29 628 Politie

Nr. 1050 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2021

Inleiding

In mijn brief van 26 april1 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat een medewerker van de Dienst Specialistische Ondersteuning (DSO) van de Landelijke Eenheid (LE) is overleden. De medewerker in kwestie was als infiltrant2 werkzaam bij het team Werken Onder Dekmantel (WOD). Uit forensisch onderzoek van de Rijksrecherche is gebleken dat hij suïcide heeft gepleegd. Dit is een schokkend en tragisch gegeven voor naaste familieleden en andere dierbaren. De korpschef heeft in overleg met het OM besloten een commissie onder leiding van onafhankelijk voorzitter dhr. Oebele Brouwer onderzoek te laten doen naar de feiten en omstandigheden van het overlijden van de medewerker en de werkwijze van het team WOD. Ik wil de commissie hierbij bedanken voor haar grondige onderzoek3.

De omstandigheden van het overlijden van deze politiemedewerker zijn tragisch. Ik wil ook op deze plek mijn oprechte deelneming betuigen aan de nabestaanden en collega’s van deze politiemedewerker. Ik wens hen sterkte bij de verwerking van dit verschrikkelijke verlies.

De bevindingen en conclusies van de commissie Brouwer zijn eenduidig en ontluisterend. Het rapport geeft een feitelijk inzicht in de tragische gebeurtenissen in de periode voorafgaand aan de suïcide en de mentale toestand van de WOD-medewerker. Ik kan mij voorstellen dat de bevindingen en de conclusies van de commissie Brouwer hard aankomen bij de nabestaanden en bij de politiemensen die werkzaam zijn in het heimelijke domein. Ik deel de gevoelens van ontluistering, verdriet en boosheid die het rapport oproept.

Ook bevestigt dit rapport voor mij eens te meer dat stevige verbeteringen bij de LE nodig zijn, zoals al bleek uit eerdere onderzoeken die naar aanleiding van signalen van de politievakbonden waren ingesteld. Het in januari te verschijnen rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid bij de DSO zal dit naar verwachting verder aanvullen.

Conclusies van de commissie Brouwer

Naast een openbare samenvatting en conclusies, die bij deze brief zijn gevoegd, bestaat het rapport uit twee delen met de rubricering «politie zeer geheim». Deel 1 betreft de feiten en omstandigheden van het overlijden en deel 2 de werkwijze van het team WOD.

In deel 1 van het rapport trekt de commissie de conclusie dat er een relatie is tussen het overlijden van de infiltrant en zijn werk. De commissie noemt dit een harde, maar onvermijdelijke conclusie.

In deel 2 van het rapport constateert de commissie dat vrijwel alle knelpunten ten aanzien van de werkwijze binnen het team WOD zich in meer of mindere mate hebben voorgedaan in de onderzochte casus. De commissie stelt vast dat de professionaliteit van de organisatie als geheel ernstig te wensen overlaat. De commissie stelt dat veiligheidsrisico’s inherent zijn aan de aard van heimelijke inzetten, en zoveel mogelijk worden ingeperkt. Maar volgens de commissie lijkt het bewustzijn van het risico voor het mentale welzijn van infiltranten minder nadrukkelijk ontwikkeld. De commissie vindt dat de inzet van heimelijke bevoegdheden, een zwaar middel in onze rechtsstaat, verplicht tot een hoge mate van professionaliteit van de politieorganisatie, waarbij niet alleen de veiligheid en afscherming van infiltranten voorop moet staan, maar ook hun mentale welzijn en integriteit. De commissie concludeert dat het huidige systeem binnen en buiten het team WOD deze waarborgen niet voldoende bezit. Verder is gebleken dat ook al in 2016 duidelijk had kunnen zijn dat de in 2007 ingezette professionalisering van het team WOD nauwelijks van de grond was gekomen en dat er ook sinds 2016 weinig verbetering in de situatie bij het team WOD is geweest.

Ten aanzien van het Openbaar Ministerie en de rol van de Centrale Toetsingscommissie (CTC)4 wijst de commissie erop dat er voorafgaand aan het traject in de onderzochte casus geen toetsing is gevraagd bij de CTC. Er was toen sprake van een voorgenomen inzet van de bevoegdheden stelselmatige informatie-inwinning en pseudodienstverlening. De commissie kan deze afweging bij aanvang in strikt juridische zin begrijpen, maar is van mening dat toetsing [eerder] gedurende het traject, gezien de praktische kenmerken en voorzienbare en gewenste ontwikkeling tijdens dit langdurige en intensieve traject, in de rede lag.

De commissie doet acht aanbevelingen die volgens de commissie in ieder geval onderdeel moeten zijn van de snelle professionalisering van het team WOD. Het betreft aanbevelingen ten aanzien van de werkwijze, organisatie en personeelszorg van het team WOD. De korpschef heeft mij gemeld dat hij alle conclusies en aanbevelingen omarmt en volledig overneemt. Aan het einde van deze brief licht ik toe op welke wijze ik wil borgen dat deze aanbevelingen ook werkelijk worden gerealiseerd.

Reactie op het rapport van de commissie Brouwer

Het is voor mij evident dat er lering moet worden getrokken uit de bevindingen omtrent de casus en de werkwijze bij team WOD. Het rapport maakt duidelijk dat meerdere waarschuwingen en signalen dat het mentaal niet goed ging met de WOD-medewerker beperkt zijn opgepakt, waardoor niet of onvoldoende is ingegrepen. Ik acht de huidige gang van zaken bij het team WOD niet acceptabel. Ik ben het eens met de korpschef dat wat er gebeurd is in de onderzochte casus, nooit weer mag gebeuren. De politiemensen die met grote toewijding in het heimelijke domein werken en daarmee grote successen bereiken, verdienen beter.

Het rapport is voor mij en de korpschef aanleiding om direct maatregelen te treffen om de veiligheid en het welzijn van de medewerkers die dit belangrijke en moeilijke werk doen beter te ondersteunen en beter te beschermen. Voor deze maatregelen stel ik op korte termijn drie miljoen euro structureel beschikbaar.

Ook tref ik conform het advies van de commissie maatregelen om de inzet van heimelijke bevoegdheden met betere en sluitende waarborgen te omgeven. De noodzaak daartoe staat vast, maar voor de juiste en gepaste invulling is een verdiepend advies noodzakelijk.

Heimelijke bevoegdheden zijn onmisbaar voor de bestrijding criminaliteit

Zoals de commissie constateert, is werken onder dekmantel een onmisbaar middel geworden in de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit. Criminele organisaties worden steeds professioneler. Zij maken in toenemende mate gebruik van methodieken en technieken om hun communicatie en activiteiten af te schermen. In het licht van deze ontwikkelingen zijn heimelijke bevoegdheden een onmisbaar en effectief instrument om de georganiseerde criminaliteit het hoofd te bieden. Stoppen met de inzet van deze bevoegdheden zie ik dan ook niet als een reële optie en zou niet in het belang zijn van de veiligheid van onze samenleving. Tegelijkertijd maakt het rapport duidelijk dat de inzet van heimelijke bevoegdheden vergt dat nadere maatregelen worden getroffen.

Urgente operationele maatregelen worden getroffen

De commissie doet enkele aanbevelingen die gericht zijn op een snelle professionalisering van het team WOD. De korpschef neemt, zoals gezegd, alle aanbevelingen over en treft de volgende maatregelen, waarover hij mij regelmatig zal informeren:

Lopende trajecten opnieuw beoordeeld

De korpschef heeft eerder dit jaar alle lopende heimelijke trajecten laten doorlichten, direct nadat hij op de hoogte was van de uitkomst van het forensisch onderzoek naar het overlijden van de medewerker. Waar nodig zijn toen ingrepen gedaan om onverantwoorde risico’s weg te nemen.

De korpsleiding heeft naar aanleiding van het rapport in overleg met het College van procureurs-generaal besloten de organisatorische, juridische en ethische condities van alle lopende trajecten bij het team WOD en bij de afdelingen Heimelijke Inwinning in de regionale eenheden (deels nogmaals) te beoordelen, teneinde te bepalen of deze trajecten verantwoord kunnen worden voortgezet.

Toetsing op hoger niveau belegd en personeelszorg verbeterd

In afwachting van meer permanente afspraken over de waarborgen en besluitvorming in het heimelijke domein, heeft de korpschef opdracht gegeven om in de nu lopende trajecten relevante, richtinggevende beslissingen altijd te laten toetsen door strategisch leidinggevenden. De landelijke WOD-officieren van justitie worden hier bij betrokken.

Ook wordt, mede op basis van de aanbevelingen van de commissie, de personeelszorg bij het team WOD per direct versterkt. Er moet meer aandacht komen voor de mentale belasting die het werk oplevert en de risico’s voor de geestelijke gezondheid die het met zich meebrengt. Het gaat hierbij onder meer om het creëren van kleinere werkverbanden, het vormgeven van goede loopbaanbegeleiding en het aanstellen van deskundigen, waaronder psychologen die dicht op de operatie gevraagd en ongevraagd adviseren over het mentale welzijn.

Professionalisering team WOD met externe expertise

Voor de werkwijze van het team WOD, waaronder de aansturing en begeleiding van politiemedewerkers in heimelijke trajecten, worden protocollen opgesteld, zodat professionele standaarden en verantwoordelijkheden duidelijk vastliggen. Ook wordt de kennis over (effecten van) het heimelijk werken versterkt, onder andere door onderzoek naar bindingstermijnen. Bij het opstellen van deze protocollen en werkwijzen wordt externe expertise betrokken.

Inrichten functionaliteit voor zorgen, klachten en (vermoedens van) misstanden

Bij zorgen, klachten en (vermoedens van) misstanden moeten individuele medewerkers en hun directe omgeving zich kunnen wenden tot een gezaghebbende functionaliteit, die waar nodig doortastend kan ingrijpen. De politie zal daar in de eigen organisatie invulling aan geven, met inachtneming van de noodzakelijke geheimhouding en afscherming in het heimelijke domein.

Maatregelen OM

Naar aanleiding van het rapport van de commissie heeft het College van procureurs-generaal eveneens besloten met voorrang maatregelen te nemen. De positionering van de landelijke WOD-officieren van justitie wordt versterkt, zodat er meer gebruik kan worden gemaakt van hun adviserende rol. Daartoe moeten de WOD-officieren van justitie een volledig beeld krijgen van de lopende trajecten en moeten zij betrokken worden bij de beoordeling van ethische dilemma’s in deze trajecten. Verder heeft de CTC op verzoek van het College van procureurs-generaal een eerste richtlijn opgesteld, die de gezagslijn binnen het OM opdraagt advies in te winnen over de rechtmatigheid en toelaatbaarheid van ingrijpende trajecten van stelselmatige informatie-inwinning, naast de al bestaande verplichte toetsing van infiltratietrajecten.

Naar betere waarborgen in het heimelijke domein

Hoewel de commissie constateert dat er geen juridische grenzen zijn overschreden en ook uit jurisprudentie niet blijkt dat de inzet van heimelijke bevoegdheden niet geschiedt binnen (straf)rechtelijke kaders, toont het rapport aan dat de huidige werkwijze en werking van het stelsel van organisatorische en ethische waarborgen niet voldoende is. De commissie concludeert dat het heimelijke middel niet alleen moet worden omgeven met waarborgen zoals vastgelegd in wet en jurisprudentie maar dat ook, beter dan nu het geval is, geborgd moet zijn dat ethische aspecten goed worden afgewogen. Het stelsel van waarborgen moet sluitend worden gemaakt om de inzet van heimelijke bevoegdheden nu en in de toekomst verantwoord voort te zetten.

Commissie voor betere waarborgen in het heimelijke domein

De commissie Brouwer heeft op basis van haar onderzoek aanbevelingen gedaan over de werkwijze binnen de politieorganisatie en stelt vast dat er betere en waarschijnlijk nieuwe waarborgen moeten worden gecreëerd.

Ik constateer dat verdiepend onderzoek noodzakelijk is om te komen tot een sluitend stelsel van waarborgen in het heimelijke domein en in de werkpraktijk van politie en het OM, met inachtneming van de bijzondere rechtstatelijke positie van het OM. Ik ben daarom voornemens een gezaghebbende, onafhankelijke commissie in te richten, waarvoor ik mevr. mr. Winnie Sorgdrager als voorzitter heb gevraagd. De commissie zal zich richten op de volgende aspecten:

  • a. Onderzoeken op welke aspecten nadere versterking van waarborgen nodig is, met daarbij aanvullend aandacht voor de samenhang tussen organisatorische en ethische aspecten en het mentale welzijn van medewerkers.

  • b. Adviseren over de (verbetering van de) werkwijze en daarbij passende waarborgen in het heimelijke domein. Daarbij dient te worden gekeken naar de mogelijkheden voor een bredere en doorlopende toetsing, naar de meerwaarde van een bredere en doorlopende rol voor de Centrale Toetsingscommissie, en ten slotte naar een versteviging van de coördinerende, sturende rol van de WOD-officieren.

  • c. Toetsen op de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen van de commissie Brouwer door middel van visitaties. Daarbij dient te worden beoordeeld of de verbeteringen bij het team WOD doelmatig en doeltreffend worden uitgevoerd en of de waarborgen in sturing en leiderschap voldoende worden ingevuld.

Deze aspecten moeten leiden tot een advies over een werkbaar en sluitend stelsel van waarborgen voorafgaand, tijdens en na afloop van de inzet van dit middel, met inachtneming van de rollen en verantwoordelijkheden van betrokken partijen.

Ik heb met de beoogd voorzitter besproken dat de commissie op zeer korte termijn van start gaat. De commissie zal toegang kunnen krijgen tot alle door de commissie noodzakelijk geachte informatie van de politie en het Openbaar Ministerie, indien nodig met inachtneming van de daarvoor benodigde veiligheidsmaatregelen, een en ander binnen wettelijke regimes. Dit zal ook worden opgenomen in het instellingsbesluit van de commissie.

Omgang met geheime delen van dit rapport

Zoals gezegd, is het openbare deel van het rapport van de commissie bij deze brief gevoegd.

Deel 1 van het rapport bevat naast een korte inleiding aangaande de werkwijze van de commissie een gedetailleerde omschrijving van de gebeurtenissen omtrent de (aanloop naar) de suïcide van de WOD-medewerker, waaronder een tijdlijn. Vanwege zijn privacy en die van zijn naaste familie, de zeer vertrouwelijke aard van de werkzaamheden van de overleden medewerker en de lopende strafzaak kan dit deel niet openbaar worden gemaakt en kan uw Kamer dit deel ook niet vertrouwelijk inzien, met uitzondering van de inleiding. Het is daarbij van het grootste belang voor de veiligheid van de nabestaanden en van de politiemensen die werkzaam zijn in het heimelijke domein dat de identiteit van de overleden medewerker nooit in het openbaar bekend wordt.

Deel 2 bevat een analyse van de werkwijze van het team WOD. Ook dit deel kan niet openbaar worden gemaakt, maar kan desgewenst wel ter vertrouwelijke inzage aan uw Kamer worden voorgelegd.

Ik wijs er ten slotte op dat de commissie rapporteert dat het OM, onder andere met verwijzing naar de lopende strafzaak, zeer beperkt informatie heeft verstrekt ten behoeve van het onderzoek.

Tot slot

Ik hecht eraan op te merken dat alle maatregelen die ik tref en laat treffen erop gericht zijn om de veiligheid van politiemensen te garanderen en om op een verantwoorde wijze gebruik te kunnen blijven maken van de onmisbare heimelijke bevoegdheden. Dit is absoluut noodzakelijk voor de veiligheid van ons land.

Ik zal uw Kamer vanzelfsprekend op de hoogte houden van de voortgang van de maatregelen die ik in deze brief heb aangekondigd.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 1013.

X Noot
2

Met «infiltrant» wordt de functie bedoeld waarin de medewerker werkzaam was. Deze medewerkers kunnen worden ingezet voor alle heimelijke bevoegdheden, te weten infiltratie, stelselmatige informatie-inwinning en pseudokoop/-dienstverlening.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

De CTC is een intern adviesorgaan van het OM dat is samengesteld uit leden van het OM en politie. Thans adviseert de CTC het College van procureurs-generaal over de voorgenomen inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden en methodieken, waaronder politiële infiltratie.

Naar boven