Realisatieovereenkomst perceel Recreatieterreinen (IJsseldelta fase 2)

Overeenkomst inzake Realisatie van het deelproject Recreatieterreinen, onderdeel van het project IJsseldelta fase 2

tussen

De Staat der Nederlanden

en

Provincie Overijssel

DE ONDERGETEKENDEN:

I de STAAT DER NEDERLANDEN,gezeteld te Den Haag en de MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, mevrouw drs. C. (CORA) VAN NIEUWENHUIZEN, laatstgenoemde handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van eerstgenoemde partij; hierna gezamenlijk te noemen: "de Staat",

En

II de PROVINCIE OVERIJSSEL, gezeteld te (812 EE) Zwolle aan de Luttenbergstraat 2, te dezen krachtens artikel 176 Provinciewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar commissaris van de koning de heer ir. A. (ANDRIES) P. HEIDEMA; hierna te noemen: "de Provincie",

Hierna te noemen: “Provincie”,

I en II en hierna gezamenlijk verder aan te duiden als “Partijen”, dan wel afzonderlijk als “Partij”,

OVERWEGENDE DAT:

  • A. in juni 2013 de Staat en de Provincie een overeenkomst hebben gesloten met betrekking tot de realisatie van het project Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, welke overeenkomst ziet op realisatie van (i) de verkorte zomerbedverlaging Beneden IJssel en (ii) fase 1 van de realisatie van de hoogwatergeul bij Kampen, een en ander ten behoeve van het realiseren van een waterstanddaling van 41 centimeter ter hoogte van Zwolle zoals in de PKB Ruimte voor de Rivier is voorzien;

  • B. voor het goed kunnen functioneren van de hoogwatergeul bij Kampen een aantal werken dienen te worden uitgevoerd in een tweede fase. IJsseldelta fase 2 betreft (samengevat) het versterken van de Drontermeerdijk, het bouwen van de Reevesluizen (schutsluis en spuiwerk), het bouwen van een brug in de N307 ter vervanging van de Roggebotsluis, en het treffen van maatregelen ten behoeve van de aanwezige recreatie-inrichtingen;

  • C. de planuitwerking en de realisatie van de verschillende onderdelen van IJsseldelta fase 2 worden uitgevoerd door vier overheidspartijen te weten:

    • a. versterking van de Drontermeerdijk door het Waterschap Zuiderzeeland;

    • b. het bouwen van de Reevesluis door de Staat;

    • c. de uitvoering van bedoelde maatregelen ten behoeve van de recreatie-inrichtingen aan het Drontermeer door de provincie Overijssel; en

    • d. het bouwen van de brug en het verwijderen van de Roggebotsluis en de Roggebotkering door de provincie Flevoland in samenwerking met de provincie Overijssel;

  • D. voor de planuitwerkingsfase hebben de onder C genoemde partijen op 14 december 2016 de Bestuursovereenkomst Planuitwerkingsfase IJsseldelta fase 2 ondertekend; hierna te noemen: "BOK-2016";

  • E. het "Projectplan Planuitwerkingsfase IJsseldelta fase 2" revisie 4.0 d.d. 22 november 2016 onderdeel uit maakt van de BOK-2016, waarin de scope van de 4 deelprojecten van IJsseldelta fase 2 is beschreven en de wijze waarop dient te worden gekomen tot een planuitwerking ten behoeve van de door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat te nemen projectbeslissing (MIRT3-beslissing), zoals bedoeld in de Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (“MIRT-spelregels");

  • F. de Provincie de MIRT-3-beslissing voor het deelproject Recreatieterreinen (hierna ‘MIRT3-beslissing’) heeft voorbereid overeenkomstig de MIRT-spelregels.

  • G. door het verwijderen van de Roggebotsluis het deel van het Drontermeer ten noorden van de Reevesluis in open verbinding komt met het Vossemeer/Ketelmeer en daarmee onder invloed van het peil en de waterdynamiek van het IJsselmeer. Het Drontermeer is omgeven door primaire waterkeringen. Voor inrichtingen aan het Drontermeer die buiten de primaire waterkeringen liggen geldt geen waterveiligheidsnorm. Waterfluctuaties die optreden bij bestaande inrichtingen door verwijdering van de Roggebotsluis worden gemitigeerd op basis van het beginsel redelijk voorgezet gebruik tegen aanvaardbare kosten;

  • H. de recreatie-inrichtingen aan het Drontermeer vanwege hun buitendijkse ligging invloed zullen ondervinden van de verandering van de waterstanden als gevolg van de aanleg van het Reevediep in combinatie met het verdwijnen van de Roggebotsluis. De navolgende bestaande recreatie-inrichtingen ondervinden invloed van de peilwijzigingen en nieuwe waterdynamiek:

    • Music Club Kampen;

    • Kanovereniging Skonenvaarder;

    • Watersportvereniging Roggebot;

    • aanleghavens De Smient en De Meerkoet

    hierna gezamenlijk of individueel te noemen: ‘Recreatieve voorzieningen’ respectievelijk ‘Recreatieve voorziening’.

  • I. onderdeel van de MIRT3-aanvraag vormt het RAPPORT IJsseldelta fase II, Recreatieterreinen van RHDHV, d.d. 29 juli 2020 versie BG7766-RHD-ZZ-XX-RP-Z-0001;Definitief/P01.0, hierna te noemen: ‘MIRT3-rapportage’ (deze rapportage is als bijlage bij de aanbiedingsbrief MIRT3 gevoegd). In de MIRT3-rapportage is per Recreatieve voorziening het voorkeursalternatief (VKA) beschreven van de watergerelateerde maatregelen die nodig zijn om de hoog- en laagwaterfluctuaties die ontstaan door verwijdering van de Roggebotsluis te voorkomen, te beperken of op te vangen. Het VKA is uitgewerkt in een maatregelenpakket gericht op redelijk voorgezet gebruik tegen aanvaardbare kosten. De maatregelen die zijn uitgewerkt in het maatregelenpakket worden hierna genoemd: ‘Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen’).

  • J. de Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen, de planning en de SSK-raming zijn op 16 juli 2020 getoetst door een onafhankelijk mini gate reviewteam (Ifram). De aanbevelingen van het minigate reviewteam zijn verwerkt in de MIRT3-aanvraag.

  • K. de provincie eigenaar is van ca 40 ha grond waarop volgens het bestemmingsplan IJsseldelta-Zuid 2013 recreatieobjecten gerealiseerd kunnen worden bestemd voor wisselende verblijfsrecreatie. Een ontwikkelaar heeft voor dit terrein een bedrijfsconcept met bijbehorend inrichtingsplan en bouwplan ontwikkeld. Het terrein met de beoogde plannen wordt hierna “het Vakantiepark” genoemd. De provincie heeft de grond voor het Vakantiepark inmiddels verkocht aan de ontwikkelaar. Voor het Vakantiepark geldt geen waterveiligheidsnorm op basis van de Waterwet. Op basis van het geldende bestemmingsplan worden omgevingsvergunningen Bouwen alleen afgegeven indien een goed verblijfsklimaat in verband met waterveiligheid is gegarandeerd.

  • L. de ontwikkelaar inmiddels een omgevingsvergunning Bouwen (afgegeven op 09-07-2019 kenmerk 0166ESUITE378512019) heeft verkregen voor ongeveer 400 recreatieobjecten. De gemeente Kampen heeft – voor de situatie dat de Roggebotsluis is verwijderd – op basis van het bestemmingsplan voorschriften verbonden aan de omgevingsvergunning Bouwen. De voorschriften in de vergunning zijn gericht op het garanderen van een aanvaardbaar verblijfsklimaat in verband met de waterveiligheid waarbij een overstromingsrisico van 1/100 is gekozen. Deze norm sluit aan bij overstromingsrisico’s die zijn gehanteerd bij de naastgelegen Recreatieve voorzieningen.

    De maatregelen bestaan uit het realiseren van twee dijklichamen aan de west- respectievelijk zuidzijde van het vakantiepark, het bouwen van een keersluis, het verdiepen van de haven en het realiseren van drijvende steigers, zoals nader beschreven in het Memorandum Greenrivers, P18-031-003, d.d. 12-06-2019 (hierna te noemen: ‘Watergerelateerde maatregelen Vakantiepark’). De Watergerelateerde maatregelen Vakantiepark zijn op hoofdlijnen getoetst door het mini gate reviewteam.

  • M. De hierboven onder L beschreven Watergerelateerde maatregelen Vakantiepark moeten worden getroffen om de waterfluctuaties op te vangen die ontstaan door verwijdering van de Roggebotsluis. In de BOK-2016 is overeengekomen dat het Rijk een eenmalige bijdrage betaalt om deze gevolgen te mitigeren. De provincie en de ontwikkelaar zijn overeengekomen dat de ontwikkelaar een eenmalige bijdrage ontvangt in de kosten voor het realiseren van de Watergerelateerde maatregelen Vakantiepark, te verrekenen via de grondprijs en dat de ontwikkelaar de maatregelen voor eigen rekening en risico uitvoert en te dier zake geen aanspraak heeft op een nadere bijdrage van het Rijk of de Provincie. Het Rijk is bereid de Provincie voor het doen van deze bijdrage te compenseren. In de koopovereenkomst tussen de Provincie en de Ontwikkelaar is geregeld dat Ontwikkelaar de overheid niet aansprakelijk zal houden voor eventuele (financiële) gevolgen indien dit veroorzaakt wordt door de verwijdering van de Roggebotsluis of herinrichting van de N307.

  • N. op deze overeenkomst het concept van het ‘gecontroleerd vertrouwen’ van toepassing is, vanwege het feit dat de Staat, conform het bepaalde in de BOK-2016 alle water gerelateerde werken in deelproject Recreatieterreinen financiert en de Provincie deze uitvoert. Dit betekent dat Provincie van de Staat het vertrouwen krijgt om de realisatie van het project Recreatieterreinen op de juiste wijze te organiseren (projectbeheersing), om de kwaliteit van de uitvoering te borgen (kwaliteitsbeheersing) en om de financiële risico’s van het project, te kennen en te beheersen (risicomanagement).

  • O. Partijen realisatieafspraken hebben gemaakt die zij als volgt hebben vastgelegd, welke onderdeel uit zullen maken van de door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat te nemen MIRT-3-beslissing.

KOMEN HET NAVOLGENDE OVEREEN:

Artikel 1 Begrippen

Aanvullend op de begrippen die zijn gedefinieerd in de overwegingen wordt aan onderstaande, met hoofdletter geschreven begrippen de navolgende betekenis toegekend:

  • a. Contractwijziging

    gewijzigde uitvoering van de Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen ten opzichte het VKA in de MIRT3-rapportage;

  • b. Overeenkomst:

    De onderhavige vastlegging van de afspraken ten behoeve van de realisatie van de Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen.

Artikel 2 Realisatie door Provincie

  • 2.1 De Provincie verbindt zich jegens de Staat tot realisatie van het Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen zoals beschreven in de MIRT3-rapportage.

  • 2.2 Provincie zal de Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen sober en doelmatig en binnen de kaders van de MIRT3-beslissing uitvoeren.

  • 2.3 De Provincie besteedt de Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen aan. De wijze van aanbesteding en contractvorm worden in de eerste fase van de realisatiefase uitgewerkt.

  • 2.4 De provincie legt de gunningsbeslissing voor ter goedkeuring voor aan de Staat indien de aanneemsom voor de Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen het bedrag overschrijdt dat daarvoor is opgenomen in de SSK-raming behorende bij MIRT3-rapportage en doet daarbij voorstellen voor mogelijke versoberingen van de Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen om binnen het bedrag van de MIRT3-beslissing te blijven.

Artikel 3 Realisatiekosten komen voor rekening van de Staat

  • 3.1 De Staat vergoedt aan de Provincie de kosten die zijn gemoeid met de realisatie van de Watergerelateerde maatregelen Recreatieterreinen tot maximaal het bedrag dat is bepaald in de MIRT3-beslissing, zijnde: € 2.049.970,– inclusief BTW (waarvan 21% BTW, € 430.494,–), prijspeil 2020. Indien de Staat overeenkomstig artikel 2.4 heeft ingestemd met een hogere aanneemsom voor de Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen, vergoedt zij aan de Provincie eveneens dit surplus.

  • 3.2 De provincie factureert na ondertekening bij wijze van voorschot honderd procent (100%) van het lid 1 vermelde realisatiebudget. De Staat stelt het voorschot per september 2021 beschikbaar.

  • 3.3 De provincie stelt alles in het werk om de kosten voor de voorbereiding en de realisatie van het werk te beheersen door sober en doelmatig te werken. Kosten die niet noodzakelijk zijn in het kader van het realiseren van het project komen niet voor vergoeding door de Staat in aanmerking.

  • 3.4 Contractwijzigingen die per Recreatievoorziening binnen de SSK-raming kunnen worden opgevangen, behoeven vooraf geen goedkeuring door de Staat mits de wijziging kleiner is dan € 50.000. Alle overige contractwijzigingen worden vooraf ter goedkeuring aan de Staat voorgelegd met onderbouwing over nut en noodzaak, sober en doelmatig en onafhankelijke toetsing van de contractwijziging. De staat zal binnen tien werkdagen beslissen of zij instemt met de contractwijziging.

  • 3.5 Op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds, zal na afstemming met de Belastingdienst het volgende gelden:

    • a. de Provincie kan het deel van de BTW in de realisatiekosten, waarop op grond van het BTW-compensatiefonds geen recht van teruggave bestaat, factureren aan de Staat;

    • b. de Staat zal het deel van de BTW in realisatiekosten waarop op grond van het BTW-compensatiefonds wel recht van teruggave bestaat storten in het BTW-compensatiefonds.

  • 3.6 De Staat vergoedt kosten die voor de realisatie van de Watergerelateerde maatregelen Recreatievoorzieningen moeten worden gemaakt, waarvoor binnen de SSK-raming geen risicoreservering is opgenomen. Indien deze kosten binnen de SSK-raming van de Watergerelateerde maatregelen Recreatievoorzieningen kunnen worden opgevangen, behoeven deze kosten vooraf geen instemming van de Staat mits ze niet hoger zijn dan € 50.000. Alle overige kostenoverschrijdingen moeten vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Staat. De Staat beslist binnen 10 werkdagen na aanvraag van de goedkeuring.

Artikel 4 Beheer en onderhoud

  • 4.1 De Watergerelateerde maatregelen Recreatievoorzieningen komen na oplevering in beheer en onderhoud bij de eigenaar of huurder van betreffende Recreatieve Voorziening.

Artikel 5 Tussentijdse rapportages en audits

  • 5.1 De provincie zal elke periode van zes maanden aan de Staat een halfjaarrapportage ter hand stellen. Hieraan voorafgaand vindt een overleg plaats aan de hand van een conceptrapportage. In de rapportage worden contractwijzigingen en kostenoverschrijdingen als bedoeld in artikel 3.4 respectievelijk 3.6 vermeld.

  • 5.2 De Staat beoordeelt de definitieve halfjaarrapportage binnen twintig werkdagen na ontvangst.

  • 5.3 De halfjaarrapportage wordt voor het eerst toegezonden een half jaar na inwerkingtreding van de MIRT3-beslissing.

  • 5.4 Onverminderd het bepaalde met betrekking tot de halfjaarrapportages zullen Partijen elkaar tussentijds onverwijld op de hoogte brengen van ontwikkelingen die van wezenlijk belang kunnen zijn voor de nakoming van deze overeenkomst.

  • 5.5 De Staat is te allen tijde gerechtigd om voor eigen rekening audits te (laten) uitvoeren met betrekking tot de nakoming van deze overeenkomst door de Provincie. In verband geldt het volgende:

  • a. audits zullen door de Staat worden aangekondigd onder vermelding van de naam van de personen die de audit namens de Staat zullen uitvoeren;

  • b. audits vinden alleen plaats na overleg tussen Partijen over de inhoud en het tijdspad van de audits, waarbij geldt dat de Provincie de vragen die de Staat in het kader van de audits stelt zal beantwoorden binnen redelijke termijn;

  • c. de provincie zal de Staat alle medewerking verlenen bij het (laten) uitvoeren van de audits, zal de Staat alle informatie over de nakoming van deze overeenkomst verschaffen en zal de Staat alle bescheiden ter beschikking stellen waarover de Staat in het kader van de audit wenst te beschikken.

  • d. de Staat stelt de Provincie in de gelegenheid om binnen een termijn van vijftien werkdagen na ontvangt te reageren op het concept auditrapport.

  • e. de provincie ontvangt een afschrift van het definitieve auditrapport.

Artikel 6 Eindafrekening

  • 6.1 Na realisatie van het Watergerelateerde maatregelen Recreatievoorzieningen stelt de Provincie een eindafrekening op ten behoeve van de opleveringsbeslissing (hierna te noemen: ‘MIRT4-beslissing’). De eindafrekening zal voldoen aan de MIRT-spelregels. Onderdeel van de eindafrekening vormt een accountantsverklaring over de rechtmatigheid van de uitgaven die zijn gedaan binnen het project.

  • 6.2 De Provincie zal binnen een maand na de MIRT4-beslissing een eindfactuur toesturen aan de Staat. Indien het in de MIRT4-beslissing vaste gestelde bedrag lager is dan het betaalde voorschot als bedoeld in artikel 3.3, zal de Provincie het verschil beschikbaar stellen aan de Staat. Indien het bedrag in de MIRT4-beslissing hoger is dan het betaalde voorschot en er overeenstemming bestaat over deze toename van de kosten, dan stelt de Staat aanvullende financiering beschikbaar aan de Provincie.

Artikel 7 Watergerelateerde maatregelen Vakantiepark

De Staat vergoedt aan de Provincie een bedrag gelijk aan de minimale kostenvariant voor de Watergerelateerde maatregelen Vakantiepark ter hoogte van € 3.259.661 (excl. BTW). Dit bedrag is gebaseerd op de berekening d.d. september 2020 (de berekening is als bijlage bij de aanvraag MIRT3 gevoegd), opgesteld door de kostencalculator van het project IJsseldelta en is geaccordeerd door het mini gate reviewteam. De Provincie stelt het bedrag ter beschikking aan de ontwikkelaar. De ontwikkelaar legt de Watergerelateerde maatregelen voor eigen rekening en risico aan. Bij vaststelling van de bijdrage in het kader van de MIRT4-beslissing wordt alleen getoetst of de Watergerelateerde maatregelen Vakantiepark zijn gerealiseerd. Er vindt geen toetsing plaats van de kwaliteit van het werk, noch van doelmatige of rechtmatige besteding van de bijdrage.

Artikel 8 Raakvlakken

Bij de realisatie van Watergerelateerde maatregelen Recreatieve voorzieningen is er sprake van raakvlakken met IJsseldelta fase 2, Perceel N307-Roggebot Kampen en Perceel Drontermeerdijk. Een overzicht van deze raakvlakken is bij de aanvraag MIRT3 gevoegd. Om maatschappelijke meerkosten op deze raakvlakken te voorkomen zal de Provincie tijdig met de met de betreffende Projectorganisaties afstemming zoeken.

Artikel 9 Looptijd en tussentijdse beëindiging

  • 9.1 Deze Overeenkomst treedt in werking op de laatste dag waarop deze door Partijen is getekend en eindigt op de datum waarop de MIRT4-beslissing is vastgesteld of zoveel eerder als Partijen nader overeenkomen.

  • 9.2 Deze Overeenkomst kan niet tussentijds door Partijen worden opgezegd.

Artikel 10 Publicatie

  • 10.1 Zo spoedig mogelijk nadat Partijen deze Overeenkomst hebben ondertekend, zal de Staat deze Overeenkomst, zonder de bijlagen publiceren in de Staatscourant.

  • 10.2 Wijzigingen van deze Overeenkomst zullen eveneens door de Staat worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 11 Wijzigingen van deze Overeenkomst

  • 11.1 Elke Partij kan de andere Partijen verzoeken deze Overeenkomst te wijzigingen.

  • 11.2 De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van de andere Partijen en geldt niet eerder dan het moment dat de benodigde schriftelijke instemming van de andere Partijen zijn verkregen.

Artikel 12 Geschilbeslechting

  • 12.1 Partijen zullen voorkomen dat er handelingen, maatregelen of besluiten worden genomen, die de belangen van de andere Partij schaden.

  • 12.2 Bij eventuele geschillen tussen Partijen over de uitvoering van deze Overeenkomst zijn Partijen over en weer gehouden om eerst te pogen in onderling overleg tot een vergelijk te komen. Er is sprake van een geschil indien een van de Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partij.

  • 12.3 Indien Partijen niet binnen twee (2) maanden na melding van het geschil als bedoeld in het vorige lid, tot een vergelijk mochten zijn gekomen, staat het ieder van hen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 13.1 De considerans maakt een integraal onderdeel uit van deze Overeenkomst.

  • 13.2 Alle rechtsgevolgen die voortvloeien uit deze Overeenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na beëindiging van deze Overeenkomst, worden afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst.

  • 13.3 De Staat laat zich ten behoeve van de nakoming van het bepaalde in deze Overeenkomst vertegenwoordigen door de DIRECTEUR-GENERAAL WATER EN BODEM. Het mandaat van betreffende functionaris is vastgelegd via de Ministeriële regeling Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat.

Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend:1 december 2020

Namens de Staat der Nederlanden , C. van Nieuwenhuizen

Namens de provincie Overijssel, A.P. Heidema

Naar boven