Regeling van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 29 maart 2022, nr. 2022-0000083713, tot wijziging van de Tijdelijke maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden in verband met het subsidiabel stellen van btw alsmede een versoepeling van de eis van marktconformiteit bij externe opdrachten

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Gelet op de artikelen 2 en 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:

externe adviseur:

een adviseur buiten het samenwerkingsverband die wordt ingehuurd door de hoofdaanvrager om activiteiten als bedoeld in artikel 13 uit te voeren;

B

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘derde lid’ vervangen door ‘derde of vierde lid’.

2. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f, onder 3, door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. in rekening gebrachte btw, voor zover deze kosten niet verrekend kunnen worden en voor deze kosten geen beroep kan worden gedaan op het BTW-compensatiefonds, genoemd in artikel 2 van de Wet op het BTW-compensatiefonds.

3. Onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot vijfde tot en met zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Een uurtarief van een externe adviseur wordt geacht marktconform te zijn, indien het uurtarief van de externe adviseur maximaal € 125 exclusief btw bedraagt of het uurtarief op maximaal dat bedrag is bepaald. Dit lid is niet van toepassing, indien de Aanbestedingswet 2012 op de subsidieontvanger van toepassing is.

4. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘vierde lid’ vervangen door ‘vijfde lid’.

5. In het zevende lid (nieuw) wordt ‘vijfde lid’ vervangen door ‘zesde lid’.

C

In artikel 20 vervalt onderdeel g, onder verlettering van de onderdelen h en i tot g en h.

D

In artikel 23 wordt onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien op grond van artikel 19, eerste lid, onderdeel g, btw in aanmerking komt voor subsidiëring, bevat de administratie de bewijsstukken die aantonen dat aan de vereisten, bedoeld in dat onderdeel is voldaan.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 maart 2022

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

TOELICHTING

I. Algemeen

Deze regeling wijzigt de Tijdelijke maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU) op twee punten: het subsidiabel stellen van in rekening gebrachte btw en de regels inzake de marktconformiteit bij externe opdrachten.

Btw

Btw, die in rekening is gebracht door een externe partij voor de uitvoering van een activiteit binnen een activiteitenplan, is op grond van de MDIEU niet subsidiabel. De meeste organisaties kunnen in rekening gebrachte btw namelijk verrekenen. Publieke organisaties kunnen over het algemeen geen btw verrekenen, maar zij kunnen een beroep doen op het BTW-compensatiefonds. Enkele (semi-)publieke sectoren kunnen echter geen btw verrekenen of gecompenseerd krijgen. Als deze organisaties geen subsidie kunnen ontvangen over in rekening gebrachte btw, zal hierdoor hun cofinanciering hoger moeten zijn dan die van andere subsidieontvangers (die wel de btw kunnen verrekenen of gecompenseerd kunnen krijgen). Dat is ongewenst. Met deze wijzigingsregeling wordt dit opgelost. De btw is namelijk wel subsidiabel als de hoofdaanvrager de in rekening gebrachte btw niet kan verrekenen en geen beroep kan doen op het BTW-compensatiefonds.

Marktconformiteit: maximum uurtarief

Op grond van artikel 19, eerste lid, van de MDIEU moeten externe opdrachten marktconform worden uitgevoerd. Het derde lid bepaalt dat indien de kosten hiervoor meer bedragen dan € 50.000 een offerteprocedure dient plaats te vinden, waarbij ten minste drie offertes worden aangevraagd en beoordeeld door de subsidieontvanger. De regeling wordt op dit punt versoepeld en in lijn gebracht met vergelijkbare andere subsidieregelingen van het Ministerie van SZW om de administratieve lasten voor subsidieontvangers te verminderen. Ook omdat bij duurzame inzetbaarheid in activiteitenplannen MDIEU-activiteiten regelmatig worden bestendigd. Bij bestendiging van reeds ingezette duurzame inzetbaarheidsactiviteiten zal de subsidieaanvrager bestaande activiteiten willen uitbreiden of intensiveren. Met het oog op continuïteit en aansturing is het voor de subsidieaanvrager vaak wenselijk deze activiteiten te laten uitvoeren door de eerder ingehuurde externe partij. Het brengt onnodig veel administratieve lasten met zich wanneer hiervoor een nieuwe offerteprocedure moet worden gestart.

In artikel 19 wordt nu geregeld dat de verplichting om drie offertes op te vragen niet van toepassing is wanneer een externe adviseur wordt ingehuurd voor een tarief dat maximaal € 125 per uur, exclusief btw, bedraagt. Wanneer de ingehuurde externe partij beneden dit uurtarief de werkzaamheden uitvoert, is de verplichting om offertes op te vragen bij minimaal drie partijen, niet van toepassing. Ook niet wanneer de totale waarde van de opdracht boven € 50.000 uitkomt. Het bedrag van € 125 is gebaseerd op eerder marktonderzoek naar marktconforme tarieven bij advisering omtrent duurzame inzetbaarheid. Voor het bepalen van het maximumtarief is gekeken naar de ESF-regeling1 en de SLIM-regeling2. Er is hierbij rekening gehouden met indexering.

Voor de volledigheid wordt hier benadrukt dat aanbestedende diensten, zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012, steeds gehouden zijn aan de Europese en nationale aanbestedingsregels. De nationale aanbestedingsregels zijn vervat in de Aanbestedingswet 2012 en de Gids proportionaliteit.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

In artikel 1, eerste lid, is nu een definitie van het begrip ‘externe adviseur’ opgenomen, waarnaar in artikel 19, vierde lid, wordt verwezen. In het kader van de MDIEU is een externe adviseur een adviseur buiten het sectorale samenwerkingsverband die door de hoofdaanvrager wordt ingehuurd ter uitvoering van subsidiabele activiteiten met betrekking tot duurzame inzetbaarheid.

Onderdeel B

Het eerste lid regelt dat bij externe kosten voor subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 13 marktconformiteit niet hoeft te worden aangetoond, als voldaan wordt aan de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in artikel 19, vierde lid (nieuw).

Het tweede lid regelt dat in rekening gebrachte btw voor subsidiëring in aanmerking komt, voor zover de kosten niet verrekend kunnen worden bij de Belastingdienst en deze kosten niet kunnen worden gecompenseerd vanuit het BTW-compensatiefonds. Voor het overige deel is de btw niet subsidiabel op grond van deze regeling.

Het derde lid regelt dat een uurtarief van een externe adviseur wordt geacht marktconform te zijn, indien subsidieaanvragers een externe adviseur inhuren tegen een uurtarief van maximaal € 125 per uur, exclusief btw. Uiteraard dienen de kosten te allen tijde redelijk te zijn en in lijn met wat in de markt en het publieke domein gangbaar is. Bij organisaties die onder de Aanbestedingswet 2012 vallen, wordt niet op grond van het nieuwe vierde lid verondersteld dat sprake is van marktconformiteit als zij gebruik maken van het maximum uurtarief. Zij hebben te voldoen aan de aanbestedingsregels die op grond van die wet op hen van toepassing zijn. Waar naar de ‘Aanbestedingswet 2012’ wordt verwezen, wordt daarmee mede bedoeld de laatste versie van de Gids proportionaliteit. De Gids proportionaliteit geeft invulling aan het beginsel van proportionaliteit dat bij aanbesteden in acht genomen moet worden. In artikel 10 van het Aanbestedingsbesluit is de Gids proportionaliteit als verplicht te volgen richtsnoer aangewezen. Het verplicht gebruik van de Gids proportionaliteit geldt zowel voor Europese aanbestedingen, nationale aanbestedingen als voor meervoudig onderhandse procedures. De Gids proportionaliteit is van toepassing op de gehele procedure.

Het vierde en vijfde lid herstellen verwijzingen naar eerdere leden in dit artikel, die als gevolg van het nieuw ingevoegde artikel 19, tweede lid, zijn vernummerd.

Onderdeel C

Dit onderdeel regelt dat de btw als geheel niet langer wordt aangemerkt als niet subsidiabele kosten. Immers, voor zover de kosten niet verrekend kunnen worden en voor deze kosten geen beroep kan worden gedaan op het BTW-compensatiefonds, is de btw namelijk wel subsidiabel op grond van artikel 19, eerste lid, onderdeel g. Voor het deel van de btw dat wel verrekend kan worden geldt nog steeds dat deze kosten niet subsidiabel zijn.

Onderdeel D

Dit onderdeel regelt dat indien sprake is van in rekening gebrachte btw die niet verrekend kan worden en waarvoor geen beroep kan worden gedaan op het BTW-compensatiefonds de bewijsstukken hiervoor in de administratie van de hoofdaanvrager moeten worden opgenomen. De bewijsstukken zijn vormvrij. Dit houdt in dat de hoofdaanvrager zelf mag bepalen hoe hij dit wil aantonen. Dit kan bijvoorbeeld met een verklaring van de Belastingdienst waarin is vastgelegd dat de desbetreffende partij niet btw-plichtig is.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. De inwerkingtredingsdatum is de dag na plaatsing van deze wijzigingsregeling in de Staatscourant. Deze regeling heeft onmiddellijke werking. Dit betekent dat de wijzigingen niet slechts van toepassing zijn op hetgeen na haar inwerkingtreding voorvalt, maar ook op hetgeen bij haar inwerkingtreding bestaat. Om die reden kunnen niet alleen toekomstige subsidieaanvragers, maar ook subsidieontvangers van lopende projecten de gewijzigde regels, die bovendien begunstigend zijn, toepassen in de uitvoering van hun projecten. Indien u vragen heeft over de veranderde regels voor btw of marktconformiteit, kunt u via de website www.uitvoeringvanbeleidszw.nl contact opnemen met de uitvoerder van deze subsidieregeling, Uitvoering van Beleid.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Wijziging subsidieregeling ESF 2014 – 2020, Stcrt. 2014, 19322.

X Noot
2

Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector, Stcrt. 2019, 70088.

Naar boven