Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 november 2022, houdende aanpassing van de Regeling tarieven veiligheidsonderzoeken

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie,

Gelet op artikel 9a van de Wet veiligheidsonderzoeken;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Regeling tarieven veiligheidsonderzoeken komt artikel 2 als volgt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Voor het verrichten van een veiligheidsonderzoek op A-niveau is de werkgever een tarief van € 3.408,– verschuldigd.

  • 2. Voor het verrichten van een veiligheidsonderzoek op B-niveau is de werkgever een tarief van € 910,– verschuldigd.

  • 3. Voor het verrichten van een veiligheidsonderzoek op C-niveau is de werkgever een tarief van € 720,– verschuldigd.

  • 4. Voor het verrichten van een veiligheidsonderzoek burgerluchtvaart (BL) is de werkgever een tarief van € 180,– verschuldigd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

TOELICHTING

Op 1 september 2015 is de Regeling tarieven veiligheidsonderzoeken1 in werking getreden. Jaarlijks wordt bezien of de in die regeling vastgestelde tarieven moeten worden aangepast. Voor het jaar 2023 is er aanleiding de tarieven aan te passen.

De kostprijs van het A-onderzoek is vanwege een stijging van de aan dit onderzoek toe te rekenen personeelskosten hoger geworden. Dit geldt niet voor de kostprijzen van de veiligheidsonderzoeken op B- en C-niveau. Aangezien alleen de feitelijk gemaakte kosten in rekening mogen worden gebracht, dienen deze tarieven overeenkomstig te worden verlaagd. De tariefverlaging geldt echter niet, zoals reeds aangekondigd in de Regeling tarieven veiligheidsonderzoeken 20222, voor het tarief van het veiligheidsonderzoek burgerluchtvaart. Dit tarief wordt met ingang van 2023 opgetrokken naar het niveau van de daadwerkelijk gemaakte kosten.

Met de onderhavige regeling worden de tarieven in de Regeling tarieven veiligheidsonderzoeken voor 2023 als volgt aangepast.

Soort onderzoek

Tarief 2017

Tarief 2018

Tarief 2019

Tarief 2020

Tarief 2021

Tarief 2022

Tarief 2023

A

€ 4.487

€ 3.954

€ 4.020

€ 4.004

€ 4.004

€ 3.275

€ 3.408

B

€ 1.277

€ 1.295

€ 1.318

€ 1.193

€ 1.193

€ 1.056

€ 910

C

€ 840

€ 853

€ 876

€ 832

€ 832

€ 827

€ 720

BL

€ 94

€ 96

€ 132

€ 127

€ 127

€ 129

€ 180

Per 1 oktober 2018 is de Regeling Unit Veiligheidsonderzoeken3 in werking getreden. Hiermee is een gezamenlijk werkverband van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD) tot stand gebracht ten behoeve van het verrichten van veiligheidsonderzoeken als bedoeld in de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo). Dit is de Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO). Ingevolge artikel 9a van de Wvo dienen alle kosten die samenhangen met het verrichten van een veiligheidsonderzoek aan de werkgever te worden doorberekend. Tot en met 2019 werd daarvan elk jaar de kostprijs per product voor het opvolgende jaar berekend en werden de tarieven hierop aangepast.

Voor de UVO is in 2020 door KPMG een vernieuwd integraal en reëel kostprijsmodel ontwikkeld. Met ingang van 1 januari 2021 is dit model de basis voor de tarieven veiligheidsonderzoeken. Alle jaarlijkse kosten van de AIVD en MIVD die zijn gemoeid met de uitvoering van veiligheidsonderzoeken worden in dit model meegenomen overeenkomstig artikel 9a van de Wvo. Dit artikel schrijft uitdrukkelijk voor dat alle kosten die samenhangen met het verrichten van veiligheidsonderzoeken als bedoeld in de artikelen 7 en 9 Wvo ten last moeten komen van de werkgevers. Het kostprijsmodel rekent die kosten door naar integraal kostendekkende kostprijzen voor de verschillende typen veiligheidsonderzoeken (A, B, C en BL).

De UVO hanteert verschillende gemeten normtijden, zoals de gemeten behandeltijd, en koppelt deze aan de werkprocessen van de organisatie. Ook is een inschatting gemaakt van de verwachte volumes in de aankomende jaren. Deze informatie wordt gebruikt in het kostprijsmodel enerzijds om kosten toe te delen naar de verschillende typen veiligheidsonderzoeken en anderzijds om de hoogte van kostprijzen te bepalen. Voor de bepaling van de kostprijzen worden de integrale kosten per type veiligheidsonderzoek gedeeld door de verwachte volumes. Om grote fluctuaties in kostprijzen te voorkomen, is gekozen voor een meerjarig tarievenbeleid met gemiddelde normtijden bepaald over meerdere jaren. De doorberekening van de kosten van veiligheidsonderzoeken met het KPMG-model heeft tot gevolg dat de berekende tarieven voor de A, B en C onderzoeken in 2023 moeten worden bijgesteld ten opzichte van de tarieven in 2022.

Daarnaast worden de berekende tarieven voor de burgerluchtvaart in 2023 verhoogd ten opzichte van de tarieven in 2022 en eerdere jaren. In 2022 werd op basis van het nieuwe kostprijsmodel het berekende kostendekkend tarief voor de burgerluchtvaart bepaald op € 189,–. In 2022 zijn, zoals in de Regeling tarieven veiligheidsonderzoeken 2022 is aangegeven, deze kosten niet direct bij de afnemers in rekening gebracht maar is volstaan met een indexatie. De reden hiervoor is dat, omdat een stabiele ontwikkeling van de tarieven mede het uitgangspunt is, de werkgevers in de burgerluchtvaart zo in de gelegenheid zijn gesteld zich op deze tariefsverhoging voor te bereiden. Met de Regeling tarieven veiligheidsonderzoeken 2023 wordt nu ook voor de burgerluchtvaartsector de stap gemaakt naar kostendekkende tarieven zoals opgelegd in artikel 9a Wvo. Onder meer door actieve verspreiding van de Regeling tarieven veiligheidsonderzoeken 2022 en melding van de voorgenomen tariefsverhoging per januari 2023 in diverse gremia is deze stap naar kostendekkende tarieven met stakeholders gecommuniceerd.

Hieronder wordt verder inzicht gegeven in de totstandkoming van de kostprijzen en de hieruit voortvloeiende tarieven.

Verwachte volumes

De prognoses die worden gehanteerd bij de totstandkoming van de tarieven zijn onder andere gebaseerd op historische data, informatie van afnemers en beleidsontwikkelingen. Voor 2023 worden 60.300 (civiele) aanvragen en 18.500 aanvragen vanuit de defensieorganisatie verwacht. Wat betreft de burgerluchtvaartsector wordt in 2023 een sterke groei voorzien in het aantal aanvragen. Het aantal aanvragen in de burgerluchtvaart neemt naar verwachting ten opzichte van 2020 en 2021, waar de instroom van aanvragen als consequentie van de COVID-19 crises laag was, toe tot 50.000 aanvragen. Dit betreft 40.000 voor de BL en 10.000 voor de luchtvrachtketen. Dit aantal ligt in lijn met het aanbod van 2018 en 2019 en sluit aan op de verwachtingen vanuit de IATA4 dat de luchtvaart in 2023 terug is op het niveau van voor corona.

Ten opzichte van 2022 is verder de verwachting dat het aantal uit te voeren A, B en C-onderzoeken in 2023 ook zal toenemen.

Geprognotiseerde volumes

AIVD

MIVD

Totaal UVO

Product

Volumes 2023

Volumes 2023

Volumes 2023

A

3.700

2.800

6.500

B

5.800

10.900

16.700

C

800

4.800

5.600

BL

50.000

 

50.000

Totaal

60.300

18.500

78.800

Geaggregeerde kostenniveaus

De toerekenbare kostenbasis ziet op alle kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van veiligheidsonderzoeken. De kosten van de UVO bestaan uit drie hoofdcomponenten, te weten de directe kosten van AIVD en MIVD, de aan de UVO doorberekende overhead van AIVD en MIVD en specifiek voor de burgerluchtvaart de doorberekende kosten van de mandaathouder Koninklijke Marechaussee (KMar).

De directe kosten van de UVO bestaan onder meer uit salarissen (personeelskosten) en kosten voor bedrijfsvoering en externe naslagen (overig budget). Verder heeft de UVO toegang tot kennis van andere AIVD-onderdelen. Dit ziet op raadpleging van inlichtingendatabases en (personele) inspanningen voor naslag verzoeken. Voor ieder veiligheidsonderzoek van de UVO worden diverse inlichtingendatabases geraadpleegd. Een gedeelte van de aan die databases verbonden uitvoeringskosten wordt toegerekend aan de uitvoering van veiligheidsonderzoeken. Onder de overheadkosten van de UVO in het model vallen kosten zoals de huisvestingskosten die worden toegerekend aan de UVO, de (toerekenbare) kosten voor ICT voorzieningen en kosten van aan de UVO ondersteunende diensten zoals communicatie, juridische zaken en facilitaire diensten.

Geaggregeerde kosten

AIVD

MIVD

Totaal UVO

Product

Kosten

Kosten

Kosten

A

€ 12.610.000

€ 9.543.000

€ 22.152.000

B

€ 5.279.000

€ 9.922.000

€ 15.201.000

C

€ 576.000

€ 3.454.000

€ 4.030.000

BL

€ 9.017.000

€ –

€ 9.017.000

Totaal

€ 27.482.000

€ 22.919.000

€ 50.400.000

Toerekeningsystematiek

Alle kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van veiligheidsonderzoeken worden op basis van verschillende verdeelsleutels toegeschreven aan functiegroepen en de vier producten. Een verdeelsleutel heeft als doel om kosten op een zo goed mogelijke wijze toe te rekenen aan functiegroepen, processen, activiteiten en producten. Met de overzichten vanuit het tijdschrijfsysteem wordt een zo’n nauwkeurig mogelijke kostenallocatie bewerkstelligd. Het verdelen van de volledig integrale kostenbasis via middelen en activiteiten naar producten resulteert in integrale kosten per type veiligheidsonderzoek.

Veiligheidsonderzoeken zijn verder maatwerk. Het A-onderzoek is het zwaarste onderzoek en het meest kosten-intensief zowel wat betreft de inzet van personeel als de raadpleging van (externe) bestanden. Dit is duidelijk zichtbaar in onderstaande tabellen. Deze tabellen geven inzicht in de gemaakte kosten per onderzoek. Daarbij zij opgemerkt dat er gekozen is voor een categoriaal tarief en er geen nadere uitsplitsing is gemaakt naar de feitelijke kosten van een individueel onderzoek. Dit om te voorkomen dat bij ieder onderzoek een individueel tarief moet worden berekend.

Opbouwkostprijs

A-onderzoek

B-onderzoek

C-onderzoek

Personeelskosten UVO

€ 1.663

€ 446

€ 341

Overig budget

€ 37

€ 10

€ 8

Inlichtingen & Operatien

€ 441

€ 97

€ 97

Toerekenbare overhead

€ 1.267

€ 357

€ 274

Kosten mandaathouder KMar

€ –

€ –

€ –

Kostprijs

€ 3.408

€ 910

€ 720

Kostenniveau burgerluchtvaart

Bij het veiligheidsonderzoek burgerluchtvaart zijn werkzaamheden gemandateerd aan de Koninklijke Marechaussee (KMar). De KMar factureert voor deze diensten een totaalbedrag aan de UVO. Ieder jaar wordt het bedrag herzien en afgestemd tussen de KMar en de UVO. De doorberekening van deze kosten is in overeenstemming met artikel 9a van de Wvo. Deze kosten zijn additioneel aan de kosten die de UVO zelf maakt ten behoeve van de uitvoering van burgerluchtvaart onderzoeken. Dit betekent dat de kostenopbouw vanwege deze additionele kosten gedeeltelijk een andere is dan die voor de A, B en C onderzoeken.

Opbouwkostprijs

BL-onderzoek

Personeelskosten UVO

€ 71

Overig budget

€ 2

Inlichtingen & Operatien

€ 6

Toerekenbare overhead

€ 55

Kosten mandaathouder KMar

€ 46

Kostprijs

€ 180

Inwerkingtreding

De met de onderhavige regeling vastgestelde tarieven worden toegepast op initiële of herhaalonderzoeken die op of na 1 januari 2023 zijn aangemeld. Bij schriftelijke aanvragen is de datum poststempel op een aanvraag bepalend.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Staatscourant nr. 17545, 1 juli 2015

X Noot
2

Staatscourant nr. 47335, 10 december 2021

X Noot
3

Staatscourant nr. 53581, 28 september 2018

Naar boven