Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2024, 19648 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2024, 19648 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister voor Rechtsbescherming,
Gelet op de artikelen 2.1, derde lid, onder a, en 4.24 van het Besluit kansspelen op afstand en 2a, vijfde lid, 10, 16 en 18, vierde lid, van het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen;
Besluit:
De Regeling kansspelen op afstand wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 vervalt telkens het liggende streepje voor de begripsbepaling en worden in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepalingen ingevoegd:
degene die inschrijving wenst;
grenzen van het speelgedrag van de speler als bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, aanhef en onder b, van het besluit;
personen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen;
B
Artikel 3.5 komt te luiden:
1. De vergunninghouder treft passende maatregelen die waarborgen dat de inzetten, winsten en verliezen van de speler in ieder geval op duidelijke, begrijpelijke en voldoende onderscheidende wijze worden weergegeven als bedragen in euro’s.
2. In afwijking van het eerste lid kunnen inzetten, winsten en verliezen van de speler worden weergegeven als bedragen in Amerikaanse dollars bij de organisatie van poker, indien:
a. het spel wordt georganiseerd in de vorm, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van het besluit; en
b. aan het spel zowel spelers deelnemen die ingeschreven zijn bij de vergunninghouder, als spelers van buitenlandse aanbieders; en
c. de vergunninghouder passende maatregelen treft die waarborgen dat:
1°. de speler voor de aanvang van het spel op duidelijke en begrijpelijke wijze en zo volledig mogelijk over de weergave in Amerikaanse dollars wordt geïnformeerd;
2°. de speler tijdens het spel op duidelijke en begrijpelijke wijze informatie kan verkrijgen over de waarde van de inzetten, winsten en verliezen in euro’s;
3°. de aanduiding en de waarde van de inzetten, winsten of verliezen in Amerikaanse dollars niet tijdens het spel worden gewijzigd.
C
Na artikel 3.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De vergunninghouder treft passende maatregelen die waarborgen dat indien de hoogte van de inzet in een spel of speelronde zonder tussenkomst van de speler zodanig is ingesteld dat deze inzet hoger is dan de minimaal mogelijke inzet van dat spel of die speelronde, de speler voorafgaand aan of gelijktijdig met de mogelijkheid tot definitieve invoer van de inzet een waarschuwende melding ontvangt met duidelijke en begrijpelijke informatie dat de speler een lagere inzet kan invoeren. Deze melding vermeldt tevens wat de minimaal mogelijke inzet is.
D
In hoofdstuk 3 wordt voor afdeling 4 een afdeling ingevoegd, luidende:
1. Onverminderd artikel 3.19f treft de vergunninghouder passende maatregelen die waarborgen dat spelers en aspirant-spelers de grenzen van hun speelgedrag kunnen invoeren in lege invoervelden zonder dat deze op enige wijze voorzien zijn van:
a. vooraf ingestelde en zichtbare minima, maxima of andere invoermogelijkheden dan wel invoersuggesties;
b. opties om minima, maxima of andere invoermogelijkheden dan wel invoersuggesties zichtbaar te maken.
2. In afwijking van het eerste lid treft de vergunninghouder passende maatregelen die waarborgen dat voor spelers die de grenzen van hun speelgedrag wensen te wijzigen, de op dat moment nog ongewijzigde grenzen zichtbaar zijn in of bij de invoervelden.
De vergunninghouder treft passende maatregelen die waarborgen dat:
a. spelers en aspirant-spelers stortingslimieten en het maximale tegoed, bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, onder c, van het besluit uitsluitend in euro’s kunnen invoeren;
b. de stortingslimieten en het maximale tegoed uitsluitend in euro’s worden weergegeven in alle gedeelten van de spelersinterface waar deze worden getoond.
1. Onverminderd artikel 3.19d treft de vergunninghouder passende maatregelen die waarborgen dat elke grens die een speler of aspirant-speler als onderdeel van het spelersprofiel invoert, uitsluitend wordt verwerkt door het spelsysteem nadat:
a. op duidelijke en begrijpelijke wijze is verzocht om de definitieve invoer te bevestigen; en
b. de bevestiging is ontvangen en geregistreerd.
2. Bij de invoer van elke stortingslimiet bevat het verzoek, bedoeld in het eerste lid, onder a, tevens:
a. een duidelijke en begrijpelijke vraag of de speler of de aspirant-speler bereid is het ingevoerde bedrag te verliezen onder herhaling van de hoogte van dat bedrag;
b. een duidelijke en begrijpelijke mededeling dat de speler of de aspirant-speler met de bevestiging verklaart bereid te zijn het ingevoerde bedrag te verliezen onder herhaling van de hoogte van dat bedrag.
1. De vergunninghouder treft passende maatregelen die waarborgen dat spelers en aspirant-spelers:
a. in de leeftijdscategorie tussen 18 en 24 jaar, een bedrag dat gelijk is aan of meer is dan:
1°. € 150 per maand; of
2°. € 37,50 per week bij het ontbreken of niet invoeren van een stortingslimiet per maand; of
3°. € 5,35 per dag bij het ontbreken of niet invoeren van een stortingslimiet per maand en per week;
b. in de leeftijdscategorie van 24 jaar of ouder, een bedrag dat gelijk is aan of meer is dan:
1°. € 350 per maand; of
2°. € 87,50 per week bij het ontbreken of niet invoeren van een stortingslimiet per maand; of
3°. € 12,50 per dag bij het ontbreken of niet invoeren van een stortingslimiet per maand en per week;
slechts definitief kunnen invoeren en laten verwerken als stortingslimiet door daarover via de kansspelinterface of telefonisch contact op te nemen met verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunninghouder.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op gevallen waarin spelers een bedrag invoeren tot verlaging van een bestaande stortingslimiet.
1. Indien contact als bedoeld in artikel 3.19d, eerste lid, plaatsvindt over het invoeren van een stortingslimiet vraagt het verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunninghouder tijdens dat contact aan de speler of aspirant-speler:
a. of hij zich ervan bewust is dat hij een hoge stortingslimiet wil instellen;
b. of hij zich ervan bewust is dat hij het in te voeren bedrag kan verliezen onder herhaling van de hoogte van dat bedrag;
c. om te verklaren dat hij bereid is het ingevoerde bedrag te verliezen onder herhaling van de hoogte van dat bedrag.
2. Voordat het contact wordt afgerond, wijst het verslavingspreventie-opgeleid personeel de speler of aspirant-speler in ieder geval op:
a. de risico’s van onmatige deelname aan kansspelen;
b. de mogelijkheid tot uitsluiting van deelname aan kansspelen, georganiseerd in speelautomatenhallen, in speelcasino’s en op afstand, door inschrijving in het register;
c. de mogelijkheid tot het zich, zo nodig anoniem, laten voorlichten en ontvangen van informatie omtrent kansspelverslaving door het landelijke preventieloket dat wordt gefinancierd op grond van artikel 33e, eerste lid, aanhef en onder b, van de wet onder vermelding van de contactgegevens van dat loket.
3. De vergunninghouder verzendt via e-mail een bevestiging van het contact aan de speler of aspirant-speler alsmede een verslag daarvan. Dat verslag bevat in ieder geval:
a. de reactie op de vragen, bedoeld in het eerste lid;
b. de informatie, bedoeld in het tweede lid;
c. het bedrag dat definitief wordt ingevoerd als stortingslimiet;
d. de termijn die ingevolge artikel 4.14, derde lid, onder b, van het besluit geldt voor wijziging van de stortingslimiet, indien die wijziging strekt tot verhoging van die limiet.
1. De vergunninghouder treft passende maatregelen die waarborgen dat spelers en aspirant-spelers opnieuw worden verzocht om een grens in te voeren met inachtneming van de bepalingen in deze afdeling, indien zij bij het invullen of wijzigen van het spelersprofiel informatie invoeren die het spelsysteem niet als grens kan verwerken.
2. Indien de ingevoerde grens lager is dan de minimale grens die het spelsysteem kan verwerken, bevat het verzoek, bedoeld in het eerste lid, de mededeling welke minimale waarde kan worden ingevoerd die het spelsysteem kan verwerken. In geen geval wordt daarbij de maximale waarde vermeld die het spelsysteem kan verwerken.
3. Indien de ingevoerde grens hoger is dan de maximale grens die het spelsysteem kan verwerken, bevat het verzoek, bedoeld in het eerste lid, de mededeling welke minimale en maximale waarden kunnen worden ingevoerd die het spelsysteem kan verwerken en dat andere in te voeren waarden tussen die waarden in moeten liggen.
E
In hoofdstuk 3 wordt in het opschrift van afdeling 4 ‘Consumentenbvescherming’ vervangen door ‘Consumentenbescherming’.
De Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervalt telkens de letteraanduiding van het onderdeel en worden in de alfabetische volgorde (nieuw) de volgende begripsbepalingen ingevoegd:
aanmelding als bedoeld in artikel 1.1 van het Besluit kansspelen op afstand;
beëindiging van de aanmelding;
grenzen van het speelgedrag van de speler als bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, aanhef en onder b, van het Besluit kansspelen op afstand;
personen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het besluit.
B
In artikel 2, derde lid, onder f, wordt ‘aanmeldingen’ vervangen door ‘meldingen’.
C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het is de houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand niet toegestaan om:
a. de informatie over het spelersprofiel, bedoeld in artikel 3.23 van de Regeling kansspelen op afstand; en
b. het gedeelte van de spelersinterface waar het spelersprofiel kan worden ingevuld of gewijzigd;
te voorzien van enige vorm van werving of reclame, waaronder het aanbieden van bonussen, noch op enige andere wijze visueel of auditief vorm te geven dan strikt noodzakelijk is voor het verstrekken van informatie over het spelersprofiel onderscheidenlijk het bieden van de gelegenheid om het spelersprofiel in te vullen of te wijzigen.
D
In artikel 7 wordt ‘Vergunninghouders dragen’ vervangen door ‘De vergunninghouder draagt’ en wordt ‘personen als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van het besluit’ vervangen door ‘personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit en verslavingspreventie-opgeleid personeel’.
E
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘personen als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van het besluit’ vervangen door ‘personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit en verslavingspreventie-opgeleid personeel’.
2. In het derde lid wordt ‘personen, bedoeld in het eerste lid’ vervangen door ‘personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit en verslavingspreventie-opgeleid personeel’.
F
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘personen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het besluit’ vervangen door ‘verslavingspreventie-opgeleid personeel’ en wordt ‘voltooien’ vervangen door ‘voltooit’.
2. In het derde lid wordt ‘de personen, bedoeld in het eerste lid’ vervangen door ‘verslavingspreventie-opgeleid personeel’ en wordt ‘deelnemen’ vervangen door ‘deelneemt’.
G
Artikel 15 komt als volgt te luiden:
De houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand bericht de speler in ieder geval op duidelijke en begrijpelijke wijze middels de spelersinterface over:
a. de grenzen van diens speelgedrag, bedoeld in artikel 4.14, eerste lid, van het Besluit kansspelen op afstand op het moment van aanmelding en afmelding door de speler, alsmede op het moment waarop hij een spel aanvangt;
b. het bereiken of overschrijden van 50% van een grens als bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, aanhef en onder a of b, van het Besluit kansspelen op afstand op het moment waarop daarvan sprake is;
c. hoeveel tijd is verstreken sinds de aanvang van het eerste spel na zijn aanmelding telkens op het moment dat dertig minuten verstrijken tot het moment van zijn afmelding.
H
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f van het eerste lid (nieuw) door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. instellen of ingesteld hebben van een hoge stortingslimiet.
3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. Met betrekking tot jongvolwassenen wordt onder een hoge stortingslimiet als bedoeld in het eerste lid, onder g, verstaan een stortingslimiet met een bedrag dat gelijk is aan of meer is dan:
a. € 150 per maand;
b. € 37,50 per week bij het ontbreken van een stortingslimiet per maand;
c. € 5,35 per dag bij het ontbreken van een stortingslimiet per maand en per week.
3. Met betrekking tot personen in de leeftijdscategorie van 24 jaar of ouder wordt onder een hoge stortingslimiet als bedoeld in het eerste lid, onder g, verstaan een stortingslimiet met een bedrag dat gelijk is aan of meer is dan:
a. € 350 per maand;
b. € 87,50 per week bij het ontbreken van een stortingslimiet per maand;
c. € 12,50 per dag bij het ontbreken van een stortingslimiet per maand en per week.
I
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c van artikel 18, tweede lid, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. de aanmelding van de speler zonder diens instemming beëindigen.
J
Artikel 19, derde lid, komt als volgt te luiden:
3. Indien de speler tijdens een kansspel op afstand een grens als bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, aanhef en onder a, van het Besluit kansspelen op afstand bereikt of overschrijdt, treft de houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand in ieder geval achtereenvolgens:
a. de interventiemaatregel, bedoeld in artikel 18, tweede lid, onder a, op het moment waarop de speler de grens bereikt of overschrijdt; en
b. de interventiemaatregel, bedoeld in artikel 18, tweede lid, onder d, op het moment van de eerstvolgende mogelijkheid om in te zetten dan wel bij afloop van het kansspel.
K
Aan artikel 27 wordt toegevoegd ‘en artikel 4.24 van het Besluit kansspelen op afstand’.
1. De houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand treft passende maatregelen die waarborgen dat alle voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling bij hem ingeschreven spelers:
a. in de leeftijdscategorie tussen 18 en 24 jaar, die een bedrag gelijk aan of meer dan:
1°. € 150 per maand als stortingslimiet hebben ingesteld; of
2°. € 37,50 per week als stortingslimiet hebben ingesteld zonder een stortingslimiet per maand; of
3°. € 5,35 per dag als stortingslimiet hebben ingesteld zonder een stortingslimiet per maand en per week;
b. in de leeftijdscategorie van 24 jaar of ouder, die een bedrag gelijk aan of meer dan:
1°. € 350 per maand als stortingslimiet hebben ingesteld; of
2°. € 87,50 per week als stortingslimiet hebben ingesteld zonder een stortingslimiet per week; of
3°. € 12,50 per dag als stortingslimiet hebben ingesteld zonder een stortingslimiet per maand of per week;
direct na het moment van aanmelding door middel van een duidelijk en begrijpelijk bericht in de spelersinterface worden geïnformeerd over de toepassing van artikel 3.19d van de Regeling kansspelen op afstand en hiervan een actuele registratie wordt bijgehouden.
2. In het bericht, bedoeld in het eerste lid, wordt de speler gewezen op:
a. de hoge stortingslimiet die hij heeft ingesteld en dat dit geldt als een signaal dat wijst op onmatige deelneming of een risico op kansspelverslaving;
b. de hoogte van het bedrag van de ingestelde stortingslimiet en dat hij dit bedrag kan verliezen;
c. de risico’s van onmatige deelname aan kansspelen;
d. de mogelijkheid tot uitsluiting van deelname aan kansspelen, georganiseerd in speelautomatenhallen, in speelcasino’s en op afstand, door inschrijving in het register, bedoeld in artikel 33h van de wet;
e. de mogelijkheid tot het zich, zo nodig anoniem, laten voorlichten en ontvangen van informatie omtrent kansspelverslaving door het landelijke preventieloket dat wordt gefinancierd op grond van artikel 33e, eerste lid, aanhef en onder b, van de wet onder vermelding van de contactgegevens van dat loket.
3. Het bericht, bedoeld in het eerste lid, wordt zodanig getoond dat:
a. uitsluitend dat bericht voor de duur van minimaal dertig seconden in de spelersinterface zichtbaar is;
b. de speler na verloop van de periode, bedoeld in onderdeel a, uitsluitend één duidelijk zichtbare optie aangeboden krijgt bij gebruikmaking waarvan de speler wordt doorgeleid naar het gedeelte van de spelersinterface waar de grenzen van het speelgedrag, bedoeld in artikel 31k, tweede lid, onder c, van de wet kunnen worden gewijzigd.
4. De houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand treft passende maatregelen die waarborgen dat de speler geen toegang kan krijgen tot andere delen van de spelersinterface anders dan na gebruikmaking van de optie, bedoeld in het derde lid, onder b.
5. De houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand treft passende maatregelen die waarborgen dat het bericht, bedoeld in het eerste lid, telkens direct na het moment van aanmelding wordt getoond aan de speler totdat deze gebruik heeft gemaakt van de optie, bedoeld in het derde lid, onder b.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
Sinds in oktober 2021 de eerste vergunningen voor het aanbieden van kansspelen op afstand zijn verleend, is aan het licht gekomen dat er spelers zijn die bij de deelname aan deze kansspelen in korte tijd veel geld hebben verloren.1 Verder blijkt uit recent onderzoek dat het risico op kansspelverslaving bij kansspelen op afstand bijzonder hoog is. Uit onderzoek bleek al dat het risico op verslaving bij kansspelen op afstand groter is dan bij de zogenoemde landgebonden varianten,2 maar recent is vastgesteld dat 31% van de spelers die aan kansspelen op afstand deelnemen, voldoen aan de criteria voor een ‘gematigd- of hoog-risicogokker’.3 In 2015 werd op basis van een steekproef nog aangenomen dat het aandeel probleemspelers 7,7% was.4
Verder blijkt uit onderzoek dat jongvolwassenen oververtegenwoordigd zijn onder degenen die deelnemen aan kansspelen op afstand.5 In december 2023 speelden zij met 234.000 accounts.6 Dat is 22% van alle gebruikte accounts in die maand, terwijl jongvolwassenen 9,5% van de volwassen bevolking vormen.7 Kansspelen op afstand leiden onder jongvolwassenen ook relatief vaak en snel tot onmatige deelname en verslaving.8 Door een lagere impulscontrole lijken zij vatbaarder te zijn voor het ontwikkelen van problematisch speelgedrag en vinden zij het lastiger om de risico’s reëel in te schatten.9 Het risico op onmatige deelname en kansspelverslaving is onder jongvolwassenen dus nog groter.
Het aantal spelers dat wordt blootgesteld aan het risico op onmatige deelname en kansspelverslaving is ook aanzienlijk en neemt elk jaar (fors) toe. Zo is het totale aantal accounts in 2023 gestegen van 1,9 miljoen naar 3 miljoen, dat is een stijging in één jaar van 53%.10 In december 2023 hadden alle Nederlanders samen 1,1 miljoen actieve accounts bij legale aanbieders. Een half jaar eerder waren dat nog 865.000 actieve accounts.11 Verder waren er in de laatste zes maanden van 2023 naar schatting 726.000 spelers bij legale aanbieders actief. Dat betekent dat 5% van de volwassen bevolking deelnam aan kansspelen op afstand in die maanden.12 Voor jongvolwassenen ligt het percentage dat online gokt, zoals eerder is opgemerkt, aanmerkelijk hoger. In december 2023 maakten zij gebruik van 234.000 accounts. Dat is 22% van alle gebruikte accounts in die maand, terwijl zij slechts 9,5% van de totale volwassen bevolking vormen.13
Uit onderzoek blijkt tot slot dat de verliezen hoog zijn. Spelers verloren gedurende het laatste half jaar van 2023 gemiddeld € 958 in totaal. Omgerekend is dit € 160 per maand.14 Verder was er over de laatste zes maanden van 2023 per gebruikt account sprake van een maandelijks verlies van gemiddeld € 117 voor spelers van alle leeftijden.15 Voor jongvolwassenen ging het om een gemiddeld maandelijks verlies van € 52 per account, maar gemiddeld is het inkomen van een volwassene ook twee keer zo hoog als het inkomen van een jongvolwassene.16 Tot slot blijkt uit onderzoek dat hoge stortingen vaker voorkomen onder hoogrisicospelers en gematigdrisicospelers dan onder niet-problematische spelers.17 Ook geven hoogrisicospelers aan hun eigen speelgedrag minder onder controle te hebben en minder positieve effecten te ervaren van de limieten die spelers moeten instellen op het onder controle houden van het eigen speelgedrag.18
Op grond van artikel 4a van de Wet op de kansspelen (hierna: Wok) rust op houders van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand (hierna: vergunninghouders) – evenals houders van andere kansspelvergunningen – een zorgplicht om verslaving aan de door hen georganiseerde kansspelen zoveel mogelijk te voorkomen en om daartoe de nodige maatregelen en voorzieningen te treffen.19 Uit het voorgaande blijkt echter dat de huidige maatregelen en voorzieningen niet afdoende zijn en dat aanvullende maatregelen nodig zijn om zowel spelers in het algemeen, als jongvolwassenen in het bijzonder de gewenste bescherming te bieden. Eerst wordt aandacht besteed aan de oorzaken die ten grondslag liggen aan het geconstateerde probleem.
Als eerste oorzaak van het probleem dat spelers in korte tijd geld verspelen en onvoldoende beschermd worden, kan worden genoemd dat de huidige regelgeving rond het instellen, wijzigen en bereiken van de grenzen van het speelgedrag te weinig kaderstellend en onvoldoende doeltreffend is. Vergunninghouders mogen geen kansspelen op afstand aan personen aanbieden die niet bij hen als speler zijn ingeschreven en aangemeld. Inschrijving vergt daarbij dat de vergunninghouder heeft vastgesteld dat de aspirant-speler de grenzen van het speelgedrag (hierna ook: speellimieten of het spelersprofiel) heeft aangegeven.20 Uit onderzoek en ervaringen van de verslavingszorg is gebleken dat het belangrijk is dat de (aspirant-)speler al vóór feitelijke deelname aan kansspelen nadenkt over de grenzen die hij zichzelf daarbij stelt.21 Uit onderzoek blijkt verder dat alle vergunninghouders in het registratieproces deze speellimieten bij de aspirant-speler uitvragen, maar dat de wijze waarop deze uitvraag plaatsvindt, de hoogte daarvan beïnvloedt.22 Hoewel uit onderzoek bijvoorbeeld blijkt dat een open invulveld leidt tot lagere speellimieten, noemen verschillende vergunninghouders minimum- en maximumtijden en -bedragen, bieden zij drop-down menu’s en keuze-invulvelden aan en maken zij gebruik van standaardopties.23 Deze keuzearchitectuur stuurt spelers middels anchoring 24 en defaults 25 bij het invoeren van de speellimieten.26
Bovendien zijn de mogelijkheden om speellimieten in te voeren op de verschillende kansspelwebsites van vergunninghouders bijzonder ruim. Uit een in mei 2023 verrichte analyse van een online platform blijkt dat spelers bij tien van de twintig onderzochte vergunninghouders kunnen kiezen voor een maximale dagelijkse sessielimiet van twaalf uur of meer.27 Uit dezelfde analyse blijkt voorts dat één vergunninghouder een limiet van 126 uur per week hanteert, oftewel gemiddeld achttien uur per dag, en dat bij alle overige onderzochte vergunninghouders de sessielimiet acht uur per dag is. Daarnaast blijkt dat de balanslimiet bij tien van de twintig onderzochte vergunninghouders € 999.000 of meer was, bij negen van de twintig onderzochte vergunninghouders tussen de € 99.999 en € 500.000, en bij één vergunninghouder € 10.000. Tot slot blijkt uit de analyse dat ten aanzien van stortingslimieten de verschillen tussen de vergunninghouders groot zijn en dat sommige vergunninghouders ook specifieke limieten voor spelers onder de 24 jaar hanteren. Maar dat neemt niet weg dat de stortingslimieten in de regel hoog zijn. Dit varieert voor spelers onder de 24 jaar van € 400 tot (omgerekend) € 1.385 per maand en voor spelers van 24 jaar en ouder van € 2.500 tot € 10.000.000 per maand.
De Tweede Kamer heeft ook aandacht voor het voorgaande gevraagd. Op 16 december 2021 is een motie van het lid Kuik c.s. aangenomen. Deze motie verzocht de regering in algemene zin om het instellen van maximale speellimieten bij online kansspelen vast te leggen in de wet op een wijze waarop deelnemers zelf bepalen wat hun speellimiet is.28 In reactie op die motie is kenbaar gemaakt dat dit al een bestaande verplichting is, maar dat zal worden onderzocht of er verbetering mogelijk is.29 Meer specifiek heeft het lid Nijboer tijdens een interpellatiedebat op 10 februari 2022 voor wat betreft de hoogte van de speellimieten het voorbeeld genoemd dat als een speler speellimieten wil invoeren, het aantal uur standaard is ingesteld op 24 uur gokken per dag en dat het maximumverlies is ingesteld op € 100.000 per week.30 De Tweede Kamer heeft naar aanleiding daarvan een motie van de leden Nijboer en Van Nispen aangenomen waarin zij overweegt dat aanbieders van kansspelen op afstand de mogelijkheid bieden voor zelfbeperkende maatregelen, maar dat deze veelal niet zelfbeperkend werken. De motie verzoekt het kabinet daar verandering in te brengen.31
Een tweede oorzaak voor het probleem dat spelers onvoldoende worden beschermd tegen onmatig speelgedrag en kansspelverslaving en die terug te voeren is naar speellimieten, is dat er verschillende vergunninghouders zijn die geen of anders zeer summier informatie over de speellimieten verstrekken. Verder bieden de vergunninghouders geen hulpmiddelen om de speellimieten op een goede manier in te stellen en geven zij informatie niet in begrijpelijke taal.32 Ook loopt zowel het proces als de gebruikte terminologie voor de aanduiding van speellimieten, alsmede de uitleg daarover zeer uiteen en zijn er ook verschillen in de feedback die wordt gegeven bij het instellen, wijzigen of bereiken van speellimieten.33 Spelers krijgen dus te weinig, maar ook onvoldoende begrijpelijke en eenduidige informatie als zij speellimieten willen instellen of wijzigen, of deze bereiken. Dit kan onder spelers tot verwarring leiden en mogelijk een nadelig effect hebben op de hoogte van de speellimieten, en daarmee in feite ook de effectiviteit van die speellimieten negatief beïnvloeden.34 Dat is dan met name omdat sommige vergunninghouders bijvoorbeeld een afbeelding of bonus gebruiken om te zorgen voor een associatie die de speler ertoe verleidt of beïnvloedt om hogere speellimieten in te voeren.35
Een laatste oorzaak is dat de speellimieten ook tijdens het spelen nauwelijks beperkend werken. Van de spelers heeft 45% tijdens het spelen geen of heel beperkt zicht op de speellimieten en of zij daarbij in de buurt komen.36 Veel van hen kunnen hun ingevulde grenzen niet reproduceren en hebben hier geen zicht op als naar hun grenzen wordt gevraagd.37 Bovendien zijn er geen andere maatregelen om een speler ertoe te bewegen het speelgedrag tijdens het spelen te matigen.
De genoemde drie oorzaken, namelijk (1) de keuzearchitectuur die vergunninghouders aan spelers bieden en de ruimte om voor zeer hoge speellimieten te kiezen, (2) het proces, de informatie, de feedback en de terminologie rond het instellen, wijzigen en bereiken van speellimieten, en (3) de werking van de speellimieten alsmede het gebrek aan andere maatregelen die de speler ertoe bewegen het speelgedrag tijdens het spelen te matigen, maken dat met de huidige werkwijze onmatige deelname en (risico’s op) kansspelverslaving onvoldoende kan worden tegengegaan en dat er aanvullende maatregelen nodig zijn.
Er is gekeken op welke wijze in de nodige aanvullende maatregelen kan worden voorzien waardoor de genoemde oorzaken kunnen worden verholpen. Er is overwogen of kan worden volstaan met zelfregulering binnen de sector van kansspelen op afstand, betere voorlichting of aanscherping van het toezicht, maar deze opties lossen het probleem slechts gedeeltelijk of met onvoldoende zekerheid op. Nadat gesprekken met de branche hebben plaatsgevonden heeft een deel van de vergunninghouders bijvoorbeeld wel de vooraf ingevulde bedragen bij het invoeren van de speellimieten verlaagd. Maar niet in alle gevallen bestond deze bereidheid.
Daarnaast zijn niet alle vergunninghouders die kansspelen op afstand aanbieden verbonden aan brancheverenigingen en gebonden aan de afspraken die binnen die brancheverenigingen worden gemaakt. Een verlaging van de bedragen leidt bovendien niet tot een andere keuzearchitectuur en zorgt er evenmin voor dat spelers zich tijdens het spelen bewust zijn van de speellimieten.
Vergunninghouders zijn er voorts niet financieel bij gebaat om middels zelfregulering maatregelen te nemen en daardoor zullen zij hierin ook terughoudend zijn. Als een deel van de spelers minder geld zal (kunnen) verspelen dan nu het geval is, zal dat naar verwachting leiden tot een afname van de omzet van de individuele vergunninghouder. Betere voorlichting of een aanscherping van het toezicht biedt uiteindelijk geen of in elk geval onvoldoende uitkomst zonder een strikter kader in de vorm van regelgeving waar toezicht op kan worden gehouden.
Ook een combinatie van zelfregulering, betere voorlichting en aanscherping van het toezicht is dus niet afdoende. De tot nu toe geldende regelgeving biedt wat dat betreft te veel ruimte. De toezichthouder, namelijk de Kansspelautoriteit (hierna: Ksa), heeft ondertussen wel gewerkt aan een aanscherping van haar beleidsregels voor verdere invulling van de zorgplicht voor kansspelaanbieders om kansspelverslaving te voorkomen.38
Met betrekking tot de hiervoor geschetste oorzaken is wijziging van regelgeving noodzakelijk. Bezien is waar die wijziging nu op een passend regelingsniveau haar beslag zou moeten krijgen. De uit het Besluit kansspelen op afstand (hierna ook: Bkoa) en het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen (hierna ook: Bwrvk) voortvloeiende delegatiegrondslagen bieden de mogelijkheid om in de Regeling kansspelen op afstand (hierna ook: Rkoa) en de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen (hierna ook: Rwrvk) maatregelen voor te schrijven.
Belangrijke randvoorwaarde is dat de wetgever bij de totstandkoming van de Wet kansspelen op afstand heeft bepaald dat de persoon die inschrijving wenst om deel te kunnen nemen aan kansspelen op afstand (hierna: aspirant-speler) bij zijn inschrijving zélf de grenzen van zijn speelgedrag moet aangeven.39 Dit zorgt er, zo is toen overwogen in de wetsgeschiedenis, onder andere voor dat de speler een weloverwogen keuze maakt voor deelname aan kansspelen op afstand.40 De genoemde ministeriële regelingen kunnen zodoende binnen het huidige wettelijke kader niet zodanig worden gewijzigd dat de speler de vrijheid wordt ontnomen om zelf de grenzen van zijn speelgedrag te bepalen.
Uit het voorgaande blijkt dat er aan het geschetste probleem voor wat betreft speellimieten drie oorzaken ten grondslag liggen: (1) de keuzearchitectuur die vergunninghouders aan spelers bieden bij het invoeren van de speellimieten is sturend en laat te veel ruimte om voor hoge speellimieten te kiezen, (2) het proces, de informatie, de feedback en de terminologie rond het instellen, wijzigen en bereiken van speellimieten is niet eenduidig en duidelijk, en (3) de speellimieten werken tijdens het spelen nauwelijks beperkend en er zijn ook geen andere maatregelen die de speler ertoe bewegen het speelgedrag tijdens het spelen te matigen. Om die oorzaken nu in te dammen en spelers, en met name jongvolwassenen, nu beter tegen onmatige deelname en (risico’s op) kansspelverslaving te beschermen bevat deze regeling voor elk van de oorzaken een aantal maatregelen. Hieronder worden de maatregelen per oorzaak toegelicht.
In de eerste plaats is het doel van deze regeling dat er bij het invoeren van de speellimieten een neutrale keuzearchitectuur is, die (aspirant-)spelers niet stuurt en waarbij er een drempel is om voor hoge speellimieten te kiezen. De maatregelen richten zich op de eigen verantwoordelijkheid van de speler en dienen als stimulans om de bewustwording van spelers voor het instellen van passende limieten te vergroten. Om te zorgen voor een neutrale keuzearchitectuur voorziet deze regeling erin dat een nieuw artikel 3.19a in de Rkoa wordt opgenomen. Dat artikel verplicht de vergunninghouders om gepaste maatregelen te treffen die waarborgen dat spelers de speellimieten in lege invoervelden kunnen instellen en wijzigen zonder dat sprake is van anchoring of defaults, die in de keuzearchitectuur onwenselijk hoge speellimieten bevorderen.
Verder wijzigt deze regeling artikel 5, tweede lid, Rwrvk zodanig dat er een verbod voor vergunninghouders is om de informatie over speellimieten of het deel van de spelersinterface waar spelers speellimieten kunnen instellen of wijzigen, te voorzien van enige vorm van werving of reclame, of anders op een zodanige wijze auditief en visueel vorm te geven dan voor het verstrekken van informatie of het invoeren van de speellimieten strikt noodzakelijk is. Dit verbod moet voorkomen dat informatie over de speellimieten of het scherm waar deze kunnen worden ingesteld of gewijzigd, zodanig is vormgegeven dat dit de speler beïnvloedt. Dit zou dan het invoeren van hogere speellimieten kunnen stimuleren (‘gain framing’).41 Het geldbesef, namelijk het bewustzijn van de financiële gevolgen, moet bij het invoeren van de speellimieten en het verstrekken van informatie daarover voorop staan.
Om ervoor te zorgen dat spelers niet lichtvaardig voor een hoge limiet kiezen – waar zij binnen het huidige wettelijke kader wel gerechtigd toe zijn – wordt tevens een nieuw artikel 3.19d Rkoa ingevoegd. Dit artikel legt aan vergunninghouders de verplichting op om ervoor te zorgen dat (aspirant-)spelers contact moeten opnemen met het verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunde aanbieder als zij een stortingslimiet – namelijk de maximale storting op de speelrekening per dag, week of maand – willen invoeren die boven een bepaald bedrag ligt. Hiervoor is al vermeld dat hoge stortingen vaker voorkomen onder hoogrisico- en gematigdrisicospelers dan onder niet-problematische spelers.42 Met het invoeren van een verplicht persoonlijk contactmoment voor stortingslimieten vanaf de grensbedragen, bedoeld in artikel 3.19d Rkoa, wordt extra bescherming geboden aan hoogrisico- en gematigdrisicospelers.
Met verslavingspreventie-opgeleid personeel worden personen bedoeld als in artikel 6, tweede lid, Bwrvk, namelijk personen die belast zijn met het toelaten van personen tot de spelersinterface, met het toezicht op spelers en met de uitvoering van het verslavingspreventiebeleid. Zij moeten in ieder geval beschikken over kennis en inzicht met betrekking tot zaken op het gebied van verslavingspreventie als bedoeld in het derde lid van laatstgenoemd artikel en zij moeten daartoe op grond van de artikelen 8 en 9 Rwrvk een opleidingscursus succesvol hebben afgerond.
Om jongvolwassenen extra te beschermen maakt artikel 3.19d Rkoa voor de hoogte van het bedrag waarboven contact met het verslavingspreventie-opgeleid personeel nodig is, onderscheid tussen de bedragen die voor (aspirant-)spelers tussen de 18 en 24 jaar een hoge limiet vormen en de bedragen die dat voor (aspirant-)spelers van 24 jaar of ouder zijn. Het doel van dit contact is enerzijds de speler te doordringen van de (grote) risico’s die aan een hoge stortingslimiet zijn verbonden. Mede omdat blijkt dat hoge stortingen vaker voorkomen onder hoogrisico- en gematigdrisicospelers dan onder niet-problematische spelers. Door het invoeren van het persoonlijk contactmoment bij de grensbedragen, wordt extra bescherming geboden aan hoogrisico- en gematigdrisicospelers. Anderzijds levert het contact vergunninghouders aanvullende informatie op zodat zij op een goede manier invulling kunnen geven aan hun zorgplicht om onmatige deelname en kansspelverslaving te voorkomen.
Het doel van deze regeling is tevens dat het proces, de informatie, de feedback en de terminologie rond het instellen, wijzigen en bereiken van de speellimieten eenduidiger en duidelijker wordt. Om te zorgen voor eenduidigheid en duidelijkheid in het proces en de informatieverstrekking rond het invoeren van de speellimieten, wordt artikel 3.19b Rkoa geïntroduceerd. Dit artikel verplicht vergunninghouders ervoor te zorgen dat spelers de financiële speellimieten alleen in euro’s kunnen invoeren en dat deze limieten – op de plekken waar deze in de spelersinterface zichtbaar zijn – ook altijd in euro’s worden getoond. Dit om duidelijk te maken dat het om financiële grenzen gaat en te zorgen voor geldbesef bij de spelers. Dit wordt vanuit gedragswetenschappelijk onderzoek geadviseerd.43 Verder bevat het nieuwe artikel 3.19e Rkoa voorschriften over het contactmoment dat bij het instellen van hoge speellimieten met het verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunninghouder plaats dient te vinden. Zo is geregeld welke vragen het verslavingspreventie-opgeleid personeel in ieder geval aan de speler moet stellen en welke informatie dit personeel daarbij moet verstrekken.
Om te bewerkstelligen dat spelers vaker en eenduidiger feedback ontvangen bij het instellen, wijzigen of bereiken van de speellimieten bevat deze regeling bovendien verschillende verplichtingen voor de vergunninghouder om te zorgen voor een bevestiging of melding, en is ook geregeld welke informatie de bevestiging of melding dient te bevatten. Zo bepaalt het nieuwe artikel 3.19c Rkoa dat vergunninghouders spelers moeten verzoeken een ingevoerde speellimiet te bevestigen en is ook voorgeschreven welke informatie deze bevestiging dient te bevatten. Ditzelfde geldt voor het nieuwe artikel 3.19e Rkoa dat aan vergunninghouders de verplichting oplegt om aan een speler te bevestigen dat er contact is geweest met het verslavingspreventie-opgeleid personeel over het invoeren van een hoge speellimiet en daarbij ook verslag te doen van wat er tijdens dit contactmoment besproken is.
Het nieuwe artikel 3.19f Rkoa regelt tot slot dat als spelers bij het invoeren van de speellimieten een onverwerkbare grens invoeren, de vergunninghouders de spelers om een nieuwe invoer moeten vragen. Bij een onverwerkbare grens kan het gaan om een bedrag dat het spelsysteem niet aan kan, omdat het een foutieve waarde betreft of een waarde die hoger of lager ligt dan de grenzen die het spelsysteem kan verwerken, of om invoer die om andere redenen niet als grens kan worden verwerkt. Om te voorkomen dat anchoring nog steeds plaatsvindt op het moment dat de (aspirant-)speler wordt gevraagd om opnieuw een grens in te voeren, is geregeld hoe vergunninghouders daarmee – conform de voorgaande bepalingen – moeten omgaan. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 3.19f Rkoa.
Tot slot is het doel van de onderhavige regeling ervoor te zorgen dat de speellimieten ook tijdens het spelen beperkend werken en dat er ook andere maatregelen zijn die de speler ertoe bewegen het speelgedrag tijdens het spelen te matigen. Om te bewerkstelligen dat de speellimieten ook tijdens het spelen – voor zover wettelijk mogelijk – beperkend werken, wijzigt deze regeling artikel 15 Rwrvk zodanig dat vergunninghouders gehouden zijn: (1) spelers zowel bij het aan- en afmelden, als bij de aanvang van het spel over de speellimieten te informeren, (2) de speler te berichten als 50% van één van de speellimieten is bereikt of overschreden en (3) de speler – nadat de speler na zijn aanmelding aan een spel begint – op ieder moment dat dertig minuten zijn verstreken, te informeren hoe lang hij al aan kansspelen deelneemt totdat de speler zich afmeldt. Verder bevat de regeling een verplichting voor de vergunninghouders om spelers automatisch af te melden als zij de door hen ingestelde tijdslimiet bereiken of overschrijden.
Om de speler er tijdens het spelen ook middels andere maatregelen toe te bewegen het speelgedrag te matigen voorziet deze regeling voorts in een wijziging van artikel 3.5 Rkoa. Deze wijziging regelt dat vergunninghouders verplicht zijn de inzetten, winsten en verliezen tijdens het spelen in ieder geval in euro’s weer te geven zodat spelers zich ook bij het inzetten van de financiële gevolgen bewust zijn en er dus sprake is van geldbesef. Alleen bij poker is het tonen van de inzetten, winsten en verliezen in een andere munteenheid toegestaan, namelijk Amerikaanse dollars. Dit is onder de voorwaarde dat de vergunninghouder de speler daarover informeert, de speler van informatie voorziet over de waarde van de inzetten, winsten en verliezen in euro’s, en de weergave in Amerikaanse dollars en de aan te houden waarde daarvan gedurende het spel niet wijzigt.
Ook dient de vergunninghouder de speler te waarschuwen als de inzet die de vergunninghouder hanteert bij aanvang van een kansspel of een speelronde in het kansspel hoger is dan de minimale inzet die mogelijk is. De speler kan met die informatie een weloverwogen keuze maken om alsnog lager in te zetten of de hogere – door het spelsysteem van de vergunninghouder ingestelde – inzet aan te houden. Beslissend daarbij is of (de hoogte van) de inzet door het spelsysteem van de vergunninghouder is ingesteld, namelijk zonder toedoen van de speler. Als een speler zelf heeft besloten hoger in te zetten, bijvoorbeeld door zijn inzet binnen een spel voor iedere speelronde vast te zetten, dan is deze verplichting vanzelfsprekend niet aan de orde.
Het eerste doel van deze regeling is om te zorgen voor een neutrale keuzearchitectuur en de ruimte om hoge speellimieten in te stellen te beperken. Voor een neutrale keuzearchitectuur die spelers niet stuurt, geldt dat zij spelers ertoe aanzet om zelf na te denken over de grenzen van het speelgedrag en die grenzen ook bewust in te voeren. Zij neemt bovendien de verleiding weg om de hoogst beschikbare limiet te selecteren.44 Daarmee is een belangrijk gevolg van de neutrale keuzearchitectuur dat zij bijdraagt aan het tegengaan van onmatige deelname. Passende speellimieten bieden de vergunninghouders bovendien de mogelijkheid om beter te signaleren dat er sprake is van (ontluikend) risicovol of problematisch speelgedrag en daarmee betere handvatten om hier vroegtijdig op in te grijpen. Het gevolg van een neutrale keuzearchitectuur is dus ook dat zij risico’s op kansspelverslaving terugdringt. Een neutrale keuzearchitectuur doet bovendien recht aan wat door de wetgever is beoogd.45
Anderzijds stellen de speellimieten de vergunninghouders in staat om bij het bereiken of het overschrijden daarvan in het speelgedrag te interveniëren.46 Het bereiken of overschrijden van de door de speler aangegeven grenzen en het veelvuldig verhogen van die grenzen, leveren indicaties op van risicovol speelgedrag. Een passend spelersprofiel stelt de vergunninghouder dus in staat om te voorkomen dat een speler een risico- of probleemspeler wordt.47 Ook is tot nu toe uit onderzoek en de ervaringen van de verslavingszorg gebleken dat het voor verslavingspreventie effectief is om de speler aan te spreken op overschrijdingen van grenzen die de speler zichzelf heeft gesteld.48
Verder is het gevolg van de verplichting voor vergunninghouders om ervoor te zorgen dat spelers contact moeten opnemen met het verslavingspreventie-opgeleid personeel als zij een hoge stortingslimiet willen invoeren, dat spelers vooraf extra reflecteren op en bewust worden gemaakt van de gevolgen van deze limiet, en onder andere worden gewezen op bedragen die ze kunnen verliezen. Dit gaat onmatige deelname tegen en sluit ook aan bij hetgeen met de regelgeving op dit punt is beoogd.
Daarbij wordt opgemerkt dat de maatregelen waar deze regeling in voorziet, voornamelijk zien op de stortingslimiet van (aspirant-)spelers om hen onder andere bewust te maken en hen te laten reflecteren op de bedragen die zij kunnen verliezen. Vergelijkbare maatregelen met betrekking tot tijdslimieten, zoals een persoonlijk contactmoment als de (aspirant-)speler zijn tijdslimiet wil instellen of het stellen van bevestigingsvragen als deze zijn tijdslimiet invult of wijzigt, kan de (aspirant-)speler als dubbelop ervaren. Het doel van de onderhavige regeling is dat de speler bewust wordt gemaakt van de risico’s van deelname aan kansspelen en hem te wijzen op het belang van het instellen van passende speellimieten. Vooralsnog kan dit – gelet op de eerder uiteengezette probleemanalyse en in het kader van de proportionaliteit – voldoende worden gerealiseerd zonder dat ten aanzien van tijdslimieten in vergelijkbare maatregelen wordt voorzien.
Het verslavingspreventie-opgeleid personeel bespreekt tijdens het contactmoment met de spelers dat het risico bestaat dat zij het ingestelde bedrag verliezen en informeert de spelers over de risico’s van onmatige deelname, de mogelijkheid van uitsluiting van deelname aan kansspelen via inschrijving in het Centraal Register Uitsluiting Kansspelen (hierna: CRUKS) en de mogelijkheid om nadere informatie over kansspelverslaving te ontvangen via het landelijk loket daarvoor alsmede de contactgegevens van dat loket. De wijziging van de regelgeving draagt er dus ook aan bij dat een speler nadere informatie over risico’s van kansspelen en kansspelverslaving ontvangt. Dit draagt met name bij aan de bewustwording van hoogrisico- en gematigdrisicospelers. Door te differentiëren in de bedragen die voor volwassenen en jongvolwassenen als hoge stortingslimiet gelden voorziet deze regeling bovendien in extra bescherming voor jongvolwassenen.
Daar staat tegenover dat een nadeel van de neutrale keuzearchitectuur is dat zij spelers wellicht weinig houvast biedt, omdat zij volledig zelf een bedrag moeten bepalen en er geen referentiekader is voor de hoogte van de in te stellen limiet. Dit kan voor een (aspirant-)speler een drempel opwerpen om zich bij een vergunninghouder in te schrijven en zou er zelfs toe kunnen leiden dat een (aspirant-)speler uitwijkt naar het illegale aanbod.
Een neutrale keuzearchitectuur doet voorts een beroep op het doenvermogen van (aspirant-)spelers. Een (aspirant-)speler moet immers, zoals hiervoor is aangegeven, zelf de ‘redelijke’ bedragen invullen ‘die gerelateerd zijn aan diens bestedingsmogelijkheden’.49 Verder zal de (aspirant-)speler in dat verband meer een beroep doen op de informatie die de vergunninghouder op grond van artikel 3.23 Rkoa moet aanbieden over de werking van speellimieten, het zo effectief mogelijk invullen, bijvoorbeeld door het invullen van een budgetcalculator, en de gegevensverwerking die daarmee gepaard gaat. Ditzelfde geldt voor het contactmoment. Dat doet eveneens een beroep op het doenvermogen van een (aspirant-)speler. De (aspirant-)speler moet contact opnemen met het verslavingspreventie-opgeleid personeel van een vergunninghouder en met dat personeel een gesprek voeren over de risico’s die aan het instellen van een hoge stortingslimiet verbonden zijn alsmede de mogelijkheden om onmatige deelname en kansspelverslaving te voorkomen of hulp te gaan zoeken.
Dat ondanks deze nadelen een neutrale keuzearchitectuur en een contactmoment bij het instellen van een hoge stortingslimiet verplicht worden gesteld, houdt verband met de verwachting dat de verbeterde informatievoorziening richting spelers om voor zichzelf passende limieten in te stellen, zodanig behulpzaam is dat het doenvermogen van de (aspirant-)spelers niet wordt overvraagd. De verwachting is daardoor dan ook dat (aspirant-)spelers de maatregelen niet als een zodanige drempel ervaren dat zij zullen uitwijken naar illegaal aanbod, zodat deze maatregelen geen gevolgen zullen hebben voor de kanalisatiedoelstelling. Dat het contactmoment iets van de speler vraagt is bovendien deels het doel ervan. Het is bedoeld als drempel, zodat niet eenvoudig – zonder daarover te reflecteren – voor een hoge stortingslimiet wordt gekozen.
Het tweede doel van deze regeling is om het proces, de informatie, de feedback en de terminologie rond het instellen, wijzigen en bereiken van speellimieten duidelijker en eenduidiger te maken. Het beoogde gevolg van de maatregelen die in verband daarmee met deze regeling worden voorgeschreven, is dat dit verwarring onder spelers en daarmee mogelijke nadelige effecten op het invoeren van de speellimieten voorkomt.50
In het verlengde daarvan geldt voor de maatregelen die verband houden met het derde doel van deze regeling, namelijk het vergroten van het zicht op de speellimieten tijdens het spelen en de andere maatregelen die beogen het speelgedrag tijdens het spelen te matigen, dat het gevolg is dat spelers zich bewuster zijn van de gevolgen van hun speelgedrag. Verder leidt een deel van de maatregelen er ook toe dat de speler zelf actief moet handelen (zoals het wegklikken van een pop-up of een waarschuwing) zodat de speler hier ook actief aandacht aan schenkt. Dit gaat onmatige deelname tegen en kan ook kansspelverslaving voorkomen.
Een nadeel van de door te voeren maatregelen is dat zij mogelijk voor een aantal (aspirant-)spelers – ondanks de verbeterde informatievoorziening – te veel drempels opwerpen zodat er een kans is dat dit negatieve gevolgen heeft voor de kanalisatiedoelstelling. Bovendien blijkt uit onderzoek dat de aanwezigheid van functionaliteiten voor verantwoord spelen, waaronder waarschuwingen, speellimieten, pop-ups, informatie en mogelijkheid tot zelfuitsluiting, het vertrouwen van spelers in de vergunninghouders vergroten.51 Dit kan ertoe leiden dat (aspirant-)spelers de risico’s van de deelname aan kansspelen op afstand onderschatten. De verwachting is echter dat het positieve effect van de maatregelen op de (aspirant-)spelers aanzienlijk groter is dan het geschetste mogelijke negatieve effect. De voordelen van de maatregelen met als doel een betere bescherming van (aspirant-)spelers wegen naar verwachting dan ook ruimschoots op tegen de mogelijke nadelen.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) merkt kansspelen aan als economische activiteiten. Dit betekent dat het bij het aanbieden van online kansspelen om het aanbieden van een dienst gaat en dat de wijzigingen in lijn moeten zijn met de vrijheid van het dienstenverkeer zoals die is vervat in artikel 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Hoewel uit de jurisprudentie van het HvJ EU volgt dat lidstaten veel ruimte hebben om kansspelen te reguleren, neemt dit niet weg dat vereist is dat de wijziging geen discriminerende werking heeft, geschikt is om het nagestreefde doel te realiseren en proportioneel is.52 Uit die jurisprudentie van het HvJ EU volgt dat de bescherming van de consument en het voorkómen van kansspelverslaving de verboden en verplichtingen in deze regeling rechtvaardigen.53 Deze beperkingen hebben daarbij geen discriminerende werking, omdat zij gelden voor alle vergunninghouders die beschikken over een vergunning voor het organiseren van kansspelen of afstand.
Verder geldt voor de geschiktheid om het doel te bereiken en de proportionaliteit dat het HvJ EU heeft aangegeven dat nationale regelingen alleen geschikt en proportioneel zijn om een bepaald doel te verwezenlijken als de verwezenlijking op een coherente en systematische wijze wordt nagestreefd. Dit betekent dat het door een lidstaat gevoerde beleid niet alleen naar de letter, maar ook in de praktijk samenhangend en consistent dient te zijn.54 Het Nederlandse kansspelbeleid voldoet aan die eis, onder andere vanwege het beleid dat wordt gevoerd om onmatige deelname en kansspelverslaving te voorkomen.
De maatregelen in deze regeling houden in dat licht ook verband met elkaar. De neutrale keuzearchitectuur bij het instellen van een speellimiet, het eenduidige proces en de informatie rondom de invoer van die speellimiet, het contactmoment bij een hoge speellimiet en de meldingen tijdens het spel zijn in hun onderlinge samenhang nodig om te bewerkstelligen dat spelers een geïnformeerde keuze maken in hun spelgedrag en om de risico’s op kansspelverslaving te beperken. Deze maatregelen sluiten daarbij aan op de aanbevelingen van de Europese Commissie ter bescherming van consumenten en gebruikers van onlinegokdiensten.55 De bestaande regels en praktijken zijn niet effectief genoeg om het spelgedrag te matigen, terwijl een duidelijkere informatievoorziening met betrekking tot de zelfingestelde speellimieten bij kan dragen aan het voorkomen van onmatige deelname en kansspelverslaving. Daarbij gaan de maatregelen, zoals reeds hiervoor aangegeven, niet verder dan nodig om dit doel te bereiken.
Het is primair aan de vergunninghouders en tevens de bedrijven en instellingen die de kansspelen op afstand in opdracht van vergunninghouders faciliteren, om uitvoering te geven aan de maatregelen die in deze regeling zijn opgenomen. Zij dienen niet alleen de keuzearchitectuur bij het invoeren van de speellimieten aan te passen, maar ook de informatievoorziening, de feedback, de terminologie en het proces daaromtrent. Verder moeten vergunninghouders waarborgen dat spelers contact opnemen met het verslavingspreventie-opgeleid personeel als zij een hoge stortingslimiet willen invoeren en dit contact mogelijk maken. Ook moeten zij maatregelen nemen om het zicht op de speellimieten tijdens het spelen te vergroten en het speelgedrag ook tijdens het spelen te matigen.
Desalniettemin is de verwachting dat de uitvoeringslasten voor deze betrokken partijen te overzien zijn en in elk geval opwegen tegen de daarmee gediende algemene belangen, verwoord als doelen van kansspelbeleid. Voor veruit de meeste maatregelen geldt dat de vergunninghouders en voorts de bedrijven en instellingen die de kansspelen op afstand faciliteren, kunnen volstaan met een aanpassing van de spelers- of kansspelinterface. Alleen de verplichting voor vergunninghouders om te waarborgen dat spelers bij het invoeren van een hoge stortingslimiet contact opnemen met het verslavingspreventie-opgeleid personeel voordat die invoer kan worden geaccepteerd, vereist meer dan een – technische – aanpassing van de vergunninghouders. Zij moeten ervoor zorgen dat dit personeel beschikbaar is en ook voor het uitvoeren van de maatregel zijn opgeleid, zoals hiervoor is beschreven. Deze regeling levert zodoende administratieve lasten en implementerings- en nalevingskosten op voor vergunninghouders.
Hierbij wordt opgemerkt dat de vergunninghouders reeds ingevolge artikel 6, tweede en derde lid, Bwrvk in samenhang met artikel 8 en 9 Rwrvk – dus nog voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling – moeten beschikken over personeel dat ten aanzien van verslavingspreventie is opgeleid. Vergunninghouders die kansspelen op afstand aanbieden, hebben verder al vanaf 16 december 2021, namelijk het moment waarop de Tweede Kamer de eerste motie over speellimieten aannam, rekening kunnen houden met de invoering van nadere maatregelen. Deze maatregelen leveren ook geen onevenredig nadeel op dat het normaal maatschappelijk risico (of normaal ondernemersrisico) van deze partijen te boven gaat en de vergunninghouders worden allen op dezelfde manier met de maatregelen geconfronteerd. De onderhavige regeling bestaat daarnaast uit een aanscherping van reeds bestaande verplichtingen voor vergunninghouders om onmatige deelname en kansspelverslaving te voorkomen. Mede gezien het risicovolle product waar het bij kansspelen op afstand om gaat behoort de – tussentijdse – wijziging van regelgeving waarbij wordt voorzien in nadere maatregelen om onmatige deelname tegen te gaan of kansspelverslaving te voorkomen, en de uitvoeringslasten die daarmee gepaard gaan ook tot het normale maatschappelijke ondernemersrisico binnen deze sector.
Ook zullen de maatregelen handelingen vergen van (aspirant-)spelers. Doel van de maatregelen in deze regeling is dat zij ertoe worden aangezet om bewust bij de speellimieten stil te staan en daar ook op te reflecteren. Verder dienen de (aspirant-)spelers kennis te nemen van de informatie die de vergunninghouders op grond van deze regeling dienen te verstrekken en hebben de regels met betrekking tot de wijze waarop een hoge stortingslimiet kan worden ingesteld tot gevolg dat zij daarvoor contact moeten opnemen met het verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunninghouders. Hiervoor is ten aanzien van de gevolgen van de maatregelen al kenbaar gemaakt dat dit een beroep doet op het doenvermogen van de (aspirant-)spelers, maar ook dat dit zoveel mogelijk wordt beperkt en nodig is om de (aspirant-)spelers, en met name hoogrisico- en gematigdrisicospelers alsmede de jongvolwassenen, zo veel mogelijk tegen de risico’s van deelname aan kansspelen op afstand te beschermen. Op de financiële (uitvoerings)lasten zal nader worden ingegaan in paragraaf 7 hieronder.
Op grond van artikel 33b Wok is de Ksa belast met het toezicht op de naleving van kansspelregelgeving alsmede de handhaving daarvan en zodoende ook ten aanzien van de onderhavige regeling op het moment dat deze in werking treedt.
De Ksa heeft een ex ante uitvoeringstoets uitgevoerd met betrekking tot het in consultatie gegeven ontwerp van deze regeling. De Ksa acht deze regeling uitvoerbaar en daarmee tevens handhaafbaar. De Ksa geeft aan dat de voorschriften gedetailleerd zijn en dat dit vanuit de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid wenselijk is. Volgens de Ksa kan de regelgeving daardoor mogelijkerwijs wel snel verouderen. Zij onderstreept daarom de noodzaak om de regelgeving actueel te houden. De Ksa zal de maatregelen monitoren en daarmee ook de effectiviteit van de regeling. De extra eisen leiden volgens de Ksa – op het moment van het uitbrengen van de uitvoeringstoets – niet tot aanpassingen van de keuringssystematiek. De Ksa wijst verder op de impact van het persoonlijke contactmoment die enkel ziet op aspirant-spelers en spelers die hun limieten wijzigen. Daarop wordt ingegaan in paragraaf 7.
De wijzigingen waar deze regeling in voorziet, houden bijkomende vereisten in en betreffen voorts een verdere invulling van de vereisten waar vergunninghouders aan moeten voldoen. Naleving van deze regeling zal voor vergunninghouders zodoende administratieve lasten opleveren en financiële gevolgen hebben. Om de regeldruk, waaronder de nalevingskosten en financiële gevolgen, in beeld te brengen, is een lastenmeting uitgevoerd door het onderzoeksbureau SIRA, waarbij de onderzoekers methodologisch zijn aangesloten bij het ‘Handboek meting regeldrukkosten.56 Onderdeel van de gevolgde methode is het verzamelen van gegevens via interviews met een aantal vergunninghouders, spelers en ontwerpers van zowel kansspelsystemen als hostingsites. SIRA heeft de onderzoeksresultaten verwerkt in een rapport.57
Het onderzoek brengt eenmalige en structurele regeldrukeffecten voor de vergunninghouders in kaart. Eenmalige regeldrukeffecten zijn kosten die incidenteel, namelijk bij de invoering van de wijzigingsregeling, moeten worden gemaakt door vergunninghouders. Uit de lastenmeting blijkt dat de nieuwe verplichtingen veelal zorgen voor eenmalige lasten. Zo moet de vergunninghouder eenmalig aanpassingen doen in de kansspelinterface en systemen om aan de nieuwe verplichtingen te voldoen. De eenmalige lasten bedragen naar schatting minimaal € 2.272.800 (€ 84.179 per vergunninghouder) en maximaal € 5.067.700 (€ 188.025 per vergunninghouder) voor de 27 vergunninghouders tezamen.58
Daarnaast zijn er structurele regeldrukeffecten. Dit zijn lasten die periodiek (jaarlijks) terugkeren. Dit betreft de verplichting voor het contactmoment dat spelers dienen te hebben bij het instellen van een hoge limiet. Ook de verplichting dat een hoge limiet als indicator dient te worden meegenomen in de verslavingspreventieanalyse leidt tot jaarlijks terugkerende lasten. In totaal zijn de structurele lasten naar schatting minimaal € 943.000 (€ 34.926 per vergunninghouder) per jaar en maximaal € 1.122.000 (€ 41.556 per vergunninghouder) per jaar voor de 27 vergunninghouders tezamen.
De minimale en maximale inschattingen lopen uiteen, omdat de kosten van het doorvoeren van technische aanpassingen per vergunninghouder kunnen verschillen. Dit hangt af van de complexiteit van het spelsysteem van de vergunninghouder, de functionaliteiten die aanwezig zijn in de spelsystemen, het eventueel inhuren van een externe ontwikkelaar, en hoeveel tijd en geld aanpassingen door externe ontwikkelaars kosten. Uit het onderzoek blijkt dat niet alle vergunninghouders de maximale lasten zullen hebben. Ook zullen niet alle vergunninghouders de minimale lasten hebben. De totale nalevingskosten per vergunninghouder zullen zodoende tussen de minimale en maximale variant liggen. Uitgaande van het midden van de bandbreedte zijn de te verwachten eenmalige lasten in totaal € 3.665.250 ofwel gemiddeld € 136.102 per vergunninghouder en de jaarlijkse lasten in totaal € 1.034.450 ofwel gemiddeld € 38.647 per vergunninghouder.
De onderzoekers hebben ook een schatting gemaakt van de regeldrukeffecten voor (aspirant-)spelers. De regeldrukeffecten voor (aspirant-)spelers zijn structureel en worden veroorzaakt door het verplichte contactmoment met verslavingspreventie-opgeleid personeel voorafgaand aan het instellen van hoge speellimieten. Uitgedrukt in geld worden deze structurele regeldrukeffecten geraamd op minimaal € 38.000 tot maximaal € 58.500 per jaar voor alle spelers tezamen.59 Uit het onderzoek blijkt dat de ervaren regeldruk door spelers hoger is dan dat deze daadwerkelijk is. Dit is uiteindelijk ook het doel van de maatregelen, namelijk spelers extra laten nadenken en moeite laten doen om een hoge limiet in te stellen, zonder dat dit een onoverkomelijke last is. Dat de last niet onoverkomelijk is, blijkt ook uit de lastenmeting.
De uitgevoerde lastenmeting geeft geen aanleiding om de voorgenomen wijzigingen anders in te richten of te veranderen. De lasten zijn proportioneel ten opzichte van de met de regeling beoogde doelen. Bovendien behoren deze lasten – zoals hiervoor al is opgemerkt – tot het normale maatschappelijke ondernemersrisico binnen deze sector, aangezien het bij kansspelen op afstand gaat om een risicovol product.
Het ontwerp van deze regeling is op 20 februari 2024 voor openbare consultatie op internet geplaatst.60 Het is tevens toegezonden aan de Ksa voor het uitvoeren van een uitvoerings- en handhavingstoets en aan het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR) voor advies over de met deze regeling samenhangende regeldruk. Vlak na de start van de internetconsultatie (op 28 februari 2024) is de ontwerpregeling overeenkomstig Richtlijn 2006/123/EG, Richtlijn (EU) 2015/1535 en artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Europese Commissie genotificeerd met betrekking tot technische en operationele vereisten. Deze notificatie heeft niet tot opmerkingen geleid.
Er hebben 27 personen en organisaties gereageerd in het kader van de openbare (internet)consultatie. Het gaat daarbij voornamelijk om personen en organisaties:
• die werkzaam zijn op het gebied van verslavingspreventie;
• die vergund kansspelen op afstand aanbieden of de belangen van deze kansspelaanbieders behartigen;
• die stellen als (recreatieve of professionele) spelers deel te nemen aan kansspelen op afstand;
• die anderszins betrokken zijn bij de organisatie van kansspelen op afstand.
De ontvangen reacties zijn divers van aard. Met name over het persoonlijke contactmoment en de administratieve lasten die deze regeling oplevert, zijn door veel respondenten opmerkingen gemaakt. De reacties die zijn ontvangen naar aanleiding van de consultatie zijn, voor zover deze daartoe aanleiding gaven, verwerkt en hebben geleid tot aanvulling dan wel aanpassing van de daarvoor in aanmerking komende onderdelen van de regeling of de toelichting. Hieronder wordt op de consultatiereacties ingegaan die hebben geleid tot een nadere uitwerking van de toelichting bij deze wijzigingsregeling of tot significante wijzigingen van de eerder ontworpen artikelen. Reacties die gelet op de inhoud overeenkomen en meermaals naar voren kwamen, maar die niet hebben geleid tot een heroverweging van de gekozen maatregelen, zullen ook aan de orde komen.
Uit de consultatiereacties bleek dat er behoefte is aan nadere uitwerking van de probleemanalyse, waaruit blijkt dat spelers die deelnemen aan het vergunde aanbod veel geld kunnen verliezen. Daartoe is de probleemanalyse in het inleidende gedeelte van de toelichting – waar nodig – verder aangescherpt met meer recente voorbeelden en signalen uit de praktijk alsmede met informatie uit de meest recente monitoringsrapportage van de Ksa (voorjaar 2024).
Een aantal respondenten heeft opmerkingen gemaakt over de – nagenoeg gelijktijdig met deze wijzigingsregeling – aanscherping van de Beleidsregels verantwoord spelen van de Ksa. Zij gaven aan onduidelijkheid te ervaren hoe de onderhavige regeling en die beleidsregels zich tot elkaar verhouden en vroegen zich af in hoeverre de voorgenomen voorschriften in deze regeling proportioneel zijn als ook de beleidsregels worden aangescherpt.
Het is aan de Ksa als toezichthouder en zelfstandig bestuursorgaan om invulling te geven aan de huidige wet- en regelgeving en zo nodig aan de hand van – wetsconforme – beleidsregels. Hoewel deze regeling en de genoemde beleidsregels van de Ksa voor het nader invullen van de zorgplicht door aanbieders in elkaars verlengde liggen, lopen zij uiteen voor wat betreft de te regelen materie. Naar hun aard zijn beleidsregels geen algemeen verbindende voorschriften en gaan zij bijvoorbeeld over de uitleg van (bestaande) wettelijke voorschriften bij het gebruik van de bevoegdheid van de Ksa (artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht), terwijl bij deze regeling wel sprake is van (nieuwe) algemeen verbindende voorschriften.
Deze regeling ziet op het beter beschermen van de speler door er onder andere in te voorzien dat hij voorafgaand aan kansspeldeelname de gelegenheid krijgt om in een neutrale omgeving zijn speellimieten in te stellen en hem bewust te maken van zijn speelgedrag en de risico’s van kansspelen. Deze voorschriften zien op het voorkómen van risicovol speelgedrag. Met de aanscherping van Beleidsregels verantwoord spelen geeft de Ksa nadere invulling aan de zorgplicht van vergunninghouders om tijdig te interveniëren als een speler risicovol speelgedrag daadwerkelijk vertoont of heeft vertoond.
Tevens bestaat er een verschil tussen deze regeling en de beleidsregels van de Ksa met betrekking tot stortingslimieten. De genoemde beleidsregels betreffen bedragen die door de (aspirant-)speler daadwerkelijk worden gestort boven de daarin gestelde grensbedragen en die alsdan moeten leiden tot onmiddellijke interventie door de vergunninghouder. De onderhavige regeling ziet juist niet op daadwerkelijk gestorte bedragen, maar op grensbedragen bij het instellen van stortingslimieten boven de in deze regeling opgenomen grensbedragen en die niet onmiddellijk leiden tot een interventie, maar wel tot een contactmoment om – voor de individuele (aspirant-)speler – ongepaste limieten te voorkomen en de (aspirant-)speler te wijzen op risico’s van kansspelen op afstand voorafgaand aan de mogelijk daaropvolgende deelname daaraan.
In de lastenparagraaf (paragraaf 7) is reeds stilgestaan bij de notie die respondenten tevens naar voren hebben gebracht dat zowel deze regeling als de beleidsregels van de Ksa zorgt voor meer inspanningen van de vergunninghouder en een verhoging van de lasten. Van disproportionaliteit is – gelet hierop en op de in de toelichting geschetste, geactualiseerde problematiek – bovendien geen sprake.
Tijdens de consultatie heeft een aantal vergunninghouders en hun brancheverenigingen aangegeven dat zij zich zorgen maken over de bijkomende lasten vanwege deze wijzigingsregeling. Die zorgen zien voornamelijk op het extra aan te trekken en met betrekking tot verslavingspreventie op te leiden personeel. Uit de voor deze regeling uitgevoerde lastenmeting blijkt dat die last aanzienlijk lager ligt dan vergunninghouders aangeven. Het aantal ingeschatte contactmomenten ligt tussen de 26.000 en 41.300 en de contactmomenten kosten voor alle vergunninghouders tezamen 6.711 tot 10.235 uur.61
Aangezien de overgangsbepaling (artikel III) voor huidige spelers geen persoonlijk contactmoment met verslavingspreventie-opgeleid personeel vereist, ziet het contactmoment voorts enkel op aspirant-spelers en huidige spelers die hun limiet lager hebben ingesteld dan de bedragen, bedoeld artikel 3.19d, eerste lid, van deze regeling en hun limiet nu daarboven willen instellen. Tevens zullen door wijzigingen van artikel 3.19d, artikel 17 en artikel III naar een getrapt model minder (aspirant-)spelers voor het instellen of verhogen van bijvoorbeeld een daglimiet persoonlijk contact moeten hebben met verslavingspreventie-opgeleid personeel, indien zij al een maandlimiet hebben ingesteld die lager is dan het grensbedrag per maand in die artikelen en die zodoende al bijdraagt aan bescherming van de speler. Het getrapte model betekent ook dat relatief minder (aspirant-)spelers meegenomen hoeven te worden in de verslavingspreventie-analyse door de vergunninghouder, tenzij de leidende limiet daartoe aanleiding geeft.
Zoals een aantal respondenten aangeeft, is het reëel dat er piekmomenten kunnen ontstaan, waarbij aspirant-spelers hun limieten willen instellen of verhogen, die zorgen voor wachttijd. Aangezien de uitvoeringslast gelet op het voorgaande minder ingrijpend is, is de verwachting dat dit het eenvoudiger maakt voor de vergunninghouder om deze wachttijd in te perken en hierop te anticiperen.
Een aantal respondenten heeft de lasten voor vergunninghouders als gevolg van artikel 3.5a te hoog ingeschat. In dat artikel wordt bepaald dat de vergunninghouder bij het starten van een spel of speelronde middels een melding de speler dient te wijzen op de hoogte van de spelinzet, indien die inzet zonder toedoen van de speler hoger is dan de minimale inzet. Naar aanleiding van de uitgevoerde lastenmeting blijkt dat voor een dergelijke spelaanpassing de eenmalige nalevingskosten worden geschat op minimaal € 5.000 en maximaal € 10.000 per vergunninghouder.62 Nu het hier om een eenmalige (spel)aanpassing gaat, is de impact op de totale lastenverzwaring minimaal.
De toelichting bij artikel 3.5a is op het voornoemde punt nog wel aangepast ten opzichte van de toelichting die eerder bij dat artikel stond in de ontwerpregeling, aangezien die mogelijk aanleiding gaf voor respondenten om de bepaling anders te interpreteren en de nalevingskosten hoger in te schatten dan de bedoeling is van die bepaling. Beslissend is of de inzet al hoger was bij aanvang van een spel of speelronde dan de minimaal mogelijke inzet dan wel tussentijds is verhoogd zonder dat de speler een daaraan voorafgaande rol heeft gehad, bijvoorbeeld indien de speler zijn inzet binnen een spel voor iedere speelronde heeft vastgezet. Als de inzet al bij aanvang hoger is dan de minimaal mogelijke inzet of tussentijds een verhoging plaatsvindt zonder een dergelijke rol, namelijk zonder toedoen van de speler, geldt de verplichting en moet de speler informatie ontvangen over de minimaal mogelijke inzet. Deze verplichting blijft zodoende uit in die gevallen waarin de speler wel invloed heeft gehad op de inzet waardoor deze uiteindelijk hoger is dan de minimaal mogelijke inzet.
Een aantal respondenten heeft opmerkingen geplaatst met betrekking tot de achtergrond van de – noodzaak voor – nieuwe voorschriften voor kansspelen op afstand in verhouding tot andere (hoogrisico)kansspelen. Het contactmoment en de maatregelen hebben betrekking op kansspelen op afstand en hebben geen betrekking op landgebonden (hoogrisico)kansspelen, specifiek kansspelen in speelcasino’s en speelautomatenhallen.
Het risico op verslaving bij kansspelen op afstand is groter dan bij de zogeheten landgebonden varianten.63 Dit verschil op zich pleit al voor voldoende extra beschermende maatregelen en extra bewustwording bij spelers die deelnemen of willen deelnemen aan kansspelen op afstand. Kansspelen op afstand zijn daarnaast eenvoudig toegankelijk en de drempel om daaraan deel te nemen is relatief laag, terwijl bij speelcasino’s en speelautomatenhallen de speler eerst de stap moet nemen om naar de betreffende locatie te gaan om vervolgens deel te kunnen nemen aan kansspelen.
Verder vinden conform bestaande wet- en regelgeving in speelcasino’s en speelautomatenhallen al persoonlijke contactmomenten plaats, terwijl bij kansspelen op afstand contactmomenten tot op heden niet op een vergelijkbare persoonlijke wijze hoefden plaats te vinden. De persoonlijke contactmomenten waar deze regeling in voorziet, trekt dit verschil enigszins gelijk en maakt de regelgeving op dat vlak ook consistenter.
In de consultatiereacties uiten verschillende partijen zorgen over de effecten op de kanalisatiegraad, namelijk de verhouding spelers die gebruik maakt van legaal kansspelaanbod ten opzichte van illegaal kansspelaanbod, bij invoering van de onderhavige regeling. Zo wordt gevreesd dat de maatregelen recreatieve spelers onnodig zullen belemmeren en daardoor doen uitwijken naar illegaal aanbod.
Voorop moet worden gesteld dat de maatregelen waarin deze regeling voorziet, spelers niet uitsluiten van deelname aan legaal aanbod. Zij kunnen van dat aanbod gebruik blijven maken en nog steeds zelf persoonlijke speellimieten instellen – ook indien het gaat om een stortingslimiet boven de toepasselijke grensbedragen.
Andere maatregelen tijdens het spelen, zoals de tussentijdse pop-up en het automatisch afmelden, kunnen de aantrekkelijkheid van het spelaanbod wel beïnvloeden. De maatregelen moeten echter niet op zichzelf worden bezien, maar in het licht van de kansspelbeleidsdoelen die daarmee worden nagestreefd, zoals het tegengaan van kansspelverslaving en consumentenbescherming. Weliswaar kunnen deze maatregelen de kanalisatie raken, maar de verwachting is dat de voorgestelde maatregelen niet dermate van invloed zijn op de spelbeleving en de aantrekkelijkheid van het spelaanbod dat hierdoor de balans tussen een gepast niveau van bescherming voor spelers en een voldoende kanalisatiegraad verstoord raakt. De lasten voor spelers zijn daarnaast minimaal en de lastenmeting ondersteunt dit beeld. Zo is de verwachting dat het persoonlijk contactmoment de speler ongeveer vijf minuten zal kosten.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat kanalisatie geen doel op zich is, maar ten dienste staat aan de doelen die aan het kansspelbeleid ten grondslag liggen, waaronder het tegengaan van kansspelverslaving en consumentenbescherming.
Tijdens de consultatie is de suggestie gedaan om niet alleen te voorzien in een neutrale keuzearchitectuur voor de (aspirant-)speler op het moment dat hij zijn speellimieten invoert, maar om hem ook – bij het aldus lege invoerveld – naar rato van een percentage van zijn inkomen een advies te geven over de maximale hoogte van zijn stortingslimiet. Deze suggestie voor advies aan de speler wordt niet overgenomen, omdat het bij de speler kan overkomen als bestedingsadvies en dit ingaat tegen de strekking van een neutrale keuzearchitectuur om de (aspirant-)speler zélf – weloverwogen – keuzes daarin te laten maken. Het is in eerste instantie aan de (aspirant-)speler zelf om te bepalen wat voor hem passend is en om te overwegen of hij bereid is geld te besteden aan kansspelen met het risico om dat geld te verspelen. Tevens is het aan de (aspirant-)speler zelf om te bepalen hoe hoog het bedrag moet zijn dat hij maximaal daarvoor wil gebruiken. Een advies over een maximaal stortingslimiet als percentage van het inkomen zou de (aspirant-)speler daarentegen sturen bij het instellen daarvan. Het overnemen van de gedane suggestie kan ertoe leiden dat (aspirant-)spelers met hoge inkomens worden geadviseerd om een zeer hoge stortingslimiet in te stellen die mogelijk niet past bij hun persoonlijke situatie en onvoldoende rekening houdt met hun daadwerkelijke bestedingsruimte. Zonder advies over de hoogte van de stortingslimiet naar rato van inkomen worden (aspirant-)spelers juist gedwongen om wel zélf na te denken over de hoogte van de stortingslimiet in relatie tot hun persoonlijke omstandigheden.
Tijdens de consultatie maakten respondenten regelmatig onderscheid tussen netto- en brutostortingslimieten, waarbij al dan niet speelwinsten en terugboekingen vanaf de speelrekening worden meegerekend in de hoogte van de stortingslimiet. Met een stortingslimiet wordt in deze regeling uitsluitend gerefereerd aan een grens met betrekking tot het speelgedrag van de speler, bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, aanhef en onder b, Bkoa. Dit betreft het maximale bedrag dat de (aspirant-)speler zélf kan storten op zijn speelrekening per dag, week of maand. Dit betreft zodoende niet het eindresultaat van transacties van en naar de speelrekening en het gaat hierbij dan ook niet om transacties die geautomatiseerd plaatsvinden vanwege bijvoorbeeld een ingestelde tegoedlimiet, bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, aanhef en onder c, Bkoa.
Voorts kwam uit consultatiereacties naar voren dat er onduidelijkheid bestaat over de stortingslimieten en de grensbedragen vanaf welke een persoonlijk contactmoment vereist is voor het instellen daarvan dan wel het verhogen daarnaar. Voor de duidelijkheid wordt hier daarom opgemerkt dat deze regeling niet voorziet in zogeheten harde limieten, waar (aspirant-)spelers niet van af kunnen wijken. Verder is van belang dat enkel de wijze waarop de (aspirant-)speler zijn limiet kan instellen, in deze regeling wordt voorgeschreven. De (aspirant-)speler behoudt de vrijheid om zijn limieten boven de grensbedragen in te stellen, maar de vergunninghouder moet hem daarvoor wel een andere procedure laten volgenmet een persoonlijk contactmoment. Het gaat hier niet om een limietbeperking.
Verschillende respondenten hebben bepleit enkel een grensbedrag voor een stortingslimiet per maand te hanteren. Aangezien een speler kan kiezen voor een dag-, week- en/of maandlimiet – of een combinatie hiervan, zou het hanteren van enkel een stortingslimiet per maand ertoe leiden dat spelers die geen maandlimiet instellen geen contactmoment hebben en zonder nadere reflectie voor minder gepaste stortingslimieten – per dag en/of per week – kiezen. Dit heeft ertoe geleid om ook grensbedragen voor stortingslimieten per dag en per week te hanteren vanaf welke een persoonlijk contactmoment vereist is.
Naar aanleiding van de consultatiereacties is artikel 3.19d aangepast in een getrapt model, waarbij de maandlimiet leidend is, vervolgens de weeklimiet en daarna de daglimiet. Zo kunnen spelers die al een maandlimiet hebben ingesteld, een hogere daglimiet en/of weeklimiet instellen zonder een persoonlijk contactmoment, tenzij zij tevens die limiet verhogen boven het daarvoor gestelde grensbedrag. Indien een speler een stortingslimiet per maand gelijk aan of boven het daarvoor geldende grensbedrag wil instellen óf indien de speler geen maandlimiet instelt of heeft ingesteld en hij wel een stortingslimiet per week wil instellen boven het daarvoor geldende grensbedrag, dan zal hij daarvoor contact moeten opnemen met het verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunninghouder. Dit geldt eveneens voor het geval de speler alleen een daglimiet wil instellen boven het daarvoor geldende grensbedrag zonder een maand- en weeklimiet. Dit getrapte systeem kan leiden tot minder contactmomenten en minder lasten voor zowel vergunninghouders, als (aspirant-)spelers, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het algemeen belang dat met deze regeling wordt gediend. Dit zijn minder lasten dan eerder is berekend in de lastenmeting die is uitgevoerd ten aanzien van het in consultatie gegeven ontwerp van deze regeling.
Een persoonlijk contactmoment voorschrijven als onderdeel van het proces om stortingslimieten te verlagen naar een bedrag boven (dan wel onder) de genoemde bedragen, zou een aanvullende lastenverzwarende maatregel vormen voor zowel spelers als vergunninghouders. Dit wordt op dit moment niet noodzakelijk geacht, omdat de verlaging van een limiet, specifiek een stortingslimiet, samenhangt met een positieve gedragswijziging van de speler die niet moet worden tegengewerkt en die direct in werking moet kunnen treden, zonder vertraging of extra drempels. Daarom is voor het verlagen van een limiet – ook als het gaat om een verlaging naar een bedrag boven de grensbedragen – geen contactmoment vereist.
Respondenten hebben voorts opmerkingen gemaakt met betrekking tot de keuze om personeel in te zetten in plaats van een (semi-)geautomatiseerd proces. Deze keuze is expliciet gemaakt, omdat dan meer risicogestuurd gehandeld wordt en adequater en sneller kan worden gereageerd op signalen van risicovol gedrag dan bijvoorbeeld met het gebruik van een online vragenlijst, een chatbot of een ander geautomatiseerd – zo nodig met kunstmatige intelligentie aangedreven – proces. Hoewel de inzet van kunstmatige intelligentie de operationele lasten kan verlagen, is menselijk contact van belang voor het faciliteren van reflectie en bewustzijn van de speler ten aanzien van zijn speelgedrag. Bovendien zijn de lasten die gepaard gaan met het inzetten van personeel proportioneel, mede vanwege de overgangsbepaling (artikel III) en het getrapte grensbedragmodel. Op de lasten wordt verder ingegaan in paragraaf 7.
Verder zijn in de consultatiereacties zorgen geuit dat de verplichting van een contactmoment spelers kan aanmoedigen om een hogere stortingslimiet in te stellen om herhaaldelijk contact in te de toekomst te voorkomen. Hoewel het de vraag is in hoeverre spelers daartoe genegen zijn, zal ook het bewust snel instellen van een hoge stortingslimiet een indicator opleveren van mogelijk risicovol speelgedrag. Dit onderstreept het belang van een persoonlijk contactmoment, namelijk dat het verslavingspreventie-opgeleid personeel dit gedrag signaleert, meeneemt in een verslavingspreventieanalyse en verder monitort.
Tijdens de consultatie is de vraag opgeworpen over een zogenoemde warme doorverbinding met het Loket Kansspel, indien de speler daar behoefte aan zou hebben aan het einde van een persoonlijk contactmoment. Tijdens dat contact ontvangt de speler naast informatie over risico’s van kansspelen en kansspelverslaving, immers ook informatie over dat loket. Dit is een kwestie die de uitvoeringspraktijk betreft en zonder aanpassing van de onderhavige regeling vorm kan krijgen, indien vergunninghouders daarover in nader overleg treden met het Loket Kansspel.
Verder is tijdens de consultatie de vraag gesteld of het toegestaan zou zijn als de vergunninghouder contact opneemt met de speler in plaats van andersom als deze een hoge stortingslimiet wil instellen. Voor het verhogen van een stortingslimiet boven de getrapte grensbedragen, bedoeld in artikel 3.19d, eerste lid, Rkoa is expliciet vereist dat de speler zélf contact opneemt met de vergunninghouder. Het is van belang dat de speler zelf het initiatief neemt en het gewenste moment kan bepalen om de bedoelde bewustwording maximaal te bewerkstelligen.
Naar aanleiding van de suggestie van enkele respondenten om onafhankelijke deskundigen de zorgplicht die rust op vergunninghouders in te laten vullen en uit te laten voeren, moet hier worden vermeld dat deze regeling daar geen betrekking op heeft. Deze regeling heeft in de eerste plaats betrekking op bewustwording van spelers en het ertoe aanzetten van spelers om passende limieten in te stellen. Daarnaast wordt opgemerkt dat de zorgplicht onder de huidige wet- en regelgeving belegd is bij vergunninghouders gezien het zicht dat vergunninghouders hebben op het speelgedrag van de speler en hun mogelijkheden tot adequaat ingrijpen ten aanzien van risico-indicatoren. De regeling leidt niet tot een wijziging van dit uitgangspunt. Wel wordt het persoonlijke contactmoment, indien de speler daarbij persisteert in het instellen van een hoge limiet, aangemerkt als een extra risico-indicator met de toevoeging van een nieuw onderdeel g aan artikel 17, eerste lid, Rwrvk, waardoor dit onderdeel wordt van de zorgplicht van de vergunninghouder in het kader van de verslavingspreventieanalyse.
De toelichting op artikel 15 Rwrvk is naar aanleiding van een aantal consultatiereacties verder aangescherpt. Het informatieve bericht, bedoeld in artikel 15, onderdeel c, Rwrvk ziet op het verstrijken van de tijd sinds de aanvang van het eerste spel na de aanmelding van de speler. Dit staat gelijk aan de momenten waarop de speler gevolg heeft gegeven aan zijn intentie om deel te nemen aan kansspelen op afstand tot het moment waarop de speler – na zijn aanmelding – definitief kenbaar heeft gemaakt daaraan niet langer te willen deelnemen door zich af te melden.
Tijdens de consultatie is met betrekking tot het nieuwe onderdeel b van artikel 15 Rwrvk de opmerking gemaakt dat bij de naleving daarvan spelers met lager ingestelde speellimieten (ten aanzien van de maximale toegangstijd, het maximale stortingsbedrag en het maximale speeltegoed) relatief gezien eerder een informatief bericht, bijvoorbeeld in de vorm van een pop-up, ontvangen bij het bereiken van 50% van die speellimieten dan spelers met hoger ingestelde speellimieten. Dit zou volgens een aantal vergunninghouders leiden tot irritatie bij spelers en hun spelbeleving verstoren. Het verplichte informatieve bericht is evenwel niet bedoeld om spelers te hinderen, maar om hun inzicht te bieden in het eigen speelgedrag. Uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de spelers denkt dat een pop-up kan helpen om grip te krijgen op het speelgedrag.64
Tijdens de consultatie is erop gewezen dat de voorgenomen wijzing van artikel 19, derde lid, Rwrvk, als opgenomen in de ontwerpregeling, waarin werd voorzien dat de speler na het bereiken van zijn limieten automatisch moest worden afgemeld, er in de praktijk toe zou leiden dat spelers die na een storting de stortingslimiet bereiken, nog voor hun deelname aan kansspelen zouden worden afgemeld. De voorgenomen bepaling, voor zover het om een automatische afmelding gaat bij het bereiken van een stortingslimiet, zou daarmee het beoogde doel voorbijschieten, namelijk om de speler uit ‘de roes van het spelen’ te halen. Daarnaast ontvangen spelers bij toepassing van artikel 15 Rwrvk al een informatief bericht wanneer zij 50% en 100% van hun stortingslimiet bereiken. Gelet op het voorgaande wordt artikel 19, derde lid, Rwrvk zodanig gewijzigd dat de daarin bedoelde automatische afmelding alleen plaatsvindt bij het bereiken of (net) overschrijden van de opgegeven tijdslimiet (artikel 4.14, tweede lid, onder a, Bkoa).
Tijdens de consultatie is gesteld dat de maatregelen waarin de onderhavige regeling voorziet, kunnen leiden tot minder winst bij vergunninghouders, omdat spelers met het instellen van beter passende limieten minder geld zullen inzetten. Dit hangt echter samen met het risicovolle product dat vergunninghouders aanbieden, waarbij tussentijdse wijzigingen tot het normaal maatschappelijke risico van een ondernemer in deze sector behoren. De onderhavige regeling betreft een dergelijke tussentijdse wijziging die dat risico – die voor rekening van de ondernemer komt – niet te boven gaat. Het Nederlandse kansspelbeleid houdt weliswaar, waar mogelijk, rekening met belangen van ondernemers, maar die dienen afgewogen te worden tegen het maatschappelijke belang met hier onder andere consumentenbescherming en verslavingspreventie als vooraanstaande doelstellingen. Anders dan in sommige reacties naar voren is gebracht, is ook niet gebleken dat de maatregelen waar de onderhavige regeling in voorziet (verhoudingsgewijs) grotere gevolgen hebben voor vergunninghouders met een kleiner marktaandeel dan voor vergunninghouders met een groter marktaandeel.
De consultatie heeft een aantal reacties opgeleverd die betrekking hebben op onderwerpen die geen directe relatie hebben met de onderhavige regeling, zoals de motie voor het realiseren van overkoepelende speellimieten van het lid Bikker c.s., die – vlak voor de openstelling van de consultatie van het ontwerp van deze regeling – door de Tweede Kamer was aangenomen.65 Deze reacties zijn voor kennisgeving aangenomen. Overkoepelende speellimieten kunnen niet bij ministeriële regeling worden geregeld.
In de overgangsbepaling (artikel III) is – in lijn met de nieuwe artikelen 3.19d Rkoa en 17, derde lid, Rwrvk – tevens het getrapte model voor de maand-, week- en daglimiet doorgevoerd en ook de toelichting daarop is aangepast. Opmerkingen tijdens de consultatie over de overgangsbepaling gaven geen aanleiding tot verdere aanpassingen daarvan.
In de consultatiereacties heeft een aantal vergunninghouders aangegeven dat zij minimaal zes (tot negen) maanden nodig hebben om te voldoen aan de vereisten van de wijzigingsregeling. Zij geven (mede) als reden dat zij tijd nodig hebben voor het werven en laten opleiden van extra personeel, het verrichten van aanpassingen in het spelersprofiel en de kansspelinterface van hun spelsysteem, en de inspanningen die zij moeten doen om in dezelfde periode ook de aangescherpte Beleidsregels verantwoord spelen van de Ksa te kunnen implementeren. Uit de lastenmeting kwam ook naar voren dat vergunninghouders zes maanden doorlooptijd nodig hebben.66 De vergunninghouders hebben evenwel sinds de openstelling van de consultatie van het ontwerp van deze regeling – vanaf 20 februari 2024 – voorbereidingen kunnen treffen, zoals het werven en laten opleiden van geschikt personeel. Daarbij komt dat deze regeling op een aantal punten zodanig gewijzigd is dat dit juist leidt tot minder (uitvoerings)lasten aan de kant van de vergunninghouders. Het voorgaande maakt dat het niet onevenredig is om deze regeling met ingang van 1 oktober 2024 in werking te laten treden. Daarbij is deze regeling minimaal drie maanden voor laatstgenoemde datum gepubliceerd en dat is ruimer dan aanwijzing 4.17, vierde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving in beginsel opdraagt.
De wijzigingen die (mede) naar aanleiding van de consultatiereacties zijn doorgevoerd in deze regeling, zijn niet dermate ingrijpend dat die leiden tot een nieuwe notificatie van deze regeling aan de Europese Commissie.
In verschillende consultatiereacties is zorg uitgesproken over de lastendruk die de wijzigingsregeling meebrengt. Het ATR heeft geadviseerd over de lastendruk en twee voorstellen gedaan voor maatregelen die volgens het college leiden tot minder regeldruk, namelijk een algeheel reclameverbod voor kansspelen op afstand en een verbod op hoge limieten.
Het voorgestelde alternatief van een algeheel reclameverbod heeft een bredere reikwijdte en ziet op andere aspecten met betrekking tot de deelname aan kansspelen op afstand dan waar deze wijzigingsregeling op ziet en over gaat. Het genoemde alternatief gaat tevens voorbij aan de probleemanalyse die ten grondslag ligt aan deze regeling en die ziet op aanvullende maatregelen om een drietal problemen aan te pakken, indien de (aspirant-)speler al het idee hééft om deel te nemen aan kansspelen op afstand en gevolg wil geven aan dat idee. Het gaat hierbij om: (1) de keuzearchitectuur die vergunninghouders aan spelers bieden en de ruimte om voor zeer hoge speellimieten te kiezen, (2) het proces, de informatie, de feedback en de terminologie rond het instellen, wijzigen en bereiken van speellimieten, en (3) de werking van de speellimieten en het gebrek aan andere maatregelen die de speler ertoe bewegen het speelgedrag tijdens het spelen te matigen.
De regeling beoogt (aspirant-)spelers te beschermen door er in te voorzien dat zij voorafgaand aan de deelname aan kansspelen op afstand worden geholpen om hun limieten te bepalen, hen te wijzen op de risico’s van kansspelen en tijdens het spelen worden gewezen op hun speelgedrag mede in relatie tot de door hen ingestelde speellimieten. Het onderwerp kansspelreclame ziet op de toeleiding naar kansspelen op afstand en niet op de situatie dat de speler al van plan is om daaraan deel te nemen. Het uitbreiden van het reclameverbod67 is dus een minder gericht instrument en helpt spelers niet om bewuster hun limieten in te stellen en hen te laten reflecteren op hun limieten en speelgedrag, zoals wel met de regeling wordt beoogd. Volledigheidshalve wordt hier tevens opgemerkt dat een wettelijke delegatiegrondslag ontbreekt om in een algeheel reclameverbod voor kansspelen op afstand te voorzien bij ministeriële regeling.
Ten aanzien van het alternatief dat het ATR voorstelt om een verbod op hoge limieten in te stellen wordt erop gewezen dat dit weliswaar een minder belastend alternatief betreft, maar voor nu verder gaat dan hetgeen nodig is gelet op de analyse van de hiervoor genoemde problemen en hoe die kunnen worden tegengegaan. Op dit moment wordt een contactmoment dus proportioneel en subsidiair geacht, ondanks dat het wel van invloed kan zijn op de keuzes die (aspirant-)spelers maken, omdat zij nog altijd de mogelijkheid hebben om hun limieten zelf – zo nodig hoger – in te stellen, conform artikel 31k, tweede lid, aanhef en onder c, Wok en waar deze regeling niet van kan afwijken. Deze regeling voorziet erin dat (aspirant-)spelers hun keuze voor een – hoge – limiet wel bewuster instellen en zich tegelijkertijd ook bewuster worden van de risico’s daarvan. Daarbij komt dat vergunninghouders (de keuze voor) hoog ingestelde limieten moeten meenemen als indicator van risicovol speelgedrag.
Tevens kwam het advies van de ATR rekening te houden met de krappe arbeidsmarkt en het mogelijk langere tijdspad om personeel te werven. In de regeldrukparagraaf (paragraaf 7) is hierop reeds ingegaan.
Als laatste adviseerde het ATR om het ontwerp van deze regeling samen met de lastenparagraaf nogmaals voor (internet)consultatie open te stellen. Dit advies is niet overgenomen.Vergunninghouders en eventuele andere partijen hebben aan de hand van het ontwerp een eigen inschatting kunnen maken van de lasten die het hun zou kunnen opleveren. Zij hebben de gelegenheid gehad om opmerkingen daarover te maken tijdens de consultatie en hebben daar ook gebruik van gemaakt. Voorts zijn verschillende vergunninghouders geraadpleegd bij de lastenmeting die is uitgevoerd. Opnieuw openstellen van (internet)consultatie zou bovendien leiden tot vertraging, terwijl de hiervoor beschreven probleemanalyse maatregelen vergt die snel worden ingevoerd om (aspirant-)spelers de noodzakelijke bescherming te bieden.
In de regeling is een bepaling opgenomen die ziet op een overgangsfase met betrekking tot – reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling ingestelde – speellimieten. In artikel III staat dat vergunninghouders bestaande spelers moeten informeren over hetgeen in het nieuwe artikel 3.19d Rkoa opgenomen is. Dit met dien verstande dat de vergunninghouders alleen de spelers hoeven te informeren die op het moment van inwerkingtreding van de regeling een stortingslimiet hebben ingesteld die hoger is dan de bedragen die in het nieuwe artikel 3.19d, eerste lid, Rkoa opgenomen zijn.
Meer specifiek staat in artikel III dat de vergunninghouders deze spelers middels een duidelijk en begrijpelijk bericht moeten informeren over de toepassing van artikel 3.19d Rkoa. Voor wat betreft de inhoud van het bericht is daarbij geregeld dat de vergunninghouders kenbaar dienen te maken dat de stortingslimiet van de speler gelet op artikel 3.19d Rkoa als hoog is aangemerkt, dat dit een signaal is dat er mogelijk sprake is van onmatige deelname of kansspelverslaving en dat de speler het bedrag van de ingestelde limiet kan verliezen onder vermelding van het betreffende bedrag. Daarnaast dient de vergunninghouder de speler te wijzen op de risico’s van onmatige deelname, de mogelijkheid van uitsluiting van de deelname aan online kansspelen middels inschrijving in het CRUKS en de mogelijkheid tot het (zo nodig anoniem) ontvangen van informatie over kansspelverslaving door het landelijke preventieloket, Loket Kansspel alsmede de contactgegevens van dat loket.
In de overgangsbepaling zijn daarnaast voorschriften opgenomen over de werkwijze die de vergunninghouders bij het tonen van het bericht dienen te hanteren. In artikel III is voorgeschreven dat de vergunninghouders het bericht direct na aanmelding in de spelersinterface dienen te tonen en dat het bericht minimaal dertig seconden zichtbaar dient te zijn. Nadat deze dertig seconden verstreken zijn, mogen de vergunninghouders de spelers bovendien alleen de optie bieden om door te klikken naar het deel van de spelersinterface waar een speler zijn speellimieten kan wijzigen. De vergunninghouders zijn daarbij gehouden ervoor te zorgen dat spelers pas toegang krijgen tot andere delen van de spelersinterface als zij inderdaad hebben doorgeklikt en dus kennis hebben kunnen nemen van voornoemd bericht.
Zolang de speler niet op de bedoelde optie, bijvoorbeeld een link als het gaat om een webpagina, in het bericht heeft geklikt, moeten de vergunninghouders dit bericht na elke aanmelding opnieuw tonen totdat de speler wel op het bericht heeft geklikt. Dit geldt ook wanneer een speler zich heeft afgemeld voordat hij gebruik heeft gemaakt van de optie. Pas na gebruikmaking van de optie – na door te klikken – kunnen vergunninghouders ervan uitgaan dat de speler zich bewust is van de hoge limiet die hij heeft ingesteld en de mogelijkheid om die limiet lager in te stellen. Totdat de speler van de bedoelde optie gebruik heeft gemaakt, bijvoorbeeld door het klikken op de link, en daarmee uitkomt bij het scherm waarin hij de limieten kan bijstellen, heeft deze ook geen toegang tot de andere delen van de spelersinterface.
De genoemde bepaling is zo ontworpen gelet op artikel 31k, tweede lid, aanhef en onder c, Wok dat – zoals eerder is genoemd – thans geldt als belangrijke randvoorwaarde, waarbij (aspirant-)spelers zélf de keuzevrijheid hebben om speellimieten in te stellen of te wijzigen. Zodoende kunnen de voorschriften in deze regeling wel betrekking hebben op de wijze waarop (aspirant-)spelers limieten na inwerkingtreding van deze regeling kunnen instellen of wijzigen, maar zij kunnen niet inhouden dat bestaande spelers reeds door hen gekozen en (hoog) ingestelde limieten niet kunnen behouden. Evenmin kunnen deze voorschriften betrekking hebben op een – met inperking van de wettelijk bepaalde keuzevrijheid – verlaging van die reeds (hoog) ingestelde limieten.
Niets regelen met betrekking tot bestaande spelers met een hoge stortingslimiet is evenwel onwenselijk, omdat het risico op onmatige deelname en kansspelverslaving voor die spelers ook groot kan zijn en zij hiertegen anders minder zouden worden beschermd. Het is dus van belang dat deze spelers zich bewust zijn van hun hoge stortingslimiet en met name de risico’s die hiermee gepaard gaan. Het is ook van belang dat hen aanvullende bescherming wordt geboden tegen onmatige deelname en kansspelverslaving. Om ervoor te zorgen dat vergunninghouders op een effectieve en eenduidige manier spelers daarover informeren is daarbij niet alleen voorzien in voorschriften die betrekking hebben op de inhoud van het bericht, maar ook op de werkwijze. Na de – geregistreerde – kennisneming van het bericht zullen de bestaande spelers wel te maken krijgen met de nieuwe regels die dan gelden met betrekking tot de wijze waarop zij hun speellimieten kunnen verhogen, indien het daarbij om een hoge limiet zou gaan, waaronder een verplicht contactmoment.
Tot slot geldt dat deze regeling in werking treedt met ingang van 1 oktober 2024.
In artikel 1.1 Rkoa worden aanvullende begripsbepalingen opgenomen die met betrekking tot speellimieten en het stellen van nadere regels daarover van belang zijn.
Met aspirant-speler wordt bedoeld de persoon die zich wenst in te schrijven bij een vergunninghouder die kansspelen op afstand organiseert met als doel om deel te kunnen nemen aan die kansspelen. De nieuwe voorschriften in deze regeling betreffen niet alleen spelers, namelijk personen die zich al hebben ingeschreven bij de vergunninghouder, maar ook aspirant-spelers die zich willen inschrijven bij de vergunninghouder. Vergunninghouders kunnen aspirant-spelers ingevolge artikel 4.14 Bkoa enkel inschrijven, indien zij de grenzen van hun speelgedrag hebben aangegeven. Aangezien deze personen veelvuldig worden aangehaald in de nieuwe voorschriften wordt deze definitie als begripsbepaling ingevoegd in artikel 1.1 Rkoa.
Met stortingslimiet wordt bedoeld de grens van het speelgedrag van de (aspirant-)speler, bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, aanhef en onder b, Bkoa. Dit betreft het maximale bedrag dat de (aspirant-)speler kan storten op de speelrekening per dag, week of maand. Aangezien het bijdraagt aan leesbaarheid van deze regeling en specifiek het nieuwe artikel 3.19d Rkoa, wordt deze term als nieuwe begripsbepaling ingevoegd in artikel 1.1 Rkoa. De aspirant-speler moet de stortingslimiet instellen bij het aanmaken van een spelersprofiel en dus nog voordat deze mag deelnemen aan de kansspelen op afstand die de betreffende vergunninghouder aanbiedt. De speler kan de stortingslimiet daarna wel te allen tijde wijzigen. Duidelijkheidshalve wordt opgemerkt dat het hierbij niet gaat om zogenoemde netto- dan wel brutostortingslimieten, bijvoorbeeld in de vorm van het eindresultaat van transacties van en naar de speelrekening of transacties die geautomatiseerd plaatsvinden vanwege bijvoorbeeld een ingestelde tegoedlimiet, bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, aanhef en onder c, Bkoa. Bepalend voor de vaststelling van de stortingslimiet is het bedrag dat de speler zélf maximaal zou willen storten op zijn spelersrekening, zoals vermeld in de toelichting bij artikel 4.14, eerste lid, Bkoa.68
Met verslavingspreventie-opgeleid personeel worden personen bedoeld als in artikel 6, tweede lid, Bwrvk, namelijk personen die belast zijn met het toelaten van personen tot de spelersinterface, met het toezicht op spelers en met de uitvoering van het verslavingspreventiebeleid. Kortheidshalve wordt verder verwezen naar het algemene deel van deze toelichting met betrekking tot de nadere context van dit begrip.
Van de gelegenheid wordt gebruikgemaakt de overbodige liggende streepjes te verwijderen.69
Op grond van artikel 2.1, derde lid, eerste zin, Bkoa worden bij ministeriële regeling nadere regels gesteld met betrekking tot de kansspelen die op afstand mogen worden georganiseerd en specifiek ook de wijze waarop deze worden georganiseerd. De nota van toelichting ten aanzien van dat artikel vermeldt dat de nadere regels betrekking kunnen hebben op een breed scala van onderwerpen, waaronder de wijze waarop een spel wordt gestart, de noodzakelijk te verstrekken spelersinformatie en productontwerpen.70 Onder dit laatste valt in ieder geval de vormgeving dan wel presentatie van de op grond van de verleende vergunning aangeboden kansspelen op afstand. Daarbij kan het onder meer gaan om de (munt)eenheden die worden gebruikt om de hoogte van de inzet van een speler aan te duiden of het (eind- of tussen)resultaat na een spel of een speelronde in de vorm van winst of verlies.
Om spelers in staat te stellen om bewuste afwegingen te maken over hun uitgaven is het van belang dat zij bij deelname aan kansspelen op afstand geldbesef hebben en dit geldbesef niet verliezen. Daarom moet de vergunninghouder ervoor zorgen dat de inzetten van spelers en ook de door hen behaalde winsten of geleden verliezen in ieder geval op duidelijke en begrijpelijke wijze in euro’s worden uitgedrukt. Deze verplichting geldt niet alleen voor het speelscherm tijdens de deelname aan een kansspel op afstand, maar ook voor andere gedeelten binnen het spelsysteem van de vergunninghouder waar inzetten, winsten of verliezen worden weergegeven. Deze vereisten gelden dus ook bijvoorbeeld ten aanzien van de informatie die de vergunninghouder op grond van artikel 4.31, tweede lid, Bkoa verstrekt met betrekking tot (de mutaties van) de speelrekening van de speler.
Met het oog op de spelbeleving van een kansspel op afstand en om geen onnodige drempels op te werpen, is het nog steeds mogelijk om de inzet (of de winsten en verliezen) in het spel tevens – namelijk naast, maar niet in plaats van euro’s – weer te geven in bijvoorbeeld spins, punten, credits of fiches. Onder andere ten opzichte daarvan moet de vergunninghouder wel passende maatregelen treffen die waarborgen dat de – equivalente – weergave in euro’s op voldoende onderscheidende wijze aan de speler wordt getoond gedurende het kansspel. Ook als er andere eenheden, bijvoorbeeld fiches, worden gebruikt moet de speler direct kunnen weten wat hij inzet in euro’s en zodoende ook wat het bedrag in euro’s is dat hij kan verliezen – en uiteindelijk ook daadwerkelijk heeft verloren dan wel gewonnen.
Het voorgaande houdt in dat het voor de speler – met het oog op het hebben en behouden van geldbesef – eenvoudig moet zijn om te zien wat de waarde van de inzet is in euro’s als hij deelneemt aan een kansspel op afstand.
Het tweede lid voorziet in een uitzondering op het eerste lid om inzetten, winsten en verliezen in ieder geval in euro’s weer te geven, namelijk in het geval van poker. Bij poker spelen de spelers tegen elkaar. Het is daarbij niet ongebruikelijk dat de spelers kunnen spelen tegen spelers van andere aanbieders uit het buitenland en dat daarbij traditioneel de Amerikaanse dollar als gemeenschappelijke valuta wordt gehanteerd. Het gebruik van die munteenheid hoort ook bij de herkomst van het pokerspel.
Een verplichte weergave van inzetten, winsten en verliezen in euro’s kan de spelbeleving van poker aantasten en het huidige pokeraanbod en de internationale (legale) pokertoernooien onaantrekkelijk maken, waardoor het risico groter wordt dat spelers zullen overstappen naar het illegale aanbod, waardoor de kanalisatiedoelstelling in het gedrang komt. Om die reden wordt voorzien in een uitzondering op het eerste lid. Die uitzondering komt er op neer dat een vergunninghouder inzetten, winsten en verliezen in ieder geval in Amerikaanse dollars mag weergeven in plaats van dat hij dat in ieder geval in euro’s doet. De aanbieder mag overigens ook kiezen voor de hoofdregel en er dus voor kiezen om de inzetten, winsten en verliezen in ieder geval in euro’s weer te geven.
Om de hoofdregel in het eerste lid zo veel mogelijk intact te laten met het oog op de bescherming van de speler is de uitzondering beperkt tot de hiervoor bedoelde unieke situatie, namelijk dat: (1) die uitzondering alleen geldt bij poker, (2) het alleen gaat om poker in de spelvorm, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, Bkoa, namelijk spelers onderling en niet tegen de vergunninghouder, (3) waar zowel spelers van de vergunninghouder, als spelers van buitenlandse aanbieders aan deelnemen en (4) voor de weergave in een munteenheid alleen Amerikaanse dollars worden gehanteerd. Ook hier geldt dat naast weergave in Amerikaanse dollars, tevens weergave in andere eenheden toegestaan is, onder de hierboven – bij het eerste lid – genoemde waarborgen.
Ook bij het hier bedoelde type kansspel is het van belang dat de speler geldbesef heeft en houdt tijdens het spel. Daarom moet de speler – voorafgaand aan diens deelname – op duidelijke en begrijpelijke wijze worden geïnformeerd door de vergunninghouder dat het spel niet in euro’s, maar in Amerikaanse dollars wordt gespeeld. Ook moet de speler gedurende het spel op begrijpelijke en duidelijke wijze inzicht kunnen krijgen in de waarde van de inzetten, winsten en verliezen die in Amerikaanse dollars worden weergegeven, en daarmee kennis kunnen krijgen van de waarde daarvan in euro’s. Tevens mag de aanduiding en de waarde van de inzetten, winsten en verliezen in Amerikaanse dollars niet tijdens deelname aan het spel worden gewijzigd.
Om de speler bewust te maken van zijn uitgaven aan kansspelen op afstand is het van belang dat de speler in staat wordt gesteld zelf keuzes te maken betreffende zijn spelinzet.71 Het is niet wenselijk dat de vergunninghouder – althans het onder zijn verantwoordelijkheid gehanteerde spelsysteem – bij de start van een spel, of tijdens een spel, de spelinzet instelt op een waarde die afwijkt van de laagst mogelijke inzet voor het desbetreffende spel of speelronde zonder de speler hierover te informeren. Dit zou er toe kunnen leiden dat een speler hogere bedragen inzet dan hij eigenlijk zou willen zonder dat hem eerst een duidelijke optie is voorgelegd voor een lagere inzet. Onderzoek laat namelijk zien dat spelers vaak standaardopties volgen, ook als dit niet volledig aansluit bij hun intenties.72
Om de genoemde situatie te voorkomen wordt de vergunninghouder – ook hier op grond van artikel 2.1, derde lid, Bkoa – verplicht de speler bij het starten van het spel of een speelronde middels een melding in de spelersinterface op begrijpelijke en duidelijke wijze te informeren als de inzet – zonder toedoen van de speler – is ingesteld op een waarde die hoger is dan de minimum spelinzet. Dit is dus uitsluitend van toepassing indien de speler niet zelf voor die hogere inzet heeft gekozen of daarmee akkoord is gegaan, bijvoorbeeld indien de speler zijn inzet binnen een spel voor iedere speelronde heeft vastgezet. De speler moet dan tevens worden geïnformeerd wat het bedrag van de laagst mogelijke inzet is. Een voorbeeld hiervan is dat de standaardinstellingen van het spel op € 5 per spelronde staan, terwijl een inzet van € 1 de minimale inzet is. De speler ontvangt dan een melding dat hij lager kan inzetten en dat die lagere inzet € 1 is. Indien de speler zelf kiest voor een inzet van € 5 per speelronde of akkoord gaat met een inzet van € 5 per speelronde, is een melding niet (opnieuw) nodig, tenzij de inzet zonder toedoen van de speler verandert of de speler een nieuw spel start. Als de inzet binnen ditzelfde spel al op de minimale inzet staat ingesteld, hoeft de speler geen melding te ontvangen.
Ook als het spelsysteem van de vergunninghouder tijdens het spel of tussen speelrondes – dus zonder toedoen van de speler – de standaard voorgestelde spelinzet wijzigt, moet de speler hiervan voor de hervatting van het spel worden geïnformeerd aan de hand van een dergelijke melding. Door deze meldingen krijgt de speler kennis van de ingestelde spelinzet en kan hij zelf een afweging maken met welke inzet hij het spel wil spelen. Dit draagt bovendien bij aan het geldbesef van de speler.
Voordat een aspirant-speler kan deelnemen aan kansspelen die een vergunninghouder op afstand aanbiedt, zal hij zich moeten inschrijven en daartoe ingevolge artikel 4.14. eerste lid, Bkoa een spelersprofiel moeten invullen. In het spelersprofiel geeft de aspirant-speler de grenzen met betrekking tot het eigen speelgedrag aan als bedoeld in artikel 4.14, tweede lid, Bkoa. Het spelersprofiel kan altijd door de speler worden gewijzigd, waarbij op grond van artikel 4.14, derde lid, Bkoa nog wel aanvullende regels gelden voor wat betreft de inwerkingtreding van de aangegeven wijzigingen afhankelijk van of het daarbij gaat om een verlaging (direct) dan wel om een verhoging (na minstens een week).
Op grond van artikel 4.24 Bkoa worden nieuwe bepalingen in de Regeling kansspelen op afstand opgenomen met betrekking tot het spelersprofiel als onderdeel van de hiervoor beschreven inschrijvingsverplichting en de wijzigingen daarna. De omvang van deze bepalingen is dusdanig dat dit heeft geleid tot de invoeging van een geheel nieuwe afdeling (afdeling 3a in hoofdstuk 3).
Als de (aspirant-)speler nadenkt over de grenzen van zijn speelgedrag, moet hij daarbij niet vanuit de vergunninghouder worden gestuurd. Het is van belang dat de (aspirant-)speler niet wordt verleid om een hoge limiet in te voeren doordat er op het invoerscherm op enige wijze minimale dan wel maximale waarden worden weergegeven of andere invoersuggesties.
Gelet op het voorgaande is het niet toegestaan dat de vergunninghouder onder de invoervelden alsnog maximale waarden weergeeft of dat er verschillende keuzemogelijkheden voor het instellen van grenzen worden aangeboden naast of in plaats van een leeg invoerveld, of dat er opties zijn om dit allemaal alsnog zichtbaar te maken. Uit gedragswetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij de weergave van hoge bedragen personen eerder geneigd zijn zelf ook hoge bedragen in te vullen.73 Terwijl de (aspirant-)speler ter bescherming van zichzelf bewust over zijn eigen grenzen moet na denken en dus zonder dat hij wordt beïnvloed om de grenzen hoger in te stellen. Dit heeft tot gevolg dat de invoervelden bij het spelersprofiel blanco moeten worden weergegeven en hier geen bedragen vooraf mogen zijn ingevuld – afgezien van de situatie van een onverwerkbare invoer, waarop artikel 3.19f Rkoa van toepassing is.
Het is met het oog op het maken van een weloverwogen keuze van belang dat de speler die zijn grenzen al heeft aangegeven en deze nadien wil wijzigen, wordt geïnformeerd over die al ingestelde grenzen ter overweging en uiteindelijk ter bepaling van zijn nieuwe grenzen. Daarom is in het tweede lid voorzien in een minimale uitzondering op het eerste lid. De bestaande grenzen kunnen in de invoervelden of naast de – blanco – invoervelden worden weergegeven.
Om de aspirant-speler bij het bepalen van de grenzen van zijn speelgedrag en de speler die zijn grenzen wijzigt, adequaat te informeren en hem daarbij bewust te maken van de financiële speellimieten – namelijk de maximum stortingslimiet en het maximale tegoed – uitgedrukt in geld, moeten deze limieten uitsluitend in euro’s kunnen worden ingevoerd. Dit draagt bij aan het geldbesef van de speler zodat hij passende limieten kan instellen. Met betrekking tot het onderwerp geldbesef wordt hier tevens verwezen naar de toelichting bij het nieuwe artikel 3.5 Rkoa. Als de financiële speellimieten eenmaal in euro’s zijn ingevoerd, moeten deze ook als zodanig in euro’s worden weergegeven. Dit geldt niet alleen bij het invoeren of wijzigen van het spelersprofiel, maar ook elders in de spelersinterface waar deze limieten worden getoond.
Als onderdeel van de nieuwe afdeling 3a vormt niet alleen artikel 4.24 Bkoa de delegatiegrondslag voor het onderhavige artikel, omdat het hier om het spelersprofiel gaat. Ook artikel 2.1, derde lid, Bkoa ligt aan het onderhavige artikel ten grondslag, nu het hier tevens gaat om de vormgeving c.q. presentatie van de kansspelen op afstand.
De invoer van speellimieten voor de eerste instelling of de wijziging daarvan moet door de (aspirant-)speler worden bevestigd, voordat de ingevoerde speellimieten definitief worden verwerkt en als (nieuwe) grenzen worden aangehouden. De vergunninghouder treft passende maatregelen hiertoe op grond van het onderhavige artikel, namelijk dat de (aspirant-)speler op duidelijke en begrijpelijke wijze wordt verzocht de definitieve invoer van de limieten te bevestigen en die te registreren. Het gaat hierbij niet alleen om de in te stellen of te wijzigen stortingslimiet, maar ook om de andere in te stellen of te wijzigen speellimieten.
Dit draagt enerzijds bij aan de standaardisering van limietstellingsprocessen en zorgt ervoor dat de speler zelf bevestigt dat dit zijn speellimieten zijn. In het kader van consumentenbescherming is het wenselijk dat de vergunninghouder een bevestiging ontvangt van de (aspirant-)speler met betrekking tot de ingevoerde limieten en dat de speler daar ook over wordt geïnformeerd. Anderzijds wordt hierdoor extra momentum ingebouwd om de huidige limietstelling door de speler te internaliseren – oftewel dat deze de kans geboden krijgt om zijn (voorlopige) keuze te overdenken.
Hoewel het binnen het wettelijk kader aan de (aspirant-)speler is om de invoer van speellimieten te bevestigen, moet hij bewust worden gemaakt van het feit dat kansspelen niet zonder risico’s zijn en dat hiermee mogelijk verlies gepaard gaat. Daarom is het van belang dat de (aspirant-)speler daarop wordt gewezen. Dit spreekt de preventiefocus aan van de (aspirant-)speler.
Door te wijzen op wat kansspelen de (aspirant-)speler kunnen kosten wordt niet een positieve associatie geactiveerd wanneer de (aspirant-)speler zijn limieten invoert.74 Daarom moet de vergunninghouder ervoor zorgdragen dat de (aspirant-)speler voorafgaand aan de definitieve invoer van elke stortingslimiet het verzoek ontvangt om te bevestigen dat hij bereid is om het door hem ingevoerde bedrag te verliezen en dat de (aspirant-)speler met deze bevestiging dat aldus ook verklaart.
Het woord ‘bevestigen’ vereist een actief handelen. De instemming van de (aspirant-)speler mag dus bijvoorbeeld niet worden afgeleid uit het feit dat hij niets doet en de tijd wegtikt, waarna hij verder kan. Als de (aspirant-)speler bijvoorbeeld € 100 per maand zou willen instellen als stortingslimiet, zou de vraag kunnen luiden: ‘Ben je bereid €100 te verliezen?’ Bij deze vraag staat dan bijvoorbeeld de mededeling: ‘Als je dit bevestigt, dan verklaar je bereid te zijn € 100 in de maand te verliezen.’
Uit onderzoek blijkt dat diverse vergunninghouders (aspirant-)spelers niet optimaal ondersteunen in de limietstelling.75 Daarnaast heeft recent onderzoek aangetoond dat (aspirant-)spelers veelal niet uitvoerig nadenken over de in te voeren speellimieten en deze daardoor vaak en onnodig hoog zetten.76 Hierdoor kunnen spelers mogelijk meer geld uitgeven aan kansspelen op afstand dan zij zouden willen of financieel aankunnen.
Om de beschermende werking van de speellimieten binnen het wettelijk kader te versterken schrijft het onderhavige artikel voor op welke wijze een (aspirant-)speler een bedrag als stortingslimiet kan invoeren – als eerste instelling of als wijziging van de bestaande stortingslimiet – indien dat bedrag meer is of gelijk is aan de bedragen omschreven in het eerste lid. Dergelijke hoge stortingslimieten kunnen uitsluitend definitief worden ingevoerd en als zodanig door het spelsysteem worden verwerkt middels een contactmoment met verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 6, tweede lid, Bwrvk.
Voornoemd personeel moet in ieder geval beschikken over kennis en inzicht met betrekking tot zaken op het gebied van verslavingspreventie als bedoeld in het derde lid van laatstgenoemd artikel en het moet daartoe op grond van de artikelen 8 en 9 Rwrvk een opleidingscursus succesvol hebben afgerond. In die artikelen en in artikel 10 Rwrvk zijn kwaliteitseisen opgenomen voor de vereiste opleiding en de te leveren bewijsstukken. Indien de opleiding van het personeel tekortschiet, kan de vergunninghouder daarop worden aangesproken door de toezichthouder.
De vergunninghouder moet passende maatregelen treffen om de betreffende (aspirant-)speler erop te wijzen dat als hij een hoge stortingslimiet wenst in te voeren, hij daarvoor persoonlijk contact moet opnemen met de vergunninghouder, voordat de hoge stortingslimiet definitief kan worden ingevoerd en verwerkt in het spelsysteem van de vergunninghouder. Dit kan uitsluitend plaatsvinden via telefonisch contact of via de kansspelinterface.
De vergunninghouder kan de verhoging naar aanleiding van het contactmoment niet weigeren. Het contactmoment kan echter – bij het volharden in de verhoging – wel leiden tot het signaleren daarvan als een risico-indicator die vervolgens in het kader van de verslavingspreventieanalyse, bedoeld in artikel 31m, eerste lid, Wok aanleiding kan geven om interventiemaatregelen te treffen.
De vergunninghouder moet verslavingspreventie-opgeleid personeel in dienst hebben of zulk personeel extern hebben ingehuurd met wie de speler in contact kan komen. Dat personeel moet eventuele signalen kunnen opmerken die duiden op onmatige deelname of risico’s op kansspelverslaving. Ander – niet verslavingspreventie-opgeleid – personeel inzetten voor deze contactmomenten is daarom niet toegestaan. Dit houdt tevens in dat dit proces, waarin menselijk contact vereist is, niet mag worden vervangen door geautomatiseerde processen, bijvoorbeeld middels het inzetten van chatbots.
De bedragen, bedoeld in het eerste lid, gelden als de grensbedragen en markeren wanneer er gesproken wordt over hoge stortingslimieten. Deze bedragen zijn gebaseerd op de online monitoringsrapportages van de toezichthouder en verschillende onderzoeken.77 Hiermee wordt bescherming geboden aan een aanzienlijke groep van (aspirant-)spelers met mogelijk risicovol of problematisch speelgedrag. Met het aanhouden van € 350 als grensbedrag per maand voor volwassenen en € 150 als grensbedrag per maand voor jongvolwassenen wordt verwacht dat deze maatregel zal zien op 15 tot 35 procent van de (aspirant-)spelers.
Artikel 4.14, tweede lid, Bkoa bepaalt dat ten minste drie typen grenzen moeten worden aangegeven bij het spelersprofiel, waaronder een stortingslimiet. Bij een stortingslimiet gaat het om een grens per dag, week of maand. Zodoende zijn de bedragen met betrekking tot een hoge stortingslimiet waarvoor persoonlijk contact vereist is, eveneens gekoppeld aan een grens per dag, week of maand. Het weekbedrag is het grensbedrag per maand gedeeld door vier, namelijk het aantal weken dat een gemiddelde maand heeft. Het dagbedrag is het weekbedrag gedeeld door het aantal dagen dat een week heeft, namelijk zeven.
Het contactmoment moet plaatsvinden wanneer de (aspirant-)speler zijn stortingslimiet wil instellen boven de grensbedragen, bedoeld in het eerste lid van het onderhavige artikel, conform een getrapt model waarbij de maandlimiet leidend is, gevolgd door de weeklimiet en vervolgens de daglimiet. Dit betekent dat een contactmoment met de vergunninghouder op basis van een weeklimiet die is ingesteld boven de genoemde grensbedragen, enkel nodig is indien een maandlimiet ontbreekt, namelijk als de (aspirant-)speler géén maandlimiet heeft ingevoerd of niet eerder al een maandlimiet had ingesteld. Voor een daglimiet die wordt ingevoerd boven het grensbedrag voor daglimieten, bedoeld in het eerste lid, geldt dat een contactmoment met de vergunninghouder enkel nodig is indien zowel de week- als de maandlimiet ontbreekt. Dit laatste wil zeggen dat de week- en maandlimieten niet tevens zijn ingevoerd of eerder waren ingesteld. Indien een speler zowel een maandlimiet, als een dag- en/of weeklimiet invoert, boven de grensbedragen, bedoeld in het eerste lid van artikel 3.19d, zal de hoogte van de ingevoerde maandlimiet bepalend zijn voor het plaatsvinden van het persoonlijke contactmoment.
Het voorgaande betekent dat een (aspirant-)speler in de leeftijdscategorie van 24 jaar of ouder die een maandlimiet invoert van € 300, een weeklimiet van € 100 en een daglimiet van € 20 voor het definitief instellen daarvan geen contact hoeft op te nemen met de vergunninghouder. Zodra deze speler een maandlimiet wil instellen van € 350 per maand of meer, is een persoonlijk contactmoment wel nodig. Als dezelfde speler in dit voorbeeld geen maandlimiet invoert, is een contactmoment ook vereist, omdat in dit geval de weeklimiet hoger ligt dan het grensbedrag, bedoeld in het eerste lid van artikel 3.19d.
Met het hiervoor geschetste – getrapte – model hebben spelers die een maandlimiet instellen of al hebben ingesteld, de ruimte om een voor hen persoonlijk passende dag- en weeklimiet in te stellen zonder dat zij daarvoor – relatief snel – (opnieuw) contact moeten opnemen met de vergunninghouder. Daarvoor is alleen vereist dat de limieten binnen de grenzen van de maandlimiet blijven. Een speler kan niet meer storten dan de stortingslimiet per maand die wordt of is ingesteld. Indien een – ingevoerde of al ingestelde – maandlimiet onder de grens blijft van het bedrag voor maandlimieten, bedoeld in het eerste lid, kan een persoonlijk contactmoment daarom uitblijven, omdat de speler door die maandlimiet al wordt begrensd en daardoor al minder kan uitgeven.
Ook spelers die voor de inwerkingtreding van deze regeling ingeschreven zijn en al limieten hebben ingesteld met een bedrag boven het bedoelde grensbedrag behorend bij die groep, zullen worden gewezen op hun limiet en worden doorverwezen naar hun limietenpagina. Dit wordt voorgeschreven in artikel III van deze regeling.
De hoogte van de genoemde bedragen is proportioneel, omdat een grote groep met mogelijk risicovol speelgedrag onder deze maatregel zal vallen.78 Een te laag bedrag kan ertoe leiden dat spelers ervoor kiezen om bij het bereiken van de limiet door te spelen bij een andere legale aanbieder of uitwijken naar illegaal aanbod. Dit hoeft niet alleen zo te zijn bij het bereiken van de limiet, maar kan ook al aan de orde zijn bij het instellen daarvan. Hierdoor vermindert het zicht op het speelgedrag. Ook kunnen de uitvoeringslasten voor de vergunninghouders zodanig hoog worden dat het legale kansspelaanbod afneemt. De huidige limietstelling beoogt een balans te vinden tussen het beschermen van spelers tegen de potentiële negatieve financiële gevolgen van kansspelverslaving, en het bieden van attractief legaal kansspelaanbod.
Spelers die een grens onder de bedoelde bedragen invoeren, worden eveneens gefaciliteerd in hun bewustwording van de financiële gevolgen aan de hand van de overige maatregelen die worden voorgeschreven in deze regeling. Onderzoek laat zien dat meer dan de helft van de deelnemers aan kansspelen op afstand recreatieve of laagrisicospelers zijn. Deze spelers hebben dan ook vaker een lagere limiet ingesteld onder het voorgestelde bedrag.79 Door grensbedragen te hanteren voor de wijziging van een stortingslimiet in een hoge stortingslimiet, worden zij aangemoedigd na te denken of zij daadwerkelijk zo een hoge limiet willen.
Het grensbedrag dat moet worden gehanteerd als hoge limiet ligt lager voor (aspirant-)spelers tussen 18 en 24 jaar (jongvolwassenen) ten opzichte van spelers van 24 jaar of ouder. De jongere leeftijdsgroep heeft doorgaans minder te besteden. Ook is wetenschappelijk aangetoond dat jongvolwassenen een lagere impulscontrole hebben waarmee zij gevoeliger zijn voor problematisch of risicovol speelgedrag.80 Dit rechtvaardigt een lager grensbedrag.
In het geval dat een speler zijn stortingslimiet heeft ingesteld op of boven het bedrag als bedoeld in het eerste lid van het onderhavige artikel en deze limiet (opnieuw) wil verhogen, moet de speler wederom contact opnemen met het verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunninghouder. Volledigheidshalve wordt hier opgemerkt dat voor een verhoging van een stortingslimiet de termijn van minstens zeven dagen, bedoeld in artikel 4.14, derde lid, onder b, Bkoa, geldt voordat de limietverhoging in werking treedt.
In het geval dat de speler zijn limiet wil verlagen hoeft dit niet via een persoonlijk contactmoment – ook niet indien de nieuwe doch lager in te stellen stortingslimiet alsnog een limiet is boven de betreffende grensbedragen. De speler zou dit immers als een drempel kunnen ervaren en hij moet niet worden gehinderd in het verlagen van zijn stortingslimiet, maar daartoe juist worden aangemoedigd. Als de speler overweegt om zijn stortingslimiet te verlagen en daarbij drempels ervaart, dan zal hij ook niet geneigd zijn om te beginnen met handelingen voor de verlaging en deze daadwerkelijk door te zetten.
Het persoonlijke contact is juist bedoeld om de (aspirant-)speler bewust te maken indien hij zijn stortingslimiet wil verhogen wat kan leiden tot een verhoogd risico op onmatige deelname of kansspelverslaving. Door de (aspirant-)speler een extra stap te laten doorlopen krijgt hij de kans om te reflecteren op de hoge stortingslimiet die hij wil instellen. Tevens haalt dit contactmoment de (aspirant-)speler uit de anonimiteit en doorbreekt het een eventuele roes om door te spelen. Het contactmoment dient hiermee als bewustwording voor de speler, waarbij het verslavingspreventie-opgeleid personeel eventuele risico-indicatoren zal moeten signaleren en hierop moet doorvragen.
De huidige limietstelling beoogt een balans te vinden tussen het beschermen van spelers en het bieden van attractief legaal kansspelaanbod. Het blijft voor (aspirant-)spelers mogelijk stortingslimieten in te stellen boven de genoemde grensbedragen, zoals de wet bepaalt. Het persoonlijke contactmoment en de limietstelling als mogelijke risico-indicator voor problematisch speelgedrag vereisen dat de vergunninghouder maatwerk toepast, waardoor de vergunninghouder – enkel indien nodig – kan ingrijpen om de speler te beschermen. Indien een speler geen risicovol speelgedrag vertoont tijdens het contactmoment of gedurende het spelen, zal de speler ook geen hinder ondervinden voor wat betreft zijn – verdere – spelbeleving. Specifiek gelet op de risicovolle aard van kansspelen op afstand wordt hiermee wel gerealiseerd dat (aspirant-)spelers tijdens het contactmoment bewust worden gemaakt van de – voorlopig – ingevoerde hoge limiet en de risico’s hiervan.
Voor het onderhavige artikel vormt artikel 4.24 Bkoa de delegatiegrondslag. Laatstgenoemd artikel bepaalt dat bij ministeriële regeling nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de inschrijving, de aanmelding en de deelname aan de vergunde kansspelen. De wijze waarop speellimieten kunnen worden ingesteld respectievelijk gewijzigd heeft betrekking op het proces van inschrijving respectievelijk het proces tot (verdere) deelname aan de vergunde kansspelen.
Om het persoonlijk contactmoment te laten bijdragen aan het risicobewustzijn van de (aspirant-)speler en om hem te informeren over het instellen van zijn speellimieten, worden in het onderhavige artikel diverse eisen gesteld aan de inhoud van dat contactmoment. Dit artikel is, net als het voorgaande artikel, gebaseerd op artikel 4.24 Bkoa.
Om de (aspirant-)speler te faciliteren in zijn besluitvorming moet het – overeenkomstig de artikelen 8 en 9 Rwrvk – verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunninghouder vragen stellen die leiden tot extra reflectie bij de (aspirant-)speler over zijn gewenste stortingslimiet en speelgedrag. Het is aan het verslavingspreventie-opgeleid personeel om de (aspirant-)speler te wijzen op de mogelijke negatieve gevolgen en de risico’s van kansspelen en het instellen van een hoge stortingslimiet. Hoge speellimieten kunnen immers onderdeel zijn van onmatige kansspeldeelname en dat kan leiden tot financiële of psychische problemen, en dat kan uiteindelijk leiden tot kansspelverslaving. Hier dient de speler op te worden gewezen.
Het onderhavige artikel schrijft geen uniforme, vastomlijnde teksten voor ten aanzien van hoe de vragen luiden die aan de (aspirant-)speler moeten worden gesteld. Dit zou het gepaste – niet-routinematige – maatwerk kunnen doorkruisen dat verslavingspreventie-opgeleid personeel tijdens het persoonlijke contactmoment moet leveren. Vooralsnog kan ook niet worden voorzien hoe toekomstbestendig uniforme, vastomlijnde teksten zouden zijn en of deze teksten alsnog – regelmatig – zouden moeten worden gewijzigd, gelet op actuele ontwikkelingen.
Ook wijst het verslavingspreventie-opgeleid personeel de (aspirant-)speler op de mogelijkheid tot inschrijving in CRUKS en de mogelijkheid om (zo nodig anoniem) voorlichting en informatie te ontvangen omtrent kansspelverslaving door het landelijke preventieloket, Loket Kansspel, alsmede de contactgegevens daarvan. Loket Kansspel biedt als centraal steunpunt op het gebied van gokproblemen zelf hulp en begeleiding aan. Daarnaast kan het loket spelers doorverwijzen naar hulp en begeleiding.
Tijdens het contactmoment kan de (aspirant-)speler signalen laten zien die kunnen duiden op onmatige deelname aan de door de vergunninghouder georganiseerde kansspelen en risico’s op kansspelverslaving. Zo kan een speler tijdens het contactmoment bijvoorbeeld irritatie of agressie laten zien of het contactmoment vroegtijdig beëindigen. Deze signalen dienen dan betrokken te worden in de verslavingspreventieanalyse, bedoeld in artikel 15 Bwrvk. Deze signalen kunnen aanleiding zijn voor de vergunninghouder om te interveniëren. Het verslavingspreventie-opgeleid personeel moet mede om deze afweging te maken – voor zover aanwezig – het dossier van de speler bij de hand houden gedurende het contactmoment. (Aspirant-)spelers hebben geen voorgeschiedenis bij de vergunninghouder. Daarom is het des te relevanter dat het instellen van een hoge limiet ook wordt gezien als een indicator van mogelijk risicovol speelgedrag en er daarbij sprake is van persoonlijk contact.
Na het contactmoment ontvangt de (aspirant-)speler een bevestiging via de mail. Dit is een bevestiging van het contactmoment alsmede een verslag van het contactmoment met een korte gespreksweergave. Ook staat in deze bevestiging per mail de nieuwe stortingslimiet vermeld en wordt de termijn voor de inwerkingtreding van deze nieuwe stortingslimiet vermeld, als bedoeld in artikel 4.14, derde lid, aanhef en onder b, Bkoa. De herhaling van deze informatie in de bedoelde bevestiging draagt ook bij aan bewustwording bij de (aspirant-)speler en transparantie. Op grond van artikel 14 Bwrvk moet de vergunninghouder het verslag tevens registreren en archiveren.
Volledigheidshalve wordt hier opgemerkt dat de hiervoor bedoelde termijn voor inwerkingtreding van een speellimiet gelet op artikel 4.14, derde lid, aanhef en onder a, Bkoa geen betrekking heeft op de verlaging van speellimieten. Ingevolge artikel 3.19d, tweede lid, Rkoa vindt er ook geen persoonlijk contactmoment plaats bij de verlaging van speellimieten.
Als de (aspirant-)speler een hogere grens wil invoeren dan het spelsysteem toestaat of aankan of als de speler enige andere onverwerkbare informatie invoert, zoals leestekens terwijl het invoerveld alleen cijfers accepteert, moet de vergunninghouder ervoor zorgen dat de speler wordt geïnformeerd over invoerwaarden die wel kunnen worden geaccepteerd. Bij een te hoge maximumwaarde, toont de vergunninghouder de maximumwaarde gelijktijdig met de minimumwaarde die het spelsysteem kan verwerken, zodat de (aspirant-)speler te zien krijgt dat deze zijn grens ook lager kan instellen. Bij een te lage invoerwaarde dient enkel de minimumwaarde door de vergunninghouder te worden getoond die het spelsysteem kan verwerken, zodat deze niet de veel hogere waarde aan de speler toont. Uit gedragswetenschappelijk onderzoek blijkt dat door het weergeven van lage bedragen spelers eerder geneigd zijn zelf ook lage bedragen in te vullen.81 Hoge ankers kunnen de speler daarentegen beïnvloeden om ook hoge bedragen in te voeren. Enkel het tonen van een foutmelding is daarmee onvoldoende om de speler te stimuleren bewust na te laten denken over de grenzen van zijn speelgedrag.
Als bij een vergunninghouder de minimumwaarde van het bedrag voor een stortingslimiet bijvoorbeeld € 2 per maand is en de maximumwaarde € 1.000 is, betekent het voorgaande dat als een (aspirant-)speler € 0,10 invult, deze uitsluitend de minimumwaarde van € 2 te zien krijgt als minimaal in te voeren bedrag. Het maximaal in te voeren bedrag van € 1.000 wordt dan niet getoond. Indien de speler in hetzelfde geval € 2.000 invult, geeft de vergunninghouder aan dat de stortingslimiet tussen € 2 en € 1.000 moet liggen en wordt het maximaal in te voeren bedrag zodoende wel getoond.
Met betrekking tot het opschrift van afdeling 4 van hoofdstuk 3 van de Regeling kansspelen op afstand is vastgesteld dat sprake is geweest van een zetfout bij publicatie van die regeling in de Staatscourant. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om die fout te corrigeren.
In artikel 1 Rwrvk worden aanvullende begripsbepalingen opgenomen die relevant zijn met betrekking tot speellimieten. Het gaat hierbij onder andere om een verkorte aanduiding van het begrip aanmelding dat in het Bkoa wordt gehanteerd, maar waarvan de begripsbepalingen niet doorwerken naar de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen.
Met aanmelding wordt aanmelding bedoeld als in artikel 1.1 Bkoa, namelijk de aanmelding ter verkrijging van toegang tot de spelersinterface door de speler. Bij kansspelen die op afstand worden georganiseerd, houdt aanmelding in dat de speler inlogt en dat zijn identiteit wordt vastgesteld aan de hand van bijvoorbeeld de op dat moment geldige combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord. Tevens wordt gecontroleerd of hij is ingeschreven in CRUKS, waarna hij daadwerkelijk kan gaan spelen en onder andere toegang tot zijn speelrekening krijgt.
Met afmelding wordt bedoeld de beëindiging van de aanmelding door de speler, namelijk dat deze – al dan niet automatisch door het spelsysteem – wordt uitgelogd. Daarmee heeft de speler geen toegang meer tot de spelersinterface en moet hij zich dus opnieuw aanmelden als hij die wil bereiken.
Omwille van de uniformiteit in de kansspelregelingen wordt ook in het Rwrvk het begrip verslavingspreventie-opgeleid personeel geïntroduceerd voor de personen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, Bwrvk (zie verder de toelichting op artikel I, onderdeel A).
Van de gelegenheid wordt gebruikgemaakt de overbodige letteraanduidingen te verwijderen.82
De wijziging van artikel 2, derde lid, onder f, Rwrvk houdt verband met de in artikel 1 Rwrvk ingevoegde definitie van aanmelding. Die definitie geldt niet voor het begrip dat in het hier bedoelde artikellid voorkomt.
Het opschrift van het artikel 5 Rwrvk wordt aangepast zodat het aansluit bij de hierna volgende wijziging van het artikel.
De vergunninghouder moet de (aspirant-)speler neutrale informatie bieden over het spelersprofiel, waaronder de werking en het instellen daarvan. Tevens moet de vergunninghouder een neutrale omgeving bieden voor het invullen van het spelersprofiel, zodat de speler ongestoord kan nadenken over de grenzen van zijn speelgedrag. Hierbij dient de (aspirant-)speler niet te worden beïnvloed om snel deel te willen nemen aan de kansspelen. Het is dan ook niet toegestaan dat de vergunninghouder de (aspirant-)speler verleidt tot kansspelen of hem op andere wijze afleidt.
Om de neutraliteit te waarborgen wordt het de vergunninghouder verboden om de informatie over het spelersprofiel en het gedeelte waar de speler dit spelersprofiel kan invullen of wijzigen, te voorzien van enige vorm van werving of reclame, waaronder het aanbieden van bonussen. De vergunninghouder mag de informatie over het spelersprofiel en het invoerscherm voor het invullen of wijzigen van het spelersprofiel ook niet op enige andere wijze visueel of auditief vormgeven dan strikt noodzakelijk is voor het aanbieden van informatie over het spelersprofiel.
Het is ook niet de bedoeling dat de (aspirant-)speler wordt afgeleid bij het aanmaken van het spelersprofiel en het invoeren of wijzigen van speellimieten doordat op de achtergrond zaken worden weergegeven die kunnen leiden tot positieve associaties met kansspelen en die zouden kunnen leiden tot ondoordacht handelen. Zo kunnen bijvoorbeeld afbeeldingen van lachende mensen, schatkisten met geld, ballonnen en andere feestelijke associaties, zoals champagneflessen, een gekleurde piñata of stapels met geld, onterecht een positieve associatie oproepen in relatie tot kansspelen. Dat vormt voor de speler geen neutrale omgeving die bijdraagt aan bescherming tegen onmatige deelname en risico’s op kansspelverslaving en dat draagt er evenmin aan bij dat de (aspirant-)speler op verantwoorde wijze de grenzen van zijn speelgedrag kan bepalen.
Ingevolge het verbod is het uiteindelijk aan de vergunninghouder om richting de Ksa – als toezichthouder – te onderbouwen dat bepaalde visuele of auditieve vormgeving wel strikt noodzakelijk is voor het aanbieden van informatie over het spelersprofiel, als de toezichthouder daar vraagtekens bij plaatst.
Ten aanzien van artikel 5 Rwrvk gold voorheen alleen artikel 2a, vijfde lid, Bwrvk als delegatiegrondslag. De bepaling bevat nu ook regels met betrekking tot de visuele en auditieve vormgeving met betrekking tot de organisatie van kansspelen op afstand en specifiek het spelersprofiel en de informatie daarover. Daarvoor dient artikel 4.24 Bkoa nu tevens als grondslag.
De wijzigingen houden verband met de introductie van de begripsbepaling ‘verslavingspreventie-opgeleid personeel’. Ook wordt in artikel 7 Rwrvk een taalfout hersteld. Met een en ander wordt geen inhoudelijke wijziging beoogd.
De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat de speler op duidelijke en begrijpelijke wijze aan de hand van een bericht middels de spelersinterface wordt geattendeerd op zijn speelgedrag in relatie tot de grenzen die hij heeft gesteld aan zijn speelgedrag. Dit bericht kan bijvoorbeeld in de vorm van een informatieve pop-up. Het bericht van de vergunninghouder moet op duidelijke wijze verschijnen voor de speler binnen de kansspelinterface. Dit betekent dat het bericht zichtbaar is voor de speler en dit zijn aandacht trekt. Ook moet de informatie in het bericht te begrijpen zijn voor de speler. Dat houdt bijvoorbeeld in dat ingewikkeld taalgebruik moet worden vermeden.
Het informeren via een bericht over het speelgedrag is ter bewustwording van de speler over zijn speelgedrag en om de speler gedurende de deelname aan kansspelen op afstand te attenderen op de eerder door hem aangegeven grenzen. Ook krijgt een speler zo meer inzicht in zijn speelgedrag in relatie tot zijn eerder aangegeven grenzen, omdat deze maatregel erin voorziet dat de speler uit het spel wordt gehaald. Dit is niet een interventie als bedoeld in artikel 18, tweede lid, onder a, Rwrvk, waarvan de toepassing verplicht wordt voorgeschreven in de gevallen, bedoeld in artikel 19, derde lid, Rwrvk. De melding in het onderhavige artikel is alleen bedoeld om de speler bewust te maken van zijn speelgedrag. Dit hoeft op zich nog geen aanleiding te zijn voor een interventie, maar kan wel relevant zijn voor de monitoring door de vergunninghouder in het kader van een verslavingspreventieanalyse.
Bij dit artikel gaat het om in het belang van verslavingspreventie te verstrekken informatie als bedoeld in artikel 10 Bwrvk. Dat artikel vormt tevens de grondslag voor de onderhavige bepaling.
Het nieuwe onderdeel a is slechts aangescherpt met betrekking tot de gebruikte formulering. Inhoudelijk komt het onderdeel overeen met artikel 15 Rwrvk zoals dit luidde voor de wijziging daarvan. Dit onderdeel behoeft zodoende geen nadere toelichting.
De speler moet bij het bereiken of overschrijden van 50% van de door de speler ingestelde tijdslimiet of stortingslimiet (artikel 4.14, tweede lid, onder a of b, Bkoa) hierover worden geïnformeerd. Dit betekent dat indien de speler op een gegeven moment meer dan 50% heeft gestort van een ingestelde stortingslimiet of 50% of meer van een ingestelde maximale duur van de toegang tot de spelersinterface is verstreken, de speler daar een bericht over moet krijgen. Ook moet de speler vanaf het moment van de eerste deelname aan een spel na zijn aanmelding tot aan het moment van afmelding op ieder moment dat dertig minuten zijn verstreken, feedback ontvangen over zijn speelgedrag vanaf het moment dat hij aan zijn eerste spel deelneemt tot aan zijn afmelding.
Beslissend voor het moment waarop de eerste pop-up dient te worden getoond na dertig minuten spelen, is de aanvang van het eerste spel. Dan heeft de speler namelijk uiting gegeven aan zijn intentie om deel te nemen aan kansspelen. Vanaf die eerste kansspeldeelname – na aanmelding – is er geen ander duidelijk signaal dat de speler klaar is met spelen, behalve bij het moment van afmelding. Op elk moment voor de daadwerkelijke afmelding kan de speler immers interesse tonen in andere kansspelen en daaraan deelnemen. De afmelding is een duidelijk ijkpunt waarmee de speler laat zien dat het speelgedrag van de speler eindigt. Op dat moment eindigt dus ook de verplichting.
Uit onderzoek blijkt dat berichten in de vorm van pop-ups effectief kunnen zijn om de speler persoonlijke feedback te geven over zijn gedrag. Zo kunnen pop-ups reflectie inzake speelduur en spelinzet stimuleren.83 Door de speler tussendoor mee te geven hoe het staat met zijn speelduurlimiet en zijn stortingslimiet, en verder ook elke dertig minuten sinds het eerste spel waar hij na zijn aanmelding aan deelneemt te laten weten hoeveel tijd is verstreken sinds de aanvang van het eerste spel, ontvangt de speler persoonlijke informatie over zijn speelgedrag, zodat hij hierop kan reflecteren. Ook wordt de speler uit de roes van het kansspelen en doorspelen gehaald en wordt er een korte onderbreking gecreëerd. Aangezien het bericht op duidelijke en begrijpelijke wijze aan de speler moet worden getoond, zal ook de aandacht van de speler naar het getoonde bericht gaan. Indien de speler zich afmeldt en zich op een later moment opnieuw aanmeldt, zal de vergunninghouder de speler opnieuw na dertig minuten – te rekenen vanaf het moment van deelname aan het eerste spel na de nieuwe aanmelding – moeten berichten over hoeveel tijd is verstreken sinds de aanvang van het eerste spel.
Uit artikel 31m, eerste lid, Wok volgt dat gegevens met betrekking tot het speelgedrag van de speler dienen te worden geregistreerd en geanalyseerd. Artikel 15 Bwrvk bepaalt dat die analyse gericht is op de vroegtijdige onderkenning van signalen. Ten behoeve van die analyse moet de vergunninghouder op grond van artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, Bwrvk interne en externe signalen registreren, die wijzen op onmatige deelname aan de vergunde kansspelen of risico’s op kansspelverslaving. Indien een speler een hoge stortingslimiet instelt of heeft ingesteld als bedoeld in artikel 3.19d, eerste lid, Rkoa (nieuw) kan dit als een dergelijk signaal worden beschouwd en daarom wordt dit toegevoegd aan de opsomming van de andere – te analyseren en te registreren – signalen in artikel 17 Rwrvk, waarvoor artikel 16 Bwrvk de grondslag vormt.
Bij het instellen van een hoge stortingslimiet geeft de speler aan bereid te zijn dit bedrag te verliezen. Uit onderzoek blijkt dat spelers met hoge limieten relatief vaak risicovol of problematisch speelgedrag vertonen. Daarbij geven spelers met een verhoogd risico vaker aan dat zij een hoge limiet voor zichzelf instellen zodat ze geen last kunnen hebben van de begrenzende werking van de limiet.84 Een hoge stortingslimiet hoeft niet altijd te leiden tot risicovol of problematisch speelgedrag, maar dit kan wel een signaal zijn. Het is daarom van belang dat een hoge stortingslimiet als signaal wordt beschouwd in de bredere analyse met één of meerdere andere signalen.
Ingevolge artikel 3.19d Rkoa (nieuw) kan een hoge stortingslimiet alleen definitief worden ingevoerd en verwerkt na persoonlijk contact met verslavingspreventie-opgeleid personeel van de vergunninghouder. Het is goed mogelijk dat het contact – in combinatie met de al bij de vergunninghouder bekende informatie omtrent het speelgedrag van de speler – wel leidt tot interventiemaatregelen.
Uit onderzoek naar de keuzeomgeving van aanbieders van kansspelen op afstand blijkt dat spelers na het bereiken van hun grens deze direct kunnen wijzigen en deze in feite onmiddellijk kunnen verruimen om bij de eerstvolgende mogelijkheid, namelijk na de termijn van zeven dagen, bedoeld in artikel 4.14, derde lid, aanhef en onder b, Bkoa, door te spelen.85 Indien de speler na het bereiken van de grens ten minste eerst wordt uitgelogd, vormt dat een extra barrière waardoor de speler uit de roes van het meteen willen doorspelen en meteen willen verhogen van zijn grenzen, wordt gehaald.
Gelet op het voorgaande wordt op grond van artikel 18, vierde lid, Bwrvk in artikel 19, derde lid, Rwrvk als nieuwe en aanvullend verplicht toe te passen interventiemaatregel bepaald dat de vergunninghouder ervoor zorgt dat spelers na het bereiken van de door hen aangegeven tijdslimieten worden afgemeld en deze grenzen daardoor niet direct kunnen wijzigen. Aangezien het hier gaat om de toepassing van interventiemaatregelen moet de vergunninghouder op grond van artikel 19, vierde lid, Rwrvk de speler voorts informeren dat de reden voor de afmelding is dat hij een van zijn grenzen heeft bereikt.
De speler kan opnieuw inloggen en vervolgens zijn grens wijzigen, maar heeft dan wel de gelegenheid gehad om daarop te reflecteren. De tijd voor reflectie kan er voor zorgen dat de speler alsnog afziet van het wijzigen van de betreffende limieten. Dit kan onmatige deelname en (risico’s op) kansspelverslaving voorkomen.
Artikel 19, derde lid, Rwrvk bevat naast de verplichting tot afmelding bij het bereiken van tijdsgrenzen ook nog steeds de verplichting tot toepassing van artikel 18, tweede lid, onder a, Rwrvk, namelijk de speler op voldoende effectieve wijze via de spelersinterface over het bereiken van die grenzen te berichten. Inhoudelijk wijzigt dat niet met de inwerkingtreding van deze regeling. Dat betekent dat – ook na de inwerkingtreding – op grond van artikel 6, eerste lid, onder a, Rwrvk de vergunninghouder de betreffende speler geen bonus mag aanbieden voor een periode van dertig dagen na het bedoelde bericht over het bereiken van de door hem ingestelde tijdslimiet. Dat blijft de staande praktijk.
In het belang van verslavingspreventie worden op grond van artikel 10 Bwrvk nadere regels gesteld ten aanzien van spelers die reeds voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling bij vergunninghouders zijn ingeschreven, al een hoge limiet hadden ingesteld en deze nog niet na inwerkingtreding verder hebben verhoogd. Het is van belang dat deze grote groep bestaande spelers zich eveneens bewust wordt van hun hoge stortingslimiet en met name de risico’s die hiermee gepaard gaan. Hoge speellimieten kunnen immers onderdeel zijn van onmatige deelname en dat kan leiden tot financiële of psychische problemen. Hier moeten ook bestaande spelers op worden gewezen en ook aan hen moet aanvullende bescherming worden geboden tegen onmatige deelname en kansspelverslaving.
Met de overgangsbepaling wordt beoogd om huidige spelers die al limieten hebben ingesteld boven de gestelde grensbedragen dezelfde bescherming te bieden als nieuwe spelers. Er is in de huidige wet- en regelgeving evenwel enkel een grondslag om bij ministeriële regeling voorschriften te stellen over de wijze waarop spelers hun limieten kunnen instellen of wijzigen, maar geen grondslag om voorschriften te stellen over de wijze waarop – reeds ingeschreven – spelers hun limieten kunnen behouden. Een persoonlijk contactmoment kan dus niet verplicht worden gesteld voor de huidige spelers middels deze regeling. Wel kunnen ze worden gewezen op hun limieten. Dit gebeurt aan de hand van de onderhavige overgangsbepaling.
Vergunninghouders moeten bestaande spelers met een stortingslimiet met hogere bedragen dan de bedragen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, van het onderhavige artikel, erop attenderen dat zij een hoge stortingslimiet voor zichzelf hebben ingesteld en hoe hoog deze limiet is. De hier bedoelde bedragen komen geheel overeen met de bedragen, bedoeld in artikel 3.19d, eerste lid, Rkoa (nieuw) en ook het daarbij gehanteerde getrapte model. De bedoelde groep van bestaande spelers moet – evenals de groep aspirant-spelers die voor het eerst een spelersprofiel instellen en spelers die voor het eerst een hoge stortingslimiet instellen – voorts worden gewezen op de risico’s van deelname aan kansspelen op afstand en de beschikbare hulpmiddelen, waaronder CRUKS, en het Loket Kansspel.
De informatie omtrent het feit dat sprake is van een hoge stortingslimiet alsmede de hoogte daarvan, de risico’s van deelname en de beschikbare hulpmiddelen moet bestaande spelers in ieder geval worden getoond in een bericht bij hun eerste aanmelding na inwerkingtreding van deze regeling. Dit bericht moet daarbij dertig seconden in beeld blijven. De ratio daarachter is dat personen een gemiddelde leesduur van 140–180 woorden per minuut hebben. Naar verwachting zal een voor de speler begrijpelijk bericht tussen de zeventig en negentig woorden bevatten. Het bericht moet daarom minimaal dertig seconden in beeld zijn voor de speler, zodat hij voldoende tijd heeft om de informatie uit het bericht tot zich te nemen.
Uit onderzoek blijkt dat mensen online pop-ups en vergelijkbare meldingen doorgaans snel wegklikken. De voorgeschreven minimale duur van dertig seconden voor weergave van het bericht is daarom van belang om spelers te stimuleren om de informatie daadwerkelijk tot zich te nemen en om hen te faciliteren in het alsnog verantwoord instellen van hun stortingslimiet. Na de minimale weergaveduur wordt verder voorgeschreven dat spelers uitsluitend kunnen doorklikken naar de pagina van de spelersinterface waarop zij hun speellimieten kunnen wijzigen. Spelers kunnen zodoende niet deelnemen aan de kansspelen die de vergunninghouder op afstand aanbiedt, voordat zij de informatie in de melding tot zich hebben genomen en hebben doorgeklikt naar de pagina waarop zij hun speellimieten kunnen instellen. Het is aan de speler om vervolgens de afweging te maken of zijn huidige limieten verantwoord zijn en om de limieten mogelijk te verlagen. Het bericht wordt telkens bij aanmelding getoond totdat van de optie om door te klikken – na de minimale duur van weergave van dertig seconden – gebruik is gemaakt, zodat de vergunninghouder zich ervan heeft kunnen verzekeren dat de speler kennis van het bericht heeft genomen.
Om het informatieve bericht te laten bijdragen aan het risicobewustzijn van de speler en om de speler te informeren over het instellen van zijn speellimieten, worden in het tweede lid van het onderhavige artikel diverse eisen gesteld aan de inhoud van dat bericht. Deze komen overeen met de eisen met betrekking tot de inhoud van het contactmoment als bedoeld in artikel 3.19e Rkoa en daarom wordt hier verder verwezen naar de toelichting bij dat artikel.
De onderhavige regeling treedt met ingang van 1 oktober 2024 in werking.
Hoewel de bij deze regeling ingevoerde artikelen integraal onderdeel uitmaken van het Rkoa en het Rwrvk, betreft deze regeling een belangrijke wijzigingsregeling, waarbij de verwachting is dat behoefte bestaat aan een citeertitel en aan aanhaling met een afkorting.86 Bepaald is dat deze regeling wordt aangehaald als: Regeling speellimieten en bewuster speelgedrag. De aanbevolen afkorting om te gebruiken, luidt: Regeling sbs.
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
‘Gokkers slecht beschermd op Nederlandse goksites’, pointer.kro-ncrv.nl, 28 mei 2022 en ‘Dennis gokte 24 uur per dag, maar kreeg nooit een seintje van een gokbedrijf. Ik heb 150.000 euro verspeeld’, Trouw, 28 september 2023.
A. Kruize, J. Snippe & J. de Muijnck, ‘Nieuwe meting modernisering kansspelbeleid’, september 2021, bijlage bij Kamerstukken II 2021/22, 24 557, 179, (hierna: Breuer & Intraval, 2021), p 1.
I&O Research, ‘Speellimieten bij online kansspelen – een onderzoek naar ervaringen en behoeften van spelers’, november 2023, bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 24 557, 218, (hierna: I&O Research 2023), p. 7.
Jongvolwassenen betreffen personen in de leeftijd tussen 18 en 24 jaar als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder a, Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen.
G. Meerkerk, A. Hammink & D. van de Mheen, ‘De relatie tussen kansspelmarketing en gokken, een literatuuronderzoek’, IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving 2015, p. 3.
A.J. van Rooij, A. Tuijnman, D. Sartorius & D. Visser, ‘Een gezonde communicatiestrategie voor de Wet kansspelen op afstand (koa)’ Trimbos-instituut, 2021, p. 4.
Onder meer Lucar C., Wiebe, J. & Philander K., (2012), Final Report prepared for the Ontario Problem Gambling Research Centre on Monetary Limits Tools for Internet Gamblers: A Review of their Availability, Implementation and Effectiveness Online, Responsible Gambling Council Ontario; Williams R.J., West, B.L &, Simpson R.I., (2012), Prevention of problem gambling: a comprehensive review of the evidence and identified best practices. Ontario Problem Gambling Research Centre and the Ontario Ministry of Health and Long Term Care; Gainsbury S.M., Parke, J. & Suhonen N., (2012), Consumer attitudes towards Internet gambling: Perceptions of responsible gambling policies, consumer protection and regulation of online gambling sites, Computers in Human Behaviour.
D&B, ‘Deelrapportage WODC – Gedragsinzichten bij het instellen van speellimieten’, november 2023, bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 24 557, 218 (hierna: D&B 2023), p. 16.
Anchoring is het zetten van ankers en daarbij vormt de informatie die iemand als eerste ziet het anker voor nieuwe beslissingen of het beoordelen van nieuwe informatie, D&B 2023, p. 17.
In de wetenschap wordt de term ‘gain framing’ gebruikt voor het benadrukken van de zogenaamde positieve effecten van (de deelname aan) kansspelen om daarmee invloed uit te oefenen op het gedrag van personen, bijvoorbeeld consumenten en in casu (aspirant-)spelers.
Regulus Partners, ‘Customer limit setting: an analysis of five European jurisdictions’, september 2022, bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 24 557, 197, p. 4.
S. Gainsbury, J. Parke & N. Suhonen, ‘Consumer attitudes towards Internet gambling: Perceptions of responsible gambling policies, consumer protection, and regulation of online gambling’ Computers in Human Behavior, Vol. 29, 2013, p. 236.
Onder meer HvJ EU 2 maart 2023, C-695/21 (Recreatieprojecten Zeeland BV, Casino Admiral Zeeland BV en Supergame BV), ECLI:EU:C:2023:144, HvJ EU 15 september 2011, C-347/09 (Dickinger en Ömer), ECLI:EU:C:2011:582, en HvJ EU 8 september 2010, C-316/07, C-358/07–C-360/07, C-409/07 en C-410/07 (Stoß), ECLI:EU:C:2010:504.
HvJ EG 8 september 2009, C-42/07 (Liga Portuguesa de Futebol Profissional en Bwin International Ltd), ECLI:EU:C:2009:519.
HvJ EG 6 november 2003, C-243/01 (Gambelli), ECLI:EU:C:2003:597. Zie verder onder meer HvJ EG 8 september 2009, C-42/07 (Liga Portuguesa de Futebol Profissional en Bwin International Ltd), ECLI:EU:C:2009:519.
Aanbeveling van de Commissie van 14 juli 2014 betreffende beginselen ter bescherming van consumenten en gebruikers van onlinegokdiensten en ter voorkoming van onlinegokken door minderjarigen.
Dit betreft het totaal aantal kansspelaanbieders met een vergunning in de periode februari–april 2024.
Dit is gebaseerd op een minimumfrequentie van 26.845 contactmomenten en een maximumfrequentie van 41.300 contactmomenten.
Vanaf 1 juli 2023 voorziet het Besluit orka in een verbod op ongerichte reclame voor kansspelen op afstand (Stb. 2023, 120).
Stb. 2021, 37, p. 133: ‘Ook moet hij [de speler] van te voren aangeven welke bedragen hij per dag, week of maand maximaal op zijn speelrekening wil storten (...).’
Behavioural Insights Team, Behavioural Risk Audit of Gambling Operator Platforms, Findings Report July 2022, p. 26.
Monitoringsrapportage Ksa voorjaar 2023, p. 3, najaar 2023, p. 4 en voorjaar 2024, p. 4, en I&O Research 2023, p. 65 en 66.
Bjorseth, B., Simensen, J., Bjornethun, A., Griffiths, M. D., Erevik, E. K., Leino, T. & Pallesen, S., (2021) The effects of responsible gambling pop-up messages on gambling behaviors and cognitions: a systematic review and meta-analysis, Frontiers in Psychiatry, 11, p. 1; Impact of warning pop-up messages on the gambling behavior, craving, and cognitions of online gamblers: a randomized controlled trial, Frontiers in Psychiatry, 12, p. 1; McGivern, P., Hussain, Z., Lipka, S. & Stupple, E., (2019). The Impact of pop-up warning messages of losses on expenditure in a simulated frame of online roulette: a pilot study, BMC Public Health, 19, p. 1; Auer, M., Malischnig, D. & Griffiths, M., (2014) Is pop-up messaging in online slot maxchine gambling effective as a responsible gambling strategy? Journal of Gambling Issues, 29, p. 1.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-19648.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.