19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 3068 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2023

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de verlenging van de wettelijke beslistermijn voor asielaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2023 tot 1 januari 2024.

Bij brief van 26 augustus 2022 over de besluitvorming met betrekking tot de opvangcrisis1 heeft het kabinet u onder meer geïnformeerd over het besluit om de wettelijke beslistermijn van zes maanden voor asielaanvragen op grond van artikel 42, vierde lid, onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw) categoriaal te verlengen met maximaal 9 maanden. Dat betekent dat de IND uiterlijk binnen 15 maanden een beslissing moet nemen op een ingediende asielaanvraag. Deze maatregel is ingegaan door aanpassing van de Vreemdelingencirculaire met de inwerkingtreding van WBV 2022/22 op 27 september 2022 en geldt voor asielaanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2023 en waarvan op het moment van inwerkingtreding de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken.2

Op 6 januari jl. heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam geoordeeld dat voornoemde maatregel niet rechtsgeldig is genomen, omdat er geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder b, Vw.3 Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat in WBV 2022/22 onvoldoende is gemotiveerd dat sprake is van een situatie waarbij een groot aantal vreemdelingen tegelijk een aanvraag indient waardoor het in de praktijk zeer moeilijk is de asielprocedure binnen de termijn van zes maanden af te ronden.

De zittingsplaatsen Arnhem en Den Bosch, daarentegen, hebben geoordeeld dat de maatregel wel rechtsgeldig is.4 Vanwege het belang van deze maatregel voor de beslispraktijk van de IND, is besloten om tegen de uitspraak van zittingsplaats Amsterdam hoger beroep in te stellen. Ondertussen wordt de toepassing van de maatregel voortgezet.

Zoals in de toelichting bij WBV 2022/22 is aangekondigd, heeft eind 2022 de beoordeling plaatsgevonden of het noodzakelijk is om de maatregel te verlengen voor aanvragen die ingediend worden vanaf 1 januari 2023. Bij deze beoordeling is van belang dat het aantal eerste asielaanvragen in de afgelopen jaren sterk is gestegen. Alleen in 2020 was vanwege het coronavirus sprake van een aanzienlijke daling van het aantal aanvragen. In de daaropvolgende twee jaar heeft de stijging zich echter zeer sterk voortgezet:

2017

2018

2019

2020

2021

2022

14.720

20.350

22.530

13.670

24.6901

35.540

X Noot
1

Circa 75% van de instroom van 2021 heeft zich met name in de tweede helft van het jaar voorgedaan.

De instroom van eerste asielaanvragen bedroeg in 2022 dus bijna 60% meer dan in het pre-coronajaar 2019.

De productiecijfers van de IND over deze periode laten zien dat in dezelfde jaren, het aantal beslissingen op eerste asielaanvragen is gestegen, maar niet voldoende om de stijging van het aantal aanvragen bij te houden. Naar verwachting zal ook in 2023 de instroom hoog blijven en de besliscapaciteit van de IND ruim overstijgen. Ik verwijs u hierbij ook naar mijn brief van 4 november 2022 over de Actuele situatie asielketen.5

Dit zal worden versterkt doordat vreemdelingen die eerder op grond van een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne verbleven vanaf 4 maart 2023 niet langer in aanmerking komen voor tijdelijke bescherming. Uw Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 18 juli 2022.6 Op grond van artikel 43a Vw begint de beslistermijn van hun asielaanvraag op 4 maart 2023 weer te lopen. Vanaf die datum moet deze groep daarmee aan de huidige asielvoorraad worden toegevoegd.

De IND heeft onvoldoende capaciteit hiervoor en opschaling kost tijd. In mijn brieven van 1 juli 20227 en in voornoemde brief van 4 november 2022 heb ik aangegeven dat in de afgelopen jaren door de IND fors is geïnvesteerd om de benodigde capaciteit voor de productie te vergroten. De personele capaciteit van directie A&B de IND is de afgelopen jaren steeds gegroeid, en zal in 2023 ook verder groeien, maar is aan een maximum gebonden vanwege het absorptievermogen van de organisatie.

Uit het voorgaande trek ik de conclusie dat het niet realistisch is om in het komende jaar te verwachten dat de IND de asielaanvragen zorgvuldig kan behandelen binnen de standaard wettelijke termijn van 6 maanden. Ik acht het noodzakelijk om de verlenging van de wettelijke beslistermijn met 9 maanden voor asielaanvragen ook toe te passen op asielaanvragen ingediend vanaf 1 januari 2023 tot 1 januari 2024. Er zal daarom een nieuw Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire worden uitgebracht waarin paragraaf C1/2.13 van de Vreemdelingencirculaire nogmaals wordt gewijzigd.

Hierbij wordt aangetekend dat zodra duidelijk is dat de IND weer binnen de wettelijke termijn van zes maanden kan beslissen, de maatregel wordt afgeschaft. Omstreeks 1 juli 2023 zal worden beoordeeld of de maatregel nog in stand moet blijven of dat de voorraad bij de IND zich zodanig heeft ontwikkeld dat een verlenging van de wettelijke beslistermijn niet meer noodzakelijk is.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2992.

X Noot
3

Amsterdam: ECLI:NL:RBDHA:2023:136.

X Noot
4

Den Bosch: ECLI:NL:RBDHA:2022:12636; Arnhem: ECLI:NL:RBDHA:2022:14087.

X Noot
5

Kamerstuk 19 637, nr. 3006.

X Noot
6

Kamerstuk 19 637, nr. 2945.

X Noot
7

Kamerstuk 19 637, nr. 2914.

Naar boven