Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 7 maart 2023 nr. VO/35836657 houdende een wijziging van verschillende regelingen in verband met de noodzaak tot het herstel van enkele wetstechnische gebreken als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en de vereenvoudiging van de bekostiging in het primair onderwijs en de afschaffing van het lerarenregister

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van de Wet overige OCW-subsidies, artikel 8, vierde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers, de Wet voortgezet onderwijs 2020 en het Uitvoeringsbesluit WVO 2020;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING AANVULLENDE SUBSIDIEREGELING PILOT PRAKTIJKGERICHT PROGRAMMA VOOR GL EN TL

De Aanvullende subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van het begrip ‘bevoegd gezag’ komt te luiden:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van de WVO 2020 of artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;.

2. De begripsbepaling van het begrip ‘gemengde leerweg’ komt te luiden:

gemengde leerweg:

gemengde leerweg als bedoeld in artikel 2.22, eerste lid, onderdeel d, van de WVO 2020;.

3. De begripsbepaling van het begrip ‘school’ komt te luiden:

school:

school als bedoeld in artikel 1.1 van de WVO 2020 of artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;.

B

In artikel 3, vierde lid, onderdeel a, wordt ‘artikel 76c, WVO’ vervangen door ‘artikel 6.2 van de WVO 2020’.

C

In artikel 11, derde lid, onderdeel a, wordt ‘artikel 76c, WVO’ vervangen door ‘artikel 6.2 van de WVO 2020’.

ARTIKEL II. WIJZIGING KADERREGELING SUBSIDIES OCW, SZW EN VWS

Artikel 9.3, eerste lid, onderdelen nn en oo, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS komen te luiden:

  • nn. de artikelen 27, 28, 29 en 30 van het Besluit bekostiging WPO 2022; en

  • oo. de artikelen 29, 30, 31 en 32 van het Besluit bekostiging WEC 2022.

ARTIKEL III. WIJZIGING REGELING AANVULLENDE BEKOSTIGING GEÏSOLEERDE VESTIGINGEN VO

Artikel 1 van de Regeling aanvullende bekostiging geïsoleerde vestigingen vo wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van het begrip ‘leerling’ komt te luiden:

leerling:

leerling als bedoeld in artikel 6.7 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020;.

2. De begripsbepaling van het begrip ‘minister’ komt te luiden:

minister:

Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;.

3. De begripsbepaling van het begrip ‘teldatum’ komt te luiden:

teldatum:

datum van 1 oktober, bedoeld in artikel 5.8, eerste lid, van de wet;.

ARTIKEL IV. WIJZIGING REGELING AANVULLENDE EN BIJZONDERE BEKOSTIGING EINDEXAMENS 2022

Artikel 1 van de Regeling aanvullende en bijzondere bekostiging eindexamens 2022 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsbepaling van het begrip ‘extra herkansing’ wordt na ‘artikel 60f van het Eindexamenbesluit VO’ ingevoegd ‘zoals dat luidde op 31 juli 2022’.

2. In de begripsbepaling van het begrip ‘school’ wordt ‘artikel 1 van de WVO’ vervangen door ‘artikel 1.1 van de WVO 2020’.

3. De begripsbepaling van het begrip ‘vavo’ komt te luiden:

vavo:

opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel a, van de WEB;.

4. In de begripsbepaling van het begrip ‘vavo-student’ vervalt ‘onder n4’.

ARTIKEL V. WIJZIGING REGELING BIJZONDERE EN AANVULLENDE BEKOSTIGING UITVOERING NATIONAAL PROGRAMMA ONDERWIJS PO EN VO

De Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging uitvoering Nationaal Programma Onderwijs PO en VO wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van het begrip ‘leerling’ komt te luiden:

leerling:

leerling als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022, artikel 1 van het Besluit bekostiging WEC 2022 of artikel 5.8 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;.

2. De begripsbepaling van het begrip ‘leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond’ komt te luiden:

leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond:

leerling als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022 of artikel 1 van het Besluit bekostiging WEC 2022;.

3. De begripsbepaling van het begrip ‘nevenvestiging’ komt te luiden:

nevenvestiging:

nevenvestiging als bedoeld in artikel 4.14 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 of tijdelijke nevenvestiging als bedoeld in artikel 4.16 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;.

B

In artikel 4, derde lid, wordt ‘artikel 121 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 118 van de Wet op de expertisecentra’ vervangen door ‘artikel 118 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 116 van de Wet op de expertisecentra’.

ARTIKEL VI. WIJZIGING REGELING INFORMATIEVOORZIENING WPO/WEC

De Regeling informatievoorziening WPO/WEC wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van paragraaf 4 vervalt ‘en gegevens voor het lerarenregister en registervoorportaal’.

B

In artikel 13 wordt ‘de artikelen 4 en 9’ vervangen door ‘artikel 4’.

C

Artikel 14, vierde en vijfde lid, vervallen.

D

Bijlage 7 vervalt.

ARTIKEL VII. WIJZIGING REGELING INFORMATIEVOORZIENING WVO

De Regeling informatievoorziening WVO wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsbepaling van het begrip ‘accountantsverklaring’ wordt ‘artikel 6.12, tweede lid, onderdeel c, van het Uitvoeringsbesluit WVO’ vervangen door ‘artikel 6.12, tweede lid, onderdeel c, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’.

2. In de begripsbepaling van het begrip ‘bevoegd gezag’ wordt ‘artikel 1 van de wet’ vervangen door ‘artikel 1.1 van de wet’.

3. In de begripsbepaling van het begrip ‘minister’ wordt ‘Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media’ vervangen door ‘Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs’.

4. De begripsverklaring van het begrip ‘schooljaar’ komt te luiden:

schooljaar:

schooljaar als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;.

B

In het opschrift van paragraaf 4 vervalt ‘en gegevens voor het lerarenregister en registervoorportaal’.

C

In artikel 15 wordt ‘de artikelen 2.68, 2.69, 6.23 en 7.2, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’ vervangen door ‘de artikelen 2.68, 2.69 en 6.23 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’.

D

In artikel 16 wordt ‘de artikelen 2.68, 6.23 en 7.2, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’ vervangen door ‘de artikelen 2.68 en 6.23 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’.

E

Artikel 19a komt te luiden:

Artikel 19a. Omhang

Deze regeling is gebaseerd op de artikelen 2.68, tweede lid, en 6.23, tweede en derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.

F

Bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder het opschrift ‘Ordening van de gegevens’ wordt ‘de artikelen 2.111, 5.48, 7.50, 7.51, 7.59 en 7.60 van de wet’ vervangen door ‘de artikelen 2.111 en 5.48 van de wet’.

2. Onder het opschrift ‘Toelichting’ vervalt ‘, voor het lerarenregister en het registervoorportaal’ en ‘- gegevens voor het lerarenregister en het registervoorportaal’.

3. In paragraaf 1.1.1 tot en met 1.1.7 wordt telkens ‘artikel 5.48’ vervangen door ‘artikel 2.111’.

4. In paragraaf 1.1.8 wordt telkens ‘artikel 2.111 en 103a1’ vervangen door ‘artikel 2.111 en 5.48’ en wordt ‘artikel 5.48’ vervangen door ‘artikel 2.111’.

5. In paragraaf 2 vervalt ‘• gegevens voor het lerarenregister en het registervoorportaal’.

6. In paragraaf 2.1.1 tot en met 2.1.5 wordt telkens ‘artikel 5.48’ vervangen door ‘artikel 2.111’ en wordt telkens ‘artikel 2.111 en 103a1’ vervangen door ‘artikel 2.111 en 5.48’.

7. Paragraaf 2.1.6 vervalt.

8. In paragraaf 2.2 wordt ‘Conform de begripsbepalingen van artikel 1 WVO 2020’ vervangen door ‘Conform de begripsbepalingen van artikel 1.1 WVO 2020’ en wordt ‘De grondslag is hier artikel 103a1 van de WVO 2020 en niet mede artikel 103a van de WVO 2020’ vervangen door ‘De grondslag is hier artikel 2.111 WVO 2020 en niet mede artikel 5.48 WVO 2020’.

9. In de tabel in paragraaf 2.2 wordt telkens ‘Artikel 103a1’ vervangen door ‘artikel 2.111’.

10. In paragraaf 2.3 vervalt het opschrift ‘• grondslag van de benoeming’ alsmede de twee daarna opgenomen volzinnen.

G

In bijlage 5 vervalt paragraaf 2.4.

ARTIKEL VIII. WIJZIGING REGELING JAARVERSLAGGEVING ONDERWIJS BES

In artikel 1 van de Regeling jaarverslaggeving BES komt de begripsbepaling van het begrip ‘onderwijsinstelling’ te luiden:

onderwijsinstelling:

een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet primair onderwijs BES of artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, gelegen in het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, dan wel het expertisecentrum onderwijszorg, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Wet primair onderwijs BES, artikel 11.18, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 of artikel 3.4, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;.

ARTIKEL IX. WIJZIGING REGELING LEERRESULTATEN VO 2016

In bijlage A bij de Regeling leerresultaten VO 2016, onder het opschrift ‘Voorstel inspecteur-generaal van het onderwijs’, wordt ‘artikel 37 van dit besluit’ vervangen door ‘artikel 2.52 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’.

ARTIKEL X. WIJZIGING REGELING MODELLEN DIPLOMA’S VO

In artikel 13 van de Regeling modellen diploma’s VO vervalt de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

ARTIKEL XI. WIJZIGING REGELING MODELLEN DIPLOMA’S VO BES

De Regeling modellen diploma’s VO BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van artikel 11a wordt ‘artikel 76 van de Wet op het voortgezet onderwijs BES’ vervangen door ‘artikel 2.59 van de WVO 2020’.

B

Aan het opschrift van de bijlagen 8a, 11a en 12c wordt telkens na ‘Regeling modellen diploma’s VO’ toegevoegd ‘BES’.

ARTIKEL XII. WIJZIGING REGELING PSEUDONIMISERING ONDERWIJSDEELNEMERS

Artikel 1 van de Regeling pseudonimisering onderwijsdeelnemers komt te luiden:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

ketenID:

andere pseudoniem als bedoeld in artikel 182, twaalfde lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 142, negende lid, van de Wet primair onderwijs BES, artikel 161, dertiende lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 8.17, tiende lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, de artikelen 2.3.6a, tiende lid, en 2.5.5a, dertiende lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 2.3.4, tiende lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES en artikel 7.52, tiende lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

nummervoorziening:

voorziening voor het genereren, wijzigen en verwijderen van een pseudoniem of een ketenID;

onderwijsdeelnemer:

leerling als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra of de Wet voortgezet onderwijs 2020, student of vavo-student als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, of student of extraneus als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

pseudoniem:

pseudoniem als bedoeld in artikel 182, elfde lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 142, achtste lid, van de Wet primair onderwijs BES, artikel 161, twaalfde lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 8.17, negende lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, de artikelen 2.3.6a, negende lid, en 2.5.5a, twaalfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 2.3.4, negende lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES en artikel 7.52, negende lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

ARTIKEL XIII. WIJZIGING REGELING REGISTER ONDERWIJSDEELNEMERS

De Regeling register onderwijsdeelnemers wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 1.1 wordt ‘de bekostigingscategorie, bedoeld in artikel 124, vierde en vijfde lid, WPO en artikel 5.15, vierde en vijfde lid, WVO 2020 (artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van het besluit)’ vervangen door ‘de ondersteuningscategorie, bedoeld in artikel 124, vierde en vijfde lid, WPO en artikel 5.15, vierde en vijfde lid, WVO 2020 (artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van het besluit)’.

2. In paragraaf 3.2 wordt ‘artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO’ vervangen door ‘artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022’.

3. In paragraaf 3.3 en 3.4 wordt ‘artikel 1 Besluit bekostiging WEC’ vervangen door ‘artikel 1 van het Besluit bekostiging WEC 2022’.

B

Bijlage 2, paragraaf 2, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de definitie van de gegevens ‘Sector’ en ‘Afdeling’ wordt ‘van de WVO’ vervangen door ‘van de Wet op het voortgezet onderwijs’.

2. In de definitie van het gegeven ‘Profiel’, wordt ‘van de wet’ vervangen door ‘van de WVO 2020’.

C

Bijlage 3, onder het opschrift ‘Specificatie van de basisgegevens met betrekking tot examens’ wordt als volgt gewijzigd:

1. In de definitie van de gegevens ‘Sector’ en ‘Afdeling’ wordt ‘van de WVO’ vervangen door ‘van de Wet op het voortgezet onderwijs’.

2. In de definitie van het gegeven ‘Profiel’, wordt ‘van de wet’ vervangen door ‘van de WVO 2020’.

ARTIKEL XIV. WIJZIGING REGELING RESULTAATAFHANKELIJKE BEKOSTIGING VSV VO

In artikel 12a van de Regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv vo wordt ‘artikel 5.11 van de Wet voortgezet onderwijs’ vervangen door ‘artikel 5.11 van de Wet voortgezet onderwijs 2020’.

ARTIKEL XV. WIJZIGING VAN DE REGELING SPECIFIEKE UITKERING EXTRA FINANCIËLE MIDDELEN RMC-FUNCTIE

De Regeling specifieke uitkering extra financiële middelen RMC-functie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van het begrip ‘effectrapportage’ komt te luiden:

effectrapportage:

rapportage als bedoeld in artikel 8.25 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, artikel 147, zevende lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 8.3.2, zevende lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, die jaarlijks wordt ingediend en ingericht conform artikel 5.1 en bijlage 5 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020-2024;.

2. In de begripsbepaling van het begrip ‘RMC-contactgemeente’ wordt ‘162b, derde lid, van de Wet op de expertisecentra’ vervangen door ‘147, derde lid, van de Wet op de expertisecentra’.

3. In de begripsbepaling van het begrip ‘RMC-regio’ wordt ‘162b, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra’ vervangen door ‘147, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra’.

B

In artikel 2 wordt ‘162b, eerste tot en met derde lid, van de Wet op de expertisecentra’ vervangen door ‘147, eerste tot en met derde lid, van de Wet op de expertisecentra’.

ARTIKEL XVI. WIJZIGING REGELING SUBSIDIE KORTE SCHOLINGSTRAJECTEN VO

In artikel 1.1 van de Regeling subsidie korte scholingstrajecten vo komt de begripsbepaling van het begrip ‘bevoegd gezag’ te luiden:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;.

ARTIKEL XVII. WIJZIGING REGELING TEGEMOETKOMING KOSTEN OPLEIDINGSSCHOLEN 2019

In artikel 1 van de Regeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen 2019 komt onderdeel g van de begripsbepaling van het begrip ‘student’ te luiden:

  • g. degene die hoger onderwijs volgt, niet zijnde extraneus, of degene die scholing volgt in de zin van artikel 176 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 7.32 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 of artikel 4.2.5 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en bovendien op basis van een geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel 171 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 7.28 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 of artikel 4.2.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs als leraar is benoemd; of.

ARTIKEL XVIII. WIJZIGING REGELING VERREKENING UITKERINGSKOSTEN VO

Artikel 1 van de Regeling verrekening uitkeringskosten vo komt te luiden:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

collectieve deel:

uitkeringskosten als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020;

individuele deel:

uitkeringskosten als bedoeld in artikel 6.4, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.

ARTIKEL XIX. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING HETEROGENE BRUGKLASSEN

Artikel 1 van de Subsidieregeling heterogene brugklassen wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van het begrip ‘bevoegd gezag’ komt te luiden:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van de WVO 2020 of artikel 1 van de WEC;

2. In de begripsbepaling van het begrip ‘school’ vervalt ‘, artikel 1 van de WEB’.

3. De begripsbepaling van het begrip ‘WEB’ vervalt.

ARTIKEL XX. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING PILOT PRAKTIJKGERICHT PROGRAMMA VOOR GL EN TL

De Subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van de wet of artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

DUS-I:

Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen;

gemengde leerweg:

gemengde leerweg als bedoeld in artikel 2.22, eerste lid, onderdeel d, van de wet;

M&T:

Mobiliteit en Transport;

mbo:

instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

minister:

Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

MVI:

Media, Vormgeving en ICT;

projectgroep nieuwe leerweg:

ondersteuningsteam voor de samenvoeging van de gemengde en theoretische leerwegen en ondersteuning bij de pilots onder leiding van de SLO, bestaande uit de Stichting Platforms Vmbo, de VO-Raad en het Platform Theoretische Leerweg;

school:

school als bedoeld in artikel 1.1 van de wet, of artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

schoolvestiging:

hoofdvestiging als bedoeld in artikel 4.13, nevenvestiging als bedoeld in artikel 4.14 of tijdelijke nevenvestiging als bedoeld in artikel 4.16 van de wet;

SLO:

Stichting Leerplan Ontwikkeling;

T&T:

Technologie en Toepassing;

theoretische leerweg:

theoretische leerweg als bedoeld in artikel 2.22, eerste lid, onderdeel a, van de wet;

TIV:

Techniek en Innovatief Vakmanschap;

vavo-instelling:

instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover die uit ’s Rijks kas bekostigde opleidingen voortgezet algemeen volwassenonderwijs verzorgt;

vavo-student:

student als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

vmbo:

de leerwegenfase vanaf het derde leerjaar op scholen voor mavo en aan scholen voor vbo, bedoeld in artikel 2.22 van de wet;

wet:

Wet voortgezet onderwijs 2020.

B

In artikel 21, derde lid, onderdeel a, wordt ‘artikel 76c, van de wet’ vervangen door ‘artikel 6.2 van de wet’.

C

Artikel 24, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘het onderwijs, bedoeld in artikel 10 van de wet, niet zijnde het onderwijs, bedoeld in de artikelen 10b en 10d van de wet’ vervangen door ‘het onderwijs, bedoeld in artikel 2.25 van de wet, maar niet het onderwijs, bedoeld in artikel 2.26 of 2.27 van de wet’.

2. In onderdeel b wordt ‘de artikelen 10b en 10d van de wet’ vervangen door ‘artikel 2.26 of 2.27 van de wet’.

D

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘als bedoeld in artikel 74b, eerste lid, onderdelen e en f, juncto artikel 10b, derde lid, onderdelen c of d, van de wet,’.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘artikel 76c, van de wet’ vervangen door ‘artikel 6.2 van de wet’.

ARTIKEL XXI. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING PRAKTIJKLEREN

In artikel 9a, vierde lid, van de Subsidieregeling praktijkleren wordt ‘artikel 2.105 WVO’ vervangen door ‘artikel 2.105 WVO 2020’.

ARTIKEL XXII. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING SCHOOLKRACHT

Artikel 1 van de Subsidieregeling Schoolkracht wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van het begrip ‘Minister’ komt te luiden:

Minister: Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;.

2. De begripsbepaling van het begrip ‘school’ komt te luiden:

school: bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra of artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;.

ARTIKEL XXIII. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Deze regeling bevat technische aanpassingen in diverse ministeriële regelingen naar aanleiding van de volgende drie onderwerpen:

  • de inwerkingtreding van de Wet voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020), per 1 augustus 2022;

  • de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs, per 1 april 2022;

  • de afschaffing van het lerarenregister, per 1 augustus 2022.

Het betreft geen inhoudelijke wijzigingen, maar slechts reparaties van wijzigingen die eerder verkeerd zijn doorgevoerd.

WVO 2020

Op 1 augustus 2022 traden de Wet voortgezet onderwijs 2020 en het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 in werking. Dit had consequenties voor de grondslagen van diverse ministeriële regelingen die voorheen op de Wet op het voortgezet onderwijs en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur waren gebaseerd. Ook zijn in verband met de WVO 2020 en het Aanpassingsbesluit WVO 2020 verwijzingen in diverse ministeriële regelingen aangepast door de Aanpassingsregeling WVO 2020.1 De modernisering van de WVO 2020 was, mede vanwege de omvang, een langdurig wetgevingsproject. Tegelijkertijd werden ook andere aanpassingen doorgevoerd, die voortvloeiden uit andere wetstrajecten. Te denken valt aan de wetgeving ter vereenvoudiging van de bekostiging in het voortgezet onderwijs en in het primair onderwijs, maar ook aan de Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs. Ook naar aanleiding van die wetgevingstrajecten zijn aanpassingen gedaan in deels dezelfde ministeriële regelingen. Door de samenloop tussen deze wijzigingsopdrachten blijken her en der technische onvolkomenheden in de regelgeving te zijn ontstaan. Deze worden middels deze wijzigingsregeling hersteld.

De artikel I, III, IV, V, onderdeel A, onder 4, VII, onderdelen A, C, D, E en F, onder 3, 4, 6, 8 en 9, VIII, IX, X, XI, XIII, onderdelen A, onder 1, B en C, XIV, XVI, XX en XXII brengen correcties aan in verwijzingen naar de WVO 2020. De meeste van die wijzigingen zijn nodig omdat wijzigingsopdrachten uit eerdere regelingen niet of niet goed uitvoerbaar zijn gebleken door samenloop van verschillende wijzigingen. Dat heeft ertoe geleid dat naar een onjuiste bepaling werd verwezen (oud artikelnummer of onjuiste citeertitel) of dat bepalingen tekstueel niet meer correct waren geformuleerd. Daarnaast bleken nog enkele verwijzingen naar de WVO eerder over het hoofd te zijn gezien in de Aanpassingsregeling WVO 2020. Met de hiervoor genoemde artikelen en onderdelen van onderhavige regeling zijn deze fouten gerepareerd.

Wet vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs

Met de Wet vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs is een groot aantal artikelen in de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op de expertisecentra (WEC) en de Wet primair onderwijs BES vernummerd.2 Als gevolg van die wet waren ook aanpassingen nodig in lagere regelgeving. Die zijn grotendeels opgenomen in de Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 15 maart 2022, nr. PO/FenV/31937769, houdende de verlenging van de termijn voor de leerlingentelling en aanpassing en intrekking van verschillende regelingen in verband met de vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs (Wijzigingsregeling in verband met de vereenvoudiging bekostiging po) (Stcrt. 2022, 8090). Gebleken is dat de aanpassing van enkele verwijzingen daarbij niet geheel juist is verlopen, en dat in die regeling enkele aan te passen verwijzingen over het hoofd zijn gezien. Met de artikelen II, V, XII, XIII, onderdeel A, onder 2 en 3, XV en XVII van de onderhavige regeling zijn diverse verwijzingen naar de WPO en de WEC, die als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs niet langer juist waren, alsnog gecorrigeerd.

Afschaffing lerarenregister

De Wet van 8 februari 2022 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal (Stb. 2022, 86) is op 1 augustus 2022 in werking getreden.3 Met die wet is de rechtsgrond aan enkele bepalingen in de Regeling informatievoorziening WPO/WEC en de Regeling informatievoorziening WVO komen te ontvallen. De wettelijke grondslagen waarop deze artikelen gebaseerd waren, zijn immers komen te vervallen. Met artikel VI en artikel VII, onderdelen B, F, onder 1, 2, 5, 7 en 10, en G, van de onderhavige regeling komen deze bepalingen in beide regelingen daarom te vervallen.

Artikelsgewijs

Artikel I (Aanvullende subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl)

In de tijd tussen publicatie en inwerkingtreding van de Aanpassingsregeling WVO 2020 zijn er in de Aanvullende subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl ook wijzigingen aangebracht door:

  • de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 20 januari 2022, nr. MBO/30890178, houdende de wijziging van diverse ministeriële regelingen, beleidsregels en overige besluiten in verband met de Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs (Stcrt. 2022, 3132); en

  • de Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 3 februari 2022, nr. 31101584, houdende wijziging van de Subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl en de Aanvullende subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl in verband met het toevoegen van de programma’s Techniek en Innovatief Vakmanschap, Media, Vormgeving en ICT en Mobiliteit en Transport, en de mogelijkheid tot het aanbieden van een extra praktijkgericht programma (Stcrt. 2022, 4404).

Bij die later vastgestelde regelingen is echter niet altijd voldoende rekening gehouden met de eerder vastgestelde wijzigingsregelingen. Door de inwerkingtreding van aanpassingen als gevolg van de laatstgenoemde regeling, waren aanpassingen die zouden moeten voortvloeien uit de twee eerdergenoemde regelingen niet langer goed uitvoerbaar. Met de onderhavige regeling worden de daardoor ontstane fouten hersteld.

Artikel XXII (Subsidieregeling schoolkracht)

Eerder is met zowel artikel LXXVIII, onder 3, van de Aanpassingsregeling WVO 2020 als met artikel XXX, onder 1, van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 20 januari 2022, nr. MBO/30890178, houdende de wijziging van diverse ministeriële regelingen, beleidsregels en overige besluiten in verband met de Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs (Stcrt. 2022, 3132) beoogd de begripsbepaling van het begrip ‘school’ in artikel 1 van de Subsidieregeling schoolkracht aan te passen. Mede als gevolg van samenloop (beide hiervoor genoemde regelingen zijn op 1 augustus 2022 in werking getreden), konden de beoogde wijzigingen echter niet (geheel) correct worden doorgevoerd. De begripsbepaling is daarom nu geheel opnieuw vastgesteld overeenkomstig de oorspronkelijke bedoeling van beide eerdere wijzigingen. De verwijzing naar de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) vervalt, omdat de agrarische opleidingscentra door de Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs met ingang van 1 augustus 2022 omgevormd zijn in verticale scholengemeenschappen. De WVO 2020 is nu rechtstreeks van toepassing op het voorbereidend beroepsonderwijs binnen die verticale scholengemeenschap en dus hoeft in de begripsbepaling niet meer naar de WEB verwezen te worden.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 7 december 2021, nr. VO/29106277 houdende een technische wijziging van verschillende regelingen in verband met de totstandkoming van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 (Aanpassingsregeling WVO 2020) (Stcrt. 2022, 993).

X Noot
2

Wet van 25 februari 2021 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op het voortgezet onderwijs en enkele andere wetten vanwege de vereenvoudiging van de bekostiging van de scholen voor primair onderwijs en samenwerkingsverbanden (Stb. 2021, 171).

X Noot
3

Het betreft hier een initiatiefwet van de Tweede Kamerleden Bisschop en Kwint.

Naar boven