Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2019, 8650 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2019, 8650 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Gelet op artikel 1.7, eerste lid, onderdeel a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
Besluit:
Bijlage 10 van de Activiteitenregeling milieubeheer wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 13 februari 2019
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Inrichtingen voor vervaardiging van metalen in primaire vorm en/of metaalproducten met machines en apparaten (ook elektrische en elektronische). Denk aan giet-, wals-, smelt- of smeedprocessen, evenals (spaanloze, verspanende en thermische) mechanische bewerking en/of eindbewerking van metalen. Oppervlaktebehandeling (via procesbaden, stralen of coaten) en het verbinden van metalen of legeringen (zoals lassen en solderen) zijn ook kenmerkend. Het gaat ook om inrichtingen waar reparatie en installatie van machines en apparaten plaatsvindt. Ter indicatie een aantal SBI-codes dat voor de indeling van deze bedrijven veelal worden gebruikt: 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32 en 33. In de bedrijfstak ‘metalektro en mkb-metaal’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 1 genoemde activiteiten.
Activiteiten |
Nummers |
Gebouw (G) |
|
A. Isoleren van de gebouwschil |
GA1 en GA2 |
B. Ventileren van een ruimte |
GB1 t/m GB4 |
C. Verwarmen van een ruimte |
GC1 t/m GC4 |
D. In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
GD1 t/m GD9 |
Faciliteiten (F) |
|
A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
FA1 t/m FA4 |
B. In werking hebben van een persluchtinstallatie |
FB1 t/m FB4 |
C. In werking hebben van een liftinstallatie |
FC1 |
D. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie |
FD1 |
E. In werking hebben van elektromotoren |
FE1 |
F. In werking hebben van pompen |
FF1 |
Processen (P) |
|
A. Gebruiken van een spuitcabine |
PA1 |
B. Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
PB1 t/m PB7 |
C. Drogen van metalen |
PC1 t/m PC3 |
D. In werking hebben van een oven |
PD1 |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
Nummer maatregel |
GA1 |
Omschrijving maatregel |
Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Spouwmuren isoleren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie in spouwmuren ontbreekt. Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
|
Nummer maatregel |
GA2 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen. |
b) Loopdeuren toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig. |
b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten. Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Handmatig bediende deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten. |
b) Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GB1 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie gestuurde afzuigventilator. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Frequentie gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn. |
Technische randvoorwaarden |
Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt. Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GB2 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt. Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh. Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 1.500 uur per jaar. Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ventilatie minimaal 2.700 uur is. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
|
Nummer maatregel |
GB3 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GB4 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen in verwarmde hal. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Gerichte puntafzuigingen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren. - Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC1 |
Omschrijving maatregel |
Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ondersteuningsventilatoren toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in de bedrijfshallen waar werkplekken zijn met een warmtevraag. |
Technische randvoorwaarden |
- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig. - Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter. - Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet. |
Economische randvoorwaarden |
- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. - Ruimtetemperatuur ≥ 15°C. - Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4 °C hoger dan temperatuur op werkplekken. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC2 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC3 |
Omschrijving maatregel |
Debiet cv-pomp automatisch regelen op basis van warmtebehoefte. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
CV-pompen met frequentieregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Frequentieregeling op cv-pomp bedrijfshal ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC4 |
Omschrijving maatregel |
Temperatuur per ruimte naregelen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Thermostatische radiatorkranen of ruimtethermostaten toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Individuele naregeling in ruimten bedrijfshal ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GD1 |
|
Omschrijving maatregel |
Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen. |
b) Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Daglichtafhankelijke schakelingen of -regelingen ontbreken. |
|
a) Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig in bedrijfshal |
b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in bedrijfshal. |
|
Technische randvoorwaarden |
Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen. |
|
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW. Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD 2 |
Omschrijving maatregel |
Branden van verlichting in magazijnen en opslagruimten beperken bij wisselend ruimtegebruik. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Aanwezigheidsschakelingen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Aanwezigheidsschakeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GD3 |
|
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in bedrijfshal. |
b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig in bedrijfshal. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar |
b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD4 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schemer- en tijdschakelaars toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en / of ‘s nachts aan. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Buitenverlichting is in de nacht minimaal 6 uur uit. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD5 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD6 |
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in kantoor. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing |
Economische randvoorwaarden |
Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GD7 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig. |
b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GD8 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Halogeenlampen zijn en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig. |
b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Niet van toepassing |
b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD9 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA1 |
Omschrijving maatregel |
Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Weersafhankelijke regelingen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming voor kantoor. |
Technische randvoorwaarden |
Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen. |
Economische randvoorwaarden |
Meerdere verblijfsruimten met totaal bruto vloeroppervlakte van minimaal 150 m2 met verschillende warmtebehoefte. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA2 |
|
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast kantoor (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
b) Hoogrendementsketel 100 (HR100-ketel) is aanwezig voor basislast kantoor (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Niet van toepassing. |
b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA3 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
b) Tijdschakelaars (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
a) Tijdschakelaars met weekschakeling (met of zonder overwerktimer toepassen). |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken in bedrijfshal. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
||
Nummer maatregel |
FA4 |
||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Hoogrendementsketel 100, 104 of 107 (HR 100-, HR 104-, of HR 107-ketels) toepassen. |
b) Hoogrendementsluchtverhitters (HR- luchtverhitter) toepassen. |
c) Gasgestookte donkerstralers toepassen |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) zijn aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar) in bedrijfshal. |
b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in bedrijfshal. |
c) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in de bedrijfshal |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
||
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FB1 |
Omschrijving maatregel |
Nullasturen persluchtcompressoren beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Persluchtcompressoren met frequentieregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakelingen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling. |
Economische randvoorwaarden |
Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FB2 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan. |
Technische randvoorwaarden |
Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter. |
Economische randvoorwaarden |
Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
|
Nummer maatregel |
FB3 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen. |
b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Energieverbruik compressor is minimaal 18.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar. |
b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FB4 |
Omschrijving maatregel |
Perslucht voor blazen voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Decentrale blower toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o). |
Technische randvoorwaarden |
Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk. Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht. Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als het jaarlijks elektriciteitsverbruik minder dan 10 miljoen kWh bedraagt. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een liftinstallatie |
|
Nummer maatregel |
FC1 |
|
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen. |
b) Aanwezigheidsdetectie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie |
Nummer maatregel |
FD1 |
Omschrijving maatregel |
Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Centraal printen en kopiëren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van elektromotoren |
Nummer maatregel |
FE1 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige motoren toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
IE4-motoren toepassen of beter. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van pompen |
Nummer maatregel |
FF1 |
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Pomp met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Pomp wordt geregeld met smoorregeling. |
Technische randvoorwaarden |
Variabel debiet is inpasbaar in installatie. |
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd pomp is minimaal 1.400 uur per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Gebruiken van een spuitcabine |
Nummer maatregel |
PA1 |
Omschrijving maatregel |
Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
De verlichting kan per dag minimaal 1 uur extra worden uitgeschakeld. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
Nummer maatregel |
PB1 |
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van werpstralers (werpwielen, straalmiddeltransport, rollenbaan en afzuiging) tijdens productie-onderbreking voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Bewegingsmelders op transportbanen (signaal aandrijfmotoren) of loadcellen aan straaljukken toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Bewegingsmelders of loadcellen ontbreken. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Vermogen motor werpstralers is minimaal 20 kW. Takttijd is meer dan 25% van bedrijfstijd van werpstralers. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
Nummer maatregel |
PB2 |
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ventilatie van handspuitcabine of handspuitwand voor poedercoaten beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatische schakeling (verbreekcontact) van afzuigingen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische schakelingen ontbreken. |
Technische randvoorwaarden |
Cabines kunnen op onderdruk blijven. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar. Het te vermijden ventilatielucht is minimaal 600.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
||
Nummer maatregel |
PB3 |
||
Omschrijving maatregel |
Vollasturen ventilatoren van moffelovens beperken door automatisch regelen op basis van bezettingsgraad. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Toerenregeling met bezettingsgraaddetectie toepassen. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Toerenregeling of bezettingsgraaddetectie ontbreekt op doorloopoven. |
b) Toerenregeling of bezettingsgraaddetectie ontbreekt op batchoven. |
|
Technische randvoorwaarden |
Toerenregeling dusdanig instellen dat er geen doorverwarming van elektromotor mogelijk is. |
||
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd moffeloven is meer dan 2.500 uur per jaar. |
||
a) Vermogen ventilator is meer dan 8 kW. Ovenbezetting is meer dan 25% en oven is meer dan 75% van bedrijfstijd niet maximaal bezet. |
b) Vermogen ventilator is meer dan 12 kW. Ovenbezetting is meer dan 50%. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteiten |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
Nummer maatregel |
PB4 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via distributieleidingen van procesbaden beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie aanbrengen om distributieleidingen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om leidingen ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar. Energieverbruik verwarming procesbad is minimaal 100.000 kWhthermisch per jaar. Temperatuur distributieleiding is meer dan 40oC. Lengte ongeïsoleerde distributieleiding is meer dan 4 meter. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
Nummer maatregel |
PB5 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via badoppervlak van procesbaden beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolerende drijflichamen van inerte materialen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolerende voorzieningen ontbreken. |
Technische randvoorwaarden |
Contact drijflichamen en product is toegestaan. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar. Energieverbruik procesbad is minimaal 24.000 kWh per jaar. Temperatuur procesbad is tussen 70 en 100oC. Oppervlakte van procesbad is meer dan 2 m2. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
Nummer maatregel |
PB6 |
Omschrijving maatregel |
Pompen voor badagitatie toepassen in procesbaden. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Beluchtingspompen en/of dompelpompen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Perslucht wordt gebruikt voor badagitatie. |
Technische randvoorwaarden |
Blowerlucht moet schoon zijn, zodat kwaliteit niet wordt beïnvloed. |
Economische randvoorwaarden |
Debiet is minimaal 3.000 m3 per jaar. Persluchtdruk is meer dan 2 bar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
|
Nummer maatregel |
PB7 |
|
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking van procesbaden toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met warmtewisselaar (voor) toepassen. |
b) Hoogrendementsketel 100, 104 of 107 (HR 100-, HR 104-, of HR 107-ketels) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Elektrische warmteopwekking is aanwezig. |
b) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) is aanwezig voor bad met retourtemperatuur lager dan 55°C. |
Technische randvoorwaarden |
a) Aansluitmogelijkheid voor cv-ketel(s) met voldoende capaciteit. Aansluiting aardgas, rookgasafvoer en condensafvoer zijn eenvoudig realiseerbaar. Baden zijn geschikt voor ombouw (warmtewisselaar in bad of plaats voor externe warmtewisselaar met pompen). |
b) Condensafvoer is eenvoudig realiseerbaar. |
Economische randvoorwaarden |
a) Energieverbruik van de warmteopwekking is minimaal 100.000 kWh per jaar. |
b) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Drogen van metalen |
|
Nummer maatregel |
PC1 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte uit uitgaande drogerlucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande drogerlucht. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Platenwarmtewisselaars (met rendement van minimaal 65%) toepassen. |
b) Twincoilsysteem (met rendement van minimaal 65%) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmteterugwinsysteem ontbreekt. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Debiet drooglucht is meer dan 12 miljoen m3 per jaar. Temperatuurverschil tussen ingaande en uitgaande drogerlucht is minimaal 85°C. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Drogen van metalen |
Nummer maatregel |
PC2 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige voorverwarming van metalen bij moffelovens toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Infrarood voorverwarming toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Voorverwarmen met warme lucht. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd moffeloven is meer dan 3.300 uur per jaar. Temperatuur moffelovens is meer dan 220°C. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Drogen van metalen |
Nummer maatregel |
PC3 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige branderpijpen bij doorloopgloeioven toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsbranderpijpen (HR-branderpijpen) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele branderpijpen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. het gasverbruik van de branders is minimaal 6.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een oven |
Nummer maatregel |
PD1 |
Omschrijving maatregel |
Debiet koelwaterpompen voor ovenwandkoeling van kroesoven automatisch regelen op basis van koudebehoefte. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Toerenregeling op koelwaterpompen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Parallel systeem met twee toerenregelaars is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Het energieverbruik dat is te besparen door de toerengeregelde koelwaterpomp(en) is minimaal 25.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Inrichtingen voor het herstel van onderdelen van motorvoertuigen (met carrosserieherstel), motorfietsen, caravans/campers en aanhangwagens. Denk aan (spaanloze, verspanende en thermische) mechanische bewerking en/of eindbewerking van metalen. Oppervlaktebehandeling via coatprocessen en het verbinden van metalen of legeringen (zoals lassen en solderen) zijn ook kenmerkend. Ter indicatie hierbij een aantal SBI-codes dat voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 45.20.4, 45.11.2, 45.19.1, 45.19.2, 45.20.3, 45.20.5. Voor de mobiliteitsbranche (waarvoor veelal de SBI-codes 45.11, 45.19, 45.20.2, 45.3, 45.4 en 77 worden gebruikt) geldt een ander pakket met erkende maatregelen. Als binnen de mobiliteitsbranche sprake is van een herstelwerkplaats, dan geldt daarvoor echter het onderliggende pakket voor de bedrijfstak autoschadeherstelbedrijven.
In de bedrijfstak ‘autoschadeherstelbedrijven’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 2 genoemde activiteiten.
Activiteiten |
Nummers |
Gebouw (G) |
|
A. Isoleren van de gebouwschil |
GA1 t/m GA3 |
B. Ventileren van een ruimte |
GB1 t/m GB4 |
C. Verwarmen van een ruimte |
GC1 t/m GC4 |
D. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
GD1 t/m GD10 |
Faciliteiten (F) |
|
A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
FA1 t/m FA3 |
B. In werking hebben van een persluchtinstallatie |
FB1 t/m FB3 |
C. In werking hebben van elektromotoren |
FC1 |
Processen (P) |
|
A. Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
PA1 t/m PA3 |
B. Gebruiken van een spuitcabine |
PB1 |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
Nummer maatregel |
GA1 |
Omschrijving maatregel |
Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Spouwmuren isoleren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie in spouwmuren ontbreekt. Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
|
Nummer maatregel |
GA2 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte- en/of koudeverlies door openstaande deuren in de gevels beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen. |
b) Loopdeuren toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Handmatige bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig. |
b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten. Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten. |
b) Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
|
Nummer maatregel |
GA3 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Geïsoleerde transportdeuren toepassen. |
b) Luchtkussens toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Ongeïsoleerde transportdeuren zijn aanwezig. |
b) Transportdeuren met ontbrekende luchtkussens zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Hal wordt verwarmd tot boven de 10 °C. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1 miljoen m3 per jaar. |
b) Deur is dagelijks minimaal 4 uur open door het laden en lossen. Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1 miljoen m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GB1 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen in verwarmde hal. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Gerichte puntafzuigingen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren. - Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
|
Nummer maatregel |
GB2 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer). |
b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer). |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GB3 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt. - Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is. Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GB4 |
Omschrijving maatregel |
Debiet centrale stofafzuiging beperken door lager toerental van ventilatoren. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Toerenregeling op ventilatoren toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Toerenregeling op ventlatoren ontbreekt en gebruikers kunnen afzuigingen op de werkplek dichtzetten. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC1 |
Omschrijving maatregel |
Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ondersteuningsventilatoren toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in de bedrijfshallen waar werkplekken zijn met een warmtevraag. |
Technische randvoorwaarden |
- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig. - Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter. - Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet. |
Economische randvoorwaarden |
- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. - Ruimtetemperatuur ≥ 15°C. - Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4 °C hoger dan temperatuur op werkplekken. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC2 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt in bedrijfshal. |
Technische randvoorwaarden |
In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC3 |
Omschrijving maatregel |
Debiet cv-pompen automatisch regelen op basis van warmtebehoefte. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Cv-pomp met frequentieregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Toeren- of frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt in bedrijfshal. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC4 |
Omschrijving maatregel |
Temperatuur per ruimte naregelen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Thermostatische radiatorkranen of ruimtethermostaten toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Individuele naregeling in ruimten ontbreekt in bedrijfshal |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD1 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GD2 |
|
Omschrijving maatregel |
Kantoor/werkplaats: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen. |
b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneel inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in kantoor |
b) Conventionele TL montagebalken zijn aanwezig in de werkplaats |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar. |
b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GD3 |
|
Omschrijving maatregel |
Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen. |
b) Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Daglichtafhankelijke schakeling of regeling ontbreekt in bedrijfshal. |
|
a) Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig in bedrijfshal |
b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in bedrijfshal. |
|
Technische randvoorwaarden |
Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen. |
|
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW. Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD4 |
Omschrijving maatregel |
Branden van verlichting in beperken bij beperkte aanwezigheid. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Aanwezigheidsschakelingen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Aanwezigheidschakelingen ontbreken in magazijnen en opslagruimten. |
Technische randvoorwaarden |
Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD5 |
Omschrijving maatregel |
Branden van hefbrugverlichting beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schakelaar toepassen die verlichting automatisch uitschakelt zodra hefbrug in laagste stand staat. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische schakelingen ontbreken. |
Technische randvoorwaarden |
Hefbrugverlichting is apart schakelbaar. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen is minimaal 0,22 kW. Hefbrugverlichting is minimaal 750 uur per jaar onnodig aan. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD6 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schemer- en tijdschakelaars toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en / of ‘s nachts aan. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Buitenverlichting is in de nacht minimaal 6 uur uit. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GD7 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Halogeenlampen zijn en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig. |
b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Niet van toepassing |
b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD8 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GD9 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen toepassen in bestaande armaturen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig. |
b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van het bestaande armaturen is voldoende. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GD10 |
Omschrijving maatregel |
Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
De verlichting kan per dag minimaal 1 uur extra worden uitgeschakeld. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA1 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaars (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Tijdschakelaars met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken in de bedrijfshal. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA2 |
Omschrijving maatregel |
Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Weersafhankelijke regelingen toepassen op groepen of direct op de cv-ketel. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen of op cv-ketel met hogetemperatuurverwarming in kantoor. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Meerdere verblijfsruimten met totaal bruto vloeroppervlakte van minimaal 150 m2 met verschillende warmtebehoefte. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
||
Nummer maatregel |
FA3 |
||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketels) toepassen. |
b) Hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen. |
c) Gasgestookte donker stralers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig. |
c) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
||
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FB1 |
Omschrijving maatregel |
Nullasturen persluchtcompressoren beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FB2 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan. |
Technische randvoorwaarden |
Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter. |
Economische randvoorwaarden |
Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FB3 |
Omschrijving maatregel |
Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Warmte gebruiken voor ruimteverwarming. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van elektromotoren |
Nummer maatregel |
FC1 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige motoren toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
IE4-motoren toepassen of beter. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
Nummer maatregel |
PA1 |
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik van spuitcabine beperken door automatisch over te schakelen van ventilatiestand naar circulatiestand. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatische omschakeling op basis van persluchtafname toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatisch omschakelmodule op basis van persluchtverbruik ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Voldoende afvoer van vervuilde lucht alvorens over schakelen naar circulatiestand. |
Economische randvoorwaarden |
Debiet tijdens ventilatie dat gecirculeerd kan worden in plaats van geventileerd is minimaal 1,2 miljoen m3 per jaar. Temperatuurverschil tussen ingaande en uitgaande ventilatielucht is minimaal 20°C. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
Nummer maatregel |
PA2 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig open brandersysteem bij spuitcabine toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Open brandersysteem toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventioneel brandersysteem is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar. Aardgasverbruik spuitcabine is minimaal 13.500 m3 per jaar. Verschil tussen ruimte- en droogtemperatuur is minimaal 20°C. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Reinigen, lijmen of coaten van metalen |
Nummer maatregel |
PA3 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig droogsysteem toepassen voor spotreparaties. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Infrarood droogsysteem (IR-A) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Spuitcabine wordt gebruikt voor spotreparaties. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar. Aardgasverbruik spuitcabine is minimaal 16.000 m3 per jaar. Minimaal 50% van uitgevoerde reparaties zijn spotreparaties. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Gebruiken van een spuitcabine |
Nummer maatregel |
PB1 |
Omschrijving maatregel |
In werking hebben van een verf- en laksysteem |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Toepassen van verfspuiten die werken zonder perslucht (Airless). |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Er wordt een perslucht gedreven verf- of lakspuit toegepast. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Er wordt minimaal 200 uur per jaar gebruik gemaakt van deze spuit. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja Natuurlijk moment: Ja |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing |
Inrichtingen voor medische en tandheelkundige behandeling, verzorging, verpleging en/of genezende behandelingen, veterinaire dienstverlening (laboratoria) (SBI 75), keurings- en controlediensten (laboratoria) (SBI 71.2), penitentiaire inrichtingen, ((jeugd)gevangenissen, TBS instellingen (84.23.2), woonfuncties in de zorg (SBI 87). Het gaat om inrichtingen met een gezondheidszorgfunctie zoals aangehaald in het Bouwbesluit 2012. Denk aan een ziekenhuis, psychiatrische inrichting, medisch centrum, polikliniek, praktijkruimten voor een huisarts en/of een fysiotherapeut of een tandartspraktijk. Ook inrichtingen met een woon- en verblijffunctie voor het aanbieden van intramurale zorg vallen onder de reikwijdte van onderliggend pakket met erkende maatregelen. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van instellingen veelal wordt gebruikt: 86.
In de bedrijfstak ‘gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen' zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 3 genoemde activiteiten.
Activiteiten |
Nummers |
Gebouw (G) |
|
A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem |
GA1 |
B. Isoleren van een gebouw |
GB1 t/m GB5 |
C. Ventileren van een ruimte |
GC1 t/m GC8 |
D. Verwarmen van een ruimte |
GD1 t/m GD3 |
E. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
GE1 t/m GE8 |
Faciliteiten (A) |
|
A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
FA1 t/m FA11 |
B. In werking hebben van een koelinstallatie |
FB1 |
C. In werking hebben van productkoeling |
FC1 t/m FC3 |
D. Bereiden van voedingsmiddelen |
FD1 t/m FD2 |
E. In werking hebben van een persluchtinstallatie |
FE1 t/m FE5 |
F. In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie |
FF1 t/m FF3 |
G. In werking hebben van een liftinstallatie |
FG1 t/m FG3 |
H. In werking hebben van een roltrapsysteem |
FH1 |
I. Gebruiken van informatie en communicatietechnologie |
FI1 |
J. In werking hebben van een serverruimte |
FJ1 t/m FJ6 |
K. In werking hebben van een noodstroomvoorziening |
FK1 |
L. In werking hebben van een zwembassin |
FL1 t/m FL4 |
M. In werking hebben van elektromotoren |
FM1 |
Activiteit |
Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem |
||
Nummer maatregel |
GA1 |
||
Omschrijving maatregel |
Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS). |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte. |
b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen. |
c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS). |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken. |
b) EBS ontbreekt. |
c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
||
Economische randvoorwaarden |
a) Voor het bedoelde gebouw geldt: - Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3(a.e.); of - Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of - Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2. |
b) Voor het bedoelde gebouw geldt: - Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3(a.e.); of - Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of - Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2. |
c) Voor het bedoelde gebouw geldt: - Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of - Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of - Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
Niet van toepassing. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
Nummer maatregel |
GB1 |
Omschrijving maatregel |
Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Spouwmuren isoleren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie in spouwmuren ontbreekt. Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 1 miljoen m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja Natuurlijk moment: Ja |
Bijzondere omstandigheden |
In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
Nummer maatregel |
GB2 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via spouwmuur van de zwembadruimte beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Toepassen van spouwmuurisolatie. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
In zwembadruimte is niet-geïsoleerde (spouw)muur aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
Nummer maatregel |
GB3 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies van zwembadruimte via dak beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Oud dak vervangen en isoleren met een Rc-waarde van tenminste 3,5 [m2K/W]. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Zwembadruimte heeft onvoldoende geïsoleerd dak. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
|
Nummer maatregel |
GB4 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via beglazing zwembadruimte beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) HR++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen. |
b) HR+++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Zwembadruimte heeft dubbele beglazing in kozijnen. |
b) Zwembadruimte heeft enkele beglazing in kozijnen. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC1 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige ventilator toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar. Benodigd luchtdebiet varieert. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Jaarlijks minimaal 1.825 draaiuren. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC2 |
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitregeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC3 |
Omschrijving maatregel |
Vollasturen ventilatoren beperken door afschakelen van ventilatoren bij lager ventilatiedebiet. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Cascaderegeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Cascaderegeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Bruto vloeroppervlak is meer dan 300 m2. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
||
Nummer maatregel |
GC4 |
||
Omschrijving maatregel |
Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Twincoilsysteem toepassen. |
b) Warmtewiel toepassen. |
c) Tegenstroom warmtewisselaar toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmteterugwinsysteem ontbreekt. |
||
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
||
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b en c) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minimaal 1 miljoen m3 per jaar is. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
|||
Nummer maatregel |
GC5 |
|||
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via ventilatielucht beperken. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Enkele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen. |
b) Dubbele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen. |
c) Dubbele kruisstroomwisselaar met modulaire separate opzet conform het DWARS-systeem, met hoger rendement toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Luchtbehandeling met twincoilsysteem als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte |
|||
Technische randvoorwaarden |
c) Gezamenlijke opstellingsruimte van meerdere luchtbehandelingskasten in een technische ruimte. |
|||
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|||
op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
b en c) Zelfstandig moment: Ja, als het jaarlijks aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
|
Nummer maatregel |
GC6 |
|
Omschrijving maatregel |
Verlies warmte via ventilatielucht beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Recirculeren van ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur met recirculatieklepsturing. |
b) Recirculeren van ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte (zwembadafdekking is afwezig). |
b) 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte (zwembadafdekking is aanwezig). |
Technische randvoorwaarden |
Toe- en afvoerkanalen en andere onderdelen zijn 100% gecoat en chloorbestendig. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als jaarlijks aardgas verbruik minder is dan 170.000 m3. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
|||
Nummer maatregel |
GC7 |
|||
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via ventilatielucht beperken |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Luchtdebiet beperken op basis van vocht en temperatuur met toerenregeling. |
b) Luchtdebiet beperken op basis van vocht en temperatuur met frequentieregelaars met difuusinblaas. |
c) Luchtdebiet beperken op basis van het drogen van buitenlucht met frequentieregelaar. |
d) Energie onttrekken uit de afblaaslucht met een warmtepomp in combinatie met temperatuur en vochtregeling, frequentieregelaars om debiet te beperken. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Luchtbehandeling met twincoilsysteem als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte |
|||
Technische randvoorwaarden |
a) Motoren zijn geschikt voor toerenregeling. |
b) Motoren zijn geschikt voor toerenregeling en extra regeling luchtdichte constructie. |
c en d) Kasten moeten passen in de technische ruimte. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a en b) Zelfstandig moment: Ja, als jaarlijks aardgas verbruik minder is dan 170.000 m3. Natuurlijk moment: ja. |
c) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
d) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC8 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt. - Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is. Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GD1 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GD2 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
HR-ketel toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele cv-ketel of VR cv-ketel is aanwezig in zwembadruimte. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GD3 |
Omschrijving maatregel |
Temperatuur per ruimte naregelen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Klokthermostaten en overwerktimers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE1 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Langwerpige ledlampen toepassen in bestaande armaturen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Armaturen met conventionele TL zijn aanwezig. |
b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
De technische staat van de aanwezige armaturen moet voldoende zijn en de verlichtingssterkte in de nieuwe situatie moet voldoen aan de geldende norm. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar. |
b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE2 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Halogeenlampen of gloeilampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van het bestaand armaturen is voldoende. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE3 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bewegingssensoren, schemer- en tijdschakelaars toepassen. |
b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ’s nachts aan. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Buitenverlichting is in de nacht minimaal 6 uur uit. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE4 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. Reclameverlichting is overdag en / of ’s nachts aan. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 5 armaturen aanwezig zijn. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE5 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen toepassen in bestaand of nieuw armaturen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig. |
b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Niet van toepassing |
b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE6 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen toepassen in bestaande armaturen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Gloeilampen, halogeenlampen of neonverlichting is aanwezig. |
b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van het bestaande armaturen moet voldoende zijn. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE7 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Halogeenlampen of gloeilampen zijn aanwezig |
b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van de armaturen moet voldoende zijn. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Niet van toepassing. |
b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE8 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA1 |
Omschrijving maatregel |
Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Weersafhankelijke regelingen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming. |
Technische randvoorwaarden |
Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA2 |
Omschrijving maatregel |
Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Optimaliserende regeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Optimaliserende regeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA3 |
|
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder dan 1 miljoen m3 per jaar is en bruto vloeroppervlak meer is dan 300 m2. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA4 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 1 miljoen m3 per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA5 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd. |
b) Warmtewisselaar toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Energieverbruik stoominstallatie is minimaal 4.500 MWhthermisch per jaar. Minimaal 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater. |
|
a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser). |
b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater). |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
||
Nummer maatregel |
FA6 |
||
Omschrijving maatregel |
Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater). |
b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater). |
c) Luvo (luchtvoorverwarmer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen. |
||
Technische randvoorwaarden |
Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal minimaal 2 meter vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen. |
||
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar. Jaarlijks aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA7 |
Omschrijving maatregel |
Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 meter vanaf vloer. |
Technische randvoorwaarden |
Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand. |
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar. Temperatuur dichtbij plafond is minimaal 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA8 |
|
Omschrijving maatregel |
Luchtovermaat stoomketel beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Automatische regeling luchtovermaat op basis van temperatuurcorrectie toepassen. |
b) Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt. |
|
a) Gasgestookte stoomketel is aanwezig. |
b) Stoomketel is aanwezig die wordt bijgestookt met biogas of een andere brandstof (niet zijnde aardgas). |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Energieverbruik stoominstallatie is minimaal 1.500 MWhthermisch per jaar. |
|
a) Verbrandingsluchttemperatuur varieert met meer dan 35°C. |
b) Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als bedrijfstijd stoominstallatie meer is dan 2.000 uur per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA9 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige aardgasgestookte ventilatorbrander toepassen bij stoominstallatie. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Brander met modulerende regeling op basis van druksensor toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Brander met hoog/laagregeling is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Vermogen brander is meer dan 250 kW. Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA10 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|||
Nummer maatregel |
FA11 |
|||
Omschrijving maatregel |
Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen. |
b) Warmtepomp met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen. |
c) Direct gasgestookte hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen. |
d) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met luchtbehandelingskast toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Stoomketel met stoomluchtverhitters zijn aanwezig, of stoomketel met stoom/waterwarmtewisselaar en radiatoren zijn aanwezig. |
|||
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|||
Economische randvoorwaarden |
Energieverbruik ruimteverwarming is minimaal 200.000 kWhthermisch per jaar. |
|||
a) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte. |
b) Aansluitpunt van voldoende vermogen voor elektriciteit is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte. |
c en d) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen 50 meter van te verwarmen ruimte. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja, als stoomketel óf stoomruimteverwarmingsinstallatie wordt vervangen. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een koelinstallatie |
Nummer maatregel |
FB1 |
Omschrijving maatregel |
Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Deurschakeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FC1 |
Omschrijving maatregel |
Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is minimaal 250 Watt. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FC2 |
Omschrijving maatregel |
Beperken van ijsvorming op de verdamper(s). |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FC3 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige lampen in koelcel toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Armaturen met ledlampen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Bereiden van voedingsmiddelen |
Nummer maatregel |
FD1 |
Omschrijving maatregel |
Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Bereiden van voedingsmiddelen |
Nummer maatregel |
FD2 |
Omschrijving maatregel |
Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FE1 |
Omschrijving maatregel |
Nullasturen persluchtcompressoren beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling. |
Technische randvoorwaarden |
Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling. |
Economische randvoorwaarden |
Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FE2 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan. |
Technische randvoorwaarden |
Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter. |
Economische randvoorwaarden |
Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FE3 |
Omschrijving maatregel |
Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Warmte gebruiken voor ruimteverwarming. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen minimaal 1.400 uur per stookseizoen. Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen minimaal 2.200 uur per stookseizoen. Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
Nummer maatregel |
FE4 |
Omschrijving maatregel |
Persluchtgebruik bij blazen beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een persluchtinstallatie |
|
Nummer maatregel |
FE5 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan persluchtsysteem beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen. |
b) Schakelklok met overwerktimer toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Energieverbruik compressor is minimaal 15.000 kWh per jaar. |
b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie |
Nummer maatregel |
FF1 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies stoominstallatie beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen, -appendages en -flenzen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om leidingen en/of appendages en/of flenzen ontbreekt of is beschadigd. |
Technische randvoorwaarden |
Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert. Bij stoomgebruikers zijn machinedelen soms bewust ongeïsoleerd om juiste stoomcondities in het productieproces te kunnen garanderen. |
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd van stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie |
||
Nummer maatregel |
FF2 |
||
Omschrijving maatregel |
Condensaat of condensaatwarmte nuttig gebruiken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd (naar atmosferische druk). |
b) Retourleiding naar ontgasser van stoomketel toepassen voor condensaat. |
c) Warmtewisselaar toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat. |
||
Technische randvoorwaarden |
a en b) Condensaat mag niet verontreinigd zijn. |
c) Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja, als stoomgebruiker (waarbij het condensaat verloren gaat) wordt gemodificeerd, of stoom- en condensaatleidingnet voor meer dan 50% wordt gewijzigd. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie |
Nummer maatregel |
FF3 |
Omschrijving maatregel |
Verbeteren van de kwaliteit van het ketelvoedingswater. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Waterbehandeling door middel van omgekeerde osmose. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Er is geen waterbehandeling aanwezig. Spui is meer dan 10%. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Stoominstallatie is volcontinu in bedrijf. Gasverbruik is minder dan 170.000 m3per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een liftinstallatie |
|
Nummer maatregel |
FG1 |
|
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen. |
b) Aanwezigheidsdetectie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een liftinstallatie |
|
Nummer maatregel |
FG2 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
ledlampen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Gloeilampen zijn aanwezig. |
b) Halogeenlampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een liftinstallatie |
|
Nummer maatregel |
FG3 |
|
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen. |
b) Aanwezigheidsdetectie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een roltrapsysteem |
Nummer maatregel |
FH1 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige roltrapbesturing toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of onderbrekende besturing toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie |
Nummer maatregel |
FI1 |
Omschrijving maatregel |
Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Centraal printen en kopiëren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
Nummer maatregel |
FJ1 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van fysieke servers in serverruimten beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
||
Nummer maatregel |
FJ2 |
||
Omschrijving maatregel |
Vrije koeling in serverruimten toepassen om bedrijfstijd van koelinstallatie te beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Direct vrije luchtkoeling inclusief compartimenteren en liftback-up door koelinstallatie toepassen. |
b) Verdampings-koeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen. |
c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk. |
b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling. |
|
b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken. Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk. |
c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk. |
||
Technische randvoorwaarden |
Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv Het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties. |
||
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a en b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
Nummer maatregel |
FJ3 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
Nummer maatregel |
FJ4 |
Omschrijving maatregel |
Met hogere koeltemperatuur in serverruimte werken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Volledig gescheiden koude- en warme gangen (compartimenteren) en blindplaten op ongebruikte posities in racks toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warme en koude gangen en blindplaten zijn afwezig. |
Technische randvoorwaarden |
ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen. |
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
|
Nummer maatregel |
FJ5 |
|
Omschrijving maatregel |
Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimten beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren. |
b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een serverruimte |
Nummer maatregel |
FJ6 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van servers in serverruimten afstemmen op de vraag. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Powermanagement op servers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
De CPU (central processing unit) draait continu op volledige snelheid. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een noodstroomvoorziening |
Nummer maatregel |
FK1 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Gebruiken van een zwembassin |
|
Nummer maatregel |
FL1 |
|
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik pompen beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Badwatercirculatiepompen met toerenregelaar- en tijdschakelaar voor optimalisatie werkpunt buiten gebruikstijden toepassen. |
b) Badwatercirculatiepomp met toerenregelaar toepassen voor optimalisatie werkpunt. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele circulatiepomp is aanwezig in zwembadruimte. |
|
Technische randvoorwaarden |
a) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met toerenregelaar en 100% overstroomgoot. |
b) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met toerenregelaar. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Gebruiken van een zwembassin |
Nummer maatregel |
FL2 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via wanden bassin beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Bassinwanden isoleren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie bassinwanden ontbreekt in zwembad. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Gebruiken van een zwembassin |
Nummer maatregel |
FL3 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies zwembadwater via leidingen beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
(Aanvoer)leidingen zwembadwater voorzien van isolatie. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
(Aanvoer)leidingen zijn niet geïsoleerd. |
Technische randvoorwaarden |
(Aanvoer)leidingen zijn eenvoudig bereikbaar. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Gebruiken van een zwembassin |
Nummer maatregel |
FL4 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via spoelwater beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Warmteterugwinning uit spoelwater (thermisch) spoelbufferkelder toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Er is geen warmteterugwinning aanwezig in zwembad. |
Technische randvoorwaarden |
Spoelwaterbufferkelder van tenminste 55 m³ is aanwezig. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van elektromotoren |
Nummer maatregel |
FM1 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige motoren toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
IE4-motoren toepassen of beter. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Inrichtingen voor het uitvoeren van administratieve werkzaamheden. De inrichting heeft een kantoorfunctie zoals aangehaald in het Bouwbesluit 2012. Denk aan het openbaar bestuur, overheidsdiensten, verplichte sociale verzekeringen en zakelijke en financiële dienstverlening. Ter indicatie de SBI-codes die voor de indeling van deze diensten veelal worden gebruikt zijn SBI-code 64 t/m 74 en 84. In de bedrijfstak ‘kantoren’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 4 genoemde activiteiten.
Tabel 4. Erkende maatregelen voor energiebesparing in kantoren
Activiteiten |
Nummers |
Gebouw (G) |
|
A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem |
GA1 |
B. Isoleren van de gebouwschil |
GB1 |
C. Ventileren van een ruimte |
GC1 t/m GC5 |
D. Verwarmen van een ruimte |
GD1 en GD2 |
E. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
GE1 t/m GE6 |
Faciliteiten (F) |
|
A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
FA1 t/m FA5 |
B. In werking hebben van productkoeling |
FB1 t/m FB4 |
C. Bereiden van voedingsmiddelen |
FC1 t/m FC2 |
D. In werking hebben van een liftinstallatie |
FD1 en FD2 |
E. In werking hebben van een roltrapsysteem |
FE1 |
F. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie |
FF1 |
G. In werking hebben van serverruimten |
FG1 en FG9 |
H. In werking hebben van een noodstroomvoorziening |
FH1 |
I. In werking hebben van elektromotoren |
FI1 |
Activiteit |
Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem |
||
Nummer maatregel |
GA1 |
||
Omschrijving maatregel |
Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS). |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte. |
b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen. |
c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS). |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken. |
b) EBS ontbreekt. |
c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
||
Economische randvoorwaarden |
a) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3(a.e.); of Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2. |
b) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3(a.e.); of- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2. |
c) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
Niet van toepassing. |
||
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Isoleren van de gebouwschil |
Nummer maatregel |
GB1 |
Omschrijving maatregel |
Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Spouwmuren isoleren. Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie in spouwmuren ontbreekt. Gebouw wordt verwarmd. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC1 |
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schakelklok toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC2 |
Omschrijving maatregel |
Vollasturen ventilatoren beperken door afschakelen van ventilatoren bij lager ventilatiedebiet. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Cascaderegeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Cascaderegeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC3 |
Omschrijving maatregel |
Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht bij gebalanceerd ventilatiesysteem. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Warmtewiel, kruisstroomwarmtewisselaar of twincoilsysteem toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmteterugwinsysteem ontbreekt in luchtbehandelingskast. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC4 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige ventilator toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar. Benodigd luchtdebiet varieert. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Ventileren van een ruimte |
Nummer maatregel |
GC5 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt. - Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is. Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GD1 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Verwarmen van een ruimte |
Nummer maatregel |
GD2 |
Omschrijving maatregel |
Temperatuur per ruimte naregelen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Klokthermostaten en overwerktimers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE1 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen. |
b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en/of ’s nachts aan. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Minimaal 20 armaturen zijn aanwezig. Buitenverlichting is ’s nachts minimaal 6 uur uit. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE2 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE3 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Halogeenlampen en/of breedstralers zijn aanwezig. |
b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Niet van toepassing. |
b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE4 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
Nummer maatregel |
GE5 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie |
|
Nummer maatregel |
GE6 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Gloei- of halogeenlampen zijn aanwezig. |
b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Niet van toepassing. |
b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA1 |
Omschrijving maatregel |
Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Optimaliserende regeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Optimaliserende regeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA2 |
|
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast. |
b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA3 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
Nummer maatregel |
FA4 |
|
Omschrijving maatregel |
Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken. |
|
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
Nummer maatregel |
FA5 |
Omschrijving maatregel |
Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Weersafhankelijke regelingen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv of op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FB1 |
Omschrijving maatregel |
Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FB2 |
Omschrijving maatregel |
Beperken van ijsvorming op de verdamper(s). |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FB3 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige lampen in koelcel toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
In werking hebben van productkoeling |
Nummer maatregel |
FB4 |
Omschrijving maatregel |
Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Deurschakeling ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Economische randvoorwaarden |
Niet van toepassing. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Bijzondere omstandigheden |
Niet van toepassing. |
Activiteit |
Bereiden van voedingsmiddelen |
Nummer maatregel |
FC1 |
Omschrijving maatregel |
Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de |