Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 10 april 2023, nummer WBN 2023/3, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, het Besluit Naturalisatietoets, de Regeling naturalisatietoets Nederland, de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap;

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 1.1.1/8-1-d Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, RWN is gewijzigd en komt te luiden:

Paragraaf 1.1.1. Historie

Situatie tot 1 januari 2013

Op 1 april 2003 is de naturalisatietoets geïntroduceerd voor de verzoeker die wil naturaliseren. Sinds 1 april 2007 geldt dat een verzoeker de naturalisatietoets heeft behaald, als hij het inburgeringsexamen als bedoeld in het toenmalige artikel 7, tweede lid van de Wet inburgering heeft behaald. In sommige gevallen kan de verzoeker in aanmerking komen voor een (gedeeltelijke) vrijstelling of ontheffing van de naturalisatietoets.

Situatie vanaf 1 januari 2013

Op 1 januari 2013 veranderde de inhoud van het inburgeringsexamen. Daarmee veranderde ook de inhoud van de naturalisatietoets. De examenonderdelen Elektronisch Praktijkexamen (EPE) en het decentraal praktijkexamen zijn komen te vervallen. Het examen bevat vanaf dat moment de volgende onderdelen: de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven in de Nederlandse taal op niveau A2. Het onderdeel Kennis Nederlandse Samenleving (KNS) bleef bestaan.

Verzoekers die op 1 januari 2013 al de nodige inspanningen hadden gedaan om zich voor te bereiden op het inburgeringsexamen zoals dit in de Wet inburgering luidde op 31 december 2012 kregen tot 1 januari 2015 de tijd om dit inburgeringsexamen af te maken. Deze verzoekers konden er ook voor kiezen om het inburgeringsexamen, zoals dat in de Wet inburgering vanaf 1 januari 2013 luidde, af te leggen.

De gemeentelijke taken met betrekking tot de uitvoering van de Wet inburgering zijn op 1 januari 2013 overgegaan naar de toenmalige Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voert deze taken uit. Het gaat hier om handhaving van de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtige vreemdelingen die op of na 1 januari 2013 rechtmatig verblijf krijgen in Nederland. De gemeente bleef de handhaving verzorgen van inburgeringsplichtige vreemdelingen die voor 1 januari 2013 al rechtmatig verblijf hadden in Nederland.

Situatie vanaf 1 januari 2015

Op 1 januari 2015 veranderde de inhoud van het inburgeringsexamen. Daarmee veranderde ook de inhoud van de naturalisatietoets.

Aan het inburgeringsexamen is aan het onderdeel kennis van de Nederlandse samenleving op 1 januari 2015 het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt toegevoegd. Voor meer toelichting op dit examenonderdeel, zie Stb. 2014, 404.

Voor vrijstelling van het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt zie paragraaf 2.2.3.

Situatie vanaf 1 oktober 2017

Op 1 oktober 2017 veranderde de inhoud van het inburgeringsexamen. Daarmee veranderde ook de inhoud van de naturalisatietoets.

Aan het inburgeringsexamen is op 1 oktober 2017 het examenonderdeel participatieverklaringstraject toegevoegd. Door middel van het participatieverklaringstraject maken inburgeringsplichtigen (vreemdelingen op wie de Wet inburgering van toepassing is) nader kennis met de kernwaarden van de Nederlandse samenleving. Voor meer toelichting op dit examenonderdeel, zie Stcrt. 2017, 55853.

Voor vrijstelling van het onderdeel participatieverklaringstraject zie paragraaf 2.2.3.

Situatie vanaf 1 juli 2018

Per 1 juli 2018 is de Regeling naturalisatietoets Nederland gewijzigd. In de Regeling zijn wijzigingen opgenomen met betrekking tot de examenpogingen, die een verzoeker moet hebben gedaan als bewijs dat hij aantoonbaar voldoende inspanningen heeft verricht om het inburgeringsexamen te halen. Ook is opgenomen dat een alfabetiseringscursus mee kan tellen bij het aantal benodigde uren dat een verzoeker moet hebben deelgenomen aan een inburgeringscursus. Deze wijzigingen worden verder toegelicht in paragraaf 2.3.4.

Situatie vanaf 28 mei 2019

Per 28 mei 2019 is de Regeling naturalisatietoets Nederland gewijzigd. In artikel 4, achtste lid, onder c, Regeling naturalisatietoets Nederland is een gedeeltelijke vrijstelling opgenomen, voor het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt (zie verder paragraaf 2.2.1 bij de toelichting op artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, RWN).

Situatie vanaf 1 oktober 2020

Per 1 oktober 2020 is de Regeling naturalisatietoets Nederland gewijzigd. In artikel 4, achtste lid, onder c, Regeling naturalisatietoets Nederland is een gedeeltelijke vrijstelling opgenomen, voor het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt (zie verder paragraaf 2.2.3 bij de toelichting op artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, RWN).

Overgangssituatie op 1 januari 2022 in verband met nieuwe Wet inburgering 2021

Op 1 januari 2022 is de nieuwe Wet inburgering 2021 in werking getreden. Deze heeft als doel alle nieuwe inwoners van Nederland met een inburgeringsplicht zo snel mogelijk Nederlands te leren spreken en schrijven op het voor hen hoogst haalbare niveau, zodat zij zo goed mogelijk mee kunnen draaien in de Nederlandse samenleving.

Het Besluit naturalisatietoets, dat op 18 maart 2022 is gepubliceerd (Stb 2022, 115 van 18 maart 2022) blijft met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022 echter bepalend bij het beoordelen van de vraag of in het kader van een naturalisatieverzoek is voldaan aan het vereiste van de naturalisatietoets.

Dit betekent dat ook na 1 januari 2022 een voor of na deze datum ingediend naturalisatieverzoek wordt ingewilligd (als ook aan de andere voorwaarden is voldaan) als de naturalisatieverzoeker een inburgeringsdiploma heeft, dat aantoont dat hij een taalbeheersing op niveau A2 heeft in de Nederlandse taal. Ook de andere vrijstellende documenten, die vermeld zijn in artikel 3 Besluit naturalisatietoets (zoals dat luidt sinds 1 januari 2013), blijven gelden als vrijstelling van de naturalisatietoets.

Omdat ook de Regeling naturalisatietoets Nederland, zoals deze luidt sinds 1 oktober 2020, nog steeds van kracht is, blijven de in die regeling genoemde documenten voor een gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets, voor een medische of andere ontheffing (zoals bijvoorbeeld wegens ‘aantoonbaar geleverde inspanningen’) van kracht op de manier zoals zij waren vóór 1 januari 2022. De instantie als bedoeld in artikel 5 lid 1 Regeling naturalisatietoets Nederland die adviseert over het bestaan van een psychische of lichamelijke belemmering dan wel een verstandelijke handicap, blijft Argonaut.

De grondslag voor het stellen van de voorwaarde dat de verzoeker om naturalisatie aantoont dat hij als ingeburgerd kan worden beschouwd, ligt in artikel 8, eerste lid en onder d, RWN. Daaraan is voor verzoekers die woonachtig zijn in Europees Nederland of buiten het Koninkrijk invulling gegeven in het Besluit naturalisatietoets, de Regeling naturalisatietoets Nederland en de Handleiding.

Situatie vanaf 15 februari 2023: aanpassing Regeling naturalisatietoets Nederland (oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt en aantoonbaar geleverde inspanningen)

Per 15 februari 2023 is de Regeling naturalisatietoets Nederland gewijzigd (besluit Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 30 januari 2023, kenmerk 4361501). In artikel 4, achtste lid van de Regeling naturalisatietoets Nederland zijn nieuwe gedeeltelijke vrijstellingen ingevoerd voor het onderdeel Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt voor verzoekers die volledig gepensioneerd zijn voor de AOW-gerechtigde leeftijd en voor verzoekers die volledig en blijvend arbeidsongeschikt zijn. In artikel 6, vierde lid, van de Regeling naturalisatietoets Nederland is o.a. het optellen van alfabetiseringscursusuren en inburgeringscursusuren gewijzigd (zie verder paragraaf 2.3.4 bij de toelichting op artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, RWN).

Situatie vanaf 1 april 2023: aanpassing Regeling naturalisatietoets Nederland (aantoonbaar geleverde inspanningen)

Per 1 april 2023 is de Regeling naturalisatietoets Nederland gewijzigd (besluit Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 april 2023, kenmerk 4571379, gepubliceerd in de Staatscourant van 10 mei 2023). In artikel 6, vierde lid, aanhef en onder a, Regeling naturalisatietoets Nederland is het aantal keren dat een vreemdeling moet hebben deelgenomen aan de niet behaalde onderdelen van de naturalisatietoets gewijzigd van vier- naar driemaal (zie verder paragraaf 2.3.4 bij de toelichting op artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, RWN).

B

Paragraaf 2.3.4/8-1-d Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, RWN is gewijzigd en komt te luiden:

Paragraaf 2.3.4. Toetscriteria aantoonbaar geleverde inspanningen

Artikel 6, vierde lid, Regeling naturalisatietoets Nederland geeft uitwerking aan de toetscriteria. DUO geeft in ieder geval, op verzoek van de betrokkene, een advies af aan de vreemdeling die:

  • a. ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een inburgeringscursus, een cursus Nederlands als tweede taal of een combinatie daarvan bij een cursusinstelling met het Blik op Werk keurmerk en ten minste driemaal heeft deelgenomen aan de niet behaalde onderdelen van het inburgeringsexamen, waarvan ten hoogste twee van de examenpogingen de overeenkomstige onderdelen van het Staatsexamen Nederlands als tweede taal betreffen;

  • b. ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een alfabetiseringscursus bij een cursusinstelling met het Blik op Werk Keurmerk en uit een door DUO afgenomen toets blijkt dat de betrokkene niet het leervermogen heeft om het inburgeringsexamen te halen; of

  • c. ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een alfabetiseringscursus en een daaropvolgende inburgeringscursus, beide aan een cursusinstelling met het Blik op werk keurmerk, waarvan ten minste 300 uur besteed is aan de alfabetiseringscursus, en uit een door DUO afgenomen toets blijkt dat de betrokkene niet het leervermogen heeft om het inburgeringsexamen te halen.

In verband met het uitbreiden van het inburgeringsexamen op 1 oktober 2017 met het participatieverklaringstraject is in de Regeling naturalisatietoets Nederland verduidelijkt dat de adviesprocedure bij DUO niet kan worden gevolgd door vreemdelingen die op grond van de Wet inburgering nog inburgeringsplichtig zijn voor het onderdeel genaamd het participatieverklaringstraject.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 april 2023

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

A, B

Per 10 mei 2023 is de Regeling naturalisatietoets Nederland gewijzigd. In artikel 6, vierde lid, aanhef en onder a, Regeling naturalisatietoets Nederland is het aantal keren dat een vreemdeling moet hebben deelgenomen aan de niet behaalde onderdelen van de naturalisatietoets gewijzigd van vier- naar driemaal.

Deze wijziging is in overeenstemming met een wijziging van de Regeling inburgering 2021 waarin het aantal examenpogingen per niet behaald examenonderdeel in het kader van de ontheffing van het inburgeringsexamen wordt verminderd van vier naar drie. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer hierover op 20 december 2022 geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32 824, nr. 380).

Vanwege de wijziging in de Regeling naturalisatietoets Nederland is ook de HRWN aangepast in paragrafen 1.1.1 en 2.3.4 van de toelichting op artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, RWN.

Naar boven