen. De IND stelt een rapport van bevindingen op waarin wordt vastgelegd welke handelingen zijn verricht om de beschikking bekend te maken.

De beschikking in de verlengde asielprocedure

De IND stuurt de beschikking aan de gemachtigde van de vreemdeling. Als er bij de IND geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is, stuurt de IND de beschikking aangetekend naar het laatst bekende adres van de vreemdeling.

Als de IND er niet in slaagt de beschikking aan de vreemdeling kenbaar te maken, geeft de IND in een rapport van bevindingen aan welke handelingen zijn verricht om de beschikking aan de vreemdeling kenbaar te maken.

De inwilliging

Als de IND de aanvraag inwilligt op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw, motiveert de IND waarom niet is ingewilligd op grond van artikel 29, eerste lid, onder a, Vw. Als de IND de aanvraag inwilligt op grond van artikel 29, tweede lid, Vw, motiveert de IND waarom niet is ingewilligd op grond van artikel 29, eerste lid, onder a en b, Vw. De IND beperkt deze motivering tot het benoemen van de (on)geloofwaardige relevante elementen en, indien van toepassing, de redenen waarom deze niet kwalificeren voor vluchtelingenstatus en/of de subsidiaire beschermingsstatus. De IND brengt in deze situatie geen voornemen uit, maar motiveert dit in de inwilligende beschikking.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2025.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 januari 2025

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

A

Na eerdere verlengingen van de beslistermijn voor asielaanvragen (zie de brieven aan de Tweede Kamer van 26 augustus 2022, 3 februari 2023 en 19 december 2023, respectievelijk Kamerstuk 19 637, nr. 2992; 19 637, nr. 3068; en 19 637-3184) heeft de Minister van Asiel en Migratie ook voor 2025 besloten dat de wettelijke beslistermijn van 6 maanden voor asielaanvragen op grond van artikel 42, vierde lid, onder b, Vw wordt verlengd met 9 maanden. Dat betekent dat de IND uiterlijk binnen 15 maanden een beslissing moet nemen op een ingediende asielaanvraag.

Kort voor 1 januari 2025 heeft een beoordeling plaatsgevonden of het noodzakelijk is om de maatregel te verlengen naar aanvragen die ingediend worden vanaf 1 januari 2025 (brief aan de Tweede Kamer van 4 februari 2025, kenmerk 6130287)

Uit deze beoordeling volgt dat de verlenging van de wettelijke beslistermijn met 9 maanden voor asielaanvragen ook noodzakelijk wordt bevonden voor asielaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2025 tot 1 januari 2026. De reden om de verlenging van de wettelijke beslistermijn ook voor asielaanvragen te laten gelden die zijn ingediend vanaf 1 januari 2025 is opgenomen in de eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer van 4 februari 2025. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen voor de aanpassing van paragraaf C1/2.13 Vc.

Met het onderhavige WBV wordt deze nieuwe verlenging van de wettelijke beslistermijn in paragraaf C1/2.13 Vc geregeld. Hierbij wordt aangetekend dat zodra duidelijk is dat de IND weer binnen de wettelijke termijn van 6 maanden kan beslissen de maatregel wordt afgeschaft. In ieder geval is omstreeks 1 juli 2025 een ijkmoment om te bepalen of de maatregel nog in stand moet blijven of dat de situatie zich dermate heeft ontwikkeld dat een verlenging van de wettelijke beslistermijn niet meer nodig is.

De wijziging van paragraaf C1/2.13 Vc treedt (met terugwerkende kracht) in werking vanaf 1 januari 2025 en geldt dus ook voor alle asielaanvragen ingediend vanaf die datum.

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven