Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 13 februari 2019, nr. WJZ/18249889, tot wijziging van bijlage 10 van de Activiteitenregeling milieubeheer ter actualisatie van de daar opgenomen maatregelen

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 1.7, eerste lid, onderdeel a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 10 van de Activiteitenregeling milieubeheer wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 februari 2019

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

BIJLAGE 10 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.16 VAN DE ACTIVITEITENREGELING MILIEUBEHEER

Metalelektro en mkb-metaal

Inrichtingen voor vervaardiging van metalen in primaire vorm en/of metaalproducten met machines en apparaten (ook elektrische en elektronische). Denk aan giet-, wals-, smelt- of smeedprocessen, evenals (spaanloze, verspanende en thermische) mechanische bewerking en/of eindbewerking van metalen. Oppervlaktebehandeling (via procesbaden, stralen of coaten) en het verbinden van metalen of legeringen (zoals lassen en solderen) zijn ook kenmerkend. Het gaat ook om inrichtingen waar reparatie en installatie van machines en apparaten plaatsvindt. Ter indicatie een aantal SBI-codes dat voor de indeling van deze bedrijven veelal worden gebruikt: 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32 en 33. In de bedrijfstak ‘metalektro en mkb-metaal’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 1 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 1. Erkende maatregelen voor energiebesparing in de metalelektro en mkb-metaal.

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1 en GA2

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB4

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC4

D. In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD9

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA4

B. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FB1 t/m FB4

C. In werking hebben van een liftinstallatie

FC1

D. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FD1

E. In werking hebben van elektromotoren

FE1

F. In werking hebben van pompen

FF1

Processen (P)

 

A. Gebruiken van een spuitcabine

PA1

B. Reinigen, lijmen of coaten van metalen

PB1 t/m PB7

C. Drogen van metalen

PC1 t/m PC3

D. In werking hebben van een oven

PD1

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Handmatig bediende deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie gestuurde afzuigventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentie gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt. Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh.

Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 1.500 uur per jaar.

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ventilatie minimaal 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen in verwarmde hal.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

- Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ondersteuningsventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in de bedrijfshallen waar werkplekken zijn met een warmtevraag.

Technische randvoorwaarden

- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig.

- Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter.

- Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Ruimtetemperatuur ≥ 15°C.

- Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4 °C hoger dan temperatuur op werkplekken.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pomp automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pompen met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp bedrijfshal ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen of ruimtethermostaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in ruimten bedrijfshal ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

b) Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakelingen of -regelingen ontbreken.

a) Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig in bedrijfshal

b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD 2

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in magazijnen en opslagruimten beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Bedrijfshal geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in bedrijfshal.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig in bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en / of ‘s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Buitenverlichting is in de nacht minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Kantoor: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in kantoor.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen zijn en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD9

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming voor kantoor.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Meerdere verblijfsruimten met totaal bruto vloeroppervlakte van minimaal 150 m2 met verschillende warmtebehoefte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast kantoor (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR100-ketel) is aanwezig voor basislast kantoor (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

b) Tijdschakelaars (met of zonder overwerktimer) toepassen.

a) Tijdschakelaars met weekschakeling (met of zonder overwerktimer toepassen).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken in bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 100, 104 of 107 (HR 100-, HR 104-, of HR 107-ketels) toepassen.

b) Hoogrendementsluchtverhitters (HR- luchtverhitter) toepassen.

c) Gasgestookte donkerstralers toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) zijn aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar) in bedrijfshal.

b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in bedrijfshal.

c) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in de bedrijfshal

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

 

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakelingen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 18.000 kWh per jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB4

Omschrijving maatregel

Perslucht voor blazen voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Decentrale blower toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o).

Technische randvoorwaarden

Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk.

Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht.

Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als het jaarlijks elektriciteitsverbruik minder dan 10 miljoen kWh bedraagt.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is minimaal 1.400 uur per jaar.

Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een spuitcabine

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De verlichting kan per dag minimaal 1 uur extra worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PB1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van werpstralers (werpwielen, straalmiddeltransport, rollenbaan en afzuiging) tijdens productie-onderbreking voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Bewegingsmelders op transportbanen (signaal aandrijfmotoren) of loadcellen aan straaljukken toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bewegingsmelders of loadcellen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen motor werpstralers is minimaal 20 kW.

Takttijd is meer dan 25% van bedrijfstijd van werpstralers.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PB2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie van handspuitcabine of handspuitwand voor poedercoaten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling (verbreekcontact) van afzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Cabines kunnen op onderdruk blijven.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar. Het te vermijden ventilatielucht is minimaal 600.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PB3

Omschrijving maatregel

Vollasturen ventilatoren van moffelovens beperken door automatisch regelen op basis van bezettingsgraad.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling met bezettingsgraaddetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Toerenregeling of bezettingsgraaddetectie ontbreekt op doorloopoven.

b) Toerenregeling of bezettingsgraaddetectie ontbreekt op batchoven.

Technische randvoorwaarden

Toerenregeling dusdanig instellen dat er geen doorverwarming van elektromotor mogelijk is.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd moffeloven is meer dan 2.500 uur per jaar.

a) Vermogen ventilator is meer dan 8 kW.

Ovenbezetting is meer dan 25% en oven is meer dan 75% van bedrijfstijd niet maximaal bezet.

b) Vermogen ventilator is meer dan 12 kW.

Ovenbezetting is meer dan 50%.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteiten

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PB4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via distributieleidingen van procesbaden beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om distributieleidingen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Energieverbruik verwarming procesbad is minimaal 100.000 kWhthermisch per jaar.

Temperatuur distributieleiding is meer dan 40oC.

Lengte ongeïsoleerde distributieleiding is meer dan 4 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PB5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via badoppervlak van procesbaden beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolerende drijflichamen van inerte materialen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolerende voorzieningen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Contact drijflichamen en product is toegestaan.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Energieverbruik procesbad is minimaal 24.000 kWh per jaar.

Temperatuur procesbad is tussen 70 en 100oC.

Oppervlakte van procesbad is meer dan 2 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PB6

Omschrijving maatregel

Pompen voor badagitatie toepassen in procesbaden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Beluchtingspompen en/of dompelpompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Perslucht wordt gebruikt voor badagitatie.

Technische randvoorwaarden

Blowerlucht moet schoon zijn, zodat kwaliteit niet wordt beïnvloed.

Economische randvoorwaarden

Debiet is minimaal 3.000 m3 per jaar.

Persluchtdruk is meer dan 2 bar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PB7

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van procesbaden toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met warmtewisselaar (voor) toepassen.

b) Hoogrendementsketel 100, 104 of 107 (HR 100-, HR 104-, of HR 107-ketels) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektrische warmteopwekking is aanwezig.

b) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) is aanwezig voor bad met retourtemperatuur lager dan 55°C.

Technische randvoorwaarden

a) Aansluitmogelijkheid voor cv-ketel(s) met voldoende capaciteit.

Aansluiting aardgas, rookgasafvoer en condensafvoer zijn eenvoudig realiseerbaar.

Baden zijn geschikt voor ombouw (warmtewisselaar in bad of plaats voor externe warmtewisselaar met pompen).

b) Condensafvoer is eenvoudig realiseerbaar.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik van de warmteopwekking is minimaal 100.000 kWh per jaar.

b) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Drogen van metalen

Nummer maatregel

PC1

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande drogerlucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande drogerlucht.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Platenwarmtewisselaars (met rendement van minimaal 65%) toepassen.

b) Twincoilsysteem (met rendement van minimaal 65%) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Debiet drooglucht is meer dan 12 miljoen m3 per jaar.

Temperatuurverschil tussen ingaande en uitgaande drogerlucht is minimaal 85°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Drogen van metalen

Nummer maatregel

PC2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige voorverwarming van metalen bij moffelovens toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Infrarood voorverwarming toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorverwarmen met warme lucht.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd moffeloven is meer dan 3.300 uur per jaar.

Temperatuur moffelovens is meer dan 220°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Drogen van metalen

Nummer maatregel

PC3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige branderpijpen bij doorloopgloeioven toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsbranderpijpen (HR-branderpijpen) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele branderpijpen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

het gasverbruik van de branders is minimaal 6.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een oven

Nummer maatregel

PD1

Omschrijving maatregel

Debiet koelwaterpompen voor ovenwandkoeling van kroesoven automatisch regelen op basis van koudebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op koelwaterpompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Parallel systeem met twee toerenregelaars is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Het energieverbruik dat is te besparen door de toerengeregelde koelwaterpomp(en) is minimaal 25.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

2. Autoschadeherstelbedrijven

Inrichtingen voor het herstel van onderdelen van motorvoertuigen (met carrosserieherstel), motorfietsen, caravans/campers en aanhangwagens. Denk aan (spaanloze, verspanende en thermische) mechanische bewerking en/of eindbewerking van metalen. Oppervlaktebehandeling via coatprocessen en het verbinden van metalen of legeringen (zoals lassen en solderen) zijn ook kenmerkend. Ter indicatie hierbij een aantal SBI-codes dat voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 45.20.4, 45.11.2, 45.19.1, 45.19.2, 45.20.3, 45.20.5. Voor de mobiliteitsbranche (waarvoor veelal de SBI-codes 45.11, 45.19, 45.20.2, 45.3, 45.4 en 77 worden gebruikt) geldt een ander pakket met erkende maatregelen. Als binnen de mobiliteitsbranche sprake is van een herstelwerkplaats, dan geldt daarvoor echter het onderliggende pakket voor de bedrijfstak autoschadeherstelbedrijven.

In de bedrijfstak ‘autoschadeherstelbedrijven’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 2 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 2. Erkende maatregelen voor energiebesparing bij de autoschadeherstelbedrijven

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1 t/m GA3

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB4

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC4

D. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD10

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA3

B. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FB1 t/m FB3

C. In werking hebben van elektromotoren

FC1

Processen (P)

 

A. Reinigen, lijmen of coaten van metalen

PA1 t/m PA3

B. Gebruiken van een spuitcabine

PB1

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies door openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatige bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA3

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde transportdeuren toepassen.

b) Luchtkussens toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeuren zijn aanwezig.

b) Transportdeuren met ontbrekende luchtkussens zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Hal wordt verwarmd tot boven de 10 °C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

b) Deur is dagelijks minimaal 4 uur open door het laden en lossen.

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen in verwarmde hal.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

- Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer).

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Debiet centrale stofafzuiging beperken door lager toerental van ventilatoren.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op ventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling op ventlatoren ontbreekt en gebruikers kunnen afzuigingen op de werkplek dichtzetten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

 

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ondersteuningsventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in de bedrijfshallen waar werkplekken zijn met een warmtevraag.

Technische randvoorwaarden

- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig.

- Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter.

- Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Ruimtetemperatuur ≥ 15°C.

- Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4 °C hoger dan temperatuur op werkplekken.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt in bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pompen automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Cv-pomp met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toeren- of frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt in bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen of ruimtethermostaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in ruimten ontbreekt in bedrijfshal

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Kantoor/werkplaats: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneel inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in kantoor

b) Conventionele TL montagebalken zijn aanwezig in de werkplaats

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

b) Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakeling of regeling ontbreekt in bedrijfshal.

a) Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig in bedrijfshal

b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in beperken bij beperkte aanwezigheid.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidschakelingen ontbreken in magazijnen en opslagruimten.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Branden van hefbrugverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelaar toepassen die verlichting automatisch uitschakelt zodra hefbrug in laagste stand staat.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Hefbrugverlichting is apart schakelbaar.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen is minimaal 0,22 kW.

Hefbrugverlichting is minimaal 750 uur per jaar onnodig aan.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en / of ‘s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Buitenverlichting is in de nacht minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen zijn en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD9

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van het bestaande armaturen is voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD10

Omschrijving maatregel

Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De verlichting kan per dag minimaal 1 uur extra worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaars (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaars met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken in de bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen op groepen of direct op de cv-ketel.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen of op cv-ketel met hogetemperatuurverwarming in kantoor.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Meerdere verblijfsruimten met totaal bruto vloeroppervlakte van minimaal 150 m2 met verschillende warmtebehoefte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketels) toepassen.

b) Hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

c) Gasgestookte donker stralers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig.

c) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van spuitcabine beperken door automatisch over te schakelen van ventilatiestand naar circulatiestand.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische omschakeling op basis van persluchtafname toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatisch omschakelmodule op basis van persluchtverbruik ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Voldoende afvoer van vervuilde lucht alvorens over schakelen naar circulatiestand.

Economische randvoorwaarden

Debiet tijdens ventilatie dat gecirculeerd kan worden in plaats van geventileerd is minimaal 1,2 miljoen m3 per jaar.

Temperatuurverschil tussen ingaande en uitgaande ventilatielucht is minimaal 20°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig open brandersysteem bij spuitcabine toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Open brandersysteem toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneel brandersysteem is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Aardgasverbruik spuitcabine is minimaal 13.500 m3 per jaar.

Verschil tussen ruimte- en droogtemperatuur is minimaal 20°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Nummer maatregel

PA3

Omschrijving maatregel

Energiezuinig droogsysteem toepassen voor spotreparaties.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Infrarood droogsysteem (IR-A) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Spuitcabine wordt gebruikt voor spotreparaties.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Aardgasverbruik spuitcabine is minimaal 16.000 m3 per jaar.

Minimaal 50% van uitgevoerde reparaties zijn spotreparaties.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een spuitcabine

Nummer maatregel

PB1

Omschrijving maatregel

In werking hebben van een verf- en laksysteem

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toepassen van verfspuiten die werken zonder perslucht (Airless).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er wordt een perslucht gedreven verf- of lakspuit toegepast.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Er wordt minimaal 200 uur per jaar gebruik gemaakt van deze spuit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

3. Gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen

Inrichtingen voor medische en tandheelkundige behandeling, verzorging, verpleging en/of genezende behandelingen, veterinaire dienstverlening (laboratoria) (SBI 75), keurings- en controlediensten (laboratoria) (SBI 71.2), penitentiaire inrichtingen, ((jeugd)gevangenissen, TBS instellingen (84.23.2), woonfuncties in de zorg (SBI 87). Het gaat om inrichtingen met een gezondheidszorgfunctie zoals aangehaald in het Bouwbesluit 2012. Denk aan een ziekenhuis, psychiatrische inrichting, medisch centrum, polikliniek, praktijkruimten voor een huisarts en/of een fysiotherapeut of een tandartspraktijk. Ook inrichtingen met een woon- en verblijffunctie voor het aanbieden van intramurale zorg vallen onder de reikwijdte van onderliggend pakket met erkende maatregelen. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van instellingen veelal wordt gebruikt: 86.

In de bedrijfstak ‘gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen' zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 3 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 3. Erkende maatregelen voor energiebesparing bij de gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem

GA1

B. Isoleren van een gebouw

GB1 t/m GB5

C. Ventileren van een ruimte

GC1 t/m GC8

D. Verwarmen van een ruimte

GD1 t/m GD3

E. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GE1 t/m GE8

Faciliteiten (A)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA11

B. In werking hebben van een koelinstallatie

FB1

C. In werking hebben van productkoeling

FC1 t/m FC3

D. Bereiden van voedingsmiddelen

FD1 t/m FD2

E. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FE1 t/m FE5

F. In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

FF1 t/m FF3

G. In werking hebben van een liftinstallatie

FG1 t/m FG3

H. In werking hebben van een roltrapsysteem

FH1

I. Gebruiken van informatie en communicatietechnologie

FI1

J. In werking hebben van een serverruimte

FJ1 t/m FJ6

K. In werking hebben van een noodstroomvoorziening

FK1

L. In werking hebben van een zwembassin

FL1 t/m FL4

M. In werking hebben van elektromotoren

FM1

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3(a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3(a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via spouwmuur van de zwembadruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toepassen van spouwmuurisolatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembadruimte is niet-geïsoleerde (spouw)muur aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van zwembadruimte via dak beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Oud dak vervangen en isoleren met een Rc-waarde van tenminste 3,5 [m2K/W].

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Zwembadruimte heeft onvoldoende geïsoleerd dak.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via beglazing zwembadruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) HR++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

b) HR+++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Zwembadruimte heeft dubbele beglazing in kozijnen.

b) Zwembadruimte heeft enkele beglazing in kozijnen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks minimaal 1.825 draaiuren.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Vollasturen ventilatoren beperken door afschakelen van ventilatoren bij lager ventilatiedebiet.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Cascaderegeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Cascaderegeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bruto vloeroppervlak is meer dan 300 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Twincoilsysteem toepassen.

b) Warmtewiel toepassen.

c) Tegenstroom warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b en c) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minimaal 1 miljoen m3 per jaar is.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Enkele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen.

b) Dubbele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen.

c) Dubbele kruisstroomwisselaar met modulaire separate opzet conform het DWARS-systeem, met hoger rendement toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Luchtbehandeling met twincoilsysteem als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte

Technische randvoorwaarden

c) Gezamenlijke opstellingsruimte van meerdere luchtbehandelingskasten in een technische ruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a)

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b en c)

Zelfstandig moment: Ja, als het jaarlijks aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC6

Omschrijving maatregel

Verlies warmte via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Recirculeren van ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur met recirculatieklepsturing.

b) Recirculeren van ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte

(zwembadafdekking is afwezig).

b) 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte

(zwembadafdekking is aanwezig).

Technische randvoorwaarden

Toe- en afvoerkanalen en andere onderdelen zijn 100% gecoat en chloorbestendig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als jaarlijks aardgas verbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC7

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Luchtdebiet beperken op basis van vocht en temperatuur met toerenregeling.

b) Luchtdebiet beperken op basis van vocht en temperatuur met frequentieregelaars met difuusinblaas.

c) Luchtdebiet beperken op basis van het drogen van buitenlucht met frequentieregelaar.

d) Energie onttrekken uit de afblaaslucht met een warmtepomp in combinatie met temperatuur en vochtregeling, frequentieregelaars om debiet te beperken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Luchtbehandeling met twincoilsysteem als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte

Technische randvoorwaarden

a) Motoren zijn geschikt voor toerenregeling.

b) Motoren zijn geschikt voor toerenregeling en extra regeling luchtdichte constructie.

c en d) Kasten moeten passen in de technische ruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b)

Zelfstandig moment: Ja, als jaarlijks aardgas verbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: ja.

c)

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

d)

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC8

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-ketel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele cv-ketel of VR cv-ketel is aanwezig in zwembadruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele TL zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De technische staat van de aanwezige armaturen moet voldoende zijn en de verlichtingssterkte in de nieuwe situatie moet voldoen aan de geldende norm.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeenlampen of gloeilampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van het bestaand armaturen is voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE3

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensoren, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Buitenverlichting is in de nacht minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE4

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en / of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 5 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen in bestaand of nieuw armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilampen, halogeenlampen of neonverlichting is aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van het bestaande armaturen moet voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen of gloeilampen zijn aanwezig

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de armaturen moet voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

 

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

 

Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder dan 1 miljoen m3 per jaar is en bruto vloeroppervlak meer is dan 300 m2.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 1 miljoen m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik stoominstallatie is minimaal 4.500 MWhthermisch per jaar.

Minimaal 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater).

c) Luvo (luchtvoorverwarmer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal minimaal 2 meter vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Jaarlijks aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA7

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 meter vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is minimaal 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA8

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Automatische regeling luchtovermaat op basis van temperatuurcorrectie toepassen.

b) Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Gasgestookte stoomketel is aanwezig.

b) Stoomketel is aanwezig die wordt bijgestookt met biogas of een andere brandstof (niet zijnde aardgas).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik stoominstallatie is minimaal 1.500 MWhthermisch per jaar.

a) Verbrandingsluchttemperatuur varieert met meer dan 35°C.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als bedrijfstijd stoominstallatie meer is dan 2.000 uur per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA9

Omschrijving maatregel

Energiezuinige aardgasgestookte ventilatorbrander toepassen bij stoominstallatie.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Brander met modulerende regeling op basis van druksensor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander met hoog/laagregeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen brander is meer dan 250 kW.

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA10

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA11

Omschrijving maatregel

Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

b) Warmtepomp met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

c) Direct gasgestookte hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

d) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met luchtbehandelingskast toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoomketel met stoomluchtverhitters zijn aanwezig, of stoomketel met stoom/waterwarmtewisselaar en radiatoren zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik ruimteverwarming is minimaal 200.000 kWhthermisch per jaar.

a) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte.

b) Aansluitpunt van voldoende vermogen voor elektriciteit is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte.

c en d) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen 50 meter van te verwarmen ruimte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja, als stoomketel óf stoomruimteverwarmingsinstallatie wordt vervangen.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is minimaal 250 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FC3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE3

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen minimaal 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen minimaal 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE4

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE5

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 15.000 kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen, -appendages en -flenzen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages en/of flenzen ontbreekt of is beschadigd.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert. Bij stoomgebruikers zijn machinedelen soms bewust ongeïsoleerd om juiste stoomcondities in het productieproces te kunnen garanderen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd van stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FF2

Omschrijving maatregel

Condensaat of condensaatwarmte nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd (naar atmosferische druk).

b) Retourleiding naar ontgasser van stoomketel toepassen voor condensaat.

c) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

a en b) Condensaat mag niet verontreinigd zijn.

c) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja, als stoomgebruiker (waarbij het condensaat verloren gaat) wordt gemodificeerd, of stoom- en condensaatleidingnet voor meer dan 50% wordt gewijzigd.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FF3

Omschrijving maatregel

Verbeteren van de kwaliteit van het ketelvoedingswater.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Waterbehandeling door middel van omgekeerde osmose.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is geen waterbehandeling aanwezig. Spui is meer dan 10%.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Stoominstallatie is volcontinu in bedrijf. Gasverbruik is minder dan 170.000 m3per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FG2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilampen zijn aanwezig.

b) Halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FG3

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een roltrapsysteem

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige roltrapbesturing toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of onderbrekende besturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FJ1

Omschrijving maatregel

Inzet van fysieke servers in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FJ2

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in serverruimten toepassen om bedrijfstijd van koelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Direct vrije luchtkoeling inclusief compartimenteren en liftback-up door koelinstallatie toepassen.

b) Verdampings-koeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen.

c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk.

b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken.

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

Technische randvoorwaarden

Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv Het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

c) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FJ3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FJ4

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur in serverruimte werken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledig gescheiden koude- en warme gangen (compartimenteren) en blindplaten op ongebruikte posities in racks toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme en koude gangen en blindplaten zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FJ5

Omschrijving maatregel

Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren.

b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FJ6

Omschrijving maatregel

Inzet van servers in serverruimten afstemmen op de vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Powermanagement op servers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De CPU (central processing unit) draait continu op volledige snelheid.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een noodstroomvoorziening

Nummer maatregel

FK1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een zwembassin

Nummer maatregel

FL1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik pompen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Badwatercirculatiepompen met toerenregelaar- en tijdschakelaar voor optimalisatie werkpunt buiten gebruikstijden toepassen.

b) Badwatercirculatiepomp met toerenregelaar toepassen voor optimalisatie werkpunt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele circulatiepomp is aanwezig in zwembadruimte.

Technische randvoorwaarden

a) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met toerenregelaar en 100% overstroomgoot.

b) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met toerenregelaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een zwembassin

Nummer maatregel

FL2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via wanden bassin beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Bassinwanden isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie bassinwanden ontbreekt in zwembad.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een zwembassin

Nummer maatregel

FL3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies zwembadwater via leidingen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

(Aanvoer)leidingen zwembadwater voorzien van isolatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

(Aanvoer)leidingen zijn niet geïsoleerd.

Technische randvoorwaarden

(Aanvoer)leidingen zijn eenvoudig bereikbaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een zwembassin

Nummer maatregel

FL4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via spoelwater beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmteterugwinning uit spoelwater (thermisch) spoelbufferkelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is geen warmteterugwinning aanwezig in zwembad.

Technische randvoorwaarden

Spoelwaterbufferkelder van tenminste 55 m³ is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FM1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

4. Kantoren

Inrichtingen voor het uitvoeren van administratieve werkzaamheden. De inrichting heeft een kantoorfunctie zoals aangehaald in het Bouwbesluit 2012. Denk aan het openbaar bestuur, overheidsdiensten, verplichte sociale verzekeringen en zakelijke en financiële dienstverlening. Ter indicatie de SBI-codes die voor de indeling van deze diensten veelal worden gebruikt zijn SBI-code 64 t/m 74 en 84. In de bedrijfstak ‘kantoren’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 4 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 4. Erkende maatregelen voor energiebesparing in kantoren

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem

GA1

B. Isoleren van de gebouwschil

GB1

C. Ventileren van een ruimte

GC1 t/m GC5

D. Verwarmen van een ruimte

GD1 en GD2

E. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GE1 t/m GE6

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA5

B. In werking hebben van productkoeling

FB1 t/m FB4

C. Bereiden van voedingsmiddelen

FC1 t/m FC2

D. In werking hebben van een liftinstallatie

FD1 en FD2

E. In werking hebben van een roltrapsysteem

FE1

F. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FF1

G. In werking hebben van serverruimten

FG1 en FG9

H. In werking hebben van een noodstroomvoorziening

FH1

I. In werking hebben van elektromotoren

FI1

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3(a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3(a.e.); of- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelklok toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Vollasturen ventilatoren beperken door afschakelen van ventilatoren bij lager ventilatiedebiet.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Cascaderegeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Cascaderegeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht bij gebalanceerd ventilatiesysteem.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewiel, kruisstroomwarmtewisselaar of twincoilsysteem toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt in luchtbehandelingskast.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 20 armaturen zijn aanwezig.

Buitenverlichting is ’s nachts minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE2

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei- of halogeenlampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast.

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv of op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB4

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een roltrapsysteem

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige roltrapbesturing toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanbodafhankelijke onderbrekende besturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Inzet van fysieke servers in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG2

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in serverruimten toepassen om bedrijfstijd van koelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Direct vrije luchtkoeling toepassen inclusief compartimenteren en back-up door koelinstallatie toepassen.

b) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen.

c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk.

b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken.

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

Technische randvoorwaarden

Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

c) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Computer Room Air Conditioner (CRAC) met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) CRAC met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG4

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur in serverruimten werken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledig gescheiden koude- en warme gangen (compartimenteren) en blindplaten op ongebruikte posities in racks toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme en koude gangen en blindplaten ontbreken.

Technische randvoorwaarden

ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG5

Omschrijving maatregel

Inzet van servers in serverruimte afstemmen op de vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Powermanagement op servers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De CPU (central processing unit) draait continu op maximale snelheid.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG6

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in datacenter toepassen om bedrijfstijd van compressiekoelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Droge koeler(s) via bypass toepassen.

b) Verdampingskoeler(s) via bypass toepassen.

c) Kunststof kruisstroomwarmtewisselaar en verdampingskoeler aan buitenzijde toepassen (indirecte lucht/luchtkoeling).

d) Open koelsysteem (directe vrije luchtkoeling) met additionele indirecte adiabatische koeler toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

a) Klein datacenter met compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,0.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat moeten minimaal 40% vrije koeling mogelijk maken.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat moeten minimaal 80% vrije koeling mogelijk maken. Bijvoorbeeld in

c en d) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3,0.

Temperatuur in koude gang moet nagenoeg altijd vrije koeling mogelijk maken.

Flexibele operatie van temperatuur en vochtigheid is mogelijk binnen de grenzen van ASHRAE recommended envelope en SLA’s.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepsasing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

c en d) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG7

Omschrijving maatregel

Hogere koeltemperaturen in datacenter realiseren om efficiëntie van compressiekoelinstallatie te verhogen en om meer gebruik te maken van vrije koeling (beneden 12/13°C buitenluchttemperatuur).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Zaalkoelers met hogetemperatuurkoeling toepassen (ter indicatie: koelwater is minimaal 18°C).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Zaalkoelers met lagetemperatuurkoeling zijn aanwezig.

Seizoensgemiddelde COP van bestaande compressiekoelinstallatie is maximaal 3,5 bij groot datacenter en maximaal 5,0 bij klein datacenter.

Technische randvoorwaarden

Gescheiden koude en warme gangen met vrije koeling zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG8

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur in datacenter werken door menging van warme en koude lucht bij ongebruikte posities in racks te voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Blindplaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blindplaten ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG9

Omschrijving maatregel

Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in datacenter beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren.

b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerentalgeregelde ventilatoren ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een noodstroomvoorziening

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

5. Onderwijsinstellingen

Inrichtingen voor onderwijs, opleidingen en cursussen met of zonder praktijkonderwijs. De inrichting heeft een onderwijsfunctie zoals aangehaald in het Bouwbesluit 2012. Denk aan basis-, voortgezet- en hoger onderwijs en universiteiten. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van instellingen veelal wordt gebruikt: 85. Ook gaat het om inrichtingen voor natuur-wetenschappelijke research (laboratoria) (SBI 72), peuterspeelzalen en kinderopvang (SBI-code 88.91). In deze bedrijfstak ‘onderwijsinstellingen’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 5 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 5. Erkende maatregelen voor energiebesparing voor de onderwijsinstellingen

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem

GA1

B. Isoleren van de gebouwschil

GB1

C. Ventileren van een ruimte

GC1 t/m GC4

D. Verwarmen van een ruimte

GD1 en GD2

E. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GE1 t/m GE7

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA5

B. In werking hebben van productkoeling

FB1 t/m FB4

C. Bereiden van voedingsmiddelen

FC1 en FC2

D. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FD1 t/m FD5

E. In werking hebben van een liftinstallatie

FE1 en FE2

F. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FF1

G. In werking hebben van een serverruimte

FG1 t/m FG6

H. In werking hebben van een noodstroomvoorziening

FH1

I. In werking hebben van elektromotoren

FI1

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3(a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3(a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Twincoilsysteem toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) ketel aanwezig is.

Natuurlijk moment: Ja. als hoogrendementsketel 100 of 104 (HR 100- of HR 104-ketel) aanwezig is.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks minimaal 1.825 draaiuren.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE3

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors en schemerschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ‘nachts aan.

Technische randvoorwaarden

a) Aanwezige lampen zijn snelstartend en geschikt voor schrikverlichting.

b) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als er minimaal 50 armaturen zijn.

Natuurlijk moment: Nee.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Condensafvoer is mogelijk.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als bruto vloeroppervlakte meer is dan 10.000 m2.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met minimaal een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is minimaal 250 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB4

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen minimaal 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen minimaal 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD4

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD5

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) is minimaal 15.000 kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja, als jaarlijks elektriciteitsverbruik minder is dan 50.000 kWh.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Inzet van fysieke servers in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG2

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in serverruimten toepassen om bedrijfstijd van koelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Direct vrije luchtkoeling toepassen inclusief compartimenteren en back-up door koelinstallatie toepassen.

b) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen.

c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk.

b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken.

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

Technische randvoorwaarden

Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv Het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

c) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Airconditioning of direct expansie- (DX) koelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 met rackkoeling toepassen.

b) Computer Room Air Conditioner (CRAC) met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of direct expansie- (DX) koelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,3 is aanwezig.

b) CRAC met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

 

a en b) Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 50.000 kWh.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG4

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur in serverruimten werken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledig gescheiden koude- en warme gangen (compartimenteren) en blindplaten op ongebruikte posities in racks toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme en koude gangen en blindplaten zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG5

Omschrijving maatregel

Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren.

b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FG6

Omschrijving maatregel

Inzet van servers in serverruimten afstemmen op de vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Powermanagement op servers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De CPU (central processing unit) draait continu op maximale snelheid.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een noodstroomvoorziening

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

6. Commerciële datacenters

Inrichtingen voor het transport, de bewerking en de opslag van data door het extern beschikbaar stellen van serverruimten en ICT-apparatuur. Ter indicatie de SBI-codes die voor de indeling van deze bedrijven veelal worden gebruikt: 61, 62, 63. Dit zijn erkende maatregelen die betrekking hebben op het energieverbruik van het proces (servers en koeling/ventilatie daarvan). Als een kantoorruimte samen met het datacenter één inrichting vormt, dan zijn ook voor het kantoordeel erkende maatregelen opgenomen. Ten opzichte van de besparingen die in de datacenter zelf kunnen worden gerealiseerd, gaat het om kleine besparingen. In de bedrijfstak ‘commerciële datacenters’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 6 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 6. Erkende maatregelen voor energiebesparing voor commerciële datacenters

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1

B. Ventileren van een ruimte

GB1 en GB2

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 en GC2

D. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD6

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA4

B. In werking hebben van pompen

FB1

C. Gebruiken van Informatie- en communicatietechnologie

FC1

D. In werking hebben van een serverruimte

FD1 t/m FD8

E. In werking hebben van een noodstroomvoorziening

FE1

F. In werking hebben van elektromotoren

FF1

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies van kantoorruimte via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Kantoor wordt verwarmd met stookinstallatie.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks minimaal 1.825 draaiuren

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneel inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voor kantoor ontbreekt weersafhankelijke regeling op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt voor kantoor.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Kantoorruimte is met behulp van een stookinstallatie verwarmd.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Voor kantoor is conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast.

b) Voor kantoor is hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is minimaal 1.400 uur per jaar.

Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van en informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Inzet van servers in serverruimte afstemmen op de vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Powermanagement op servers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De CPU (central processing unit) draait continu op maximale snelheid.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur werken door warme en koude lucht in zaal te scheiden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledig gescheiden koude- en warme gangen toepassen (compartimenteren).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme en koude gangen zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur werken door menging van warme en koude lucht bij ongebruikte posities in racks te voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Blindplaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blindplaten zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FD4

Omschrijving maatregel

Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren.

b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FD5

Omschrijving maatregel

Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Computer Room Air Conditioner (CRAC) met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) CRAC met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FD6

Omschrijving maatregel

Hogere koeltemperaturen realiseren om efficiëntie van compressiekoelinstallatie te verhogen en om meer gebruik te maken van vrije koeling (beneden 12/13°C buitenluchttemperatuur).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Zaalkoelers met hogetemperatuurkoeling toepassen (ter indicatie: koelwater is minimaal 18°C).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Zaalkoelers met lagetemperatuurkoeling zijn aanwezig.

Seizoensgemiddelde COP van bestaande compressiekoelinstallatie is maximaal 3,5 bij groot datacenter en maximaal 5,0 bij klein datacenter.

Technische randvoorwaarden

Gescheiden koude en warme gangen met vrije koeling zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FD7

Omschrijving maatregel

Vrije koeling toepassen om bedrijfstijd van compressiekoelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Droge koeler(s) via bypass toepassen.

b) Verdampingskoeler(s) via bypass toepassen.

c) Kunststof kruisstroomwarmtewisselaar en verdampingskoeler aan buitenzijde toepassen (indirecte lucht/luchtkoeling).

d) Open koelsysteem (directe vrije luchtkoeling) met additionele indirecte adiabatische koeler toepassen.

a) en b) Als zaalkoelers met water of een ander niet-vorstbestendig koelmiddel werken, dan vrije koeling in een gescheiden vorstbestendig circuit opnemen en platenwarmtewisselaars en pompen opnemen zodat koelers vorstbestendig kunnen opereren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling in de situatie met gescheiden koude en warme gangen.

a) Klein datacenter met compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,0.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat moeten minimaal 40% vrije koeling mogelijk maken.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat moeten minimaal 80% vrije koeling mogelijk maken.

c en d) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3,0.

Temperatuur in koude gang moet nagenoeg altijd vrije koeling mogelijk maken.

Flexibele operatie van temperatuur en vochtigheid is mogelijk binnen de grenzen van ASHRAE recommended envelope en SLA’s.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

c en d) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

Nummer maatregel

FD8

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in serverruimten toepassen om bedrijfstijd van koelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Direct vrije luchtkoeling toepassen inclusief compartimenteren en back-up door koelinstallatie toepassen.

b) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen.

c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk.

b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken.

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 50% vrije koeling mogelijk.

Technische randvoorwaarden

Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv Het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

c) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een noodstroomvoorziening

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De Motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

7. Rubber- en kunststofindustrie

Inrichting voor de verwerking en/of vervaardiging van producten van kunststof- en/of rubber. Het gaat om het bewerken en/of verwerken van polyesterhars, thermoplasten, schuimen/expanderen van kunststof en/of rubberverwerking inclusief de recycling van rubber en kunststof. Activiteiten met betrekking tot het mengen, malen, blazen, kalanderen, extruderen en vulkaniseren zijn ook kenmerkend. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 22. In de bedrijfstak ‘rubber- en kunststofindustrie’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 7 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 7. Erkende maatregelen voor energiebesparing in de rubber- en kunststofindustrie

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1 t/m GA2

B. Ventileren van de ruimte

GB1 t/m GB3

C. Verwarmen van de ruimte

GC1 t/m GC4

D. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD9

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA12

B. In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

FB1

C. In werking hebben van en koelinstallatie

FC1 t/m FC2

D. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FD1 t/m FD6

E. In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

FE1 t/m FE3

F. In werking hebben van elektromotoren

FF1

G. In werking hebben van pompen

FG1

H. In werking hebben van een vacuümsysteem

FH1

Processen (P)

 

A. Verwerken van rubber of thermoplastisch kunststof

PA1 t/m PA3

B. Wegen of mengen van rubbercompounds of verwerken van rubber

PB1 en PB2

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur van kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouwen worden verwarmd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies door openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Handmatig bediende deuren zijn per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van de ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van de ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

- Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van de ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

- Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

- Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is.

- Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van de ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ondersteuningsventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in de bedrijfshallen waar werkplekken zijn met een warmtevraag.

Technische randvoorwaarden

- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig.

- Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter.

- Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Ruimtetemperatuur ≥ 15°C.

- Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4°C hoger dan temperatuur op werkplekken.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van de ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen en ruimtethermostaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregelingen in ruimten ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van de ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren en / of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Kantoor: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn in kantoorruimten aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en / of gloeilampen zijn aanwezig

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

 

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

b) Daglichtafhankelijke schakeling voor het uitschakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakelingen of -regelingen ontbreken.

a) Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig.

b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

- Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en / of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en / of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Voor lampen in bestaande armaturen geldt dat de technische staat van de bestaande armaturen volgens de installateur voldoende is.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van verlichting voorkomen bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidschakelingen in magazijnen en opslagruimten ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Bedrijfshal: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn in bedrijfshallen aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD9

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte zwarte stralers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele luchtverhitters zijn in slecht geïsoleerde hallen en/of half open hallen aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketels 107 (HR 107-ketels) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketels (CR-ketels) of verbeterdrendementsketels (VR-ketels) zijn aanwezig voor de basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Hoogrendementsketels 100 (HR 100-ketels) zijn aanwezig voor de basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketels 107 (HR 107-ketels) met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

b) Warmtepompen met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

c) Direct gasgestookte hoogrendementsluchtverhitters (HR-luchtverhitters) toepassen.

d) Hoogrendementsketels 107 (HR 107-ketels) met luchtbehandelingskasten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoomketels met stoomluchtverhitters zijn aanwezig, of stoomketels met stoom/waterwarmtewisselaars en radiatoren en/of luchtverhitters zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

- Het betreft een ruimteverwarming die gedurende tenminste 2.000 uur per jaar een warmtevraag heeft.

- Het benodigde warmtevermogen bedraagt tenminste 100 kWhthermisch.

 

a) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte.

b) Aansluitpunt van voldoende vermogen voor elektriciteit is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte.

c en d) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen 50 meter van te verwarmen ruimte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja, als stoomketel óf stoomruimteverwarmingsinstallatie wordt vervangen.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvaten (waarin spuiwater in druk wordt verlaagd) toepassen.

b) Warmtewisselaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsystemen ontbreken voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Het betreft een stoominstallatie van tenminste 3 MW, die gedurende tenminste 1.500 uur per jaar in gebruik is; Minimaal 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteiten

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA7

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizers toepassen.

b) Rookgascondensor toepassen.

c) Luchtvoorverwarmer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsystemen ontbreken voor rookgassen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteiten

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA8

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkokers vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 meter vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is minimaal 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA9

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Automatische regeling luchtovermaat op basis van temperatuurcorrectie toepassen.

b) Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Gasgestookte stoomketel is aanwezig.

b) Stoomketel is aanwezig die wordt bijgestookt met biogas of een andere brandstof (niet zijnde aardgas).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Het betreft een stoominstallatie van tenminste 3 MW die gedurende tenminste 500 uur per jaar in gebruik is in nieuwe situaties.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als bedrijfstijd stoominstallatie meer is dan 2.000 uur per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA10

Omschrijving maatregel

Energiezuinige aardgasgestookte ventilatorbrander toepassen bij stoominstallatie.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Brander met modulerende regeling op basis van druksensor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander met hoog/laagregeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen brander is meer dan 250 kW.

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA11

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaars (met of zonder overwerktimers) toepassen.

b) Tijdschakelaars met weekschakelingen (met of zonder overwerktimers) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA12

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboilers (HR-boilers) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boilers zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isoleren van leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages van het warmtapwatersysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Debiet koelwaterpompen automatisch regelen op basis van koelwatertemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Pompregeling op centrale pomp van koelwatervoorziening (veelal in ringleiding) én thermostaat op retourleiding toepassen.

b) Klep- of pompregeling én thermostaat op retourleiding toepassen per machine.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Hoeveelheid koelwater wordt niet geregeld.

a) Centraal koelsysteem is aanwezig.

b) Iedere machine heeft eigen koeling.

Technische randvoorwaarden

Er is een gescheiden matrijs- en oliekoelsysteem.

Economische randvoorwaarden

Temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourkoelwater is meer dan 5°C.

a) Elektriciteitsverbruik van te koelen machines is meer dan 400.000 kWh per jaar.

b) Elektriciteitsverbruik van te koelen machines is meer dan 1.500.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Debiet koelwaterpompen automatisch regelen op basis van koelwatertemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentieregeling op koelwaterpomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde koelwaterpomp met asynchrone motor is aanwezig in centraal koelwatersysteem met een wisselende koelvraag.

Technische randvoorwaarden

Regelingen op temperatuurverschil en/of druk is mogelijk.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd koelwaterpomp is minimaal 2.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

- Nullast uren ≥ 35% van de totale inschakelduur.

- Vollast uren compressor ≥ 3.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Luchtgekoelde compressor is aanwezig.

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Aantal vollasturen compressor is minimaal 1.400 uur per stookseizoen.

- Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD4

Omschrijving maatregel

Persluchtverbruik beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtuitblaasappendages met een laminaire luchtstroom of vortexstroming toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Appendages ontbreken of nozzles en blaaspistolen zijn meer dan 10 jaar oud.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet toepasbaar voor mobiele installaties met bedrijfstijd minder dan 100 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD5

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaars met overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 18.000 kWh per jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD6

Omschrijving maatregel

Perslucht voor blazen voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Decentrale blowers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o).

Technische randvoorwaarden

- Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk.

- Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht.

- Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als het jaarlijks elektriciteitsverbruik minder dan 10 miljoen kWh bedraagt.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteiten

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen en -appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt of is beschadigd.

Technische randvoorwaarden

- Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert.

- Bij stoomgebruikers zijn machinedelen soms bewust ongeïsoleerd om juiste stoomcondities in het productieproces te kunnen garanderen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd van stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Condensaat of condensaatwarmte nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd (naar atmosferische druk).

b) Retourleiding naar ontgasser van stoomketel toepassen voor condensaat.

c) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

a en b) Condensaat mag niet verontreinigd zijn.

c) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja, als stoomgebruiker (waarbij het condensaat verloren gaat) wordt gemodificeerd, of stoom- en condensaatleidingnet voor meer dan 50% wordt gewijzigd.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Het in werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FE3

Omschrijving maatregel

Verbeteren van de kwaliteit van het ketelvoedingswater.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Waterbehandeling door middel van omgekeerde osmose.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is geen waterbehandeling aanwezig.

Spui is meer dan 10%.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Stoominstallatie is volcontinu in bedrijf.

Gasverbruik is minder dan 170.000 m3per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pompen met toerenregelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pompen worden geregeld met smoorregelingen.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is minimaal 1.400 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een vacuümsysteem

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Warme lucht van vacuümsysteem nuttig gebruiken voor ruimteverwarming van aangrenzende productieruimte of magazijn.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanalen met ventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsystemen ontbreken voor vacuümsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd vacuüminstallatie is minimaal 250 uur per stookseizoen.

Bouwtechnisch gezien moet er een directe verbinding mogelijk zijn tussen productieruimte of magazijn en vacuüminstallatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwerken van rubber of thermoplastisch kunststof

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Luchtdebiet en luchttemperatuur in conventionele droger met elektrische verwarmde luchtcirculatie ten behoeve van drogen van grondstof voor spuitgieten of extrusie automatisch regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Vochtsensor is aanwezig in de uitgaande drogerlucht.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vochtsensor ontbreekt in de uitgaande drogerlucht.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd droger is minimaal 2.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwerken van rubber of thermoplastisch kunststof

Nummer maatregel

PA2

Omschrijving maatregel

Energiegebruik spuitgietmachine minimaliseren door procesoptimalisatie.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Energiemonitor toepassen bij spuitgietmachine die per processtap het energiegebruik meet. Vervolgens worden procesparameters van spuitgietmachine zodanig ingesteld, dat bij gelijkblijvende productkwaliteit de spuitgietmachine een minimaal energiegebruik heeft.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Energiemonitor bij spuitgietmachine ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen spuitgietmachine is minimaal 50 kW.

Bedrijfstijd spuitgietmachine is minimaal 3.000 uur per jaar.

Maximale druk van spuitgietmachine is hoger dan benodigde druk voor sluiten van de matrijs.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwerken van rubber of thermoplastisch kunststof

Nummer maatregel

PA3

Omschrijving maatregel

Warmte van folieblazen nuttig gebruiken voor ruimteverwarming van dichtbij gelegen productieruimte of magazijn.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal en ventilator toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme lucht van folieblazen wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Er is geen gebruik van geurafgevende additieven (bijvoorbeeld styreen of acryl).

Economische randvoorwaarden

Afstand extrusiehal (folieblazen) tot productieruimte of magazijn is minder dan 50 meter.

Bouwtechnisch gezien moet er een directe verbinding mogelijk zijn tussen productieruimte of magazijn en extrusiehal (folieblazen).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Wegen of mengen van rubbercompounds of het verwerken van rubber

Nummer maatregel

PB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies vulkanisatie zoutbad beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie afgewerkt met beplating toepassen (Rc-waarde is minimaal 5 [m2K/W]).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om zoutbad ontbreekt of is slecht.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Wegen of mengen van rubbercompounds of het verwerken van rubber

Nummer maatregel

PB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van autoclaaf beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie afgewerkt met beplating of isolatiematrassen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie is beschadigd en/of beplating ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd autoclaaf is minimaal 250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

8. Levensmiddelenindustrie

Het gaat hier om inrichtingen voor activiteiten binnen de levensmiddelenindustrie. Specifiek gaat het om de volgende sub bedrijfstakken binnen de sectoren groente- en fruitverwerkende industrie, frisdranken-, water- en sappenproducenten en bakkerij- en zoetwarenindustrie (NVB en VBZ). Ter indicatie gaat het om de vervaardiging van fruit- en groentesap (SBI-code 10.32), verwerking van groente en fruit (niet tot sap en maaltijden) (SBI-code 10.39), vervaardiging van frisdranken waaronder productie van mineraalwater en overig gebotteld water waaronder ook vruchtensiropen (SBI-code 11.07), vervaardiging van limonadesiroop (SBI-code 10.89), kleine brouwerijen (SBI 11.05). Vervaardiging van brood, banketbakkerswerk en deegwaren (SBI-code 10.7), verwerking van cacao en vervaardiging van chocolade en suikerwerk (SBI-code 10.82), verwerking van cacao (SBI-code 10.82.1) en vervaardiging van chocolade en suikerwerk (SBI-code 10.82.2). Voor de overige subsectoren zoals genoemd in de SBI-codes 10 en 11 zijn geen erkende maatregelen in dit pakket opgenomen. In de bedrijfstak ‘levensmiddelenindustrie’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 8 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 8. Erkende maatregelen voor energiebesparing in de levensmiddelenindustrie

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van een gebouwschil

GA1 t/m GA3

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB4

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC6

D. In werking hebben van een ruimte- en verlichtingssysteem

GD1 t/m GD12

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA8

B. In werking hebben van productkoeling

FB1 t/m FB6

C. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FC1 t/m FC6

D. In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

FD1 en FD2

E. In werking hebben van een liftinstallatie

FE1 en FE2

F. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FF1

G. In werking hebben van elektromotoren

FG1

H. In werking hebben van pompen

FH1

Processen (P)

 

A. Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

PA1 t/m PA12

B. Verwarmen van producten en/of procesbaden.

PB1 en PB2

C. In werking hebben van een kneed- en/of mengmachine

PC1

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies door openstaande deuren in de (binnen-)gevel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeur toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatige bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) inpandig en naar buiten.

Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Deur kan 1 uur per werkdag extra gesloten worden.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA3

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tochtslabben toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Transportdeur waar tochtslabben ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Hal wordt verwarmd tot boven de 10°C.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan van ventilatie voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Ventilatiesysteem zonder aanwezigheidsschakelaar.

- Ventilatie is altijd aan tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepasing.

Economische randvoorwaarden

Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsysteem.

Technische randvoorwaarden

- Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 2.700 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaars met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) CO2-meter toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen motor is minimaal 300 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) IE3 motor of beter toepassen.

b) toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Motor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. Benodigd luchtdebiet is constant.

b) Motor zonder toerenregeling is aanwezig. Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Ventilator, aandrijving en elektromotor zijn geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

a) Motorvormogen is minimaal 2,8 kW. Bedrijfstijd ventilator is minimaal 2.200 uur per jaar.

b) Motorvormogen is minimaal 2,8 kW. Bedrijfstijd ventilator is minimaal 3.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming door luchtverhitters buiten bedrijfstijd beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaars (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaars met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Toepasbaar in gebouw(delen) waar niet volcontinu wordt gewerkt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pomp automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pompen met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Thermostatische radiatorkranen.

b) ruimtethermostaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in ruimten of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd verwarming is minimaal 1.800 uur per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd verwarming is minimaal 2.850 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en/of interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet toepasbaar in gebouw(delen) waar volcontinu gewerkt wordt.

Niet toepasbaar op procesinstallaties (bijv. voor verwarming bollenkast of narijskast).

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Energieverbruik ketel is minimaal 30.000 kWhthermisch per jaar.

b) aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Energieverbruik ketel is minimaal 48.000 kWhthermisch per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC5

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regeling op ketels of cv-groepen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op ketels of cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Energieverbruik ketel is minimaal 42.000 kWhthermisch per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC6

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Aanstaan basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere schakelgroepen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Te grote schakelgroep aanwezig waardoor verlichting onnodig brandt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen verlichting door extra schakelgroep is minimaal 1.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD 2

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in magazijnen en opslagruimten beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakeling bij de binnenverlichting in de bedrijfshal ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen verlichting is minimaal 200 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Kantoor: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn in kantoorruimten aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen binnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Metaalhalogenidelampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 20 armaturen zijn aanwezig.

Buitenverlichting is in de nacht minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Voor lampen in bestaande armaturen geldt dat de technische staat van de bestaande armaturen volgens de installateur voldoende is.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD9

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD10

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD11

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD12

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken in ruimten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe opbouwarmatuur toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn in bedrijfshallen aanwezig.

Het gaat om verlichting waar geen veiligheids- of hygiëne-eisen gelden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

c) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a en b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig.

c) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd luchtverhitter is minimaal 650 uur per jaar als aardgasverbruik minder dan 170.000 m3 per jaar is.

b) Bedrijfstijd luchtverhitter is minimaal 1.000 uur per jaar als aardgasverbruik minimaal 170.000 m3 per jaar is.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

c) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder dan 170.000 m3 per jaar en bedrijfstijd ketel minimaal 2.200 uur per jaar is.

Natuurlijk moment: Ja.

c) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minimaal 170.000 m3 per jaar en bedrijfstijd ketel minimaal 3.300 uur per jaar is.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

c en d) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a en b) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal ontgasser).

c en d) Warmtevrager aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 2.100 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 3.400 vollasturen per jaar.

c) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 2.100 vollasturen per jaar.

d) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 3.400 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

c en d) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater, proceswater of tapwater).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a en b) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

c en d) Economizer is aanwezig.

Rookgascondensor ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal minimaal 2 meter vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.150 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.650 vollasturen per jaar.

c en d) Voor te verwarmen water heeft vóór rookgascondensor een temperatuur van maximaal 25°C.

c) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.150 vollasturen per jaar.

d) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.850 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigsopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 meter vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur dichtbij plafond is minimaal 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 150 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 250 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Stoomketelinstallatie zonder economizer zonder regeling luchtovermaat is aanwezig.

b) Stoomketelinstallatie met economizer zonder luchtovermaat regeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De brander moet geschikt zijn voor zuurstofcorrectieregeling.

Economische randvoorwaarden

a) Capaciteit stoomketel is minimaal 750 kg per uur.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 2.400 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 6.200 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Energieverbruik brander stoominstallatie beperken door verbeterde regeling.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Brander met modulerende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander met hoog/laag/uit- of aan/uitregeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 750 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 500 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als brander geschikt is voor modulerende regeling.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA7

Omschrijving maatregel

Warmteverlies warmwater- en/of stoomdistributiesysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om leidingen en appendages aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Temperatuur leiding is minimaal 60°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd warme onderdelen is minimaal 450 uur per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd warme onderdelen is minimaal 750 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA8

Omschrijving maatregel

Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

b) Direct gasgestookte hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

c) Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) met luchtbehandelingskast toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoomketel met stoomluchtverhitters zijn aanwezig.

Stoomketel met stoom/waterwarmtewisselaar en radiatoren zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Rookgasafvoer is mogelijk.

b en c) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

- Energieverbruik ruimteverwarming is minimaal 200.000 kWhthermisch per jaar.

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Aansluitpunt voor gas is binnen een afstand van 50 meter (van de te verwarmen ruimte) aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige condensor- en/of verdamperventilator toepassen voor koelinstallaties van koel- en/of vriescellen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Condensorventilator voor koelen en vriezen met vermogen van maximaal 20 W per kWthermisch toepassen.

c) Verdamper-ventilator voor koelen met vermogen van maximaal 30 W per kWthermisch toepassen.

d) Verdamper-ventilator voor vriezen met vermogen van maximaal 40W per kWthermisch toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Celtemperatuur is maximaal 2°C.

a) Condensor-ventilator voor koelen heeft vermogen van minimaal 50 W per kWthermisch.

b) Condensor-ventilator voor vriezen heeft vermogen van minimaal 50 W per kWthermisch.

c) Verdamper-ventilator voor koelen heeft vermogen van minimaal 60 W per kWthermisch.

d) Verdamper-ventilator voor vriezen heeft vermogen van minimaal 75 W per kWthermisch.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch.

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 2.200 vollasturen per jaar

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 2.600 vollasturen per jaar.

c) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 2.100 vollasturen per jaar

d) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 2.600 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakelingen toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Tochtsluizen en deurschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van pomp koelmedium beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakelingen van pomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen en toerenregelingen ontbreken op pomp.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

- Vermogen pomp is minimaal 1 kW.

- Te vermijden energieverbruik door uitschakelen pomp is minimaal 3.300 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB4

Omschrijving maatregel

Condensordruk automatisch regelen om condensortemperatuur aan te passen aan de buitenluchttemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Condensordrukregelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Productkoeling met een vaste condensordruk gedurende het hele jaar.

Technische randvoorwaarden

Elektronische expansieventielen zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

- Condensortemperatuur wordt jaargemiddeld 5°C lager dan de huidige condensortemperatuur.

- Energieverbruik koel- of vriesinstallatie is minimaal 160.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB5

Omschrijving maatregel

Energiezuinig expansieventiel bij verdamper toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Elektronische expansieventielen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Thermostatisch expansieventiel is aanwezig in koelinstallatie.

b) Thermostatisch expansieventiel is aanwezig in vriesinstallatie.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 2.200 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 900 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB6

Omschrijving maatregel

Temperatuurverschil bij condenseren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Groter condensoroppervlak toepassen zodat temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur maximaal 10°C wordt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur is minimaal 20°C.

Koeltemperatuur is lager of gelijk aan 2°C.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch.

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 2.200 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 3.400 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik voor (droog) blazen beperken door gebruik blower.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Blower toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

(Droog) blazen gebeurt met perslucht.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Persluchtdruk voor (droog) blazen is lager dan 1.0 bar(o).

Bedrijfstijd compressor t.b.v. (droog) blazen is minimaal 900 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Gebruik blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC3

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullast uren is minimaal 1.300 uur per jaar.

b) Aantal nullast uren is minimaal 1.800 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC5

Omschrijving maatregel

Warmte van de persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) en b) Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Aantal vollasturen is minimaal 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

b) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Aantal vollasturen is minimaal 2.450 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) en b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC6

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 18.000 kWh per jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door leidingen en appendages van de stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen en -flenzen

b en c) Isolatie aanbrengen om stoomafsluiters.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt of is beschadigd.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert. Bij stoomgebruikers zijn machinedelen soms bewust ongeïsoleerd om juiste stoomcondities in het productieproces te kunnen garanderen.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 1.600 vollasturen per jaar.

c) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 2.450 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Condensaat of condensaatwarmte nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd om vervolgens nuttig toe te passen.

b) Retourleiding naar ontgasser of voedingswatertank van stoomketel toepassen voor condensaat.

c) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

a en b) Het condensaat mag niet verontreinigd zijn.

c) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja, als stoomgebruiker (waarbij het condensaat verloren gaat) wordt gemodificeerd, of stoom- en condensaatleidingnet voor meer dan 50% wordt gewijzigd.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloeilamp is aanwezig.

Halogeenlamp is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen of kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen te regelen op basis van vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pompen met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pompen worden geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is minimaal 5.700 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinig oven opwarmen door gebruik warme lucht uit ruimte bovenin.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Kanaalwerk aanbrengen tot dichtbij luchtaanzuigsopening van brander.

Uitgangssituatie op basis van een referentie techniek

Toevoer van warme lucht naar de brander ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Voer deze maatregel niet uit als leverancier een goede werking van het brandproces niet garandeert.

Voldoende en schone luchttoevoer in de ruimte is noodzakelijk.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Energieverbruik oven is minimaal 3.100.000 kWhthermisch per jaar.

b) Aardgasverbruik van de inrichting is minimaal 1.000.000 m3 per jaar. Energieverbruik oven is minimaal 3.500.000 kWhthermisch per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA2

Omschrijving maatregel

Warmte uit proceswater nuttig gebruiken voor andere doeleinden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) en b) Stoomketel of conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) of hoogrendementsketel (HR-ketel) is aanwezig voor Cleaning In Place (CIP) en/of opwarmen tapwater.

c) Elektrische warmteopwekking is aanwezig voor het opwarmen van tapwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Hoeveelheid proceswater is minimaal 1.500 m3 per jaar.

b) Aardgasverbruik van de inrichting is minimaal 170.000 m3 per jaar. Hoeveelheid proceswater is minimaal 2.200 m3 per jaar.

c) Bedrijfstijd elektrische warmteopwekking is minimaal 650 uur per jaar.

Benodigde hoeveelheid tapwater is minimaal 1.050 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA3

Omschrijving maatregel

Verdampingswarmte CO2 nuttig gebruiken in gekoeld waternet.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verdampingswarmte CO2 wordt niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Gekoeld waternet met koelinstallatie met koelvermogen van minimaal 100 kW is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Verbruik van CO2 bedraagt minimaal 6.000.000 kg per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA4

Omschrijving maatregel

Restwarmte uit blancheerproces nuttig inzetten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Suppletiewater blancheurs worden met stoom opgewarmd.

Technische randvoorwaarden

Meerdere blancheurs kunnen op één warmtewisselaar worden aangesloten.

Economische randvoorwaarden

Hoeveelheid verversingswater blancheurs is minimaal 5.500 m3 per jaar waarbij het temperatuurverschil tussen in- en uitgaande water minimaal 60°C is.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA5

Omschrijving maatregel

Koelen met ijswater beperken door leidingwater te gebruiken voor voorkoelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Extra warmtewisselaars en koelcircuits met aansluiting op leidingwater.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Volledige koeling met ijswater.

Technische randvoorwaarden

Het koelproces is te splitsen in een voor- en nakoelproces, dat direct na elkaar plaatsvindt.

Economische randvoorwaarden

Hoeveelheid ijswater is minimaal 22 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA6

Omschrijving maatregel

Volledig opwarmen en/of afkoelen van water in het batchsterilisatieproces voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte- en koudevaten met leidingwerk en pompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Buffers ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Meerdere sterilisators op combinatie van een warmte- en koudevat mogelijk.

Economische randvoorwaarden

- Minimaal 7.000 batches per jaar.

- Totale inhoud sterilisator(s) is minimaal 0,5 m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA7

Omschrijving maatregel

Warmteverlies uit oven door rookgaskanaal beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rookgaskleppen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentie techniek

Rookgaskleppen ontbreken in bestaande ovens.

Technische randvoorwaarden

Elektronische ontstekingen zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Energieverbruik brander is minimaal 2.800.000 kWhthermischper jaar.

b) Aardgasverbruik van de inrichting is minimaal 1.000.000 m3 per jaar.

Energieverbruik brander is minimaal 3.100.000 kWhthermisch per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA8

Omschrijving maatregel

Beperken aardgasverbruik bij direct gestookte charge- en/of continu ovens zonder elektronische ontsteking.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Elektronische ontsteking toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentie techniek

Elektronische ontsteking ontbreekt in bestaande oven.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA9

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via wanden van industriële ovens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie vervangen of extra aanbrengen om oven.

Uitgangssituatie op basis van een referentie techniek

Isolatie materiaal is afwezig of verouderd (ouder dan 20 jaar) in bestaande oven.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Asbest is niet aanwezig voor isolatie van de oven.

a) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Energieverbruik brander is minimaal 2.400.000 KWhthermisch per jaar.

b) Aardgasverbruik van de inrichting is minimaal 1.000.000 m3 per jaar.

Energieverbruik brander is minimaal 2.600.000 KWhthermisch per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA10

Omschrijving maatregel

Energieverbruik brander indirect gestookte oven beperken door verbeterde regeling.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Modulerende brander met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentie techniek

Bestaande oven heeft een hoog/laag of aan/uit brander.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen brander is minimaal 70 kW.

a) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Energieverbruik brander is minimaal 3.500.000 kWhthermisch per jaar.

b) Aardgasverbruik van de inrichting is minimaal 1.000.000 m3 per jaar.

Energieverbruik brander is minimaal 3.800.000 kWhthermisch per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA11

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater voor gereedschap- en/of krattenwasmachine toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

b) Leidingen aanbrengen om warm water uit warmtewisselaar te gebruiken.

Uitgangssituatie op basis van een referentie techniek

Gereedschap- en/of krattenwasmachine is aangesloten op koud water.

a) Niet van toepassing.

b) Warmtewisselaar die leidingwater verwarmt is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Gereedschap en/of krattenwasmachine is geschikt voor aansluiting op warm water.

Economische randvoorwaarden

a) Warmwaterverbruik machine is minimaal 500 m3 per jaar.

b) Warmwaterverbruik machine is minimaal 150 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen van voedingsmiddelen of dranken

Nummer maatregel

PA12

Omschrijving maatregel

Gebruik stoom voorkomen door temperatuur automatisch te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische kleppenregelingen op blancheurs, Cleaning In Place (CIP), pasteurs en andere apparatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische kleppenregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en /of procesbaden

Nummer maatregel

PB1

Omschrijving maatregel

Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht.

Technische randvoorwaarden

Temperatuurverschil in- en uitgaande water is minimaal 25°C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Hoeveelheid koelwater is minimaal 5.000 m3 per jaar.

b) Aardgasverbruik van de inrichting is minimaal 170.000 m3 per jaar.

Hoeveelheid koelwater is minimaal 8.200 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden

Nummer maatregel

PB2

Omschrijving maatregel

Betere warmte- en koude-overdracht van platenwarmtewisselaars toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Uitbreiding van warmtewisselaar met meerdere platen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Platenwisselaar voor indirecte procesverwarming is aanwezig.

b) Platenwisselaar voor indirecte proceskoeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Warmtewisselaar is uit te breiden met minimaal 20% platen.

Temperatuurverschil van ingaand en uitgaand medium is minimaal 6°C.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd indirecte procesverwarming is minimaal 700 uur per jaar.

b) Bedrijfstijd indirecte proceskoeling is minimaal 2.300 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een kneed- of mengmachine

Nummer maatregel

PC1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van motoren in kneed- en/of mengmachine beperken door vermogen te regelen op basis van vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling toepassen op motor van kneed- en/of mengmachines.

Uitgangssituatie op basis van een referentie techniek

Toerenregeling ontbreekt in bestaande kneed- of mengmachine.

Technische randvoorwaarden

Kneed- en/of mengmachine zijn geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik machine is minimaal 200.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja, als de machine voor langere periode niet in gebruik is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

9. Agrarische sector

Inrichtingen voor het uitvoeren van activiteiten met gewassen of landbouwhuisdieren voor zover deze geteeld of gekweekt onderscheidenlijk gefokt, gemest, gehouden of worden verhandeld. Ter indicatie, de SBI-codes die voor de indeling van deze inrichtingen veelal worden gebruikt zijn de SBI-codes 01.11 tot en met 01.64. In de bedrijfstak ‘agrarische sector’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 9 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 9. Erkende maatregelen voor energiebesparing in de agrarische sector

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1 t/m GA6

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB3

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC3

D. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD8

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA6

B. Warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

FB1

C. In werking hebben van een koelinstallatie

FC1 t/m FC2

D. In werking hebben van productkoeling

FD1 t/m FD7

E. In werking hebben van elektromotoren

FE1 t/m FE2

F. In werking hebben van pompen

FF1

G. In werking hebben van een vacuümsysteem

FG1

Processen (P)

 

A. Het verwarmen van producten en of procesbaden

PA1

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door lekkages in ventilatiekanaal bij een varkenshouderij beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtdicht maken van ventilatiekanalen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ventilatiekanaal is niet luchtdicht bij een varkenshouderij.

Technische randvoorwaarden

Centraal ventilatiekanaal is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via vloer van een dierenverblijf beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Vloeren van dierverblijven isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie bij een verwarmde vloer van een dierenverblijf ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via buitenmuur van verwarmde dierenverblijven beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren van dierverblijven isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren van verwarmde dierenverblijven ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via schuin dak beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daken aan binnenzijde isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie van schuine daken ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Ruimte onder de schuine daken wordt verwarmd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA5

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde transportdeur toepassen.

b) Luchtkussens toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeur is aanwezig.

b) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Hal wordt verwarmd tot boven de 10°C.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

a) Niet van toepassing.

b) Deur is dagelijks minimaal 4 uur open door laden en lossen.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA6

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Automatische en/of snelsluitende bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Handmatig bediende deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Debiet van ventilator beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Frequentieregelaars voor ventilatoren voor ventilatie en circulatie.

b) Ethyleengestuurde ventilatie met frequentieregelaars.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Frequentieregelaars ontbreken.

b) Ethyleenanalysers ontbreken.

Technische randvoorwaarden

a) Klimaatcomputers zijn aanwezig.

b) Klimaatcomputers zijn aanwezig in een tulpenbedrijf.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan van ventilatie voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Het gaat om kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld een toilet) met:

- Ventilatiesysteem zonder aanwezigheidsschakelaar;

- Ventilatie die altijd aan is tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepasing.

Economische randvoorwaarden

Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsysteem.

Technische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: Ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd minimaal 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van infraroodlampen (IR-lampen) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Halveringsschakelaars op infraroodlampen (IR-lampen) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halveringsschakelaars op de infraroodlampen (IR-lampen) ontbreken in een varkenshouderij.

Technische randvoorwaarden

Vloerverwarming is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting in dierverblijven beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met dimbare ledlampen toepassen.

.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn in een pluimveehouderij aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Kleur lampen is 5.700 Kelvin.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Bedrijfshal: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in opbouwarmatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn in verwerkingshallen aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn in verwerkingshallen aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avonden/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 20 armaturen zijn aanwezig.

Verlichting in de nacht is minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Indirect gasgestookte modulerende hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) en extra ventilator toepassen.

b) Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Centrale verwarming voor pluimveestallen verbeterdrendementsketel (VR-ketel) of lager is aanwezig.

b) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

a) Klimaatregelingen zijn aanwezig.

b) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van de buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op ketel of cv-groep met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door uitgaande ventilatielucht naar de buitenlucht voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte met een warmtepomp uit de ventilatielucht terugwinnen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmtevoorziening op basis van vloerverwarming en gasgestookte verwarmingsketel in een varkenshouderij en/of het houden van (vlees-)kuikens.

Technische randvoorwaarden

Warmtepompsystemen hebben een coëfficiënt of performance (COP) van minimaal 5.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door uitgaande ventilatielucht van de luchtwasser naar de buitenlucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaars in ventilatielucht toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Het gaat om een varkenshouderij en/of het houden van (vlees-)kuikens waarbij:

- Warmteterugwinsystemen in de luchtwassers ontbreken;

- De ventilatielucht na centrale afzuiging en de luchtwassers naar buiten wordt afgeblazen;

- Luchtwassers aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboilers (HR-boilers) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boilers zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en/of appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd van de installatie waartoe de leidingen en appendages behoren is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Restwarmte afkomstig van de condensors van de koelinstallatie nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Restwarmte condensors nuttig gebruiken voor verwarmingsdoeleinden.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Restwarmte van condensors is onbenut, ondanks wel een warmtebehoefte is.

Technische randvoorwaarden

Vermogen van de koelinstallaties is minimaal 1.400 kiloWatt.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanzuiging van koellucht scheiden van afgegeven warme lucht vanuit koelinstallaties.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Koelinstallaties hebben geen gescheiden luchtaanzuiging bij een melkveehouderij.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen van melk.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Voorkoeler in de melktank toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorkoeler in melktank ontbreekt bij een melkveehouderij.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Melkproductie is minimaal 1.000.000 kilogram per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Koudeverlies door koelcelwand beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Koelcelwanden volledig isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie van koelcelwanden ontbreken bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De koelcellen zijn overwegend het gehele jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcellen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakelaars in celprogramma’s toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakelaars ontbreken bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD4

Omschrijving maatregel

Verlichting in koelcellen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Uitschakelen van verlichting met bewegingsschakelaars in koelcellen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bewegingsschakelaars ontbreken bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD5

Omschrijving maatregel

Energiezuinig bewaren van producten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Regelingen voor temperatuurvariatie in de dag- en nachtperiode toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regelingen voor temperatuurvariatie in de dag- en nachtperiode ontbreken bij een akkerbouwbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Bewaarcomputers zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Producten moeten tolerantie bieden in bewaartemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD6

Omschrijving maatregel

Beperken ijsvorming op de verdampers van koelinstallaties.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Regelingen voor ventilatieontdooiing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regelingen voor ventilatieontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaten ontbreken. bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD7

Omschrijving maatregel

Energiezuinige verlichting in koelcellen toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Vollasturen draaistroommotoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE2-motor met frequentieregeling of beter toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

IE2-motoren of lager zijn aanwezig.

Frequentieregelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Draaistroommotoren hebben een wisselende belasting of overcapaciteit.

Economische randvoorwaarden

Pompen warmwatercircuit: Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Aanpassingen aan driewegkleppen van het regelsysteem zijn onnodig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is minimaal 1.400 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een vacuümsysteem

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Op vollast aanstaan van vacuümpompen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentieregelaars op vacuümpompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregelaars op vacuümpompen ontbreken bij een melkveehouderij.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en/of appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages in het productieproces ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd van de installatie waartoe de leidingen en appendages behoren is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

10. Mobiliteitsbranche

Inrichtingen voor het uitvoeren van activiteiten zoals autodealerbedrijven, onafhankelijke autobedrijven, autoverhuurbedrijven, revisiebedrijven, truckbedrijven, truck- en trailerbedrijven, caravan- en camperbedrijven, aanhangwagenbedrijven, gemotoriseerde en ongemotoriseerde tweewielerbedrijven en bandenservicebedrijven. Ter indicatie: SBI-codes die voor de indeling van deze inrichtingen veelal worden gebruikt zijn: 45.11, 45.19, 45.20.2, 45.3, 45.4 en 77. Voor de autoschadeherstelbedrijven (waarvoor veelal de SBI-codes 45.20.4, 45.11.2, 45.19.1, 45.19.2, 45.20.3, 45.20.5 worden gebruikt) zijn andere erkende maatregelen aangewezen (zie pakket met nummer 2). Die lijst is ook van toepassing op de autoschadeherstelwerkplaatsen binnen de mobiliteitsbranche. Onderliggend pakket is niet van toepassing op tankstations (SBI-code 47.3) en autowasinrichtingen, want voor die bedrijfstak is een ander pakket met erkende maatregelen van toepassing (zie pakket met nummer 16). In de bedrijfstak ‘mobiliteitsbranche’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 10 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 10. Erkende maatregelen voor energiebesparing in de mobiliteitsbranche

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1 t/m GA4

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB5

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC4

D. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtinginstallatie

GD1 t/m GD8

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA4

B. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FB1 t/m FB5

C. In werking hebben van elektromotoren

FC1

Processen (P)

 

A. Gebruiken van een spuitcabine

PA1

B. In werking hebben van een hefbruginstallatie

PB1

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies door openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

- Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA3

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies door transportdeuren voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde transportdeuren toepassen.

b) Luchtkussens toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeuren zijn aanwezig.

b) Transportdeuren waar luchtkussens ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Hal wordt verwarmd tot boven de 10°C

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

 

a) Niet van toepassing.

b) Deur is dagelijks minimaal 4 uur open door het laden en lossen.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA4

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende bedrijfsdeuren toepassen.

b) Automatische bedrijfsdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Handmatig bediende deur zijn per werkdag 1 uur extra te sluiten.

 

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van mechanische ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaars (met of zonder overwerktimers) toepassen.

b) Tijdschakelaars met weekschakelingen (met of zonder overwerktimers) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Totaal bruto vloeroppervlakte kantoren en/of showrooms is minimaal 600 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Verwarmde hallen worden (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

- Ventilatievoud van de bestaande installaties is minimaal 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan van ventilatie voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Het gaat om kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld een toilet) met:

- Ventilatiesystemen zonder aanwezigheidsschakelaars;

- Ventilatie die altijd aan is tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepasing.

Economische randvoorwaarden

Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsysteem.

Technische randvoorwaarden

- Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Economische randvoorwaarden

- Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh.

- Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 1.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als bedrijfstijd ventilatie minimaal 2.700 uur per jaar is.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB5

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Destratificatie- of ondersteuningsventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in een bedrijfshallen en/of showrooms.

waar werkplekken zijn met een warmtevraag

Technische randvoorwaarden

- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig.

- Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter.

- Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Ruimtetemperatuur ≥ 15°C.

- Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4°C hoger dan temperatuur op werkplekken.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Temperatuur in de verblijfruimten individueel naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Thermostatische radiatorkranen toepassen.

b) Klokthermostaten met overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pompen automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pompen met frequentieregelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregelingen op cv-pompen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe.

Economische randvoorwaarden

Aanwezige driewegkleppen en regelsysteem hoeven niet te worden aangepast.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilampen en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Zelfstandig moment: Ja, als bestaande armaturen zijn uitgerust met conventionele voorschakelapparaten.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in inbouwarmaturen toepassen

b) Ledlampen in opbouwarmaturen toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtinginstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Branden van basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingsmelders toepassen.

b) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

c) Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Bewegingsmelders ontbreken.

b) Daglichtafhankelijke dimregelingen ontbreken bij TL5 verlichting

c) Daglichtafhankelijke schakelingen ontbreken bij conventionele TL verlichting

Technische randvoorwaarden

a) De verlichting is apart schakelbaar per (deel van) de ruimte.

b) De verlichting is dimbaar.

c) De verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

a) Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,42 kW (of 12 TL8 lampen).

b en c) Geïnstalleerd vermogen per regeling is minimaal 0,7 (of 20 TL8 lampen) kW.

Minimaal 10% van het dak of minimaal 30% van de gevel is daglicht doorlatend.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In showrooms met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of showrooms met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een kantoor en een showroom gelden bovenstaande eisen voor showrooms. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

- Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 20 armaturen zijn aanwezig.

Verlichting in de nacht is minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtinginstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketels (HR107-ketels) toepassen.

b) Hoogrendementsluchtverhitters (HR-luchtverhitters) toepassen.

c) Gasgestookte donkerstralers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneel rendementsketels (CR-ketels) of verbeterd rendementsketels (VR-ketels) ketels zijn aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar) in een bedrijfshal.

b, c) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketels 107 (HR107-ketels) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) zijn aanwezig voor de basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar) voor kantoor- en/of showroomruimten.

b) Hoogrendementsketel 100 (HR100-ketel) zijn aanwezig voor de basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar) voor kantoor- en/of showroomruimten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In showrooms met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of showrooms met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een kantoor en een showroom gelden bovenstaande eisen voor showrooms. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installaties regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen op ketels of cv-groepen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regelingen ontbreken op ketels of cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Energiezuinig opwekking van perslucht met schroefcompressoren.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Koude buitenlucht gebruiken.

b) Binnenlucht uit onverwarmde ruimten gebruiken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroefcompressoren zuigen warme lucht uit de ruimte aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik schroefcompressoren is minimaal 73.000 kWh per jaar.

 

a) Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Nullasturen perslucht schroefcompressor beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Perslucht schroefcompressor met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere schroefcompressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar.

Energieverbruik compressor is minimaal 27.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Warmte van perslucht schroefcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte transporteren via luchtkanaal.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van schroefcompressor wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Compressor staat minder als 3 meter van een verwarmde ruimte.

Aantal vollasturen is minimaal 1.400 uur per stookseizoen.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB4

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 15.000 kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB5

Omschrijving maatregel

Perslucht voor blazen voorkomen

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Decentrale blower toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o).

Technische randvoorwaarden

Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk.

Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht.

Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als het jaarlijks elektriciteitsverbruik minder dan 10 miljoen kWh bedraagt.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een spuitcabine

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De verlichting kan per dag minimaal 1 uur extra worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een hefbruginstallatie

Nummer maatregel

PB1

Omschrijving maatregel

Branden van hefbrugverlichting (in lage stand en in pauzes) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelaar toepassen die verlichting automatisch uitschakelt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Hefbrugverlichting zonder schakeling.

Technische randvoorwaarden

Hefbrugverlichting is apart schakelbaar.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 270 Watt verlichtingsinstallatie per schakeling.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

11. Sport en recreatie

Inrichtingen voor sport- en recreatiedoeleinden. Het gaat om bijvoorbeeld vakantie- en recreatieparken, campings, zwembaden, sporthallen, sportzalen, ijsbanen, sauna’s en sportvelden en combinaties daarvan. Ook gaat het om inrichtingen voor de verhuur van vakantiehuisjes en appartementen, vakantiekampen, groepsaccomodaties, jeugdherbergen (SBI 55.2), overige logiesverstrekking (SBI 55.9), fitnesscentra (SBI 93.13), sportscholen (SBI 93.14.6); stadions, autosport zoals kartbanen, racebanen, crossterreinen (SBI 93.12.7), jachthavens (SBI 93.29.1), poppodia (SBI 90.01), theaters, schouwburgen en evenementenhallen (SBI 90.04), productie en distributie van films en televisieprogramma's, maken en uitgeven van geluidsopnamen, bioscopen (SBI 59), fotografie en foto-ontwikkeling (laboratoria) (SBI 74.2). Voor de bedrijfstak ‘sport en recreatie’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 11 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen energiebesparing

Tabel 11. Erkende maatregelen voor energiebesparing in de sector sport en recreatie

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem

GA1

B. Isoleren van de gebouwschil

GB1 t/m GB3

C. Ventileren van een ruimte

GC1 t/m GC6

D. Verwarmen van een ruimte

GD1 t/m GD7

E. Koelen van een ruimte

GE1

F. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GF1 t/m GF8

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde een stookinstallatie

FA1 t/m FA2

B. In werking hebben van productkoeling

FB1 t/m FB4

C. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FC1

D. In werking hebben van een roltrapsysteem

FD1

E. In werking hebben van een zwembassin

FE1 t/m FE5

F. In werking hebben van elektromotoren

FF1

G. In werking hebben van een grootkeuken

FG1

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur van het zwembad en/of sporthal beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren van het zwembad en/of sporthal ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een tennishal met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een sporthal met minimaal een energielabel D of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een zwembad met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, geldt bovenstaande vanaf het meest ambitieuze energielabel of het meest recente bouwjaar. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via dak van het zwembad beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dakisolatie met een Rc-waarde van tenminste 3,5 [m2K/W] toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is niet-(voldoende)geïsoleerd dak is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een zwembad met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, gelden ook bovenstaande eisen voor zwembaden.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via beglazing beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) HR++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

b) HR+++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) en b) In zwembad is enkele of dubbele beglazing in kozijnen aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) enkele kruisstroomwisselaar met hoger rendement

b) Dubbele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen.

c) Dubbele kruisstroomwisselaar met modulaire separate opzet conform het dwars-systeem, met hoger rendement toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is luchtbehandeling met twincoil systeem als warmteterugwinning aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a en b) Niet van toepassing.

c) Gezamenlijke opstellingsruimte van meerdere luchtbehandelingskasten in één technische ruimte is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b en c) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Recirculatieklepsturing om ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur te recirculeren toepassen.

b) Regeling om ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur te recirculeren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) In zwembad is 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning aanwezig. Zwembadafdekking ontbreekt.

b) In zwembad is 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning aanwezig. Zwembadafdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Uitsluitend toepassen bij 100% goed gecoate chloorbestendige toe- en afvoerkanalen en onderdelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een zwembad met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, gelden ook bovenstaande eisen voor zwembaden.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling om luchtdebiet op basis van vocht en temperatuur te beperken toepassen.

b) Toeren gestuurde frequentie-regelaars met difuusinblaas om luchtdebiet op basis van vocht en temperatuur te beperken toepassen.

c) Toerenregeling en debietregeling met toerengestuurde frequentieregelaars om luchtdebiet op basis van het drogen van buitenlucht te beperken toepassen.

d) Warmtepomp in combinatie met warmteterugwinning en temperatuur-, vocht- en debietregeling met toerengestuurde frequentieregelaars om energie uit de afblaaslucht te onttrekken. toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Motoren geschikt voor toerenregeling zijn aanwezig.

b) Motoren geschikt voor toerenregeling en extra regeling luchtdichte constructie zijn aanwezig.

c en d) Kasten passen in de aanwezige technische ruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a, b, en d) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

c) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een zwembad met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, gelden ook bovenstaande eisen voor zwembaden. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar of tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC5

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht bij gebalanceerd ventilatiesysteem toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dubbele kruisstroomwisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In sporthal ontbreekt warmteterugwinsysteem in luchtbehandelingskast.

Technische randvoorwaarden

Aanwezige aan- en afvoerleidingen bepalen additionele kosten voor aanpassingen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC6

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh.

Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 1.500 uur per jaar.

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als bedrijfstijd ventilatie minimaal 2.700 uur per jaar is.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-ketel toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is conventionele cv-ketel of VR cv-ketel is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een zwembad met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelklokken, met of zonder overwerktimer, gebouwbeheerssysteem (GBS) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakeling, met of zonder overwerktimer, ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op een

cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om verwarmingsleidingen en appendages aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Als fabrikant voor leidingen en appendages voorschrijft dat vocht of warmte weg moet kunnen in verband met garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 10 miljoen m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Scheiding tussen aan te zuigen (buiten)lucht en afgegeven lucht vanuit koelinstallatie aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gescheiden luchtaanzuiging van koelinstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF1

Omschrijving maatregel

Branduren binnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Standaard TL-D schakeling of standaard PL schakeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Aansluiting op bestaande installatie(s) en bekabeling is mogelijk.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een tennishal met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een sporthal met minimaal een energielabel D of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een zwembad met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, geldt bovenstaande vanaf het meest ambitieuze energielabel of het meest recente bouwjaar. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe inbouwarmatuur toepassen.

Ledlampen in nieuwe opbouwarmatuur toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeen- of gloeilamoen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF5

Omschrijving maatregel

Veldverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakeling voor verlichting per sportveld toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Sportveldverlichting is niet per veld schakelbaar.

Standaard HQI- of halogeenverlichting is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Minimaal 20% vermogensreductie door schakeling moet mogelijk zijn.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen toepassen in bestaande armatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde een stookinstallatie

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages warmtapwatersysteem.

.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In warmtapwatersysteem ontbreekt isolatie.

Technische randvoorwaarden

Als fabrikant van de leidingen en appendages voorschrijft dat vocht of warmte weg moet kunnen in verband met garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde een stookinstallatie

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Verlies warmtapwater douches beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Spaardouchekoppen toepassen.

b) Afgiftetijd met drukknop beperken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele douchekoppen zijn aanwezig.

b) Drukknop ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Verlies van koude door koelcelwand beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledige wandIsolatie wand koelcel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatiemateriaal ontbreekt of is beschadigd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Sensoren aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Verlichting in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Bewegingsmelder of deurschakeling om verlichting in koelcel uit te schakelen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bewegingsmelder of deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB4

Omschrijving maatregel

Voorkomen dat ijs de verdamper isoleert.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ventilatieontdooiing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ventilatieontdooiing en ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren toe op de werkplek.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een roltrapsysteem

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige roltrapbesturing toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of onderbrekende besturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik badwaterpompen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Badwatercirculatiepompen met frequentie- en tijdschakelaar voor optimalisatie werkpunt buiten gebruikstijden toepassen.

b) Badwatercirculatiepomp met frequentieregelaar toepassen voor optimalisatie werkpunt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is conventionele circulatiepomp aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met een frequentieregelaar en 100% overstroomgoot.

b) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met een frequentieregelaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b)

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via wanden bassin beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Bassinwanden zijn niet geïsoleerd.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad ontbreekt isolatie bassinwanden.

Technische randvoorwaarden

Bassinwanden zijn eenvoudig bereikbaar.

Installaties in de aanliggende ruimten zijn geïsoleerd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin

Nummer maatregel

FE3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies zwembadwater via leidingen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

(Aanvoer)leidingen zwembadwater voorzien van isolatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad zijn (aanvoer)leidingen niet geïsoleerd.

Technische randvoorwaarden

(Aanvoer)leidingen zijn eenvoudig bereikbaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin

Nummer maatregel

FE4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via spoelwater beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmteterugwinning uit spoelwater (thermisch) spoelbufferkelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad ontbreekt warmteterugwinning.

Technische randvoorwaarden

Spoelwaterbufferkelder van tenminste 55 m3 is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin

Nummer maatregel

FE5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via waterglijbaan, die (gedeeltelijk) buiten de gebouwschil loopt, beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hogere isolatiewaarde glijbaan toepassen.

b) Openingen van glijbaan dichten met samendrukbare ballen of klep.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde waterglijbaan (diameter 1,2 m) is aanwezig.

b) Openingen waterglijbaan zijn aan beide zijden niet afgedekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a)

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b)

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een grootkeuken

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Debiet afzuigsystemen in keuken beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

12. Hotels en restaurants

Inrichtingen voor het verschaffen van logies voor kortstondig verblijf in hotels en motels. Ook gaat het om inrichtingen voor hoteldienstverlening (zoals pensions en appartementhotels) en voor restaurants die volledige maaltijden verschaffen voor directe consumptie ter plekke, al dan niet in combinatie met dranken en kleine etenswaren voor directe consumptie. Ter indicatie de SBI-codes die hiervoor veelal worden gebruikt: SBI-code 55.10.1, 55.10.2 en 56.10.1. Cafetaria's, ijssalons, lunchrooms, snackbars, eetkramen (SBI 56.1), cafés (SBI 56.3), conferentieoorden (SBI 55.10.2) en hotels of restaurants met een conferentiegelegenheid vallen onder de reikwijdte van de lijst. Voor de bedrijfstak ‘hotels en restaurants’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 12 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 12. Erkende maatregelen voor energiebesparing bij hotels en restaurants

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem

GA1

B. Isoleren van de gebouwschil

GB1 t/m GB2

C. Ventileren van een ruimte

GC1 t/m GC3

D. Verwarmen van een ruimte

GD1 t/m GD4

E. Koelen van een ruimte

GE1

E. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GF1 t/m GF9

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA6

B. In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde een stookinstallatie

FB1

C. In werking hebben van productkoeling

FC1

D. In werking hebben van een liftinstallatie

FD1

E. In werking hebben van een elektromotoren

FE1

F. In werking hebben van een grootkeuken

FF1

G. Bereiden van voedingsmiddelen

FG1

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

 

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koude verlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met minimaal een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een restaurant met minimaal een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via beglazing (naar buitenlucht) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) HR++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

b) HR+++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) In zwembad is dubbele blanke beglazing in metalen kozijnen aanwezig.

b) In zwembad is enkele blanke beglazing in metalen kozijnen aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Frequentie-geregelde draaistroom-motor met (CO2) regeling toepassen.

b) Aanwezigheidsschakelaar in kleine, weinig gebruikte ruimten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) In hotels is draaistroommotor zonder frequentieregeling aanwezig, altijd aan tijdens openingstijden.

b) Kleine, weinig gebruikte ruimten zonder aanwezigheidsschakelaar zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmte-afgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh.

Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 1.500 uur per jaar.

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als bedrijfstijd ventilatie minimaal 2.700 uur per jaar is.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Recirculeren van ventilatielucht op basis van vocht en temperatuur.

b) Debietregeling met frequentieregeling toepassen op motoren op basis van vocht en temperatuur.

c) Debietregeling met frequentieregeling toepassen op motoren op basis van drogen van aan te zuigen buitenlucht (Hemmesprincipe).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is mechanische toe- en afvoer van ventilatielucht met warmteterugwinning aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b en c) Motoren geschikt voor frequentieregeling zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

a) Toevoerkanaal is chloorbestendig.

b en c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pompen automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pomp met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere, parallel geschakelde, pompen uitvoeren bij (minimaal) één pomp. Tevens uitvoeren bij enkele, niet parallel geschakelde, pompen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Vollasturen pomp vloerverwarming beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pompschakelaar toepassen op circulatiepomp.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelaar op circulatiepomp ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik pomp is minimaal 240 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren. Vocht en warmte moet weg kunnen als dat nodig is voor behoud van goede staat en werking.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen buiten bereik voor publiek toepassen in ruimten.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in ruimten ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vloeroppervlakte per thermostaatkraan is minimaal 25 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als vloeroppervlakte per thermostaatkraan minimaal 50 m2 is.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeen- en/of gloeilamoen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

 

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF3

Omschrijving maatregel

Branden van basisbinnenverlichting bij wisselend ruimtegebruik beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling op verlichting (geen nood- of veiligheidsverlichting) in openbare en/of besloten ruimten ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal:

- Hotel - 1,2 kW.

- Restaurant, dag- en avondopening - 1,8 kW.

- Restaurant, dag- of avondopening - 3,6 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF7

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 20 armaturen zijn aanwezig.

Verlichting in de nacht is minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF8

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en /of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF9

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel HR107 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuur stralingspanelen) verhinderen dat niet.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met minimaal een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen.

In een restaurant met minimaal een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelklok met of zonder overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelklok met of zonder overwerktimer ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op een cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op groep als dit op ketel onmogelijk is door warmtapwater-voorziening.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verbeterdrendementsboiler (VR-boiler) is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met minimaal een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In een restaurant met minimaal een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking zwembadwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuur stralingspanelen) verhinderen dat niet.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met minimaal een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In een restaurant met minimaal een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om warmtapwaterleidingen en appendages aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is minimaal 250 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik door verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een grootkeuken

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar voor het verwarmen of grillen van producten inzetten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

13. Drukkerijen, papier en karton

Inrichtingen voor vervaardiging van papier, karton en karton- en papierwaren. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 17. Het gaat ook om inrichtingen met drukkerijen en reproductie van opgenomen media. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van instellingen veelal wordt gebruikt: 18. De lijst is nadrukkelijk niet van toepassing op inrichtingen van productie van papier met SBI-code 17.12. Voor de bedrijfstak ‘drukkerijen, papier en karton’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 13 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 13. Erkende maatregelen voor energiebesparing in de sector drukkerijen, papier en karton

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1 t/m GA3

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB6

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC4

D. Koelen van een ruimte

GD1

E. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GE1 t/m GE13

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA12

B. In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

FB1

C. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FC1 t/m FC5

D. In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde een stookinstallatie

FD1 t/m FD4

E. In werking hebben van een liftinstallatie

FE1

F. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FF1

G. In werking hebben van een luchtbevochtigingssysteem

FG1

H. In werking hebben van elektromotoren

FH1

I. In werking hebben van een vacuümsysteem

FI1

Processen (P)

 

A. Verwarmen van producten en/of procesbaden

PA1

B. Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton

PB1 t/m PB4

C. Koelen van producten en/of procesbaden.

PC1

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatige bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) - Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

- Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA3

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde transportdeur toepassen.

b) Luchtkussens toepassen.

c) Tochtslabben toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeur is aanwezig.

b) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken.

c) Transportdeur waar tochtslabben ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Minimaal 4 uur laden en lossen per dag.

c) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b en c) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Gasverbruik bedraagt minder dan 10 miljoen m3

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 2.700 uur per jaar.

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) IE3 motor of beter toepassen.

b) IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig.

a) Benodigd luchtdebiet is constant.

b) Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik motor is minimaal 11.500 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met aan/uit regeling is aanwezig.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik is minimaal 6.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB5

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie gestuurde afzuigventilator,

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentie gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt. Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB6

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

- Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Thermostatische radiatorkranen toepassen.

b) Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ondersteuningsventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in de bedrijfshallen waar werkplekken zijn met een warmtevraag.

Technische randvoorwaarden

- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig.

- Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter.

- Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Ruimtetemperatuur ≥ 15°C.

- Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4 °C hoger dan temperatuur op werkplekken.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren. Vocht en warmte moet weg kunnen als dat nodig is voor behoud van goede staat en werking.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pomp automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pompen met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Koelinstallatie van de drukpers inzetten voor koeling gebouw

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Vrijkoeler voor klimaat in gebouw toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Natte koeltoren als condensor voor koelinstallatie is aanwezig.

b) Droge koeler als condensor voor koelinstallatie is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Insteltemperatuur is minimaal 18°C. Vermogen klimaatkoeling (in kW elektrisch) maal aantal vollasturen (in uren per jaar) is minimaal 30.000 (kWh per jaar).

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in magazijnen en opslagruimten beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE2

Omschrijving maatregel

Kantoor: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn in kantoorruimten aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn in kantoorruimten aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE6

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensor, schemer-en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 20 armaturen zijn aanwezig.

Verlichting in de nacht is minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn.

b) Natuurlijk moment.

a) Zelfstandig moment: Ja.

b) Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE7

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s-nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE9

Omschrijving maatregel

Bedrijfshal: Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakelingen of -regelingen ontbreken. Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh. Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE10

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakeling of regeling ontbreekt.

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh. Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE11

Omschrijving maatregel

Aanstaan basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere schakelgroepen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Te grote schakelgroep aanwezig waardoor verlichting onnodig brandt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh. Te vermijden energieverbruik door uitschakelen verlichting door extra schakelgroep is minimaal 1.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE12

Omschrijving maatregel

Basisbinnenverlichting: geïnstalleerd vermogen beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In kantoor zijn conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE13

Omschrijving maatregel

Bedrijfshal: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe opbouwarmatuur toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In bedrijfshal zijn conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) In kantoor is conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) In kantoor is hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuurstralingspanelen) verhinderen dat soms.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

b) Gasgestookte donkerstralers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) In bedrijfshal is conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) In bedrijfshal zijn Conventionele luchtverhitters aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Condensafvoer is eenvoudig realiseerbaar.

b) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In kantoor ontbreekt weersafhankelijke regeling op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Meerdere verblijfsruimten met totaal bruto vloeroppervlakte van minimaal 150 m2 met verschillende warmtebehoefte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In bedrijfshal ontbreken automatische aan- en uitschakelingen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

b) Warmtepomp met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

c) Direct gasgestookte hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

d) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met luchtbehandelingskast toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoomketel met stoomluchtverhitters zijn aanwezig, of stoomketel met stoom/waterwarmtewisselaar en radiatoren zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Rookgas-afvoer is mogelijk.

b) Niet van toepassing.

c en d).

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik ruimteverwarming is minimaal 200.000 kWhthermisch per jaar.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

 

a) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte.

b) Aansluitpunt van voldoende vermogen voor elektriciteit is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte.

c en d) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen 50 meter van te verwarmen ruimte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja, als stoomketel óf stoomruimteverwarmingsinstallatie wordt vervangen.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA7

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater, proceswater of tapwater).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

b) Economizer is aanwezig. Rookgascondensor ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal minimaal 2 meter vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd is minimaal 1.350 equivalenten vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA8

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 meter vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is minimaal 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA9

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Stoomketelinstallatie zonder economizer zonder regeling luchtovermaat is aanwezig.

b) Stoomketelinstallatie met economizer zonder regeling luchtovermaat is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De brander moet geschikt zijn voor zuurstofcorrectie.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

a) Capaciteit stoomketel is minimaal 750 kg stoom per uur. Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 4.400 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 4.400 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA10

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3. Energieverbruik stoominstallatie is minimaal 4.500 MWhthermisch per jaar.

Minimaal 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA11

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsluchtverhitters (HR-luchtverhitters) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In bedrijfshal zijn conventionele luchtverhitters aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA12

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installaties regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie om warmtapwaterleidingen aanbrengen.

b) Isolatie om appendages van warmtapwatersysteem.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Isolatie om leidingen ontbreekt.

b) Isolatie om appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Als fabrikant voorschrijft dat vocht en warmte weg moet kunnen in verband met garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt niet nuttig ingezet.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Aantal vollasturen is minimaal 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal kWh per jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC3

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullasturen is minimaal 1.300 uur per jaar.

b) Aantal nullasturen is minimaal 1.800 uur per jaar.

Vermogen compressor is minimaal 30 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC5

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh. Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen.

b, c en d) Isolatie aanbrengen om stoomafsluiters.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 600 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 1.800 vollasturen per jaar.

c) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 3.300 vollasturen per jaar.

d) Aardgasverbruik is minimaal 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 4.400 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a, en b) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd om vervolgens nuttig toe te passen.

c en d) Retourleiding naar ontgasser of voedingswatertank van stoomketel toepassen voor condensaat.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a, en b) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

a en b) Hogedruk condensaat (minimaal 15 bar(o)) is beschikbaar.

c en d) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

Het condensaat mag niet verontreinigd zijn.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

Leidinglengte condensaatnet is minimaal 200 meter.

a) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 950 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 1.000.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.050 vollasturen per jaar.

c) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.700 vollasturen per jaar.

d) Aardgasverbruik is minimaal 1.000.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 2.200 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat wordt niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

a) Aardgasverbruik is minder dan 1000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.200 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 1000.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.500 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FD4

Omschrijving maatregel

Verbeteren van de kwaliteit van het ketelvoedingswater.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Waterbehandeling door middel van omgekeerde osmose

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is geen waterbehandeling aanwezig. Spui is meer dan 10%

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Stoominstallatie is volcontinu in bedrijf. Gasverbruik is minder dan 170.000 m3per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Stand-by-schakeling op liftbesturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een luchtbevochtigingssysteem

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor bevochtiging beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Waterbevochtiging toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoombevochtiging is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Efficiënte motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4 elektro motoren toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met een energie efficiency op niveau IE3 of lager

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Motoren van ten minste 4 kW met 90 vollasturen per week.

Elektriciteitsgebruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een vacuümsysteem

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Warme lucht van solitair vacuümsysteem nuttig gebruiken voor ruimteverwarming van aangrenzende productieruimte of magazijn.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal met ventilator toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor vacuümsysteem.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd vacuüminstallatie is minimaal 250 uur per stookseizoen.

Bouwtechnisch gezien moet er een directe verbinding mogelijk zijn tussen productieruimte of magazijn en vacuüminstallatie.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht.

Technische randvoorwaarden

Temperatuurverschil in- en uitgaande water is minimaal 25°C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 1000.000 m3 per jaar.

Hoeveelheid koelwater is minimaal 9.000 m3 per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 1000.000 m3 per jaar.

Hoeveelheid koelwater is minimaal 12.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton

Nummer maatregel

PB1

Omschrijving maatregel

Warmte voor droogproces energiezuinig opwekken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektrische verwarming van drooglucht is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton

Nummer maatregel

PB2

Omschrijving maatregel

Afvoer van warme lucht door snipperafzuiger beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Filterinstallatie op snipperafzuiger toepassen waardoor recirculatie van warme lucht mogelijk is.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Geen nuttig gebruik van warmte uit afblaaslucht snipperafzuiger.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton

Nummer maatregel

PB3

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor drogen op pers beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte IR-droger toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektrische IR-droger is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Aardgasverbruik is hoger dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton

Nummer maatregel

PB4

Omschrijving maatregel

Warmte in drooglucht nuttig toepassen

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bestaande naverbrander voor voorverwarmen drooglucht toepassen.

b) Warmtewisselaar voor voorverwarmen drooglucht toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte in te zetten voor drooglucht is niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

a) Hulpenergie is niet nodig.

b) Aan- en afvoerkanalen van drooglucht liggen dicht bij elkaar.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van producten en/of procesbaden

Nummer maatregel

PC1

Omschrijving maatregel

Hogere temperatuur vochtwater toepassen

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Vochtwatertoevoegingsmiddel toepassen waardoor temperatuur koelwater van circa 12°C mogelijk is.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vochtwater met een temperatuur van circa 8 tot 10°C is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

14. Bouwmaterialen

Het gaat om inrichtingen voor de vervaardiging van stortklaar beton. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 23.63. Ook gaat het om inrichtingen voor de vervaardiging van producten van beton voor de bouw (SBI 23.61.1), vervaardiging van mortel in droge vorm (SBI 23.64), vervaardiging van overige producten van beton, gips en cement (SBI 23.69). Voor de bedrijfstak ‘bouwmaterialen’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 14 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 14. Erkende maatregelen voor energiebesparing bij de vervaardiging van bouwmaterialen

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB6

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC5

D. In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD8

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA5

B. In werking van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

FB1

C. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FC1 t/m FC5

D. In werking hebben van een serverruimte

FD

E. In werking hebben van elektromotoren

FE1

F. In werking hebben van pompen

FF1

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ventilatiesysteem met tijdschakelaar en weekschakeling ontbreekt.

Ventilatie is altijd aan buiten werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 10 miljoen m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakelaar ontbreekt.

Ventilatie is altijd aan tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 2.700 uur per jaar.

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) IE3 motor of beter toepassen.

b) toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Motor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. Benodigd luchtdebiet is constant.

b) Motor zonder toerenregeling is aanwezig. Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Ventilator, aandrijving en elektromotor zijn geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Energieverbruik motor is minimaal 3.300 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB5

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen in verwarmde hal

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

- Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB6

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Gasverbruik bedraagt minder dan 10 miljoen m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde transportdeur toepassen.

b) Luchtkussens toepassen.

c) Tochtslabben toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeur is aanwezig.

b) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken.

c) Transportdeur waar tochtslabben ontbreken

Technische randvoorwaarden

Hal wordt verwarmd tot boven de 10°C

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

a) Niet van toepassing.

b) Deur is dagelijks minimaal 4 uur deur open voor het laden en lossen per dag.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b en c) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Handmatig bediende deuren zijn per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Thermostatische radiatorkranen toepassen.

b) Klokthermostaten (en overwerktimers) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 10 miljoen m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ondersteuningsventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in een bedrijfshallen waar werkplekken met warmtevraag zijn.

Technische randvoorwaarden

- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig.

- Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter.

- Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Ruimtetemperatuur ≥ 15°C.

- Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4 °C hoger dan temperatuur op werkplekken.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Bedrijfshal: Basisbinnenverlichting: geïnstalleerd vermogen beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe opbouwarmatuur toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en/of gloeilamoen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Schemerschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaars toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en / of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en / of buiten gebruikstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlamp toepassen in bestaande armatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar) in een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming voor kantoren.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling op groepen toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Meerdere verblijfsruimten met totaal bruto vloeroppervlakte van minimaal 150 m2 met verschillende warmtebehoefte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken voor een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte donkerstralers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele (geen hoogrendement) gasgestookte luchtverhitters zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installaties regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie van warmtapwaterleidingen aanbrengen.

b) Isolatie om appendages van warmtapwatersysteem.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Isolatie om leidingen ontbreekt.

b) Isolatie om appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Als fabrikant voorschrijft dat vocht en warmte weg moet kunnen in verband met garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal vollasturen is minimaal 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan drie meter.

Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Groepsafsluiter en schakelklok bij drukvat toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 18.000 kWh per jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 20.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC3

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en de rest op basis van vollast-/nullast-/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar.

b) Aantal nullasturen is minimaal 1.800 uur per jaar.

Vermogen compressor is minimaal 25 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC5

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh. Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is minimaal 1.400 uur per jaar.

Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

15. Verf en drukinkt

Het gaat om inrichtingen voor de vervaardiging van verf en drukinkt. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 20.3. Voor de bedrijfstak ‘verf en drukinkt’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 15 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 15. Erkende maatregelen voor energiebesparing bij vervaardiging van verf en drukinkt

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1 t/m GA3

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB5

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC4

D. In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD12

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA6

B. In werking van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

FB1

C. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FC1 t/m FC4

D. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FD1

E. In werking hebben van elektromotoren

FE1

F. In werking hebben van pompen

FF1

Processen (P)

 

A. Verwarmen van producten en/of procesbaden

PA1

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeur en toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatige bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA3

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde transportdeur toepassen.

b) Luchtkussens toepassen.

c) Tochtslabben toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeur is aanwezig.

b) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken.

c) Transportdeur waar tochtslabben ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

a) Niet van toepassing.

b) Minimaal 4 uur laden en lossen per dag.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b en c) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ventilatiesysteem met tijdschakelaar en weekschakeling ontbreekt. Ventilatie is altijd aan buiten werktijden.

b) Aanwezigheidsschakelaar ontbreekt, Ventilatie is altijd aan tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing als voor veiligheid continu ventilatie nodig is.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

a) Niet van toepassing.

b) Het totaalvermogen van de ventilatoren is minimaal 40 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 2.700 uur per jaar.

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) IE3 motor of beter toepassen.

b) toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Motor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. Benodigd luchtdebiet is constant.

b) Motor zonder toerenregeling is aanwezig. Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Ventilator, aandrijving en elektromotor zijn geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Energieverbruik motor is minimaal 6.000 kWh per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen in verwarmde hal

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

- Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB5

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Gasverbruik bedraagt minder dan 10 miljoen m3

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Thermostatische radiatorkranen toepassen.

b) Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1 miljoen m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ondersteuningsventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in een bedrijfshallen waar werkplekken met warmtevraag zijn.

Technische randvoorwaarden

- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig.

- Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter.

- Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Ruimtetemperatuur ≥ 15°C.

- Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4°C hoger dan temperatuur op werkplekken.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pomp automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pompen met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe.

Economische randvoorwaarden

Geen aanpassingen aan driewegkleppen nodig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Bedrijfshal: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn in de bedrijfshal aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Schemerschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of buiten gebruikstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklamp zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlamp toepassen in bestaande armatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilamp, halogeenlamp of neonverlichting is aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD9

Omschrijving maatregel

Aanstaan basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere schakelgroepen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Te grote schakelgroep aanwezig waardoor verlichting onnodig brandt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh.

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen verlichting door extra schakelgroep is minimaal 1.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD10

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakeling of regeling ontbreekt.

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh.

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD11

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in magazijnen en opslagruimten beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD12

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakelingen of -regelingen ontbreken in een bedrijfshal.

Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig in een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh.

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast kantoor (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast kantoor (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuurstralingspanelen) verhinderen dat soms.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

b) Gasgestookte donkerstralers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast bedrijfshal (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

a) Condensafvoer is eenvoudig realiseerbaar.

b) Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming voor een kantoor.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken voor een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsluchtverhitters (HR-luchtverhitters) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie om leidingen van warmtapwater aanbrengen.

b) Isolatie om appendages van warmtapwatersysteem aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Isolatie om leidingen ontbreekt.

b) Isolatie om appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Als fabrikant voorschrijft dat vocht en warmte weg moet kunnen in verband met garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Aantal vollasturen is minimaal 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 18.000 kWh per jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC3

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast-/nullast-/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullast uren is minimaal 1.300 uur per jaar.

b) Aantal nullast uren is minimaal 1.800 uur per jaar.

Vermogen compressor is minimaal 25 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen te regelen op basis van vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is minimaal 5.700 uur per jaar.

Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht.

Technische randvoorwaarden

Temperatuurverschil in- en uitgaande water is minimaal 25°C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 10 miljoen m3 per jaar.

Hoeveelheid koelwater is minimaal 9.000 m3 per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 10 miljoen m3 per jaar.

Hoeveelheid koelwater is minimaal 13.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

16. Tankstations en autowasinrichtingen

Het gaat om inrichtingen voor de machinale reiniging van gemotoriseerde voertuigen. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 45.20.5. Ook gaat het om inrichtingen voor motorbrandstofverkooppunten. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 47.3. Voor de bedrijfstak ‘tankstations en autowasinrichtingen’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 16 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 16. Erkende maatregelen voor energiebesparing bij tankstations en wasstraten

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1 t/m GA2

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB3

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC4

D. In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD12

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA3

B. In werking van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

FB1

C. In werking hebben van een koelinstallatie

FC1

D. In werking hebben van productkoeling

FD1 t/m FD11

E. Bereiden van voedingsmiddelen

FE1

F. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FF1 t/m FF5

G. In werking hebben van elektromotoren

FG1

H. In werking hebben van pompen

FH1

I. In werking hebben van een stofzuiger

FI1

Processen (P)

 

A. In werking hebben van een autowasinrichting

PA1 t/m PA3

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Winkel wordt verwarmd en/of gekoeld in een tankstation.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In tankstations met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande winkeldeuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische winkeldeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Handmatige bediende winkeldeuren zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar met weekschakeling toepassen.

b) Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ventilatiesysteem is altijd aan.

Technische randvoorwaarden

N.v.t. Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In tankstationsgebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) IE3 motor of beter toepassen.

b) Toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Motor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. Benodigd luchtdebiet is constant.

b) Motor zonder toerenregeling is aanwezig. Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Ventilator, aandrijving en elektromotor zijn geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik motor is minimaal 7.000 kWh per jaar.

b) Energieverbruik motor is minimaal 3.400 kWh per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verwarmde ruimte met radiatoren zonder ruimtethermostaat is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In tankstations met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pomp automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pompen met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt voor een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe.

Economische randvoorwaarden

Geen aanpassingen aan driewegkleppen nodig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting: beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneel inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig in autowasinrichting.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeen- en/of gloeilamoen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen, halogeen breedstralers voor buitenverlichting (niet zijde luifelverlichting en/of overkapping) zijn aanwezig.

c) Hogedrukkwiklampen voor buitenverlichting (niet zijde luifelverlichting en/of overkapping) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

c) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen luifel- of overkappingverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met halogeen breedstralers zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 4.200 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere Omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als hoogwerker aanwezig is.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: ja als armaturen met conventionele voorschakelapparaten zijn uitgerust.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of buiten openingstijden tankstation en pompautomaten tussen 23.00 en 06.00 uur aan

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 20 armaturen zijn aanwezig.

Buitenverlichting is in de nacht minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als minimaal 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD9

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of buiten openingstijden tankstation en pompautomaten tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD10

Omschrijving maatregel

Aanstaan basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere schakelgroepen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Te grote schakelgroep aanwezig waardoor verlichting onnodig brandt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen verlichting door extra schakelgroep is minimaal 1.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD11

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

b) Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting ontbreken.

a) Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig.

b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Minimaal 10% van het dak of minimaal 30% van de gevel is daglicht doorlatend.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD12

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in magazijnen en opslagruimten beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking voor ruimteverwarming toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast tankstation (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR100-ketel) is aanwezig voor basislast tankstation (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In tankstations met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Verwarmen van een ruimte: aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken. Procedure voor aan- en uitschakelen is niet aantoonbaar aanwezig of wordt niet nageleefd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwater leidingen en appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isoleren van warm tapwater leidingen.

b) Isoleren van appendages warm tapwater systeem.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Isolatie om leidingen ontbreekt.

b) Isolatie om appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koel- of vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Tochtsluis en deurschakeling ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Verlichting in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Uitschakelen van verlichting in koelcel met bewegingsschakelaar.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bewegingsmelder en deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD4

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via verticaal (VC2, VC3) koelmeubel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Dagafdekking met strokengordijn toepassen.

b) Dagafdekking met deuren met enkele beglazing toepassen.

c) Dagafdekking met deuren met dubbele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Verticaal koelmeubel zonder dagafdekking is aanwezig.

b en c) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten. Nachtafdekking en warmteterugwinning van het koelsysteem zijn niet aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD5

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via semi-verticaal (VC1) koelmeubel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Nachtafdekking toepassen.

b) Afdekking met enkele beglazing toepassen.

c) Afdekking dubbele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Semi-verticaal koelmeubel (VC1) zonder nachtafdekking is aanwezig.

b) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

c) Koelmeubels is op een centraal koelsysteem aangesloten. Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Minimaal 30 uur per week nachtafdekking.

b) Niet van toepassing.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b en c) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD6

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking horizontaal koelmeubel met enkele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) zonder nachtafdekking is aanwezig.

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten. Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD7

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via horizontaal vriesmeubel (HF1; HF3; HF4) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking met enkele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Horizontaal vriesmeubel (HF1; HF3; HF4) zonder dagafdekking is aanwezig.

Geldt niet voor stekkerklaarmeubel met nachtafdekking.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD8

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via verticaal vriesmeubel (VF4) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticaal vriesmeubel (VF4) toepassen met dubbele beglazing afdekken, label C of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verticaal vriesmeubel (VF4) met afdekking met dubbele beglazing is aanwezig.

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Bouwjaar huidig koelmeubel is voor het jaar 2010.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD9

Omschrijving maatregel

Energiezuinige anti-condensvorming op raam vriesmeubel (VF4) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toepassen van anti-condensfolie op vriesmeubel (VF4) en elektrische raamverwarming uitschakelen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Raam met elektrische verwarming voor anti-condenswerking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD10

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via semi-verticaal koelmeubel (VC1) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking met dubbele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Semi-verticaal koelmeubel (VC1) zonder nachtafdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

Zelfstandig moment: Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FD11

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) met enkele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Horizontale koelmeubel (HC4, eiland) zonder afdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

Zelfstandig moment: Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Warmte van compressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Niet van toepassing.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal vollasturen is minimaal 1.000 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF2

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 30.000 kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 5.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF3

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF4

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en overige op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullasturen is minimaal 1.300 uur per jaar.

b) Aantal nullasturen is minimaal 1.800 uur per jaar.

Vermogen compressor is minimaal 25 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF5

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is minimaal 1.400 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stofzuiger

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan van de stofzuiger voorkomen

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Makkelijk bereikbare stopknop installeren voor de stofzuiger voor het inkorten van de timertijd

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Een permanent opgestelde (de-)centrale stofzuiger die is voorzien van een timer, wordt gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Stofzuiger kan minimaal 2 uur per dag minder worden gebruikt

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een autowasinrichting

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van sproeipomp beperken door vermogen te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op de motor van de sproeipomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling ontbreekt op de sproeipomp.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een autowasinrichting

Nummer maatregel

PA2

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van kettingmotor beperken door vermogen te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op de kettingmotor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling ontbreekt op de kettingmotor.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een autowasinrichting

Nummer maatregel

PA3

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van centrale stofzuigermotor beperken door vermogen te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op de centrale stofzuigermotor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling op de centrale stofzuigermotor ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

17. Meubels en hout

Het gaat om inrichtingen voor het zagen en schaven en overige primaire houtbewerking. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 16.10.1. Ook gaat het om inrichtingen voor vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk (geen meubels). Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 16.2. Ook gaat het om inrichtingen voor vervaardiging van houten emballage. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 16.24. Ook gaat het om inrichtingen voor vervaardiging van meubels. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 31. Ook gaat het om inrichtingen voor vervaardiging van houtsketelbouw. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 41.2. Ook gaat het om inrichtingen voor vervaardiging van dakelementen. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 43.91. Ook gaat het om inrichtingen voor de groothandel in hout en plaatmateriaal. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 46.73.1. Voor de bedrijfstak ‘meubels en hout’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 17 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 17. Erkende maatregelen voor energiebesparing bij meubels en hout

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB6

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC5

D. In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD14

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA10

B. In werking van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

FB1

C. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FC1 t/m FC5

D. In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

FD1 t/m FD3

E. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FE1

F. In werking hebben van elektromotoren

FF1

Processen (P)

 

A. Reinigen, lijmen of coaten van hout en kurk

PA1 t/m PA2

B. In werking hebben van een droogkamer

PB1 t/m PB4

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken van de kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Geen tijdschakelaar met weekschakeling aanwezig, ventilatie is altijd aan buiten werktijden.

b) Geen aanwezigheidsschakelaar aanwezig, ventilatie is altijd aan tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Het vervormen van hout door wisselende vochtigheid en luchttemperatuur is toegestaan.

Past binnen grenzen houtstofconcentratie van 2 mg/m3.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 2.700 uur per jaar.

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) IE3 motor of beter toepassen.

b) toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Motor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. Benodigd luchtdebiet is constant.

b) Motor zonder toerenregeling is aanwezig. Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Ventilator, aandrijving en elektromotor zijn geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik motor is minimaal 7.000 kWh per jaar.

b) Energieverbruik motor is minimaal 5.000 kWh per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie gestuurde afzuigventilator,

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentie gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt. Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB5

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen in verwarmde hal

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

- Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB6

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

- Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via transportdeur in gebouwschil voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde transportdeur toepassen.

b) Luchtkussens toepassen.

c) Tochtslabben toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeur is aanwezig.

b) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken.

c) Transportdeur waar tochtslabben ontbreken

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

a) Niet van toepassing.

b) Minimaal 4 uur laden en lossen gemiddeld per dag.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b en c) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Thermostatische radiatorkranen toepassen.

b) Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pomp automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pompen met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe.

Economische randvoorwaarden

Geen aanpassingen aan driewegkleppen nodig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Kantoor: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a)Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

b) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in een kantoor.

b) PL-lampen (traditionele spaarlampen) zijn aanwezig (in gangen of toiletten) in een kantoor.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is minimaal 4.400 uur per jaar (indicatie ± 12 uur per dag).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen binnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Armaturen met ledlampen toepassen.

b) Metaalhalogenidelampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in een bedrijfshal.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig in een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 3.100 uur per jaar. Geïnstalleerd vermogen van verlichting neemt door toepassen van ledlampen minimaal 50% af bij voldoende lichtopbrengst.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Bedrijfshal: Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn in een bedrijfshal aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn in een bedrijfshal aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en / of buiten openingstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlamp in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlamp toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/f neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Zelfstandig moment: Ja, als bestaand armatuur is uitgerust met conventioneel voorschakelapparaat (VSA)

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD9

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD10

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Schemerschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of buiten openingstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD11

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in magazijnen en opslagruimten beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD12

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakelingen of -regelingen ontbreken in een bedrijfshal.

Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD13

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakeling of regeling ontbreekt.

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh.

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD14

Omschrijving maatregel

Aanstaan basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere schakelgroepen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Te grote schakelgroep aanwezig waardoor verlichting onnodig brandt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen verlichting door extra schakelgroep is minimaal 1.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast van kantoor (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR100-ketel) is aanwezig voor basislast van kantoor (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuurstralingspanelen) verhinderen dat soms.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

b) Gasgestookte donkerstralers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast van bedrijfshal (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig voor bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

a) Aanvoertemperatuur lager van 5°C

b) Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming van kantoor.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken voor bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Het vervormen van hout door wisselende vochtigheid en luchttemperatuur is toegestaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR- boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater, proceswater of tapwater).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

b) Economizer zonder rookgasconcensor is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal minimaal 2 meter vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd is minimaal 1.350 equivalenten vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA7

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Stoomketelinstallatie zonder economizer en zonder regeling voor luchtovermaat is aanwezig.

b) Stoomketelinstallatie met economizer en zonder regeling voor luchtovermaat is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De brander moet geschikt zijn voor zuurstofcorrectie.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 4.400 vollasturen per jaar.

a) Capaciteit stoomketel is minimaal 750 kg stoom per uur.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA8

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3. Energieverbruik stoominstallatie is minimaal 4.500 MWhthermisch per jaar.

Minimaal 50% van voedingwater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA9

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installaties regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA10

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 meter vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is minimaal 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isoleren van warm tapwater leidingen.

b) Isoleren van appendages warm tapwater systeem.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Isolatie om leidingen ontbreekt.

b) Isolatie om appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Aantal vollasturen is minimaal 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Het vervormen van hout door wisselende vochtigheid en luchttemperatuur is toegestaan bij uitschakelen persluchtsysteem.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 18.000 kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC3

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vollast-/nullastschakeling is aanwezig.

Vollast-/nullast-/uitschakeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullasturen is minimaal 1.300 uur per jaar.

b) Aantal nullasturen is minimaal 1.800 uur per jaar.

Vermogen compressor is minimaal 25 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FC5

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat wordt niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.200 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen.

b) Isolatie aanbrengen om stoomafsluiters.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces daarom niet meer garandeert.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 300 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 1.800 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd om vervolgens nuttig toe te passen.

b) Retourleiding naar ontgasser voor condensaat toepassen.

c) Retourleiding naar voedingswatertank van stoomketel voor condensaat toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Hogedruk condensaat (minimaal 15 bar(o)) is beschikbaar.

Technische randvoorwaarden

Het condensaat mag niet verontreinigd zijn.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

Leidinglengte condensaatnet is minimaal 200 meter.

a)

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 800 vollasturen per jaar.

b en c)

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.700 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van hout en kurk

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie van handspuitcabine of handspuitwand beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling (verbreekcontact) van afzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Spuitcabine kan op overdruk blijven.

Ventilatie pas afschakelen na tijdsduur benodigd om te voldoen aan vereisten verfsysteem door brandveiligheid en aan minimale grenswaarde voor gevaarlijke stoffen voor veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Te vermijden ventilatiedebiet door uitschakelen pomp is minimaal 600.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van hout en kurk

Nummer maatregel

PA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking bij spuitcabine toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Open brandersysteem of infraroodverwarming toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneel brandersysteem is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3per jaar.

Aardgasverbruik spuitcabine is minimaal 13.500 m3 per jaar.

Verschil tussen ruimte- en droogtemperatuur is minimaal 20°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een droogkamer

Nummer maatregel

PB1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gasgestookte hoogrendementsketel 102 (HR102-ketel) of lager is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Als retourtemperatuur lager is dan 65°C.

Economische randvoorwaarden

Droogkamer heeft een minimale bruto vloeroppervlak van 25 m2.

Droogkamer is minimaal 300 dagen per jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een droogkamer

Nummer maatregel

PB2

Omschrijving maatregel

Ventileren van droogkamer beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op ventilator toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling of andere vermogensregeling op ventilatielucht ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Ventilator is geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

Droogkamer is minimaal 300 dagen per jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een droogkamer

Nummer maatregel

PB3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en appendages in onverwarmde ruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

De droogkamer is minimaal 300 dagen per jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een droogkamer

Nummer maatregel

PB4

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmteterugwinning met een kruisstroomwarmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinning op ventilatielucht ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Luchttoevoer en luchtafvoer liggen dichtbij elkaar en worden niet door bouwkundige elementen gescheiden.

Economische randvoorwaarden

Drogen van hout met vochtigheid van circa 60% tot 80% naar circa 10% tot 20%.

Droogkamer heeft een bruto vloeroppervlak van minimaal 25 m2.

Droogkamer is minimaal 300 dagen per jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

18. Bedrijfshallen

Het gaat om inrichtingen die overwegend de functie van een bedrijfshal hebben zoals inrichtingen voor activiteiten in de bouwnijverheid. Ter indicatie van de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 41, 42 en 43. Ook gaat het om inrichtingen voor de groothandel en handelsbemiddeling (uitgezonderd handel in auto’s en motorfietsen). Ter indicatie van de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 46. Ook gaat het om inrichtingen in vervoer en opslag. Ter indicatie van de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 49. Ook gaat het om inrichtingen voor opslag en dienstverlening voor vervoer. Ter indicatie van de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 52. Ook gaat het om inrichtingen van technische installatiebedrijven. Ter indicatie van de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 43.2. Inrichtingen voor de groothandel in hout en plaatmateriaal (met SBI-code 46.73.1) en inrichtingen vervoer via transportleidingen (SBI-code 49.5) vallen niet onder de reikwijdte van dit pakket met erkende maatregelen. Voor de bedrijfstak ‘bedrijfshallen’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 18 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 18. Erkende maatregelen voor energiebesparing bij bedrijfshallen

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Isoleren van de gebouwschil

GA1 t/m GA3

B. Ventileren van een ruimte

GB1 t/m GB6

C. Verwarmen van een ruimte

GC1 t/m GC4

D. In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GD1 t/m GD12

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA12

B. In werking van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

FB1

C. In werking hebben van een koelinstallatie

FC1 t/m FC7

D. Koelen van een ruimte

FD1 t/m FD2

E. In werking hebben van productkoeling

FE1 t/m FE5

F. In werking hebben van een persluchtinstallatie

FF1 t/m FF6

G. In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

FG1 t/m FG4

H. Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

FH1

I. In werking hebben van een vacuümsysteem

FI1

J. In werking hebben van elektromotoren

FJ1

K. In werking hebben van pompen

FK1

Processen (P)

 

A. Verwarmen van producten en/of procesbaden

PA1 t/m PA2

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via buitenmuur van kantoorruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Kantoor wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) - Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

- Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Handmatig bediende deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA3

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde transportdeur toepassen.

b) Luchtkussens toepassen.

c) Tochtslabben toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeur is aanwezig.

b) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken.

c) Transportdeur waar tochtslabben ontbreken

Technische randvoorwaarden

Hal wordt verwarmd tot boven de 10 °C

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

a) Niet van toepassing.

b) Minimaal 4 uur laden en lossen per dag.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b en c) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ventilatiesysteem zonder tijdschakelaar en weekschakeling.

Ventilatie is altijd aan buiten werktijden.

b) Ventilatiesysteem zonder aanwezigheidsschakelaar.

Ventilatie is altijd aan tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepasing.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

a) Niet van toepassing.

b) Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 1.500 uur per jaar.

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als bedrijfstijd ventilatie minimaal 2.700 uur per jaar is.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) IE3 motor of beter toepassen.

b) toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Motor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. Benodigd luchtdebiet is constant.

b) Motor zonder toerenregeling is aanwezig. Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Ventilator, aandrijving en elektromotor zijn geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik motor is minimaal 11.500 kWh per jaar.

b) Motorvermogen (kW) vermenigvuldigd met de bedrijfstijd (uren per jaar) is minimaal 6.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Gasverbruik bedraagt minder dan 10 miljoen m3

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB5

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie gestuurde afzuigventilator,

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentie gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt.

Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB6

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen in verwarmde hal

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

- Ventilatievoud van de bestaande installatie is minimaal 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Thermostatische radiatorkranen toepassen.

b) Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ondersteuningsventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in de bedrijfshallen waar werkplekken zijn met een warmtevraag.

Technische randvoorwaarden

- Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig.

- Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 meter.

- Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet.

Economische randvoorwaarden

- Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

- Ruimtetemperatuur ≥ 15°C.

- Temperatuur boven in de hoge ruimtes is minimaal 4°C hoger dan temperatuur op werkplekken.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pomp automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pompen met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe.

Economische randvoorwaarden

Geen aanpassingen aan driewegkleppen nodig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting: beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

Ledlampen in nieuwe opbouwarmatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneel inbouwarmatuur met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Schemerschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaar

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/ of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en / of buiten gebruikstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Aanstaan basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere schakelgroepen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Te grote schakelgroep aanwezig waardoor verlichting onnodig brandt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh.

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen verlichting door extra schakelgroep is minimaal 1.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/ of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlamp en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD9

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Zelfstandig moment: Ja, als bestaand armatuur is uitgerust met conventioneel voorschakelapparaat (VSA)

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD10

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakeling of regeling ontbreekt.

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh. Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD11

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakelingen of -regelingen ontbreken in een bedrijfshal.

Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh. Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD12

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in magazijnen en opslagruimten beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

b) Gasgestookte donkerstralers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar).

b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv of op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

b) Warmtepomp met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

c) Direct gasgestookte hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

d) Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) met luchtbehandelingskast toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoomketel met stoomluchtverhitters zijn aanwezig

Stoomketel met stoom/waterwarmtewisselaar en radiatoren zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Rookgas-afvoer is mogelijk.

b) Temperatuur afgiftesystemen minder dan 60 °C

c en d) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik ruimteverwarming is minimaal 200.000 kWhthermisch per jaar.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

 

a) Aansluitpunt voor gas is binnen een afstand van 50 meter (van de te verwarmen ruimte) aanwezig.

b) Aansluitpunt van voldoende elektrisch vermogen is binnen een afstand van 50 meter (van de te verwarmen ruimte) aanwezig.

c en d) Aansluitpunt voor gas is binnen een afstand van 50 meter (van de te verwarmen ruimte) aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja,

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA7

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater, proceswater of tapwater).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Warmteterugwinsysteem voor rookgassen ontbreekt.

b) Economizer zonder rookgascondesor is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd is minimaal 1.350 equivalenten vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA8

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 meter vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander is geschikt voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is minimaal 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA9

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

Niet van toepassing.

Technische randvoorwaarden

De brander is geschikt voor zuurstofcorrectie.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 4.400 vollasturen per jaar

Capaciteit stoomketel is minimaal 750 kg stoom per uur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA10

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installaties regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA11

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3. Energieverbruik stoominstallatie is minimaal 4.500 MWhthermisch per jaar.

Minimaal 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA12

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsluchtverhitters (HR-luchtverhitters) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in een bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking van een warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isoleren van warmtapwater leidingen.

b) Isoleren van appendages warmtapwater systeem.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Isolatie om leidingen ontbreekt.

b) Isolatie om appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Warmte van condensor koelinstallatie nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte condensor met extra kleine condensor, warmtepomp, persgaskoeler, warmwaterbuffer en/of extra parallelle condensor gelijktijdig benutten voor ruimteverwarming en/of warmtapwater.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van condensor koelinstallatie wordt niet benut.

Technische randvoorwaarden

Koelinstallatie van minimaal 100 kW is aanwezig.

Warmtevraag is aanwezig.

Voor de toepassing van lage temperatuurverwarming is de temperatuur van het retourwater lager dan 30°C.

Voor de toepassing van warm tap water is de koelinstallatie aangesloten op het waterleidingcircuit.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van pomp koelmedium beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling van pomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakeling en toerenregeling ontbreekt op pomp.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen pomp is minimaal 3.700 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC4

Omschrijving maatregel

Condensordruk automatisch regelen om condensortemperatuur aan te passen aan de buitenluchttemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Condensordrukregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vaste condensordruk gedurende het hele jaar.

Technische randvoorwaarden

Elektronisch expansieventiel is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Condensortemperatuur wordt jaargemiddeld minimaal 5°C lager dan huidige condensortemperatuur.

Energieverbruik koel- of vriesinstallatie is minimaal 190.000 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC5

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via leidingen en appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie van koel- en vriesleidingen toepassen.

b) Isolatie van appendages toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde koel- en vriesleidingen zijn in verwarmde omgeving aanwezig.

b) Ongeïsoleerde appendages zijn in verwarmde omgeving aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC6

Omschrijving maatregel

Energiezuinig expansieventiel bij verdamper toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Elektronisch expansieventiel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Thermostatisch expansieventiel is aanwezig in koelinstallatie.

b) Thermostatisch expansieventiel is aanwezig in vriesinstallatie.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 3.600 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 1.500 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie

Nummer maatregel

FC7

Omschrijving maatregel

Temperatuurverschil bij condenseren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Groter condensoroppervlak toepassen zodat temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur maximaal 10°C wordt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur is minimaal 20°C.

Koeltemperatuur is lager of gelijk aan 2°C.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch.

 

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 3.100 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 4.800 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aan te zuigen (buiten)lucht scheiden van afgegeven lucht vanuit koelinstallatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Koelinstallatie heeft geen gescheiden luchtaanzuiging.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als elektriciteitsverbruik minder is dan 10 miljoen kWh per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Warmte bij grote warmteproducerende apparaten afzuigen, zodat minder gekoeld hoeft te worden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Afzuiginstallatie met afvoerend kanaal naar buiten installeren met afzuigkap boven warmteproducerende apparatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteproducerende apparatuur zonder afzuiginstallatie in een gekoelde ruimte.

Technische randvoorwaarden

Warmteproducerende installatie bestaat uit een apparaat of een cluster van apparaten die met één installatie is af te zuigen. Staat opgesteld in ruimte die grenst aan buitenlucht.

Economische randvoorwaarden

Vermogen warmteproducerende apparatuur is meer dan 10 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Lucht- en vochttransport door geopende deur van koel- of vriescel beperken

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Tochtsluis en deurschakeling ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en/of vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FE3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FE4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige condensor- en/of verdamperventilator toepassen voor koel- of vriesinstallaties bij koel- en/of vriescellen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Condensorventilator voor koelen en vriezen met vermogen van maximaal 20 W per kWthermisch toepassen.

c) Verdamperventilator voor koelen met vermogen van maximaal 30 W per kWthermisch toepassen.

d) Verdamperventilator voor vriezen met vermogen van maximaal 40W per kWthermisch toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Celtemperatuur is maximaal 2°C.

a) Condensor-ventilator voor koelen heeft vermogen van minimaal 50 W per kWthermisch.

b) Condensor-ventilator voor vriezen heeft vermogen van minimaal 50 W per kWthermisch.

c) Verdamper-ventilator voor koelen heeft vermogen van minimaal 60 W per kWthermisch.

d) Verdamper-ventilator voor vriezen heeft vermogen van minimaal 75 W per kWthermisch.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

 

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 3.100 vollasturen per jaar

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 3.600 vollasturen per jaar.

c) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 2.900 vollasturen per jaar

d) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 3.600 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FE5

Omschrijving maatregel

Aanstaan verdamperventilator in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Regeling ventilatoren op basis van meerdere temperatuursensoren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Koel- en vriescel waarin verdamperventilator continu aanstaat om temperatuurverschillen in de koel- en vriescel te voorkomen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen ventilatoren is minimaal 8.600 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt niet nuttig ingezet.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Aantal vollasturen is minimaal 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 10 meter.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF2

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is minimaal 18.000 kWh per jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

b) Energieverbruik compressor is minimaal 9.500 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF3

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullasturen is minimaal 1.300 uur per jaar.

b) Aantal nullasturen is minimaal 1.800 uur per jaar.

Vermogen compressor is minimaal 25 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF4

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is minimaal 65.000 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF5

Omschrijving maatregel

Perslucht voor blazen voorkomen

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Decentrale blower toepassen. Voor reiniging stofzuigers gebruiken (ook vanuit Arbo-oogpunt)

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o).

Technische randvoorwaarden

Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk.

Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht.

Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FF6

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh. Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is minimaal 250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen.

b, c en d) Isolatie aanbrengen om stoomafsluiters.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om stoom- en condensaatleidingen en/of stoomafsluiters ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert (bijvoorbeeld thermische condenspotten).

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 700 vollasturen per jaar.

b) Aardgas-verbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 1.800 vollasturen per jaar.

c) Aardgas-verbruik is minder dan 10 miljoen m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 3.300 vollasturen per jaar.

d) Aardgas-verbruik is minimaal 10 miljoen m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 5.000 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FG2

Omschrijving maatregel

Condensaat of condensaatwarmte nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd (naar atmosferische druk).

b) Retourleiding naar ontgasser van stoomketel toepassen voor condensaat.

c) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

a en b) Condensaat mag niet verontreinigd zijn.

c) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja, als stoomgebruiker (waarbij het condensaat verloren gaat) wordt gemodificeerd, of stoom- en condensaatleidingnet voor meer dan 50% wordt gewijzigd.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FG3

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor bevochtiging beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hogedrukbevochtiging toepassen

b) Centrifugaal bevochtiging toepassen.

c) Ultrasoon bevochtiging toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektrische stoombevochtiging is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De verwarmingscapaciteit van de naverwarming dient voldoende capaciteit te hebben

Economische randvoorwaarden

a en b) Niet van toepassing.

c) Elektriciteitsverbruik is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

c) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FG4

Omschrijving maatregel

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat wordt niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

a) Aardgasverbruik is minder dan 10 miljoen m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.200 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 10 miljoen m3 per jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.700 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een vacuümsysteem

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Warme lucht van vacuümsysteem nuttig gebruiken voor ruimteverwarming van aangrenzende productieruimte of magazijn.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal met ventilator toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor vacuümsysteem.

De afgezogen lucht is schoon

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd vacuüminstallatie is minimaal 250 uur per stookseizoen.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FJ1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft minimaal 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FK1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraaggestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is minimaal 1.400 uur per jaar.

Elektriciteitsverbruik van de inrichting is minder dan 10 miljoen kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden

Nummer maatregel

PA1

Omschrijving maatregel

Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht.

Technische randvoorwaarden

Temperatuurverschil in- en uitgaande water is minimaal 25°C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 10 miljoen m3 per jaar.

Hoeveelheid koelwater is minimaal 9.000 m3 per jaar.

b) Aardgasverbruik is minimaal 10 miljoen m3 per jaar.

Hoeveelheid koelwater is minimaal 13.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden

Nummer maatregel

PA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking voor het verwarmen van procesbaden toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) met warmtewisselaar voor procesbaden toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ketels voor verwarming bedrijfshal verzorgen verwarming procesbaden.

Technische randvoorwaarden

Warmtewisselaar(s) in procesbaden is (zijn) geschikt voor lage temperatuurverwarming.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

19. Detailhandel

Inrichting voor detailhandel zoals winkels en supermarkten. Ter indicatie de SBI-code die hiervoor veelal wordt gebruikt is SBI-code 47. Het gaat hier nadrukkelijk niet om benzinestations (SBI-code 47.3), markthandel (SBI-code 47.8), detailhandel niet via winkel of markt (SBI-code 47.9) en/of groothandel en handelsbemiddeling (SBI-code 46). Voor de bedrijfstak ‘detailhandel’ zijn erkende maatregelen aangemerkt voor de in tabel 19 genoemde activiteiten.

Erkende maatregelen voor energiebesparing

Tabel 19. Erkende maatregelen voor energiebesparing in de sector detailhandel.

Activiteiten

Nummers

Gebouw (G)

 

A. Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem

GA1

B. Isoleren van de gebouwschil

GB1 t/m GB3

C. Ventileren van een ruimte

GC1 t/m GC3

D. Verwarmen van een ruimte

GD1 t/m GD2

E. Koelen van een ruimte

GE1 t/m GE3

F. In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

GF1 t/m GF10

Faciliteiten (F)

 

A. In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

FA1 t/m FA5

B. In werking hebben van een productkoeling

FB1 t/m FB18

C. In werking hebben van een liftinstallatie

FC1 t/m FC2

D. In werking hebben van een roltrapsysteem

FD1

E. Bereiden van voedingsmiddelen

FE1

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

- Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

- Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In warenhuizen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,7, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In supermarkten en overige winkels met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via transportdeur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde, niet-openbare transportdeur toepassen.

b) Snelsluitende transportdeur toepassen.

c) Luchtkussens toepassen

d) Tochtslabben toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeur toepassen.

b) Handmatig bediende transportdeur met elektromotor toepassen.

c) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken.

d) Transportdeur waar tochtslabben ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a en b) Niet van toepassing.

c) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Minimaal 4 uur laden en lossen per dag.

d) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

c en d) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) - Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

- Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Handmatig bediende deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmte-afgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 1.500 uur per jaar.

Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als bedrijfstijd ventilatie minimaal 2.700 uur per jaar is.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In warenhuizen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,7, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In supermarkten en overige winkels met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ventilatiesysteem zonder aanwezigheidsschakelaar.

Ventilatie is altijd aan tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepasing.

Economische randvoorwaarden

Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met minimaal een energielabel C, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Voor wat betreft het bouwjaar geldt dat nieuwbouw in ieder geval aan de EPC-eisen van 2003 behoort te voldoen (Bouwbesluit).

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen en/of ruimtethermostaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in ruimten ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de inrichting is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is minimaal 1.250 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Warmte bij grote warmteproducerende apparaten afzuigen, zodat minder gekoeld hoeft te worden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Afzuiginstallatie met afvoerend kanaal naar buiten installeren met afzuigkap boven warmteproducerende apparatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteproducerende apparatuur zonder afzuiginstallatie in een gekoelde ruimte.

Technische randvoorwaarden

Warmteproducerende installatie bestaat uit een apparaat of een cluster van apparaten welke met één installatie is af te zuigen.

Economische randvoorwaarden

Vermogen warmteproducerende apparatuur is meer dan 10 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

GE2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van koelpomp beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling die koelpomp uitschakelt wanneer er geen koudevraag is.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakeling is afwezig.

Koelpompen draaien continu.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

GE3

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via koudwaterleidingen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja, als de verlichting eenvoudig bereikbaar is

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF3

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja.

Zelfstandig moment: Ja, als bestaand armatuur is uitgerust met conventioneel voorschakelapparaat (VSA)

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 1.200 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 2.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen-, gloei- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF6

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

b) Daglichtafhankelijke schakeling voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakeling is afwezig.

a) Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) of LED verlichting parallel aan ramen en/of lichtkoepel zijn aanwezig.

b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

In warenhuizen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,7, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In supermarkten en overige winkels met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF7

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in sociale ruimten, kantoren, opslagruimten en magazijnen beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,7 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF8

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Minimaal 20 armaturen zijn aanwezig.

Buitenverlichting is in de nacht minimaal 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF9

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht minimaal 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF10

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmatuur toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is minimaal 5.000 uur per jaar.

b) Aantal branduren is minimaal 3.500 uur per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

b) Hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) CR-ketel of VR-ketel is aanwezig voor basislast.

b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b.) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja, als aantal vollasturen van de Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) minimaal 750 uur per stookseizoen is of aantal vollasturen van de verbeterdrendementsketel (VR-ketel) minimaal 1.050 uur per stookseizoen is, én aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

In warenhuizen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,7, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In supermarkten en overige winkels met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van weersvoorspelling

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersvoorspellende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersvoorspellende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Met internet verbonden gebouwbeheersysteem (GBS) is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via verticaal koelmeubel (VC2, VC3) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Dagafdekking met strokengordijn toepassen.

b) Dagafdekking met deuren met enkele beglazing toepassen.

c) Dagafdekking met deuren met dubbele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verticaal koelmeubel zonder dagafdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b en c) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

Zelfstandig moment: Nachtafdekking en warmteterugwinning van het koelsysteem zijn niet aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via semi-verticaal koelmeubel (VC1) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Nachtafdekking toepassen.

b) Dagafdekking met enkele beglazing toepassen.

c) Dagafdekking met dubbele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Semi-verticaal koelmeubel (VC1) zonder nachtafdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

c) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

Zelfstandig moment: Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) met enkele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Horizontale koelmeubel (HC4, eiland) zonder afdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten. Zelfstandig moment: Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB4

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via horizontaal vriesmeubel (HF1, HF3, HF4) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking met enkele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Horizontaal vriesmeubel (HF1, HF3, HF4) zonder dagafdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De maatregel geldt niet voor een stekkerklaar meubel met nachtafdekking.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB5

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via verticaal vriesmeubel (VF4) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticaal vriesmeubel (VF4) toepassen met afdekking met dubbele beglazing, label C of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verticaal vriesmeubel (VF4) met afdekking met dubbele beglazing is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten. Zelfstandig moment: Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem. Bouwjaar huidige koelmeubel is van voor het jaar 2010.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB6

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via leidingen en appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie van koel- /vriesleidingen toepassen

b) Isolatie van appendages in koel-/vriesleidingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeïsoleerde koel- /vriesleidingen in verwarmde omgeving zijn aanwezig.

Ongeïsoleerde appendages in koel-/vriesleidingen in verwarmde omgeving zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB7

Omschrijving maatregel

Energiezuinige anti-condensvorming op ramen vriesmeubels (VF4) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Anti-condensfolie op vriesmeubelen (VF4) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektrische randverwarming is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB8

Omschrijving maatregel

Energiezuinig expansieventiel bij verdamper toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Elektronisch expansieventiel in vriesmeubel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Thermostatisch expansieventiel is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB9

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ontdooiing van verdampers toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verdampers in koelmeubelen en koelcellen ontdooien door toevoer van het koudemiddel te stoppen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Tijd-gestuurde elektrische ontdooiing is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB10

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsschakelaar ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is minimaal 250 Watt.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB11

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB12

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL5 of TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB13

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aan te zuigen (buiten)lucht scheiden van afgegeven lucht vanuit koelinstallatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Koelinstallatie heeft geen gescheiden luchtaanzuiging.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB14

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB15

Omschrijving maatregel

Aanstaan van pomp koelmedium beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling van pomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakeling en toerenregeling ontbreekt op pomp.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen pomp is minimaal 1kW.

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen pomp is minimaal 3.400 kWh per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB16

Omschrijving maatregel

Condensordruk automatisch regelen door condensortemperatuur aan te passen aan de buitenluchttemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Condensordrukregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vaste condensordruk gedurende het hele jaar.

Technische randvoorwaarden

Elektronisch expansieventiel is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik koel- of vriesinstallatie is minimaal 180.000 kWhthermisch per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB17

Omschrijving maatregel

Temperatuurverschil bij condenseren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Groter condensoroppervlak toepassen zodat temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur maximaal 10°C wordt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur is minimaal 20°C.

Koeltemperatuur is lager of gelijk aan 2°C.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch. Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 2.200 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling

Nummer maatregel

FB18

Omschrijving maatregel

Energiezuinige condensor- en/of verdamperventilator voor koelinstallaties van koel- en/of vriescellen toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Condensorventilator voor koelen en vriezen met vermogen van maximaal 20 W per kWthermisch toepassen.

c) Verdamperventilator voor koelen met vermogen van maximaal 30 W per kWthermisch toepassen.

d) Verdamperventilator voor vriezen met vermogen van maximaal 40W per kWthermisch toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Celtemperatuur is maximaal 2°C.

a) Condensorventilator voor koelen heeft vermogen van minimaal 50 W per kWthermisch.

b) Condensorventilator voor vriezen heeft vermogen van minimaal 50 W per kWthermisch.

c) Verdamperventilator voor koelen heeft vermogen van minimaal 60 W per kWthermisch.

d) Verdamperventilator voor vriezen heeft vermogen van minimaal 75 W per kWthermisch.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch.

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 2.200 vollasturen per jaar

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 2.700 vollasturen per jaar.

c) Bedrijfstijd koelinstallatie is minimaal 2.200 vollasturen per jaar

d) Bedrijfstijd vriesinstallatie is minimaal 2.700 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: Ja.

Natuurlijk moment: Ja.

b) Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilamp is aanwezig.

b) Halogeenlamp is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een roltrapsysteem

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige roltrapbesturing toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of onderbrekende besturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar voor het verwarmen of grillen van producten inzetten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Deze regeling wijzigt bijlage 10 bij de Activiteitenregeling milieubeheer (verder: de Activiteitenregeling). In deze bijlage zijn de erkende maatregelen voor energiebesparing opgenomen, waarmee in ieder geval wordt voldaan aan de energiebesparingsplicht uit het eerste lid van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit).

Deze wijziging sluit aan bij de in 2015 gemaakte afspraak met de adviesgroep erkende maatregelenlijsten (EML) om de erkende maatregelen periodiek te actualiseren. Op deze manier blijven de EML qua stand van de techniek, investeringskosten en energieprijzen actueel. De actualisatie in 2018 is de eerste brede actualisatie sinds de introductie van de EML in 2015. Daarnaast is dit actualisatiemoment gebruikt om de beschrijving van de erkende maatregelen aan te passen en om deze uniformer en duidelijker vast te leggen. Deze wijziging sluit aan bij de afspraak in de Uitvoeringsagenda 2018 (Kamerstuk II 2017/2018, 30 196, nr. 573) om de EML voor 1 januari 2019 te actualiseren.

Deze wijziging hangt samen met de aangekondigde wijziging van artikel 2.15 Activiteitenbesluit (Kamerstuk II 2018/2019, 29 383, nr. 305). Aan artikel 2.15 wordt een verplichting toegevoegd om te rapporteren welke energiebesparende maatregelen tot op heden zijn genomen. Voor deze zogenoemde informatieplicht is aangesloten bij de bestaande erkende maatregelensystematiek. In de rapportage is geen nadere omschrijving van een maatregel nodig als deze op de EML voorkomt. Om voor de informatieplicht gebruik te kunnen maken van een EML die aansluit bij de stand van de techniek en huidige energieprijzen is dit dan ook een logisch moment voor een actualisatie.

2. Beschrijving van het wijzigingsbesluit

Deze wijzigingsregeling stelt bijlage 10 bij de Activiteitenregeling integraal opnieuw vast. Alle in bijlage 10 opgenomen erkende maatregelen zijn opnieuw doorgerekend met actuele gegevens over energieprijzen en investeringen. Daarnaast zijn de maatregelen bekeken met het oog op de huidige stand van de techniek, de zogenaamde Beste Beschikbare Technieken (BBT) en de toepasbaarheid van maatregelen voor meerdere bedrijfstakken. Ook is er meer uniformiteit aangebracht in de indeling, opzet en beschrijving van de EML.

2.1 Totstandkoming marginale energieprijzen en investeringen

Voor het berekenen van de terugverdientijd is gebruik gemaakt van de marginale energieprijzen. De energieprijzen zijn aangepast naar het (geprognosticeerde) prijsniveau van 2019. Ook zijn de investeringen en arbeidskosten, die gebruikt zijn bij het opstellen van de voorgaande EML in voorgaande jaren, geïndexeerd naar 2019 op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek.

In de voorgaande jaren zijn er bij het opstellen van de bedrijfstak-specifieke EML verschillende maatregelen afgevallen op basis van te hoge terugverdientijden. Deze zijn opnieuw doorgerekend met de geactualiseerde marginale energieprijzen, arbeidskosten en investeringen. Maatregelen die hierdoor nu wel een terugverdientijd van vijf jaar of minder krijgen, zijn aangewezen als erkende maatregelen in bijlage 10 van de Activiteitenregeling. Bij de bestaande en eerder afgevallen erkende maatregelen is gebruik gemaakt van de terugverdientijdmethodiek waartoe in samenspraak met de branches in het verleden is gekomen. Deze onderbouwing is voor wat betreft de arbeidskosten en investeringen vervolgens geïndexeerd naar huidig prijspeil.

2.2 Bredere toepassing maatregelen in kantoorruimten en bedrijfshallen

Erkende maatregelen voor de bedrijfstakken kantoren en bedrijfshallen zijn vaak ook van toepassing op andere bedrijfstakken omdat hier vaak ook een bedrijfshal of kantoor aanwezig is. Daarom zijn de maatregelen voor kantoren en bedrijfshallen geëxtrapoleerd naar pakketten EML voor de andere bedrijfstakken. Bepaalde maatregelen van de bedrijfstak kantoren zijn ook geëxtrapoleerd naar de EML voor bedrijfshallen en andersom. In het verleden stonden er wel enkele erkende maatregelen van kantoren en bedrijfshallen op de bedrijfstak-specifieke lijsten, maar niet alle relevante rendabele maatregelen. De EML voor bedrijfshallen is pas in de derde lichting vastgesteld. Veel maatregelen waren waarschijnlijk om deze reden niet bij het opstellen van de lijsten van de andere bedrijfstakken in beeld.

Nadat een dergelijke maatregel relevant is bevonden voor een andere bedrijfstak, is de rendabiliteit van deze maatregelen met de marginale energieprijzen van de desbetreffende bedrijfstak doorgerekend. Als een maatregel voldeed aan het criterium van vijf jaar terugverdientijd, is deze als maatregel voor de betreffende bedrijfstak opgenomen. Vervolgens is in overleg met de betrokken brancheverenigingen gecontroleerd of de geëxtrapoleerde maatregelen echt relevant zijn voor de betreffende sectoren.

2.3 Reikwijdte per bedrijfstak is gewijzigd

De reikwijdte van enkele erkende maatregellijsten is uitgebreid. Het gaat om de sub-bedrijfstakken en gebouwtypen die genoemd zijn in tabel 1. Deze sub-bedrijfstakken en gebouwtypen zijn bepaald op basis van het energiebesparingspotentieel en de dekkingsgraad van de eerdere lichtingen erkende maatregelenlijsten. De in tabel 1 genoemde bedrijfstakken werden niet gedekt tijdens de eerdere lichtingen van de EML maar hebben wel energiebesparingspotentieel.

Ook is in bijlage 10 van de Activiteitenregeling concreter aangegeven dat het gaat om ‘inrichting voor’ het uitvoeren van bepaalde activiteiten. Dit is gedaan om verwarring in de uitvoeringspraktijk te voorkomen. De nieuwe formulering maakt duidelijker dat de toepasselijkheid van een bedrijfstak wordt bepaald door de hoofdactiviteit van een inrichting.

2.4 Toevoegen nieuwe technieken

Deze wijzigingsregeling voegt tevens een beperkt aantal nieuwe technieken toe aan de EML. Deze maatregelen zijn geïnventariseerd in samenwerking met externe experts, Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), Rijkswaterstaat WVL (kenniscentrum InfoMil), gemeenten en omgevingsdiensten. Voor deze technieken is per bedrijfstak de relevantie, de investering en de energiebesparing door externe deskundigen bepaald, en zijn de bijhorende bedrijfstak specifieke karakteristieken bepaald. Vervolgens zijn deze doorgerekend tegen de marginale energietarieven per bedrijfstak. Als de maatregel een terugverdientijd had van vijf jaar of minder, is de maatregel opgenomen als EML.

2.5 Uitgangspunt is een EML met de hoogste energieprestatie

Het doel van de EML is energiebesparing realiseren. Bij het doorrekenen en vaststellen van de bedrijfsspecifieke EML zijn er verschillende maatregelen in kaart gebracht met uiteenlopende terugverdientijden. In situaties waarin er meerdere maatregelen mogelijk zijn bij dezelfde uitgangssituatie, is om tot maximale energiebesparing te komen zo veel mogelijk alleen de maatregel met het hoogste energiebesparende effect in de EML opgenomen.

2.6 Technische randvoorwaarden

Verder zijn in de bijlage nieuwe technische randvoorwaarden opgenomen. Dit zijn technische aandachtspunten die belangrijk zijn om de maatregel uit te voeren. Bij technische randvoorwaarden die mogelijkerwijs zeer bedrijfsspecifiek zijn, is ervoor gekozen om deze weg te laten. Hierbij is uitgegaan van het principe dat de EML lijsten van maatregelen moeten zijn die bedrijfstak-breed toepasbaar zijn. Een uitputtende lijst van technische randvoorwaarden die mogelijkerwijs kunnen voorkomen bij individuele inrichtingen, is onmogelijk op te stellen. Aangezien de EML niet verplicht zijn, kunnen inrichtingen waar vanwege bijzondere (technische) omstandigheden de maatregelen uit de EML niet toegepast kunnen worden, altijd een afwijkend maatregelenpakket kiezen.

2.7 Economische randvoorwaarden en uitgangssituatie

Door middel van deze wijzigingsregeling worden in bijlage 10 van de Activiteitenregeling de geactualiseerde economische randvoorwaarden opgenomen die nodig zijn om de maatregel binnen de terugverdientijd van vijf jaar of minder uit te voeren. Dit betreft veelal of de gebruiker energie inkoopt tegen het klein- of grootgebruikerstarief. Daar waar in de originele lijsten hiervoor economische randvoorwaarden zijn benoemd én waar uit de actualisatie is gebleken dat het onderscheid tussen deze gebruikerstarieven geen effect heeft op het terugverdienen van de maatregel binnen vijf jaar, is deze economische randvoorwaarde verwijderd. De randvoorwaarden en de uitgangssituatie voorkomen dat een eerder genomen maatregel van de bestaande EML gelijk vervangen zou moeten worden door een nieuwe erkende maatregel. Indien relevant is de uitgangssituatie op basis van een referentietechniek opgenomen. Voor de overige erkende maatregelen geldt de afwezigheid van de energiezuinige techniek als uitgangssituatie.

Tabel 1: nieuwe sub bedrijfstakken en gebouwtypen per bedrijfstak.

Bedrijfstak

Sub bedrijfstak en gebouwtypen

3. Gezonds- en welzijnszorginstellingen

– Veterinaire dienstverlening (laboratoria) (SBI 75);

– Keurings- en controlediensten (laboratoria) (SBI 71.2);

– Penitentiaire inrichtingen (jeugd)gevangenissen, TBS instellingen (84.23.2);

– Woonfuncties in de zorg (SBI 87).

5. Onderwijsinstellingen

– Natuurwetenschappelijke research (laboratoria) (SBI 72).

8. Levensmiddelenindustrie

– Kleine brouwerijen (SBI 11.05).

11. Sport en recreatie

– De verhuur van vakantiehuisjes en appartementen, vakantiekampen, groepsaccomodaties, jeugdherbergen (SBI 55.2);

– overige logiesverstrekking (SBI 55.9);

– Fitnesscentra (SBI 93.13);

– Sportscholen (SBI 93.14.6);

– Stadions;

– Autosport (kartbanen, racebanen, crossterreinen) (SBI93.12.7);

– Jachthavens (SBI 93.29.1);

– Poppodia (SBI 90.01);

– Theaters, schouwburgen en evenementenhallen (SBI 90.04);

– Productie en distributie van films en televisieprogramma´s;

maken en uitgeven van geluidsopnamen, bioscopen (SBI 59);

– Fotografie en foto-ontwikkeling (laboratoria) (SBI 74.2).

12. Hotels en restaurants

– Cafetaria's, ijssalons, lunchrooms, snackbars, eetkramen (SBI 56.1);

– Cafés (SBI 56.3);

– Conferentieoorden (SBI 55.10.2).

14. Bouwmaterialen

– Vervaardiging van producten van beton voor de bouw (SBI 23.611);

– Vervaardiging van mortel in droge vorm (SBI 23.64);

– Vervaardiging van overige producten van beton, gips en cement (SBI 23.69).

Ten slotte is ervoor gekozen om de beschrijving van de EML in bijlage 10 aan te passen op basis van drie uitgangspunten: een indeling op basis van activiteiten, uniformiteit van de lijsten en richtinggevende activiteiten opnemen.

2.8 Activiteiten als uitgangspunt

In de vorige bijlage 10 waren de erkende maatregelen voor energiebesparing ingedeeld op basis van activiteiten en type maatregelen. Een indeling op basis van activiteiten en type maatregelen heeft geen meerwaarde. Er is voor gekozen om alleen activiteiten als uitgangspunt voor de indeling op te nemen. Alle bestaande type maatregelen zijn daarom herschreven als activiteit. In tabel 2 is de oude benaming en/of de nieuwe benaming weergegeven. Het overstappen naar een begrip maakt bijlage 10 beter leesbaar. Deze terminologische wijziging heeft geen inhoudelijke gevolgen.

2.9 Uniforme indeling als uitgangspunt

Sinds de introductie van de erkende maatregelen systematiek zijn nieuwe erkende maatregelen in bijlage 10 van de Activiteitenregeling toegevoegd. De manier waarop dit was gedaan, betekende dat dezelfde activiteiten (en ook type maatregelen) verspreid waren in bijlage 10. Door de huidige actualisatie (2018) deed zich een kans voor om een nieuwe indeling te maken. Het gaat om een indeling die voor de toekomst een effectiever en efficiënter beheer en actualisatie mogelijk maakt. Ook draagt het bij aan de lees- en uitvoerbaarheid voor de uitvoeringspartijen. De nieuwe indeling betekent dat nu sprake is van drie hoofdclusters, namelijk Gebouw (G), Faciliteiten (F) en Processen (P). Daarnaast is de nummering per hoofdcluster gewijzigd. De verschillende activiteiten vallen onder een van deze hoofdcluster volgens een vaste indeling. Mede op basis van de internetconsultatie zijn maatregelen van de lijsten geschrapt wanneer er een te grote overlap was tussen twee of meer maatregelen.

2.10 Richtinggevende activiteiten als uitgangspunt

In bijlage 10 waren enkele activiteiten ‘containerbegrippen’, zoals ‘Faciliteiten’ en ‘Processen’. Waar mogelijk zijn specifieke activiteiten benoemd die richting geven voor de erkende maatregel. Ook zijn bepaalde bestaande activiteiten gesplitst naar specifieke activiteiten die meer onderscheidend zijn. Hierbij is het proces waarvoor een maatregel dient als uitgangspunt genomen. Bijvoorbeeld: een lamp in een koelcel was gekoppeld aan de ‘Ruimte- en buitenverlichting’ en is nu onder ‘In werking hebben van productkoeling’ geplaatst. In tabel 2 is de oude benaming en/of de nieuwe benaming weergegeven.

Tabel 2: alle bestaande en nieuwe activiteiten in bijlage 10 van de Activiteitenregeling.

Was

Wordt

Gebouw

Energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS)

Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem

Gebouwschil

Isoleren van de gebouwschil

Ruimteventilatie

Ventileren van een ruimte

Ruimteverwarming

Verwarmen van een ruimte

Ruimte- en buitenverlichting

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Faciliteiten

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

In werking van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

In werking hebben van een koelinstallatie

In werking hebben van een koelinstallatie

In werking hebben van een koelinstallatie

Koelen van een ruimte

In werking hebben van een koelinstallatie

In werking hebben van productkoeling

Bereiden van voedingsmiddelen

Bereiden van voedingsmiddelen

Persluchtinstallatie

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie

Liftinstallatie

In werking hebben van een liftinstallatie

Roltrapsysteem

In werking hebben van een roltrapsysteem

Informatie- en communicatietechnologie

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie

Serverruimten

In werking hebben van een serverruimte

Zwembassin

In werking hebben van een zwembassin

Serverruimten en datacenters

In werking hebben van een noodstroomvoorziening

Faciliteiten

In werking hebben van elektromotoren

Faciliteiten

In werking hebben van een luchtbevochtigingssysteem

Faciliteiten

In werking hebben van pompen

Faciliteiten

In werking hebben van een vacuümsysteem

Niet van toepassing

In werking hebben van een stofzuiger

Faciliteiten

In werking hebben van een grootkeuken

Processen

– Aanbrengen anorganische deklagen op metalen

– Beitsen of etsen van metalen

– Elektrolytisch of stroomloos aanbrengen van metaallagen op metalen

– Aanbrengen van conversielagen op metalen

– Thermisch aanbrengen van metaallagen op metalen

In werking hebben van procesbaden

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Reinigen, lijmen of coaten van metalen

Drogen van metalen

Drogen van metalen

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken

Faciliteiten

In werking hebben van een kneed- en/of mengmachine

Verwerken van rubber of thermoplastisch kunststof

Verwerken van rubber of thermoplastisch kunststof

Wegen of mengen van rubbercompounds of verwerken van rubber

Wegen of mengen van rubbercompounds of verwerken van rubber

Mechanische bewerkingen van rubber, kunststof of rubber- of kunststofproducten

Mechanische bewerking van rubber, kunststof of rubber- of kunststofproducten

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton

Reinigen, lijmen of coaten van hout en kurk

Reinigen, lijmen of coaten van hout en kurk

Processen

Het koelen van producten en/of procesbaden

Niet van toepassing

Gebruiken van een spuitcabine

Processen

Verwarmen van processen en/of producten en/of procesbaden

Faciliteiten

In werking hebben van een autowasinrichting

Ruimte- en buitenverlichting

In werking hebben van een hefbruginstallatie

Processen

In werking hebben van een droogkamer

In werking hebben van een koelinstallatie

In werking hebben van een oven

Niet van toepassing

In werking hebben van een verf- en laksysteem

3. Gevolgen van de wijziging

De actualisatie van de EML in de bijlage 10 in de Activiteitenregeling brengt voor de drijver van een inrichting geen aanvullende kosten met zich mee. Het uitgangspunt blijft dat alle maatregelen die zich in vijf jaar kunnen terugverdienen getroffen moeten worden. De erkende maatregelen zijn enkel een invulling van de reeds bestaande energiebesparingsplicht uit artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit. Inrichtingen krijgen na deze actualisatie mogelijk te maken met additionele maatregelen die een inrichting zou moeten nemen om aannemelijk te maken dat het aan de energiebesparingsplicht voldoet. Dit is echter geen direct gevolg van de actualisatie zelf, inrichtingen zijn namelijk al verplicht om alle maatregelen te nemen die zich binnen vijf jaar terugverdienen. Voor het bepalen van de EML is gerekend met bedrijfstakbrede karakteristieken.

Voor het bevoegd gezag en omgevingsdiensten vergemakkelijken de geactualiseerde EML de handhaving van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit, terwijl ook de naleving voor het bedrijfsleven simpeler is gemaakt. Bij gebruikmaking van de lijst is immers geen individuele berekening van het besparingspotentieel en mogelijk te nemen maatregelen meer noodzakelijk. In potentie leiden zij op termijn tot een kostenreductie voor het bedrijfsleven, omdat energiebesparing uiteindelijk tot kostenbesparing leidt.

De actualisatie van de EML is onderdeel van een intensiveringspakket in het kader van de Wet milieubeheer. De Nationale Energieverkenning van 2017 (NEV 2017, Kamerstuk II 2017/2018, 30 196, nr. 559) schat het aantal PJ energiebesparing in de industrie en dienstensector in 2020 op basis van het huidige artikel 2.15 Activiteitenbesluit op 6,5 PJ. Het PJ potentieel, wanneer 60-90% van de bedrijven en instellingen eind 2020 aan de huidige Wet milieubeheer voldoet, wordt op 16,5 PJ extra geschat.

4. Consultatie

De bedrijfstak specifieke brancheverenigingen en een vertegenwoordigersgroep van de bevoegde gezagen zijn eind augustus 2018 over de nieuwe inhoud van de geactualiseerde EML geïnformeerd. Veel partijen hebben deze informele mogelijkheid gebruikt om te reageren. Deze reacties zijn zo veel mogelijk meegenomen in de wijzigingsregeling die op het internet is gepubliceerd. Een deel van de reacties is eveneens gebruikt om communicatie-instrumenten rondom energiebesparing te verbeteren. De internetconsultatie gaf een ieder de gelegenheid om een reactie in te dienen. Er zijn 43 reacties binnengekomen van organisaties en individuen.

Uit de internetconsultatie zijn veel bruikbare en concrete suggesties naar voren gekomen. Uit de reacties blijkt dat het gevoel van urgentie om energiebesparingsmaatregelen te treffen breed wordt gedragen in de verschillende sectoren. Het wordt in het algemeen gewaardeerd dat de EML beschikbaar zijn en nu worden geactualiseerd. De EML worden door verschillende organisaties gezien als een concreet hulpmiddel dat de drijver van een inrichting kan helpen om de juiste energiebesparingsmaatregelen te identificeren. Daarnaast geven verschillende bevoegde gezagen aan dat de wijzigingen in de EML de uitvoerbaarheid en naleefbaarheid zullen versterken.

In paragraaf 4.1 wordt nader ingegaan op de inhoudelijke suggesties voor de EML. De reacties uit de internetconsultatie richten zich ook op het proces waarmee de geactualiseerde EML tot stand zijn gekomen en de gevolgen van de geactualiseerde EML voor inrichtingen en bevoegde gezagen. In de verschillende sub paragrafen is vervolgens nadere toelichting gegeven.

4.1 Reacties op de inhoud van de EML

Op basis van de ontvangen reacties zijn verschillende verbeteracties uitgevoerd waardoor de EML zijn verbeterd. De acties die zijn uitgevoerd vallen uiteen in het samenvoegen van maatregelen/technieken, het splitsen van bestaande maatregelen/technieken, het verwijderen van irrelevante maatregelen in een bepaalde bedrijfstak en het tekstueel vereenvoudigen van maatregelen/technieken. Uiteindelijk is er nog een tekstuele slag gemaakt ten behoeve van de bruikbaarheid van de erkende maatregelen voor het eLoket voor de nieuwe informatieplicht.

Bepaalde technieken dienen hetzelfde doel. Waar mogelijk zijn deze technieken samengevoegd tot één erkende maatregel voor energiebesparing. Het gaat hier bijvoorbeeld om noodstroomvoorziening voor serverruimten. De terugverdientijd van alle varianten met ledverlichting zijn opnieuw doorgerekend door een externe partij. Op basis hiervan zijn aanvullende economische randvoorwaarden (minimaal aantal branduren) en technische randvoorwaarden (specifiek voor bestaande armaturen) toegevoegd. Bij de maatregel energiebewaking en registratiesysteem is het doel aangescherpt. Bovendien zijn per techniek nieuwe randvoorwaarden (jaarlijkse elektriciteitsverbruik, aardgasverbruik en het bruto vloeroppervlak) gesteld. Bij de maatregel isolatie van ventilatiekanalen is verduidelijkt dat het gaat om systemen die zijn aangesloten op recirculatie- en/of warmteterugwinningssystemen. Verder is bij de maatregel isolatie van leidingen en appendages voor ruimteverwarming verduidelijkt dat het isoleren alleen geldt voor de ringleiding. Een ander voorbeeld van een maatregel die verduidelijkt is, is de maatregel gerichte puntafzuigingen. Al deze maatregelen zijn nu uniform toegepast in de relevante bedrijfstakken.

Mede naar aanleiding van de consultatiereacties zijn enkele maatregelen gesplist. Zo waren voor maatregelen met betrekking tot buitenverlichting meerdere varianten opgenomen waardoor de toepasbaarheid onduidelijk was. Deze maatregelen zijn nu specifiek gemaakt en als aparte erkende maatregelen benoemd in de bedrijfstakken waar deze van toepassing waren. Deze maatregelen zijn nu uniform toegepast in de relevante bedrijfstakken.

Mede uit de consultatie komt naar voren dat niet alle nieuwe maatregelen relevant gevonden worden. Men betwijfelt of de specifieke maatregelen voor alle sectoren aangewezen kunnen worden en de toepassingsvoorwaarden zouden in veel gevallen onvergelijkbaar zijn tussen sectoren. Mede op basis van de reacties op de internetconsultatie zijn de nieuw toegevoegde maatregelen nogmaals nagekeken op relevantie en overlap met andere maatregelen. Ook is bekeken welke maatregelen al door ander beleid geregeld worden en welke maatregelen achterhaald zijn. Dit heeft in sommige gevallen geleid tot het schrappen van maatregelen. De uiteindelijke EML zijn daardoor overzichtelijker geworden en sluiten beter aan bij de verschillende bedrijfstakken. Achterhaalde technieken zijn bijvoorbeeld veegschakelingen, want andere erkende maatregelen zoals bewegingsmelders zijn een gangbaardere techniek voor hetzelfde doel. Spanningsverlagingstoestellen zijn geschrapt, omdat deze maatregel oude conventionele technieken in stand houdt. Energiezuinige beglazing op natuurlijke vervangingsmomenten voor kantoorruimten wordt al geregeld in het Bouwbesluit en zijn dus van de EML gehaald. Maatregelen met betrekking tot energiezuinige koelkasten en computers zijn alsnog niet aangewezen als erkende maatregelen, omdat deze maatregelen worden gedekt door de Ecodesign-richtlijn, die ervoor zorgt dat een energiezuinige variant op een natuurlijk vervangingsmoment wordt afgeschaft. De maatregelen met betrekking tot IE-motoren zijn tevens aangepast zodat zij in lijn zijn met de Ecodesign-richtlijn, en om te voorkomen dat er een ongewenste overlap is tussen de EML en de Ecodesign-richtlijn.

Een aantal nieuwe technieken die in de internetconsultatie is opgenomen, is na de internetconsultatie alsnog niet opgenomen in de EML vanwege de beperkte toepassingsmogelijkheden of onduidelijkheid in de berekening van de terugverdientijd. De lucht- en waterwarmtepomp is hier een voorbeeld van. Voor deze maatregel is meer onderzoek nodig om beter te onderbouwen met welke randvoorwaarden een warmtepomp voor specifieke bedrijfstakken voldoende rendabel is.

Verder zijn maatregelen/technieken vereenvoudigd. Zo is de maatregel warmte- en koudeverlies door openstaande deuren geüniformeerd en tekstueel aangescherpt waardoor de uitgangssituatie is verduidelijkt. Ten slotte zijn er door verschillende partijen nog meer nieuwe maatregelen genoemd om toe te voegen aan de EML. Deze zijn nu niet meegenomen, vanwege de beperkte beschikbare tijd voor de actualisatie. Bij een eventuele toekomstige actualisatie kunnen dergelijke maatregelen mogelijk alsnog worden toegevoegd. Ook de verschillende suggesties over een andere ordening van de erkende maatregelen kunnen bij een toekomstige actualisatie meegenomen worden.

4.1.2 Totstandkoming geactualiseerde EML

Verschillende brancheverenigingen gaven aan verbaasd en bezorgd te zijn over het feit dat er bij de actualisatie van de EML niet van tevoren contact is gezocht met de sectoren, en dat de actualisatie onder hoge tijdsdruk uitgevoerd is. Er wordt door hen op gewezen dat de EML in het verleden tot stand kwamen in nauwe samenwerking met de branches en bevoegde gezagen. Ook werd er ingebracht dat de lijsten die voor een aantal bedrijfstakken recent zijn opgesteld pas later geactualiseerd zouden moeten worden.

Met de adviesgroep EML, bestaande uit branchevertegenwoordigers en de Rijksoverheid, was afgesproken om de EML in 2019 te actualiseren, tenzij in het kader van het Energieakkoord een ander moment voor de actualisatie zou worden afgesproken. In februari 2018 hebben de betrokken branches als partijen van de Borgingscommissie bij het Energieakkoord het voornemen vastgelegd om de EML voor januari 2019 te actualiseren (Kamerstuk II 2017/2018, 30 196, nr. 573).

Bij het opstellen van de oorspronkelijke EML is destijds nauw samengewerkt met de brancheverenigingen. Bij de actualisatie van de EML bouwt het Rijk voort op deze goede basis die samen met de branches en andere betrokken partijen is gelegd. De actualisatie van de EML is een wijziging van een minder ingrijpende orde dan het invoeren van de EML destijds was. Het betreft een extra impuls aan de naleving van de Wet milieubeheer, waarbij de inzet van lijsten met erkende maatregelen gecontinueerd wordt. Dit is een wezenlijk ander proces dan de eerste totstandkoming van de EML. De brancheverenigingen hebben inspraak geleverd op het resultaat. Deze waardevolle input is zowel tijdens de informele als de formele consultatie verkregen. Ook tijdens het verwerken van de consultatiereacties is er contact geweest met betrokken partijen om eventuele verbeterpunten in kaart te brengen.

4.1.3 Administratieve lasten

Een aantal organisaties geeft in de internetconsultatie aan dat de actualisatie van de EML kan zorgen voor een toename van administratieve lasten, onder andere door onduidelijkheid van maatregelen en gebrek aan specifieke kennis. De geactualiseerde EML zouden veel ruimte laten voor interpretatie door drijvers van inrichtingen en ambtenaren, wat in het ergste geval zou kunnen leiden tot meer (juridische) geschillen. Daarnaast stelt men dat de maatregelen onduidelijk zijn geformuleerd, waardoor deze moeilijk te handhaven zijn of juist moeilijk te interpreteren door de inrichting. In het algemeen lijkt er behoefte te zijn aan een informatiepunt voor zowel de bevoegde gezagen als de inrichtingen. Om hieraan tegemoet te komen wordt de kennisbank Energiebesparing en Winst van Rijkswaterstaat WVL (onderdeel kenniscentrum InfoMil) geactualiseerd.

Zoals hierboven is toegelicht geven de EML een invulling aan de al bestaande verplichting om energiebesparende maatregelen te treffen met een terugverdientijd van vijf jaar. De EML geven inrichtingen meer duidelijkheid over de maatregelen die zij kunnen nemen. De actualisatie van de EML geeft dus een invulling aan artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit en leidt op zichzelf niet tot een lastenverzwaring.

4.1.4 Kennisbank Energiebesparing en Winst (www.infomil.nl/energie)

De bestaande kennisbank Energiebesparing en Winst van Rijkswaterstaat WVL (onderdeel kenniscentrum InfoMil) wordt in samenwerking met externe deskundigen en RVO.nl eveneens geactualiseerd. Naast het aansluiten op de nieuwe bijlage 10, wordt ook met dit hulpmiddel tegemoet gekomen aan meerdere reacties uit de internetconsultatie. Het gaat dan vooral om de uitleg van bepaalde begrippen en de onderlinge samenhang tussen maatregelen. Deze kennisbank komt tegemoet aan de wensen van inrichtingen en bevoegde gezagen door op een heldere en toegankelijke wijze inzicht te geven in de technische aspecten van specifieke maatregelen. Dit zal ook helpen bij interpretatievragen over de uitleg van maatregelen en randvoorwaarden. Het in het kader van de informatieplicht gestarte communicatietraject vanuit het Rijk kan daarnaast de maatregelen verduidelijken, waardoor inrichtingen en bevoegde gezagen straks zo min mogelijk problemen ondervinden. Ook de brancheverenigingen hebben en nemen hier hun verantwoordelijkheid ten aanzien van communicatie.

4.1.5 Berekeningsmethodiek EML

Verschillende organisaties geven aan dat zij graag zien welke methode het Rijk hanteert bij het bepalen van de terugverdientijd. Zonder die informatie is het voor drijvers van inrichtingen moeilijk om na te gaan of een maatregel in een specifiek geval inderdaad zich binnen vijf jaar terugverdient. Daarnaast komt in verschillende reacties naar voren dat men kentallen voor investeringen, besparingen en gehanteerde tarieven mist. De wijze waarop de EML zijn vastgesteld is uiteengezet in deze nota van toelichting. Het zijn maatregelen die door de minister zijn vastgesteld en waarmee voldaan kan worden aan de energiebesparingsplicht. De toepasselijke erkende maatregelen uit de EML moeten volledig worden toegepast om in ieder geval te voldoen aan artikel 2.15 van de Activiteitenbesluit.

De EML zijn sector-breed opgezet. Het is daarom in specifieke gevallen mogelijk dat de terugverdientijd verschilt voor een inrichting. Dat kan aanleiding zijn voor een inrichting om af te wijken van de EML. Het is bij afwijking van de EML echter mogelijk niet meer aannemelijk dat de inrichting aan de energiebesparingsplicht voldoet. Mogelijk zijn er voor een individuele inrichting dan ook andere energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar te nemen die niet op de EML staan. Wanneer een inrichting afwijkt van de EML kan zij gebruikmaken van de terugverdientijdmethodiek die wordt opgenomen in de wijziging van artikel 2.16c van de Activiteitenregeling om andere rendabele maatregelen in kaart te brengen. Het is aan het bevoegd gezag om, bijvoorbeeld op grond van de geleverde toelichting in de informatieplicht, te beoordelen of met het afwijkende pakket voldaan wordt aan de energiebesparingsplicht.

Verder is er grotendeels voortgebouwd op het werk van de branches waarbij de door hen geleverde onderbouwing van de investeringskosten van bestaande EML zijn geïndexeerd naar huidige niveaus.

4.1.6 Regionale plannen voor warmte- en energievoorziening

Verschillende organisaties gaven aan zich zorgen te maken over invloed van toekomstige gemeentelijke keuzes voor warmte- en energievoorziening op het rendement van de nu opgelegde investeringen via de EML. De gedachte hierbij is dat een inrichting op korte termijn geconfronteerd kan worden met nieuwe verplichte investeringen om te voldoen aan de energietransitie op gemeentelijk niveau. Dit zal echter geen gevolgen hebben voor de investeringen op basis van de nieuwe EML. De gemeentelijke plannen zullen niet allemaal binnen vijf jaar gerealiseerd zijn, waardoor de energiebesparende maatregelen zich terug kunnen verdienen. Daarnaast ligt het bevoegd gezag ook op gemeentelijk niveau en kan het bevoegd gezag indien nodig rekening houden met lokale plannen voor de energietransitie.

4.1.7 MKB-toets

In een aantal reacties vraagt men om de actualisatie van de EML te onderwerpen aan een MKB-toets. Een dergelijke toets houdt in dat de conceptversie van de geactualiseerde EML wordt voorgelegd aan een panel van door de brancheorganisaties geselecteerde ondernemers. De maatregelen zouden onvoldoende zijn afgestemd met het MKB. Dit zou risico’s met zich meebrengen voor MKB-bedrijven. Men vraagt of er in een dergelijke MKB-toets met name kan worden gekeken of de nieuwe maatregelen de juiste toepassingsvoorwaarden hebben, of de gehanteerde uitgangspunten bij de nieuwe maatregelen kloppen en of er geen tegenspraak is tussen maatregelen.

De MKB-toets is echter ongeschikt om een antwoord te geven op deze vragen. De MKB-toets is in het leven geroepen om in het wetgevingsproces te controleren of wet- en regelgeving voldoende uitvoerbaar zijn voor kleine en middelgrote bedrijven. Externe consultants voeren de actualisatie uit op basis van nieuwe technische wijzigingen en veranderingen in bijvoorbeeld de energieprijs. Een MKB-panel beschikt niet over de benodigde technische kennis om input te leveren voor de 19 afzonderlijke sectoren en kan dus weinig zeggen over specifieke referentietechnieken en toepassingsvoorwaarden. Hier ziet het Rijk een rol voor de betrokken brancheverenigingen uit de 19 bedrijfstakken. Zij vertegenwoordigen het MKB en kunnen bij hun diverse achterban input verzamelen en leveren wanneer zij dit nodig achten. De internetconsultatie is door het Rijk ingezet als instrument om de benodigde input te verzamelen. Over toepassingsvoorwaarden, uitgangspunten en eventuele tegenspraak tussen maatregelen is dan ook via de internetconsultatie input verzameld.

4.1.8 EML-systematiek en energiebesparingsregelgeving

Er zijn verschillende vragen gesteld over de werking van de EML-systematiek. De antwoorden op deze vragen volgen uit de uitleg van de bestaande EML-systematiek die door de actualisatie (of informatieplicht) ongewijzigd blijft. Meer informatie over de werking van de EML-systematiek is onder andere gegeven in de handreiking erkende maatregelen voor energiebesparing van Rijkswaterstaat WVL (onderdeel Kenniscentrum InfoMil), zie www.infomil.nl/energie.

4.1.9 Verzoek om extra inpassingsvoorwaarden op te nemen

Een ander aspect dat genoemd werd in de consultatiereacties was het opnemen van extra specifieke inpasbaarheidsvoorwaarden. In deze nota van toelichting is verduidelijkt hoe de economische en technische randvoorwaarden zijn aangepast. Er was bij de introductie van de EML-systematiek al een koppeling gemaakt met de energieprestatielabelsystematiek en het Bouwbesluit. Meer informatie hierover kan gevonden worden in de ‘Handreiking erkende maatregelen energiebesparing voor de werking rond bijzondere omstandigheden’ van Kenniscentrum InfoMil. Enkele voorstellen, zoals het opnemen van specifieke investeringskosten als randvoorwaarden, gaan in tegen de methodiek van de EML zoals die eerder in adviesgroepen bij het opstellen van de oorspronkelijke EML zijn gemaakt. Bij de randvoorwaarden wordt van een redelijke en billijke uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) uitgegaan. Het is de taak van de toezichthouder om rekening te houden met andere aandachtspunten, zoals inpasbaarheid, veiligheidsaspecten en/of individuele aandachtspunten. Dit geldt voor alle omgevingsthema’s in de wetgeving.

4.1.10 Verzoeken die buiten de reikwijdte van de actualisatie vallen

Veel vragen over de EML-systematiek en energiebesparingsregelgeving vallen buiten de reikwijdte van de actualisatie van de EML. In meerdere reacties werd gevraagd naar de informatieplicht en de overlap van de Wet milieubeheer, de EML en andere wet- en regelgeving. In dat kader wordt vooral verwezen naar Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (hierna: EED). De opzet en werking van de informatieplicht en de EED vallen buiten de reikwijdte van deze wijziging. In de nota van toelichting bij de wijziging van het Activiteitenbesluit is de samenhang en de verhouding tussen de energiebesparingsplicht, de informatieplicht en overige wet- en regelgeving waaronder de EED verder verduidelijkt.

Verder werd gesteld dat het ontbreken van een wettelijke definitie van het begrip ‘drijver van de inrichting’ voor verwarring kan zorgen bij handhavers en inrichtingen, en er werd betwist of de EML op een juiste manier bijdragen aan klimaatdoelen. Deze reacties geven een goed beeld van de vragen die bij inrichtingen en bevoegde gezagen leven en zullen waar mogelijk worden meegenomen in de communicatie in het kader van de introductie van de informatieplicht. Meer informatie over de EML, de energiebesparingsplicht en de informatieplicht kan gevonden worden op de website van Kenniscentrum InfoMil (www.infomil.nl/energie).

5. Handhaving en uitvoering

De handhaving van de energiebesparingsverplichting uit artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit is belegd bij het bevoegd gezag (gemeenten en provincies). Deze regeling is voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Het IPO geeft aan positief te zijn over de actualisatie van de EML. Volgens het IPO zorgt de actualisatie ervoor dat de lijsten inzichtelijker en toegankelijker worden, wat de uitvoerbaarheid en naleefbaarheid ten goede komt. Als verbeterpunten noemen zij verduidelijking van de energiebesparingsplicht wanneer een maatregel zowel op een zelfstandig als natuurlijk moment voldoende rendabel is en het schrappen van dubbele maatregelen. Verder doen zij verschillende voorstellen voor nieuwe maatregelen. Op deze punten is hierboven reeds ingegaan. Ten slotte deed het IPO veel bruikbare technische suggesties over specifieke maatregelen. Deze zijn meegenomen met de andere consultatiereacties.

De VNG geeft aan dat ze het standpunt onderschrijven dat het voor bedrijven met de toepassing van de maatregelen uit deze lijst eenvoudiger is om aan de energiebesparingsplicht te voldoen. Daarnaast stelt de VNG dat het toezicht op en de handhaving van de energiebesparingsmaatregelen eenduidiger en eenvoudiger worden. De voorgestelde actualisatie van de EML heeft daarmee de goedkeuring van de VNG.

De uitvoeringsdiensten RVO.nl en Rijkswaterstaat WVL (onderdeel kenniscentrum InfoMil) zijn nauw betrokken bij de totstandkoming van deze wijziging.

Het voorstel is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). De ATR heeft het voorstel bekeken en heeft besloten het niet te selecteren voor formele advisering.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven