Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 15 november 2023 houdende de wijziging van de Regeling aanwijzing leden korpsleiding en leiding landelijke en regionale eenheden

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 2 van het Besluit beheer politie;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanwijzing leden korpsleiding en leiding landelijke en regionale eenheden wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Naast de politiechef bestaat de leiding van een landelijke eenheid uit de volgende leden:

  • a. een hoofd Operatiën, tevens plaatsvervangend politiechef;

  • b. tenminste één hoofd Operatiën;

  • c. een hoofd Bedrijfsvoering.

B

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

Naast de politiechef bestaat de leiding van een regionale eenheid uit de volgende leden:

  • a. een hoofd Operatiën, tevens plaatsvervangend politiechef;

  • b. een hoofd Operatiën;

  • c. een hoofd Bedrijfsvoering.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

Algemeen

Verschillende rapporten1 hebben in de afgelopen jaren aangetoond dat er (organisatorische) problemen zijn bij de Landelijke eenheid van de politie. Om die reden heeft de Minister van Justitie en Veiligheid (hierna: de Minister) de Adviescommissie voor de Landelijke eenheid (de commissie Schneiders, hierna: de commissie) ingesteld. Deze commissie had de opdracht te adviseren over door te voeren verbeteringen bij de Landelijke eenheid en de noodzaak van herpositionering van de Landelijke eenheid in het huidige politiebestel en de mogelijke modaliteiten daarvoor. De commissie heeft op 10 juni 2022 haar eindadvies ‘Ruimte voor slagvaardig politiewerk’ aan de Minister uitgebracht.2

In haar eindadvies heeft de commissie onder meer aanbevolen de Landelijke eenheid te splitsen in twee landelijke eenheden en beide eenheden een zwaardere topstructuur te geven. In de beleidsreactie3 op dit rapport heeft de Minister de adviezen van de commissie overgenomen. De Landelijke eenheid wordt gesplitst in twee landelijke eenheden met een zwaardere topstructuur. De reden voor het verzwaren van de topstuctuur is het gegeven dat de landelijke operationele diensten zijn belast met specialistische en/of hoogwaardige taken, die dikwijls een hoog afbreukrisico hebben. De leiding van de diensten is belegd bij diensthoofden. De commissie adviseert om de topstructuur van de Landelijke eenheid en de toekomstige landelijke eenheden te verzwaren. Dit zal er volgens het advies van de commissie voor zorgen dat de verschillende expertises goed vertegenwoordigd zijn op het hoogste sturingsniveau binnen de eenheid.4

In de huidige situatie bepaalt de Regeling aanwijzing leden korpsleiding en leiding landelijke en regionale eenheden dat de leiding van zowel de landelijke als de regionale eenheden bestaat uit een politiechef, een hoofd Operatiën tevens plaatsvervangend politiechef, een hoofd Operatiën en een hoofd Bedrijfsvoering. De regeling laat hierop geen uitzonderingen toe.

De in dit wijzigingsbesluit opgenomen wijziging regelt dat naast de reeds bestaande leiding van een landelijke eenheid, in plaats van een hoofd Operatiën, tenminste één hoofd Operatiën deel uitmaakt van de leiding van een landelijke eenheid. Daardoor kunnen meerdere hoofden Operatiën deel uitmaken van de leiding van een landelijke eenheid. Dat maakt meer maatwerk in de samenstelling van de leiding van de landelijke eenheden mogelijk waardoor een betere aansluiting van de leiding van de landelijke eenheden op de organisatorische vormgeving van de landelijke eenheden kan worden gerealiseerd. Op deze manier wordt uitvoering gegeven aan het door de commissie gegeven advies.

Om bij de nieuwe landelijke eenheden een betere aansluiting te kunnen realiseren tussen de leiding en de verschillende organisatorische onderdelen van deze eenheden is het wenselijk dat de regelgeving meer maatwerk in de samenstelling van de leiding van de landelijke eenheden toelaat. Daarvoor is het noodzakelijk de Regeling aanwijzing leden korpsleiding en leiding landelijke en regionale eenheden te wijzigen. Aanpassingen in de samenstelling van de leiding van de landelijke eenheden zal de Minister vaststellen als onderdeel van het beheersplan5 politie.

De voorliggende wijziging raakt niet aan de samenstelling van de leiding van de regionale eenheden.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Onderdelen A en B

In de nieuwe artikelen 2 en 2a wordt een onderscheid gemaakt in de regels over de samenstelling van de leiding van een landelijke eenheid en de regels over de samenstelling van de leiding van een regionale eenheid.

Artikel 2 ziet nu uitsluitend op de samenstelling van de leiding van een landelijke eenheid. In onderdeel b wordt geregeld dat de leiding uit ten minste een hoofd Operatiën bestaat. Ongewijzigd blijft dat van de leiding van een landelijke eenheid, evenals van de leiding van een regionale eenheid, één politiechef, één hoofd Operatiën tevens plaatsvervangend politiechef en één hoofd Bedrijfsvoering deel uitmaken.

De tekst van artikel 2 (oud) is verplaatst naar het nieuwe artikel 2a, waarbij de tekst over de Landelijke eenheid is verwijderd uit het artikel. Artikel 2a gaat alleen over de samenstelling van de leiding van regionale eenheden. De regels die betrekking hebben op de samenstelling van de leiding van een regionale eenheid blijven ongewijzigd. De eenheid van een regionale eenheid blijft aldus bestaan uit een Hoofd Operatiën, tevens plaatsvervangend politiechef, een Hoofd Operatiën en een Hoofd Bedrijfsvoering.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstukken II 2020-21, 29 628 nr. 997, Kamerstukken II 2021-22, 29 628 nr. 1065, Kamerstukken II 2021-22, 29 628 nr. 1050, Kamerstukken II 2021-22, 29 628 nr. 1053, Kamerstukken II 2020-21, 29 628 nr. 1013, Kamerstukken II 2021-22, 29 628 nr. 1055, Kamerstukken II 2021-22, 29 628 nr. 1079, Kamerstukken II 2021-22, 29 628 nr. 1076.

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstukken II 2021/22, 29 628; nr. 1101

X Noot
3

Kamerstukken II 2021/22, 29 628; nr. 1101

X Noot
4

Kamerstukken II 2021/22, 29 628; nr. 1101.

X Noot
5

Zie artikel 37, van de Politiewet 2012 en artikel 46, eerste lid, onder a, van het Besluit beheer politie.

Naar boven