TOELICHTING
I. Algemeen deel
1. Inleiding
Deze wijziging van de Regeling bouwbesluit 2012 en de
Omgevingsregeling (hierna: deze regeling) vormt een nadere uitwerking van het
Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van
enkele andere besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de
richtlijn energieprestatie gebouwen (Stb. 2020, 84). Voornoemd wijzigingsbesluit betreft de
implementatie van de herziene richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen
(Richtlijn (EU) 2018/2010 van het Europees parlement en de Raad van 30 mei 2018
ter wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van
gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (PbEU
156/75)). Deze herziene richtlijn (hierna ook: EPBDIII) bevat in artikel 15,
eerste lid, een verplichting voor lidstaten om de nodige maatregelen te treffen
voor het instellen van regelmatige keuringen van de toegankelijke delen van
airconditioningsystemen of gecombineerde airconditionings- en
ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 70 kW.1
2 De keuring omvat een beoordeling van het rendement en de
dimensionering van het airconditioningsysteem ten opzichte van de
koelingsbehoeften van het gebouw. Hierbij wordt rekening gehouden met het
vermogen van het systeem en het optimaliseren van prestaties onder typische of
gemiddelde werkingsomstandigheden. Een verslag van de keuring met aanbevelingen
dient overhandigd te worden aan de eigenaar of huurder. Ook dient diegene die
de keuring verricht deskundig en onafhankelijk te werk te gaan. De uitwerking
van de keuringsmethodiek en de eisen voor de keuringsdeskundige gebeurt bij
ministeriële regeling, waarvan deze regeling het voortvloeisel is.3
2. Hoofdlijnen van de regeling
2.1 Keuring airconditioningsystemen en gecombineerde
airconditioning- en ventilatiesystemen
De EPBDIII is op 10 maart 2020 in werking getreden in
Nederland. De keuringsverplichtingen voor airconditioningsystemen zijn hierin
herzien. Voor de periode van 10 maart 2020 tot en met 10 maart 2022 geldt
echter overgangsrecht4 waarbinnen de oude keuringsmethodiek nog gebruikt mag
worden. Hier is voor gekozen, omdat de voorbereidingstijd voor de nieuwe
methodiek relatief kort was met het oog op goede uitvoering. Het was namelijk
niet mogelijk om opleidingen, examens en praktische middelen voor de uitvoering
van keuringen tijdig aan te passen.
In 2020 heeft een adviescommissie de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties geadviseerd over de benodigde aanpassingen van de
keuringsmethodiek en de deskundigheidseisen, zodat wordt voldaan aan de
verplichtingen die voortvloeien uit de EPBDIII. De adviescommissie bestaat uit
een brede werkgroep met daarin vertegenwoordigers van De Nederlandse
Verwarmingsindustrie, NVKL branchevereniging luchtbehandeling en koudetechniek,
Techniek Nederland en VLA / Binnenklimaat Nederland, Hogeschool Aeres en het
Rijksvastgoedbedrijf. De Minister heeft hun advies overgenomen en neemt de
benodigde aanpassingen op in de Regeling Bouwbesluit 2012 en de
Omgevingsregeling via onderhavige wijziging. De keuringsmethodiek en de
deskundigheidseisen zijn op drie elementen aangepast. Allereerst zijn ze
uitgebreid zodat ook gecombineerde ventilatiesystemen hieronder vallen. Ten
tweede zijn ze uitgebreid zodat het verwarmingsdeel van gecombineerde
verwarmings- en airconditioningssystemen hieronder valt. Ten slotte is de
beschrijving in bijlage IV bij de Regeling Bouwbesluit 2012(bijlage XI bij de
Omgevingsregeling) verduidelijkt en vereenvoudigd. Dit komt de uitvoering van
keuringen ten goede.
In Bijlage IV bij de Regeling Bouwbesluit 2012 (Bijlage XI in
de Omgevingsregeling) zijn de aanpassingen van de keuringsmethodiek en de
deskundigheidseisen verwerkt. De bijlage bevat een inspectielijst en een
advieslijst. De inspectielijst geeft aan hoe de keuring inhoudelijk vormgegeven
moet worden en welke aspecten van een airconditioningssystemen in de keuring
bekeken moeten worden. De advieslijst geeft aan welke adviezen gegeven moeten
worden aan de eigenaar of gebruiker van het systeem wanneer de inspectie laat
zien dat het systeem niet optimaal functioneert.
Tot slot beoogt onderhavige wijzigingsregeling eventuele
onduidelijkheid over de afbakening tussen de keuring van verwarmings- en
airconditioningsystemen weg te nemen. Systemen waarbij een installatie met een
warmtepomp zowel ruimteverwarming- als koeling verzorgt, vallen onder het
keuringsregime van airconditioningssystemen en gecombineerde airconditioning-
en ventilatiesystemen. Systemen waarbij een ventilatiesysteem gecombineerd is
met zowel een verwarmingssysteem als een airconditioningsysteem, worden alleen
gekeurd volgens het keuringsregime van airconditioningssystemen en
gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen.
2.2 Examens
In onderhavige regeling zijn de beroeps- en kwalificatie-eisen
van de deskundigen aangepast zodat deze aansluiten op de gewijzigde
keuringsmethodiek. Dit betekent allereerst dat de exameneisen voor de diploma’s
EPBD-A en EPBD-B zijn gewijzigd in bijlage V bij de Regeling Bouwbesluit 2012
(bijlage XII bij de Omgevingsregeling). Het examen EPBD-A diploma richt zich
vooral op praktische handelingen, controles en bevindingen. Het examen EPBD-B
richt zich op theoretische beoordelingen, analyses en bevindingen. De
voornaamste wijzigingen van de exameneisen betreffen de bepaling van het
nominaal vermogen op systeemniveau, de beoordeling van onderhoud, regelingen en
elementen van het ventilatiesysteem en regelingen en elementen van het systeem
bedoeld voor verwarming bij gecombineerde systemen.
2.3 Diploma’s
Voor deskundigen in het bezit van een recent verlopen EPBD-A
en/of EPBD-B diploma wordt het mogelijk gemaakt met een bijscholingsexamen een
nieuw diploma te verkrijgen. Wanneer het diploma niet meer dan twee jaar
verlopen is kan dit op dezelfde manier als voor een nog geldig diploma. Het
EPBD-A en/of EPBD-B diploma is vervolgens weer vijf jaar geldig vanaf het
moment dat het examen is behaald. Gebouweigenaren of huurders hadden al de
mogelijkheid om een overzicht te verkrijgen van geregistreerde deskundigen met
een geldig diploma EPBD-A en/of EPBD-B diploma. Zo kunnen gebouweigenaren of
huurders controleren of een keurmeester bevoegd is om de keuring van het
airconditioningsysteem of het gecombineerde airconditioning- en
ventilatiesysteem uit te voeren. Om de toegankelijkheid van keuringen te
vergroten wordt deze lijst nu ook regelmatig gepubliceerd op internet.
3. Advies, consultatie en notificatie
3.1 JTC
De conceptregeling is voorgelegd aan de Juridisch Technische
Commissie (JTC) van het Overlegplatform bouwregelgeving (OPB) voor schriftelijk
commentaar, hierop zijn geen schriftelijke reacties ontvangen.
3.2 MKB-toets
De conceptregeling is enerzijds voorgelegd aan bedrijven uit
het midden- en kleinbedrijf die installatiekeuringen verrichten en anderzijds
aan (branchepartijen van) gebouweigenaren uit het MKB die installatiekeuringen
afnemen, via een MKB-toets. Op 24 juni 2021 heeft deze MKB-toets plaatsgevonden
in de vorm van een digitaal panelgesprek. Naar aanleiding van dit gesprek zijn
er drie zaken aangepast. Ten eerste is er vanwege een kennelijke verschrijving
een correctie gedaan in bijlage XI na een opmerking hierover tijdens het
panelgesprek. Ten tweede is de toelichting aangevuld met informatie over de
frequentie van de benodigde keuringen. Er is uitgelegd waarom er verschil in
frequentie is tussen enerzijds keuringen van verwarmingssystemen en anderzijds
keuringen van airconditioningssystemen en gecombineerde airconditioning- en
ventilatiesystemen. Zo wordt getracht onduidelijkheid hierover weg te nemen.
Ten slotte is de toelichting aangevuld met informatie over de afbakening van
gecombineerde systemen (met een luchtbehandelingskast) naar aanleiding van een
vraag hierover tijdens het gesprek. In de toelichting is aangegeven welk
keuringsregime geldt in deze situaties zodat hierover eenduidigheid bestaat bij
marktpartijen en gebouweigenaren.
3.3 Internetconsultatie
De conceptregeling is in juli 2021 6 weken geconsulteerd via
internet. Hierop zijn 6 reacties ontvangen. De reacties en de beantwoording
daarvan zijn te raadplegen op
www.internetconsultatie.nl. Enkele reacties betroffen de
vraag in hoeverre de deskundigen rekening houden met het gedrag van aerosolen
en het geluid van airconditioningsystemen en warmtepompen. Aangegeven is dat de
voorliggende regeling niet ziet op eisen over ventilatie en geluid. Verder is
naar aanleiding van een reactie verduidelijkt dat de deskundigen geen
bestuursorganen zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Enkele
reacties gingen over de vraag waarom de keuringen van EPBD-stook en EPBD-koel
niet zijn samengevoegd en of dit niet leidt tot hogere kosten voor de
eindgebruiker. De keuringen zijn al jaren separaat, waardoor er geen reden is
te veronderstellen dat dit nu ineens tot hogere kosten zou leiden. Daarnaast
vragen de twee keuringen om duidelijk verschillende expertises en betreffen zij
verschillende systemen waardoor er geen aanleiding is te veronderstellen dat
samenvoegen tot lagere kosten zou leiden. Verder zou het samenvoegen van de
keuringen tot hogere kosten kunnen leiden voor verwarmingssystemen die niet
gekoppeld zijn aan een aircoconditioningsysteem. Ik schat dan ook in (opgenomen
in lastenmeting van Besluit) dat dit aantal vele malen groter is dan het aantal
gebouwen waarin te keuren verwarmings- en aircosystemen naast elkaar
voorkomen.
3.4 Adviescollege Toetsing Regeldruk
De conceptregeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing
Regeldruk (ATR). Het ATR heeft aangegeven de conceptregeling niet te hebben
geselecteerd voor een formeel advies. ATR geeft aan dat het wel gevolgen voor
de regeldruk van bedrijven heeft, maar deze gevolgen al toereikend bij het
bovenliggende Besluit in beeld zijn gebracht en door ATR zijn getoetst.
3.5 Code interbestuurlijke verhoudingen
De conceptregeling is voorgelegd aan de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG) in het kader van de formele adviesbevoegdheid als
bedoeld in de Code interbestuurlijke verhoudingen.
De VNG heeft in haar reactie aangegeven dat zij deze nadere
uitwerking steunen. Daarnaast is er door BZK en VNG samengewerkt aan een
handhavingsprotocol.
3.6 Notificatie technische voorschriften
De conceptregeling is op 22 juli 2021 ingevolge artikel 5,
eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees parlement en de Raad
van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van
technische voorschriften en regels betreffende diensten van de
informatiemaatschappij (codificatie)(PbEU 2015, L 241) voorgelegd aan de
Europese Commissie. De aangepaste keuringseisen in bijlage IV bij de Regeling
Bouwbesluit 2012 en bijlage IX bij de Omgevingsregeling bevatten mogelijk een
technisch voorschrift in de zin van deze richtlijn. Deze bepaling is
verenigbaar met het vrije verkeer van diensten; zij is evenredig. Melding aan
het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie ingevolge artikel 2, negende
lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake
technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235) heeft niet plaatsgevonden nu in casu
geen sprake is van significante gevolgen voor de handel.
4. Financiële gevolgen voor burgers, bedrijven en
overheden
Onderhavige wijziging bevat geen nieuwe eisen of een verzwaring
van bestaande eisen ten opzichte van de implementatie van de EPBDIII op
10 maart 2020. De financiële gevolgen van onderhavige regeling voor burgers,
bedrijven en overheden zijn dan ook reeds in beeld gebracht via een
effectenonderzoek bij de wijziging van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit
bouwwerken leefomgeving van 4 maart 2020.5 In het effectenonderzoek is rekening gehouden met de
financiële gevolgen, waaronder structurele regeldruk en eenmalige kosten voor
aanpassing, die nodig zijn in de markt en bij het bevoegd gezag om te voldoen
aan de EPBDIII verplichtingen voor inspectie van airconditioningssystemen.6 In aanvulling op het effectenonderzoek geeft deze paragraaf
een korte beschrijving van de uitvoeringspraktijk.
4.1 Burgers en bedrijven
Voor gebouweigenaren betekenen de wijzigingen in deze regeling
ten behoeve van de EPBDIII implementatie dat er op het moment van aflopen van
de overgangsperiode (10 maart 2022) opgeleide keurders zijn die keuringen
kunnen uitvoeren van airconditioningsystemen, gecombineerde verwarmings- en
airconditioningssystemen en gecombineerde airconditionings- en
ventilatiesystemen die voldoen aan de EPBDIII verplichtingen. Vanaf 10 maart
2022 dienen gebouweigenaren een keuring uit te laten voeren waarbij de nieuwe
beroeps- en kwalificatie-eisen in acht worden genomen. Een keuringsplicht voor
technische installaties7 is er op dit moment al. Onderhavige regeling leidt niet tot
een andere frequentie of omvang van deze keuringen. Het biedt wel de
mogelijkheid om gebruik te maken van recente onderhoudsregisters bij de
keuringswerkzaamheden of om onderhoud- en keuringswerkzaamheden te combineren.
Wanneer hiervoor wordt gekozen, kan dit leiden tot een efficiëntere invulling
van de keuringsverplichting ten opzichte van de huidige situatie waarbij deze
opties niet mogelijk zijn.
Voor keuringsdeskundigen betekenen de wijzigingen in deze
regeling ten behoeve van de EPBDIII implementatie dat ze zich moeten diplomeren
of bijscholen wanneer ze nog geen geldig diploma hebben of hun diploma afloopt.
Onder de oude systematiek moeten gekwalificeerde deskundigen van wie het
diploma inmiddels verlopen is een geheel nieuw opleidings- en examentraject
afleggen. Via onderhavige regeling wordt er in dit geval alsnog de mogelijkheid
geboden een bijscholingsexamen te doen zonder dat daarmee ingeboet wordt op de
kwaliteit van opleiding of examens. Wanneer hiervoor wordt gekozen, is het
traject voor keuringsdeskundigen minder ingrijpend in vergelijking met de oude
systematiek.
Voor exameninstellingen betekenen de wijzigingen in deze
regeling ten behoeve van de EPBDIII implementatie dat zij tijdig opleidingen
aanpassen en aanbieden, waarbij de nieuwe beroeps- en kwalificatie-eisen in
acht worden genomen. Op deze manier wordt voorkomen dat er te weinig
keuringsdeskundigen zijn op 10 maart 2022.
4.2 Overheden
Op dit moment is de gemeente in de meeste gevallen
toezichthouder en controleert en handhaaft de keuringen van
airconditioningsystemen of gecombineerde airconditionings- en
ventilatiesystemen. Onderhavige regeling leidt niet tot een wijziging hiervan,
noch tot een andere frequentie of omvang van (de handhaving van) deze
keuringen. Kortom, het effect voor de bestuurlijke lasten van het bevoegd gezag
wijzigt niet ten opzichte van de lastenmeting die is gedaan voor de
implementatie van de EPBDIII.
5. Verhouding tot hoger en ander recht
De onderhavige regeling vormt een uitwerking van het Besluit van
4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere
besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn
energieprestatie gebouwen (Stb. 2020, 84). Voorgenoemd wijzigingsbesluit betreft de
implementatie van de herziene richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen
(Richtlijn (EU) 2018/2010 van het Europees parlement en de Raad van 30 mei 2018
ter wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van
gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (PbEU
156/75)). De onderhavige regeling wijzigt de Regeling Bouwbesluit 2012 en de
Omgevingsregeling. De wijzigingen van de Omgevingsregeling zullen in werking
treden op het moment dat de Omgevingswet in werking zal treden.
6. Overgangsrecht en inwerkingtreding
Voorliggende regeling betreft een implementatie van een richtlijn
welke uiterlijk op 10 maart 2022 in werking moet treden, op grond van het
eerder vastgestelde Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het
Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake de implementatie van de
tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen (Stb. 2020, 84). Deze
regeling wijzigt de Regeling Bouwbesluit 2012 en de Omgevingsregeling. Artikel
I van deze regeling zal op 10 maart 2022 in werking treden. Op het tijdstip dat
de Omgevingsregeling in werking zal treden, zal artikel II van deze regeling in
werking treden.
II. Artikelsgewijs deel
Artikel I, onderdeel A
Bij de inwerkingtreding van het wettelijk stelsel ‘certificering
werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties’ (Stb. 2019, 383;
Stb. 2020,
348; Stcrt. 2020, 50199) is bepaald dat certificerende
instellingen per 1 april 2022 door de Raad voor Accreditatie (RvA) moeten zijn
geaccrediteerd en dat bedrijven per diezelfde datum gecertificeerd moeten zijn
om nog werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (zoals cv-ketels) te mogen
uitvoeren. Omdat voor het opstellen en aanwijzen van de certificatieschema’s
meer tijd nodig blijkt dan bij de inwerkingtreding van het wettelijk stelsel
voorzien is de datum 1 april 2022 niet langer haalbaar. Daarom is besloten deze
datum te verschuiven van 1 april 2022 naar 1 januari 2023.8 In artikel 1.14, derde lid, van de Regeling Bouwbesluit 2012
is deze datum ook aangepast in het voorschrift dat bij de aanvraag tot
aanwijzing als certificerende instelling tot deze datum, in plaats van een
bewijs van accreditatie, een bewijs kan worden verstrekt dat de aanvraag bij de
RvA voor accreditatie volledig is en door de RvA in behandeling is
genomen.
Artikel I, onderdeel B (artikel II, onderdeel A)
In dit onderdeel is verduidelijkt dat de keuring moet worden
uitgevoerd door een deskundige die zowel een EPBD-A als EPBD-B diploma heeft.
De keuring kan ook worden uitgevoerd door twee verschillende deskundigen zolang
wordt voldaan aan de eis dat beide typen deskundigen de keuring hebben
uitgevoerd.
Verder was in bijlage V bij de Regeling Bouwbesluit 2012 (bijlage
XII bij de Omgevingsregeling) een separate beschrijving van het format van het
keuringsrapport opgenomen. De inspectielijst en de advieslijst in bijlage IV
bij de Regeling Bouwbesluit 2012 (bijlage XI bij de Omgevingsregeling) vormen
nu samen tevens het format voor het keuringsverslag. Er is daarom geen aparte
bijlage meer opgenomen met een separate beschrijving van het format van het
keuringsrapport.
Artikel I, onderdeel C (artikel II, onderdeel B)
In dit artikel wordt verduidelijkt dat warmtepompen die zowel
kunnen koelen als verwarmen onder het keuringsregime van de
airconditioningsystemen vallen, en niet onder het regime van
verwarmingssystemen. Ook wordt verduidelijkt dat ventilatiesystemen die zijn
gekoppeld aan zowel het airconditioning- als het verwarmingssysteem vallen
onder het keuringsregime van de airconditioningssystemen, en niet onder het
regime van verwarmingssystemen.
Artikel I, onderdeel E
In verband met het toevoegen van een artikel is de verwijzing
aangepast.
Artikel I, onderdeel F (artikel II, onderdeel F)
De Minister publiceert een lijst van de registraties op internet
via RVO.nl. Deze lijst biedt opdrachtgevers van keuringen de mogelijkheid om te
controleren of een keuringsdeskundige beschikt over de geldige diploma’s. Deze
mogelijkheid was er in de bestaande situatie ook al wanneer deze werd
opgevraagd bij RVO. Het is echter transparanter om deze lijst te publiceren
zodat opdrachtgevers te allen tijde over een actuele lijst beschikken.
Artikel I, onderdeel G (artikel II, onderdeel G)
In deze onderdelen wordt het mogelijk gemaakt om met een
bijscholingsexamen een nieuw diploma te verkrijgen. Wanneer het diploma niet
meer dan twee jaar verlopen is kan dit op dezelfde manier als voor een nog
geldig diploma. Het EPBD-A en/of EPBD-B diploma is vervolgens weer vijf jaar
geldig vanaf het moment dat het examen is behaald.
Artikel I, onderdeel H (artikel II, onderdeel H)
In dit onderdeel worden de bijlagen gewijzigd. In de bijlagen
zijn de volgende wijzigingen aangebracht:
Bijlage IV bij de Regeling Bouwbesluit 2012 (Bijlage XI
bij de Omgevingsregeling: keuring)
Bij de eerder in de Regeling energieprestatie gebouwen
opgenomen artikelen over de eisen aan de keuring van airconditioning-systemen
waren drie bijlagen gevoegd, de bijlagen IV tot en met VI bij de Regeling
Bouwbesluit 2012 (bijlages XI t/m XIII bij de Omgevingsregeling). Deze zijn
teruggebracht tot twee bijlagen, te weten de bijlage IV bij de Regeling
Bouwbesluit 2012 / bijlage XI bij de Omgevingsregeling (Keuring) en bijlage V
bij de Regeling Bouwbesluit 2012 / bijlage XII bij de Omgevingsregeling
(Exameneisen).
De keuring van airconditioningssystemen die alleen koelen is
herzien. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de gangbare praktijk voor
het beheer en onderhoud van gebouwinstallaties. Dit sluit aan bij de wens van
marktpartijen uit de installatiesector om de keuring zoveel mogelijk te laten
aansluiten bij regulier onderhoud. Bij regulier onderhoud worden al vele
elementen van een airconditioningsinstallatie gecontroleerd en zo nodig
gerepareerd, en er wordt vaak een onderhoudsregister bijgehouden. Er is dan ook
veel synergie mogelijk tussen regulier onderhoud en deze keuringen. Daarom
wordt nu toegestaan dat voor de keuring gebruik gemaakt wordt van een goed
bijgehouden onderhoudsregister: elementen die recent voor onderhoud
gecontroleerd zijn, hoeven niet opnieuw gecontroleerd te worden voor een
keuring. Daardoor kan de keuring beter gericht worden op de elementen die bij
regulier onderhoud niet aan bod komen, zoals de dimensionering en
opbouw/inrichting van het systeem.
De nieuwe keuringsmethodiek is gebaseerd op de volgende
Europese CEN normen/richtlijnen.
-
• NEN-EN 16798-17, Energieprestatie van gebouwen – Deel 17:
Ventilatie van gebouwen – Richtlijnen voor inspectie van ventilatie en
airconditioningsystemen.
-
• NPR-CEN/TR 16798-18, Energieprestatie van gebouwen – Deel
18: Verklaring van de eisen in EN 16798-17- Richtlijnen voor inspectie van
ventilatie en airconditioningsystemen.
-
• NEN/EN 15378-1, Energieprestatie van gebouwen –
Verwarmingssystemen en warm tapwater – Deel 1: inspectie van boilers,
verwarmingssystemen en warm tapwater.
Naast de hiervoor genoemde normen/richtlijnen die als basis
hebben gediend, is bij de herziening en uitbreiding ook zoveel mogelijk
aangesloten op de volgende richtlijnen ten aanzien van onderhoud en beheer van
gebouwinstallaties.
-
• ‘Richtlijn beheer en onderhoud koeling’ versie 1 juli
2020 opgesteld in opdracht van de NVKL (Nederlandse Vereniging van
ondernemingen op het gebied van Koudetechniek en Luchtbehandeling)
-
• ‘Richtlijn beheer en onderhoud ventilatie’ versie 1 juli
2020 opgesteld in opdracht van de VLA (Vereniging Leveranciers van
Luchttechnische Apparaten)
-
• ‘Richtlijn beheer en onderhoud verwarming’ versie 1 juli
2020 opgesteld in opdracht van de ‘De Nederlandse Verwarmingsindustrie’
Airconditioningssystemen die gekeurd moeten worden zijn vaak
gecombineerd met een ventilatiesysteem en zorgen soms ook voor
ruimteverwarming. Daarom worden in de keuringsmethodiek vier verschillende
typen keuringen onderscheiden afhankelijk van het aanwezige
airconditioningsysteem, te weten:
-
• Keuring A: systeem dat kan koelen maar niet verwarmen,
niet gecombineerd met een ventilatiesysteem;
-
• Keuring B: systeem dat kan koelen maar niet verwarmen,
gecombineerd met een ventilatiesysteem;
-
• Keuring C: systeem dat kan koelen en verwarmen, niet
gecombineerd met een ventilatiesysteem;
-
• Keuring D: Systeem dat kan koelen en verwarmen,
gecombineerd met een ventilatiesysteem.
In de inspectielijst is per inspectieonderdeel het volgende
aangegeven:
Tijdens een keuring moet voor elk inspectieonderdeel, voor
zover van toepassing, worden onderzocht en beoordeeld worden of aan een
criterium wordt voldaan. Is dit niet het geval, dan wordt verwezen naar een
verbeter-aanbeveling/advies in de advieslijst. De inspectielijst en de
advieslijst vormen samen tevens het format voor het keuringsverslag.
Bijlage V bij de Regeling Bouwbesluit 2012 / Bijlage XII
bij de Omgevingsregeling (Exameneisen)
Bijlage V bij de Regeling Bouwbesluit 2012 (Bijlage XII bij de
Omgevingsregeling) bevat de exameneisen voor de diploma’s EPBD-A en EPBD-B. Het
examen EPBD-A diploma richt zich vooral op praktische handelingen, controles en
bevindingen. Het examen EPBD-B richt zich vooral op theoretische beoordelingen,
analyses en bevindingen. Exameneisen zijn aangepast aan wijzigingen in de
keuringsmethodiek (inspectie- en advieslijst), zodat alle nieuwe onderdelen van
de methodiek ook in de exameneisen opgenomen zijn.
Voor de praktijktoets is per eindterm aangegeven op welke
manier de toets afgenomen moet worden, zoals:
-
• Op theoretische wijze (bijv. via foto's, casebeschrijving
e.d.);
-
• Op praktische wijze (bijv. via het verrichten van
handelingen aan een opgestelde koelmachine).
De Minister van
Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
BIJLAGE I BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL H
BIJLAGE IV BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3A.2 VAN DE REGELING
BOUWBESLUIT 2012
Uitgangspunten keuring en inspectielijst
Deze bijlage legt de inspectiepunten vast die tijdens een keuring
van airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en
ventilatiesystemen moeten worden beoordeeld.
Bij de keuring mag gebruik worden gemaakt van het
onderhoudsregister of -logboek van uitgevoerd regulier onderhoud.
Inspectiepunten die recent (ten hoogste een jaar geleden) zijn beoordeeld
tijdens regulier onderhoud hoeven niet opnieuw te worden beoordeeld tijdens een
keuring; daarvoor mag worden uitgegaan van wat in het onderhoudsregister of
-logboek is vastgelegd. Van regulier onderhoud is alleen sprake wanneer dit is
verricht met de frequentie zoals voorgeschreven in andere regelgeving
(bijvoorbeeld in de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende
stoffen).
Inspectielijst
0. Algemene gegevens
Gegevens inspecteur
Bedrijfsnaam:
|
Adres, met inbegrip van postcode:
|
Naam inspecteur:
|
Registratienummer diploma EPBD-A-
airconditioningsystemen:
|
Registratienummer diploma EPBD-B-
airconditioningsystemen:
|
Datum inspectie:
|
Gegevens gebouw
Adres, met inbegrip van postcode:
|
|
|
BAG object ID:
|
|
|
Gebruiksfunctie:
|
□
|
kantoor
|
|
□
|
gezondheidszorg
|
|
□
|
onderwijs
|
|
□
|
logies
|
|
□
|
winkel
|
|
□
|
bijeenkomst
|
|
□
|
sport
|
|
□
|
wonen
|
|
□
|
cel
|
|
□
|
overig
|
|
Keuring
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
Gegevens systeem
Type keuring
|
□
|
Keuring A: klimaatsysteem
dat kan koelen maar niet kan verwarmen, niet gecombineerd met een
ventilatiesysteem
|
|
|
|
|
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Keuring B:
klimaatsysteem dat kan koelen maar niet kan verwarmen, gecombineerd met een
ventilatiesysteem
|
|
|
|
|
|
|
|
□
|
Keuring C:
klimaatsysteem dat kan koelen en verwarmen, niet gecombineerd met een
ventilatiesysteem
|
|
|
|
|
|
|
|
□
|
Keuring D:
klimaatsysteem dat kan koelen en verwarmen, gecombineerd met een
ventilatiesysteem
|
|
|
|
|
|
|
Totaal opgesteld nominaal koelvermogen
(systeemniveau):
|
|
…………………………….kWth
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
Totaal opgesteld nominaal verwarmingsvermogen
(systeemniveau):
|
|
…………………………….kWth
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
Type koudeopwekker of koude- en warmteopwekker
|
□
|
VRV of VRF systemen
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Koelinstallatie met directe expansie (DX)
|
|
|
|
□
|
Gekoeld water installatie
|
|
|
|
□
|
Warmtepompinstallatie
|
|
|
|
□
|
WKO-installatie
|
|
|
|
□
|
Absorptie koelmachine
|
|
|
|
□
|
Adiabatische koeling
|
|
|
|
□
|
Overig, namelijk:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
1. Pre-Inspectie
Informatie en documentatie
Controleer de beschikbaarheid van de informatie en documenten
in de volgende tabel
1.1
|
a
|
Is er een onderhoudslogboek van het koelsysteem of
gecombineerd koel- en verwarmingssysteem beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1a
|
|
|
|
|
b
|
Is er een onderhoudslogboek van het ventilatiesysteem
beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1b
|
|
|
|
|
c
|
Is er een klachtenregister beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1c
|
|
|
|
|
d
|
Is er een (ontwerp)beschrijving beschikbaar van de
gewenste inregeling of instellingen (bedrijfstijden, temperaturen of
ventilatiedebiet) van het klimaatsysteem over verwarming, koeling of
ventilatie?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1d
|
|
|
|
|
e
|
Is er informatie beschikbaar over de huidige
inregeling of instelling (bedrijfstijden, temperaturen of ventilatiedebiet)
van
het klimaatsysteem over verwarming, koeling of ventilatie?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1e
|
|
|
|
f
|
Is er een overzicht van het koelsysteem of
gecombineerd koel- en verwarmingssysteem (met inbegrip van locatie
hoofdcomponenten) beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1f
|
|
|
|
g
|
Is het principeschema (met bijbehorende revisies) van
het koelsysteem of gecombineerd koel- en verwarmingssysteem beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1g
|
|
|
|
h
|
Bij een gekoeld watersysteem: is er een beschrijving
van de regeling watertemperatuur beschikbaar?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1.h
|
|
|
|
i
|
Is er een beschrijving van de stooklijn voor de koel-
en verwarmingszones beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1.i
|
|
|
|
j
|
Zijn de ontwerpspecificaties van de
condensortemperatuur of verdampertemperatuur beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1j
|
|
|
|
k
|
Bij een energieopslag: zijn er monitoringsgegevens
van de energieopslag beschikbaar?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1k
|
|
|
|
l
|
Is er een omschrijving van de zone-indeling voor
koelen of voor koelen in combinatie met verwarmen beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1l
|
|
|
|
m
|
Is er een actuele koelbehoefteberekening van het
gebouw beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee
|
|
|
|
n
|
Is er een actuele warmtebehoefte-berekening van het
gebouw beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee
|
|
|
|
o
|
Is er een omschrijving van de zone-indeling voor
ventilatie beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1m
|
|
|
|
p
|
Zijn de technische specificaties van de luchtstromen
van het ventilatiesysteem beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1n
|
|
|
|
q
|
Is er een meetrapport van het ventilatiesysteem
beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1o
|
|
|
Onderhoud en beheer
1.2
|
Wordt er regelmatig en voldoende onderhoud verricht
aan het koelsysteem of gecombineerd koel- en verwarmingssysteem?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.2
|
|
|
1.3
|
Wordt er regelmatig en voldoende onderhoud verricht
aan het ventilatiesysteem?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.3
|
|
|
1.4
|
Zijn er repeterende klachten die niet goed worden
opgepakt of afgehandeld?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 1.4
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
2. Koude- en warmteopwekking
2.1
|
Is de directe omgeving van de koude- en
warmteopwekker(s) ordelijk en schoon (niet vervuild en geen losse materialen
en
dergelijke)?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.1
|
|
|
2.2
|
Zijn er belemmeringen voor een goede werking van de
koude- of warmteopwekker(s)?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.2
|
|
|
2.3
|
Is er een principeschema aanwezig en komt dat overeen
met de werkelijke situatie?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.3
|
|
|
2.4
|
Is de opstelling van de koude- en warmte-opwekker(s)
juist?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.4
|
|
|
2.5
|
Zijn de koudemiddelleidingen voorzien van isolatie en
verkeren die in een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.5
|
|
|
2.6
|
Zijn er onderdelen met een hoog trillings- of
geluidsniveau?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.6
|
|
|
2.7
|
Bij meer dan een aanwezige koude- of warmteopwekker:
is het systeem voorzien van een cascaderegeling (koude- en warmteopwekkers
worden ingeschakeld en afgeschakeld afhankelijk van de behoefte)?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.7
|
|
|
2.8
|
Bij een aanwezige cascaderegeling of
cascadestrategie: is die optimaal ingesteld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.8
|
|
|
2.9
|
Energie-efficiency
koudeopwekker
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
Bepaal het besparingspotentieel koudeopwekker
|
Besparingspotentieel (%):
|
|
|
|
Is het besparingspotentieel van de koude-opwekker
> 20%?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.9
|
|
|
2.10
|
Energie-efficiency
warmteopwekker
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
Bepaal het besparingspotentieel van de
warmteopwekker
|
Besparingspotentieel (%):
|
|
|
|
Is het besparingspotentieel van de warmte-opwekker
> 20%?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.10
|
|
|
Bij een aanwezige energieopslag
2.11
|
Temperatuurverschil bronnen
energieopslag
|
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
Bepaal de gemiddelde delta-T energieopslag.
|
Verpompt waterdebiet (zomer) kubieke meter / h:
|
|
|
|
Geladen warmte (MWh):
|
|
|
|
Gemiddelde Delta-T (zomer) (°C)
|
|
|
|
Verpompt waterdebiet (winter) kubieke meter / h:
|
|
|
|
Geladen koude (MWh):
|
|
|
|
Gemiddelde Delta-T (winter) (°C):
|
|
|
|
Is de gemiddelde Delta-T energieopslag zomer of
winter ≤ 4 °C?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.11
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
3. Distributiesysteem
3.1
|
Zijn de leidingen en appendages voor gekoeld en warm
water geïsoleerd en verkeren die in een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.1
|
|
|
3.2
|
Zijn er tekenen van mogelijke lekkage of is er
lekkage?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 3.2
|
|
|
3.3
|
Zijn alle pompen in het distributiesysteem
energiezuinige pompen?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.3
|
|
|
3.4
|
Is de nadraaitijd bij uitschakeling van de
circulatiepompen juist?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.4
|
|
|
3.5
|
Zijn er frequentie geregelde pompen met variabele
debiet geïnstalleerd voor de gebruiksgroepen,daar waar een wisselend debiet
wordt verwacht?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.5
|
|
|
3.6
|
Worden er vuilvangers, slibfilters en ontgassing
toegepast voor een betere warmteoverdracht?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.6
|
|
|
3.7
|
Inregeling
|
|
|
|
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
Bepaal het verschil tussen de aanvoer- en
retourtemperatuur
|
Aanvoertemperatuur (°C):
|
|
|
|
Retourtemperatuur (°C):
|
|
|
|
Verschil (°C):
|
|
|
|
Is het temperatuurverschil (Delta-T) < 4 °C?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 3.7
|
|
|
4. Afgifte condensorwarmte
4.1
|
Zijn de condensorunits vervuild?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.1
|
|
|
4.2
|
Zijn er tekenen van mogelijke koudemiddellekkage of
is er koudemiddellekkage?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.2
|
|
|
4.3
|
Zijn er belemmeringen bij de luchtaanzuiging?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.3
|
|
|
4.4
|
Wordt de aangezogen lucht verwarmd door externe
bronnen of de directe omgeving?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.4
|
|
|
4.5
|
Zijn de ventilatoren van de condensor voorzien van
toerenregeling?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 4.5
|
|
|
4.6
|
Is de condensortemperatuur volgens de
ontwerpspecificaties?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 4.6
|
|
|
Bij een aanwezige koeltoren
|
|
|
|
|
|
|
|
4.7
|
Afkoeling
koeltoren
|
|
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
Bepaal het verschil tussen de aanvoer- en de
retourtemperatuur van de koeltoren
|
Aanvoertemperatuur (°C):
|
|
|
|
Retourtemperatuur (°C):
|
|
|
|
Verschil (°C):
|
|
|
|
Is het temperatuurverschil (Delta-T) < 4 °C?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Niet te inspecteren vanwege legionella-risico
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.7
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
5. Afgiftesysteem
5.1
|
Zijn de warmtewisselaars vervuild?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.1
|
|
|
5.2
|
Wordt de aangezogen lucht verwarmd door externe
bronnen of de directe omgeving?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.2
|
|
|
5.3
|
Zijn de luchtfilters vervuild of beschadigd?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.3
|
|
|
5.4
|
Zijn er tekenen van mogelijke
(koudemiddel)lekkage?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.4
|
|
|
5.5
|
Bij (comfort) klachten: zijn de geplaatste roosters
correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.5
|
|
|
5.6
|
Bij (comfort) klachten: lijkt de luchtverdeling in de
ruimten in orde?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.6
|
|
|
5.7
|
Is de verdampertemperatuur volgens de
ontwerpspecificaties?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.7
|
|
|
Bij aanwezige vloerkoeling en betonkernactivering: 5.10
t/m 5.14
5.10
|
Zijn de aanvoer- en retour temperatuurgroepen volgens
de ontwerpspecificaties?
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.10
|
|
|
5.11
|
Functioneert de regeling van de geregelde groepen
correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.11
|
|
|
5.12
|
Worden alle groepen door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.12
|
|
|
5.13
|
Zijn er tekenen van mogelijke lekkage?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.13
|
|
|
5.14
|
Is er sprake van een gelijkmatige
temperatuurverdeling van de verschillende groepen (steekproefsgewijs
controleren)?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.14
|
|
|
Bij aanwezige inductie-unit: 5.20 t/m 5.26
5.20
|
Zijn er tekenen van mogelijke lekkage?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.20
|
|
|
5.21
|
Bij een aanwezige na-regeling van de temperatuur:
functioneert die correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.21
|
|
|
5.22
|
Bij een aanwezige dauwpuntregeling: functioneert die
correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.22
|
|
|
5.23
|
Bij een aanwezige condenswaterafvoer: functioneert
die correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.23
|
|
|
5.24
|
Zijn de aanvoer en retourtemperaturen van het gekoeld
of verwarmd water volgens de ontwerpspecificaties?
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.24
|
|
|
5.25
|
Is de warmtewisselaar vervuild of beschadigd?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.25
|
|
|
5.26
|
Is de luchtuitstroom optimaal (volgens de
ontwerpspecificaties)?
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.26
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
Bij een aanwezig klimaatplafond: 5.30 t/m 5.34
5.30
|
Zijn er tekenen van mogelijke lekkage?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.30
|
|
|
5.31
|
Worden de klimaatplafonds ten minste twee keer per
jaar gecontroleerd door middel van infraroodopnamen met een
warmtebeeldcamera?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.31
|
|
|
5.32
|
Bij beschikbare recente infraroodopnamen van een
warmtebeeldcamera (ten hoogste 1 jaar oud): is het koude- of warmtepatroon
op
die opnamen gelijkmatig?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.32
|
|
|
5.33
|
Functioneert de regeling en functioneren de
regelkleppen correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.33
|
|
|
5.34
|
Bij een aanwezige dauwpuntregeling (van de groep
klimaatplafonds ter voorkoming van condens): functioneert die correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Niet te beoordelen
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.34
|
|
|
5.35
|
Worden alle groepen door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.35
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bij een aanwezige ventilatorconvector: 5.40 t/m 5.46
5.40
|
Zijn de (flexibele) aansluitingen op het
verwarmings-of koelelement geïsoleerd en verkeren die in een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.40
|
|
|
5.41
|
Functioneren de ventilatorconvectoren correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.41
|
|
|
5.42
|
Functioneert de thermostaat correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.42
|
|
|
5.43
|
Functioneert de (thermische) regelapparatuur
correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.43
|
|
|
5.44
|
Is de warmtewisselaar vervuild of beschadigd?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.44
|
|
|
5.45
|
Bij aanwezige luchtfilters: zijn de luchtfilters
vervuild of beschadigd?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.45
|
|
|
5.46
|
Worden alle groepen door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.46
|
|
|
Bij aanwezig kanaal (na)koelelement: 5.50 t/m 5.55
5.50
|
Is het kanaal (na)koelelement geïsoleerd en verkeert
dit in een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.50
|
|
|
5.51
|
Functioneert de regelapparatuur correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.51
|
|
|
5.52
|
Bij een aanwezige afvoervoorziening voor condenswater
of condenswaterpomp: functioneert die correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.52
|
|
|
5.53
|
Bij een aanwezige dauwpuntregeling: functioneert die
correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.53
|
|
|
5.54
|
Is de warmtewisselaar vervuild of beschadigd?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.54a
|
|
|
|
□
|
Niet te beoordelen, advies 5.54b
|
|
|
5.55
|
Bij aanwezige luchtfilters: zijn de luchtfilters
vervuild of beschadigd?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.55
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
Bij aanwezige radiatoren of convectoren: 5.60 en 5.61
5.60
|
Zijn de radiatoren (voldoende) geschikt voor lage
temperatuur verwarming (LTV)?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Niet bekend, selecteer advies 5.60a
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.60b
|
|
|
5.61
|
Zijn er belemmeringen voor een goede werking van de
radiatoren (gordijnen, dozen, kasten, tafels en dergelijke)?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.61
|
|
|
5.62
|
Zijn de radiatoren en convectoren voorzien van
thermostaatknoppen, thermostaatregeling of voetventielen?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.62
|
|
|
6. Lucht toe- en afvoer (ventilatiesysteem)
6.1
|
Bij (comfort) klachten: is het juiste type inblaas-
en afzuigroosters geplaatst en zijn ze op de juiste locatie geplaatst?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.1
|
|
|
6.2
|
Kan de lucht bij de luchtinlaten en -uitlaten vrij in
en uitstromen?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.2
|
|
|
6.3
|
Zijn de luchtinlaten en -uitlaten vervuild?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.3
|
|
|
6.4
|
Functioneren de luchtinlaten en -uitlaten
correct?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.4
|
|
|
6.5
|
Wordt de aangezogen buitenlucht opgewarmd door de
directe omgeving of andere (externe) bronnen?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.5
|
|
|
7. Luchtfiltering (ventilatiesysteem)
7.1
|
Worden de luchtfilters ten minste eenmaal per jaar
vervangen of gereinigd (VRV systemen)?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.1
|
|
|
7.2
|
Zijn de luchtfilters schoon en is het drukverschil
(Pa) over de filters voldoende laag (duidelijk onder de eindweerstand zoals
beschreven in de technische specificaties)?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.2
|
|
|
7.3
|
Zijn luchtfiltersecties in goede en droge staat?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.3
|
|
|
7.4
|
Is de afdichting van filters en behuizingen in
orde?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.4
|
|
|
7.5
|
Is er sprake is van ontbrekende, geblokkeerde of
beschadigde luchtfilters?
|
□
|
Nee
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 7.5
|
|
|
7.6
|
Zijn de luchtfilters op de juiste wijze (oriëntatie)
geplaatst?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.6
|
|
|
7.7
|
Zijn de juiste gecertificeerde filters met de juiste
luchtfilterklasse geplaatst?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.7
|
|
|
7.8
|
Is de conditie van de drukmeter van het
filterdifferentieel in goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.8
|
|
|
8. Warmtewisselaars en warmteterugwinning
(ventilatiesysteem)
Bij aanwezige warmteterugwinning
8.1
|
Zijn de warmtewisselaars vervuild?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 8.1
|
|
|
8.2
|
Is de toestand van de warmtewisselaars en overige
onderdelen van de warmteterugwinning in orde (bijvoorbeeld onbeschadigd)?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD- A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 8.2
|
|
|
8.3
|
Is het energierendement van de
warmteterugwinning
in overeenstemming met de technische
specificaties?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Nee, selecteer advies 8.3
|
|
|
8.4
|
Zijn er tekenen van koelmiddellekkage?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 8.4
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
9. Kanaalwerk ventilatie (ventilatiesysteem)
9.1
|
Zijn er tekenen van vocht, afzetting, verstopping en
dergelijke?
|
□
|
Nee
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 9.1
|
|
|
9.2
|
Verkeert de luchtafdichting van het leidingwerk in
een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 9.2
|
|
|
9.3
|
Is er kanaalisolatie aanwezig (waar wenselijk) en zo
ja, is deze in goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 9.3
|
|
|
9.4
|
Zijn de luchtkanalen (overmatig) vervuild?
|
□
|
Nee
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 9.4
|
|
|
9.5
|
Staan alle brandklappen open?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 9.5
|
|
|
10. Luchtbehandelingskast en ventilator
(ventilatiesysteem)
10.1
|
Zijn de luchtstromen die door de
luchtbehandelingseenheid worden geleverd in overeenstemming met de technische
specificaties?
|
□
|
De luchtstromen zijn niet te bepalen of technische
specificaties zijn niet aanwezig
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 10.1
|
|
|
10.2
|
Is de luchtbehandelingskast van een energiezuinig
type?
|
□
|
Nee, selecteer advies 10.2
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
11. Regeling en instellingen
- Koeling
11.1
|
Sluit de zone-indeling voldoende aan bij de
specifieke koudevraag van de sectoren?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.1
|
|
|
11.2
|
Is de kloktijd van de klok die de koeling aanstuurt
juist?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, adviseer advies 11.2
|
|
|
11.3
|
Komt het klokprogramma voor de koeling overeen met de
bedrijfstijden?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.3
|
|
|
11.4
|
Zijn de locaties van de temperatuursensor(en) voor de
koeling correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.4
|
|
|
11.5
|
Is de aangegeven temperatuur van de
temperatuursensoren voor koeling correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.5
|
|
|
11.6
|
Bij een gekoeld watersysteem: is de regeling voor
gekoeld water in orde en optimaal ingesteld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.6
|
|
|
11.7
|
Zijn er zones die gelijktijdig worden verwarmd en
gekoeld?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.7
|
|
|
11.8
|
Zijn er ruimten die gelijktijdig worden verwarmd en
gekoeld?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.8
|
|
|
11.9
|
Zijn er ruimten met een (bijna) permanente koelvraag
waar geen vrije koeling wordt toegepast?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.9
|
|
|
11.10
|
Aantal starts en
stops
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
Kan het aantal starts en stops worden
uitgelezen?
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.10a
|
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
Bepaal het aantal starts en stops en draaiuren
|
Aantal starts en stops:
|
|
|
|
Aantal draaiuren:
|
|
|
|
Bedraagt het aantal starts en stops meer dan 4 per
uur?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.10b
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
- Ventilatie
11.11
|
Sluit de zone-indeling van het ventilatiesysteem aan
bij de ventilatievraag van sectoren?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.11
|
|
|
11.12
|
Is de kloktijd van de klok die de regeling van het
ventilatiesysteem aanstuurt juist?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, adviseer advies 11.12
|
|
|
11.13
|
Sluit het klokprogramma van de regeling van het
ventilatiesysteem aan bij de bedrijfstijden?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.13
|
|
|
11.14
|
Is er een luchtdebietregeling aanwezig?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.14
|
|
|
11.15
|
Bij een aanwezige luchtdebietregeling: is die
traploos of vraaggestuurd?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.15
|
|
|
11.16
|
Bij een aanwezig traploos of vraaggestuurd systeem:
functioneert dit correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.16
|
|
|
11.17
|
Bij een aanwezige voorverwarming, is de regeling van
de voorverwarming in orde en optimaal ingesteld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.17
|
|
|
11.18
|
Bij een aanwezig bevochtigingssysteem, is de regeling
van het bevochtigingssysteem in orde en optimaal ingesteld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.18
|
|
|
- Verwarming
11.21
|
Sluit de zone-indeling voldoende aan bij de
specifieke warmtevraag van de sectoren?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.21
|
|
|
11.22
|
Is de kloktijd van de klok die de verwarming
aanstuurt juist?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, adviseer advies 11.22
|
|
|
11.23
|
Komt het klokprogramma voor de verwarming overeen met
de bedrijfstijden?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.23
|
|
|
11.24
|
Zijn de locaties van de temperatuursensoren voor de
verwarming correct?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.24
|
|
|
11.25
|
Is de aangegeven temperatuur van de
temperatuursensoren, voor verwarming, correct?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.25
|
|
|
11.26
|
Zijn er ruimten die niet hoeven te worden verwarmd
maar toch worden verwarmd?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.26
|
|
|
11.27
|
Zijn er ruimten die naast het verwarmingssysteem
(warmtepompen) ook nog door andere bronnen, heaters en dergelijke, worden
verwarmd en waar geen thermostatische kleppen of thermostaten zijn
geplaatst?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.27
|
|
|
11.28
|
Bij een aanwezig waterdistributiesysteem, is het
afgiftesysteem van de verwarming waterzijdig goed ingeregeld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.28
|
|
|
11.29
|
Aantal starts en
stops
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
Kan het aantal starts en stops worden
uitgelezen?
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.29a
|
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
Bepaal het aantal starts en stops en draaiuren
|
Aantal starts en stops:
|
|
|
|
Aantal draaiuren:
|
|
|
|
Bedraagt het aantal starts en stops meer dan 4 per
uur?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.29b
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
12. Bemetering
- Koeling
12.1
|
Wordt het energiegebruik van het koelsysteem
gemeten?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 12.1
|
|
|
12.2
|
Als het energiegebruik van het koelsysteem wordt
gemeten, worden de data ook regelmatig uitgelezen en beoordeeld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 12.2
|
|
|
- Verwarming
12.11
|
Wordt het energiegebruik van het verwarmingssysteem
gemeten?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 12.11
|
|
|
12.12
|
Als het energiegebruik van het verwarmingssysteem
wordt gemeten, worden de data ook regelmatig uitgelezen en beoordeeld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 12.12
|
|
|
13. Alternatieven
|
13.1
|
Zijn alle ramen op zonbelaste gevels voorzien van
buitenzonwering?
|
□
|
Ja,
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 13.1
|
|
|
|
13.2
|
Is er restwarmte van ten minste 70 °C
beschikbaar?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 13.2
|
|
|
|
13.3
|
Bij behoefte aan gelijktijdige verwarming en
koeling: wordt de condensorwarmte benut?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 13.3
|
|
|
|
13.4
|
Is er sprake van een laag temperatuur warmteafgifte
zonder toepassing van warmtepompen?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 13.4
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
14. Systeemgrootte
- Koeling
14.1
|
Is er voor dit gebouw of gebouwdeel al een keer een
EPBD aircokeuring uitgevoerd waarin het opgestelde koelvermogen is beoordeeld
in relatie tot het benodigde vermogen?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.2
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Weet niet, ga naar vraag 14.3
|
|
|
|
□
|
Nee, ga naar vraag 14.3
|
|
|
14.2
|
Zijn er na de beoordeling van het opgestelde
koelvermogen, in relatie tot het benodigde koelvermogen, nog aanpassingen
gedaan aan het gebouw of het klimaatsysteem die van invloed zijn op de
koelbehoefte van het gebouw of gebouwdeel?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.3
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Weet niet, ga naar vraag 14.3
|
|
|
|
□
|
Nee, vraag 14.3 en 14.4 kunnen overgeslagen
worden
|
|
|
14.3
|
Is er een actuele koelbehoefteberekening volgens
BRL6000 beschikbaar?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.4
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 14.3, vraag 14.4 kan
overgeslagen worden
|
|
|
14.4
|
Is het opgestelde koelvermogen meer dan 20% hoger dan
het benodigde koelvermogen?
|
□
|
Ja, selecteer advies 14.4
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee
|
|
|
- Verwarming
14.11
|
Is er voor dit gebouw of gebouwdeel al een keer een
EPBD aircokeuring uitgevoerd waarin het opgestelde verwarmingsvermogen is
beoordeeld in relatie tot het benodigde vermogen?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.12
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Weet niet, ga naar vraag 14.13
|
|
|
|
□
|
Nee, ga naar vraag 14.13
|
|
|
14.12
|
Zijn er na de beoordeling van het opgestelde
verwarmingsvermogen in relatie tot het benodigde verwarmingsvermogen nog
aanpassingen gedaan aan het gebouw of het klimaatsysteem die van invloed zijn
op de warmtebehoefte van het gebouw of gebouwdeel?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.13
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Weet niet, ga naar vraag 14.13
|
|
|
|
□
|
Nee, vraag 14.13 en 14.14 kunnen overgeslagen
worden
|
|
|
14.13
|
Is er een actuele warmtebehoefteberekening opgesteld
volgens BRL6000 beschikbaar?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.14
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 14.13, vraag 14.14 kan
overgeslagen worden
|
|
|
14.14
|
Is het opgestelde verwarmingsvermogen meer dan 20%
hoger dan het benodigde verwarmingsvermogen?
|
□
|
Ja, selecteer advies 14.14
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee
|
|
|
Advieslijst
1. Systeem
Aanwezige documentatie/informatie
1.1a
|
□
|
Er is geen onderhoudslogboek van het koelsysteem of
verwarmingssysteem aanwezig. Advies: stel dit op en houd daarin de gegevens
over de installatie bij.
|
1.1.b
|
□
|
Er is geen onderhoudslogboek van het
ventilatiesysteem aanwezig. Advies: stel dit op en houd daarin de gegevens
over
de installatie bij.
|
1.1.c
|
□
|
Er is geen klachtenregister aanwezig. Advies: stel
dit op en houd daarin klachten over de installatie bij.
|
1.1d
|
□
|
Er is geen (ontwerp)beschrijving beschikbaar van de
gewenste inregeling of instellingen (bedrijfstijden, temperaturen of
ventilatiedebiet) van het klimaatsysteem met betrekking tot verwarming, koeling
of ventilatie. Advies: stel deze op.
|
1.1e
|
□
|
Er is geen informatie beschikbaar over de huidige
inregeling of instellingen (bedrijfstijden, temperaturen of ventilatiedebiet)
van het klimaatsysteem met betrekking tot verwarming, koeling of ventilatie.
Advies: verzamel deze informatie.
|
1.1f
|
□
|
Er is geen overzicht van het koelsysteem of
verwarmingssysteem (met inbegrip van locatie hoofdcomponenten) beschikbaar.
Advies: stel dit op.
|
1.1g
|
□
|
Er is geen principeschema (met bijbehorende revisies)
van het klimaatsysteem beschikbaar. Advies: stel dit op.
|
1.1h
|
□
|
Er is geen beschrijving van de regeling
watertemperatuur van het gekoeld watersysteem beschikbaar. Advies: stel deze
op.
|
1.1i
|
□
|
Er is geen beschrijving van de stooklijn voor koel-
en verwarmingszones beschikbaar. Advies: stel deze op.
|
1.1j
|
□
|
Er zijn geen ontwerpspecificaties ten aanzien van de
condensortemperatuur of verdampertemperatuur beschikbaar. Advies: stel deze
op.
|
1.1k
|
□
|
Er zijn geen monitoringsgegevens van de energieopslag
beschikbaar. Advies: stel deze op volgens BRL6000-21.
|
1.1l
|
□
|
Er is geen omschrijving van de zone-indeling voor
koeling of verwarming beschikbaar. Advies: stel deze op.
|
1.1m
|
□
|
Er is geen omschrijving van de zone-indeling voor
ventilatie beschikbaar. Advies: stel deze op.
|
1.1p
|
□
|
Er zijn geen technische specificaties over de
luchtstromen van het ventilatiesysteem beschikbaar. Advies: stel deze op.
|
1.1q
|
□
|
Er is geen meetrapport van het ventilatiesysteem
beschikbaar. Advies: stel dit op.
|
Onderhoud en beheer
1.2
|
□
|
Er wordt geen of onvoldoende onderhoud verricht aan
de koelinstallatie. Advies: sluit alsnog een onderhoudscontract met een
installateur of breidt het onderhoudscontract uit.
|
1.3
|
□
|
Er wordt geen of onvoldoende onderhoud verricht aan
de luchtbehandelingskast. Advies: sluit alsnog een onderhoudscontract met
een
installateur of breidt het onderhoudscontract uit.
|
1.4
|
□
|
Er zijn repeterende klachten die niet goed worden
opgepakt of afgehandeld. Advies: handel de klachten alsnog correct af.
|
2. Koude-/warmteopwekking
2.1
|
□
|
De directe omgeving van de koude- of
warmteopwekker(s) is niet ordelijk of schoon (vervuild of losse materialen
en
dergelijke). Advies: maak de directe omgeving ordelijk en schoon.
|
2.2
|
□
|
Er zijn belemmeringen voor een goede werking van de
koude-of warmteopwekker(s). Advies: verwijder de belemmeringen.
|
2.3
|
□
|
Het principeschema is niet aanwezig of komt niet
overeen met de werkelijkheid (er zijn afwijkingen tussen de werkelijke situatie
en het principeschema). Advies: stel een correct principeschema op.
|
2.4
|
□
|
De opstelling van de koude- of warmteopwekker(s) is
niet juist. Advies: stel de installatie correct op volgens
installatievoorschrift of eisen fabrikant.
|
2.5
|
□
|
De isolatie van de koudemiddelleidingen is niet
volledig of verkeert in slechte staat. Advies: breng de isolatie aan of herstel
dit.
|
2.6
|
□
|
Er zijn onderdelen met een hoog trillings- of
geluidsniveau. Advies: onderzoek de oorzaak hiervan en verhelp zo mogelijk
het
probleem.
|
2.7
|
□
|
Er is meer dan een koude- of warmteopwekker aanwezig,
deze zijn niet voorzien van een cascaderegeling (koude-en warmteopwekkers
worden ingeschakeld en afgeschakeld afhankelijk van de behoefte). Advies:
voorzie de koude- en warmteopwekkers van een cascaderegeling.
|
2.8
|
□
|
Er is een cascaderegeling of cascadestrategie
aanwezig die niet optimaal is ingesteld. Advies: optimaliseer de
cascaderegeling.
|
2.9
|
□
|
Het besparingspotentieel van de aanwezige
koude-opwekker is meer dan 20%: de Energie Efficiency Rate (EER) is te laag.
Advies: verbeter de Energie Efficiency Rate (EER) van de koude-opwekker.
|
2.10
|
□
|
Het besparingspotentieel van de aanwezige
warmte-opwekker is meer dan 20%: de Coëfficiënt of Performance (COP) is te
laag. Advies: verbeter de Coëfficiënt of Performance (COP) van de
warmteopwekker.
|
2.11
|
□
|
De gemiddelde verschillen tussen de onttrekkings- en
infiltratietemperaturen zijn erg klein (delta-T ≤ 4 °C). Advies: controleer
de
installatie aan de hand van de ontwerpspecificaties en stel deze zo nodig
bij.
|
3. Distributiesysteem
3.1
|
□
|
De leidingen of appendages voor gekoeld en warm water
zijn niet geïsoleerd of de isolatie ervan verkeert in een slechte staat.
Advies: breng deze aan of herstel deze.
|
3.2
|
□
|
Er is mogelijk sprake van lekkage. Advies: onderzoek
de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder vervolgens de
lekkagesporen.
|
3.3
|
□
|
Niet alle pompen in het distributiesysteem zijn
energiezuinige pompen. Advies: plaats energiezuinige pompen.
|
3.4
|
□
|
De nadraaitijd bij uitschakeling van de
circulatiepompen van het distributiesysteem is niet juist. Advies: stel de
juiste nadraaitijd van deze circulatiepompen in.
|
3.5
|
□
|
Er zijn geen frequentiegeregelde pompen met variabel
debiet geïnstalleerd, daar waar een wisselend debiet wordt verwacht. Advies:
installeer frequentiegeregelde pompen met variabel debiet.
|
3.6
|
□
|
Er zijn geen vuilvangers, slibfilters en ontgassing
toegepast (ten behoeve van een betere warmteoverdracht). Advies: installeer
deze.
|
3.7
|
□
|
Het temperatuurverschil tussen de aanvoer en retour
is erg klein (< 4 °C). Advies: regel de installatie opnieuw in.
|
4. Afgifte condensorwarmte
4.1
|
□
|
De condensorunit(s) zijn vervuild, dit belemmert een
goede werking. Advies: reinig deze.
|
4.2
|
□
|
Er zijn tekenen van (mogelijke) koudemiddellekkage.
Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
4.3
|
□
|
Er zijn belemmeringen bij de luchtaanzuiging, dit
belemmert een goede werking. Advies: verwijder de belemmering.
|
4.4
|
□
|
De aanzuiglucht van de condensors wordt verwarmd door
externe bronnen of de directe omgeving. Advies: verhelp dit.
|
4.5
|
□
|
De ventilatoren zijn niet voorzien van
toerenregeling. Advies: overweeg het gebruik van toerenregeling op de
ventilatoren.
|
4.6
|
□
|
De condensortemperatuur is niet volgens de
ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor verlaging van
de
condensortemperatuur.
|
4.7
|
□
|
Het temperatuurverschil tussen de aanvoer en retour
van en naar de koeltoren is erg klein. Advies: inspecteer de koeltoren op
vervuiling.
|
5. Afgiftesystemen
5.1
|
□
|
De warmtewisselaar(s) in de afgifte-units zijn
vervuild, dit belemmert een goede werking. Advies: reinig deze.
|
5.2
|
□
|
De aanzuiglucht van de luchtbehandelingskast wordt
verwarmd door externe bronnen of de directe omgeving. Advies: verhelp dit.
|
5.3
|
□
|
De filters zijn vervuild of beschadigd. Advies:
vervang de filters en controleer de filters periodiek.
|
5.4
|
□
|
Er zijn tekenen van mogelijke (koudemiddel)lekkage.
Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
5.5
|
□
|
Er zijn (comfort) klachten mogelijk als gevolg van
onjuist geplaatste roosters voor het inblazen of afzuiging van lucht. Advies:
controleer de roosters en vervang deze zo nodig door juiste types.
|
5.6
|
□
|
Er zijn (comfort) klachten mogelijk doordat de
luchtverdeling in de ruimten niet in orde is. Advies: controleer de
luchtverdeling in de ruimten en stel deze zo nodig opnieuw in.
|
5.7
|
□
|
De verdampertemperatuur is niet volgens de
ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor verhoging van
de
verdampertemperatuur.
|
Vloerkoeling en betonkernactivering
5.10
|
□
|
De aanvoer- en retourtemperatuurgroepen zijn niet
volgens de ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek dit nader en herstel dit
zo
nodig.
|
5.11
|
□
|
De regeling van de geregelde groepen functioneert
niet correct. Advies: herstel dit gebrek.
|
5.12
|
□
|
Niet alle groepen worden door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd. Advies: herstel dit gebrek.
|
5.13
|
□
|
Er zijn tekenen van mogelijke lekkage. Advies:
onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
5.14
|
□
|
Er is sprake van een ongelijkmatige
temperatuurverdeling van de verschillende groepen. Advies: onderzoek dit gebrek
nader en regel dit zo nodig opnieuw in.
|
Inductie-unit
5.20
|
□
|
Er zijn tekenen van mogelijke lekkage. Advies:
onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
5.21
|
□
|
De na-regeling van de temperatuur werkt niet correct.
Advies: controleer de regeling en pas deze zo nodig aan.
|
5.22
|
□
|
De dauwpuntregeling werkt niet correct. Advies:
controleer de regeling en pas deze zo nodig aan.
|
5.23
|
□
|
De condenswaterafvoer werkt niet correct. Advies:
herstel dit gebrek.
|
5.24
|
□
|
De aanvoer- en retourtemperaturen van het gekoeld
water zijn niet volgens de ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek dit nader
en
regel dit opnieuw in.
|
5.25
|
□
|
De warmtewisselaar is vervuild of beschadigd. Advies:
reinig de warmtewisselaar of herstel deze.
|
5.26
|
□
|
De luchtuitstroom is niet optimaal (volgens de
ontwerpspecificaties). Advies: onderzoek de oorzaak en herstel dit gebrek.
|
Klimaatplafond
5.30
|
□
|
Er zijn tekenen van mogelijke lekkage. Advies:
onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
5.31
|
□
|
De klimaatplafonds worden niet twee keer per jaar
gecontroleerd via infraroodopnamen met een warmtebeeldcamera. Advies:
controleer deze twee keer per jaar met een warmtebeeldcamera.
|
5.32
|
□
|
Het warmtepatroon op met een warmtebeeldcamera
gemaakte infraroodopnamen is ongelijkmatig. Advies: onderzoek of de
waterzijdige balans volgens de ontwerpspecificaties is en regel deze zo nodig
opnieuw in.
|
5.33
|
□
|
De regeling of de regelkleppen functioneren niet
correct. Advies: onderzoek dit nader en pas een haalbare oplossing toe.
|
5.34
|
□
|
De dauwpuntregeling van de groep klimaatplafonds (ter
voorkoming van condens) functioneert niet correct. Advies: controleer dit
en
pas dit zo nodig aan.
|
5.35
|
□
|
Niet alle groepen worden door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd. Advies: herstel dit gebrek.
|
Ventilatorconvector
5.40
|
□
|
De (flexibele) aansluitingen op het verwarmings- en
koelelement zijn niet geïsoleerd of verkeren in een slechte staat. Advies:
herstel de isolatie of breng deze aan.
|
5.41
|
□
|
De ventilatorconvectoren functioneren niet correct.
Advies: onderzoek dit gebrek en pas een haalbare oplossing toe.
|
5.42
|
□
|
De thermostaat functioneert niet correct. Advies:
onderzoek dit gebrek en kalibreer of vervang zo nodig de thermostaat.
|
5.43
|
□
|
De regelapparatuur functioneert niet correct. Advies:
controleer de regeling en pas deze zo nodig aan.
|
5.44
|
□
|
De warmtewisselaar is vervuild of beschadigd. Advies:
reinig of herstel de warmtewisselaar.
|
5.45
|
□
|
De luchtfilters zijn vervuild of beschadigd. Advies:
vervang de luchtfilters en controleer deze periodiek.
|
5.46
|
□
|
Niet alle groepen worden door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd. Advies: herstel dit gebrek.
|
Kanaal (na)koelelement
5.50
|
□
|
Het kanaal (na)koelelement is niet geïsoleerd of
verkeert in een slechte staat. Advies: herstel de isolatie of breng deze
opnieuw aan.
|
5.51
|
□
|
De regelapparatuur functioneert niet correct. Advies:
controleer de regeling en pas deze zo nodig aan.
|
5.52
|
□
|
De afvoervoorziening (condenswater of
condenswaterpomp) functioneert niet correct. Advies: herstel dit gebrek.
|
5.53
|
□
|
De dauwpuntbeveiliging van de groep klimaatplafonds
(ter voorkoming van condens) functioneert niet correct. Advies: controleer
deze
en pas deze zo nodig aan.
|
5.54a
|
□
|
De warmtewisselaar is vervuild of beschadigd. Advies:
reinig of herstel de warmtewisselaar.
|
5.54b
|
□
|
De vervuiling of beschadiging van de warmtewisselaar
is niet te beoordelen. Advies: breng inspectieluiken aan zodat de wisselaar
kan
worden geïnspecteerd of gereinigd.
|
5.55
|
□
|
De luchtfilters zijn vervuild of beschadigd. Advies:
vervang de luchtfilters en controleer deze periodiek.
|
Radiatoren of convectoren
5.60a
|
□
|
Het is niet bekend of de radiatoren voldoende
geschikt zijn voor lage temperatuur verwarming (LTV). Advies: onderzoek dit
zo
nodig.
|
5.60b
|
□
|
De radiatoren zijn onvoldoende geschikt voor lage
temperatuur verwarming (LTV). Advies: maak de radiatoren voldoende geschikt
voor lage temperatuur verwarming (LTV).
|
5.61
|
□
|
Er zijn belemmeringen voor een goede werking van de
radiatoren (gordijnen, dozen, kasten, tafels en dergelijke). Advies: verwijder
deze belemmeringen.
|
5.62
|
□
|
De radiatoren of convectoren zijn niet voorzien van
thermostaatknoppen, thermostaatregeling of voetventielen. Advies: voorzie
de
radiatoren of convectoren van thermostaatknoppen, thermostaatregeling of
voetventielen.
|
6. Lucht toe en afvoer
6.1
|
□
|
Er zijn (comfort) klachten mogelijk als gevolg van
een onjuiste type inblaas- en afzuigroosters of door een onjuiste locatie.
Advies: controleer dit en selecteer zo nodig de juiste roosters met voldoende
worp of kies de juiste locatie.
|
6.2
|
□
|
Er kan onvoldoende lucht vrij instromen bij de
luchtinlaten. Advies: verwijder of verhelp de belemmeringen.
|
6.3
|
□
|
De luchtinlaten en -uitlaten zijn vervuild. Advies:
reinig de luchtinlaten en -uitlaten.
|
6.4
|
□
|
De luchtinlaten en -uitlaten functioneren niet naar
behoren. Advies: onderzoek dit en neem de oorzaak weg.
|
6.5
|
□
|
De aangezogen buitenlucht wordt opgewarmd door de
directe omgeving of (externe) bronnen. Advies: verplaats de luchtinlaat of
de
(externe) warmtebron.
|
7. Luchtfilters
7.1
|
□
|
De luchtfilters worden niet jaarlijks vervangen of
gereinigd. Advies: vervang of reinig de luchtfilters jaarlijks.
|
7.2
|
□
|
De luchtfilters zijn vervuild of het drukverschil
(Pa) over de filters is te hoog. Advies: vervang de luchtfilters.
|
7.3
|
□
|
De luchtfiltersecties zijn niet in goede en droge
staat. Advies: vervang de luchtfiltersecties.
|
7.4
|
□
|
De afdichting van filters en behuizingen is niet in
orde. Advies: herstel de afdichting.
|
7.5
|
□
|
Er is sprake van ontbrekende, geblokkeerde of
beschadigde luchtfilters. Advies: vervang de luchtfilters.
|
7.6
|
□
|
De luchtfilters zijn niet op de juiste wijze
(oriëntatie) geplaatst. Advies: plaats de luchtfilters op de juiste locatie
(oriëntatie).
|
7.7
|
□
|
Er zijn onjuiste filters geplaatst (onjuiste
luchtfilterklasse). Advies: plaats nieuwe filters met de juiste
filterklasse.
|
7.8
|
□
|
De luchtfilters zijn niet op de juiste wijze
(oriëntatie) geplaatst. Advies: plaats de luchtfilters op de juiste
locatie.
|
8. Warmtewisselaars en warmteterugwinning
8.1
|
□
|
De warmtewisselaars in de luchtbehandelingskast zijn
vervuild, dit belemmert een goede werking. Advies: reinig deze.
|
8.2
|
□
|
De toestand van de warmterugwinning is niet in orde.
Advies: laat de warmteterugwinning nader onderzoeken door de leverancier van
de
apparatuur.
|
8.3
|
□
|
Het energierendement van de warmteterugwinning is
niet volgens de technische specificaties. Advies: laat de warmteterugwinning
nader onderzoeken door de leverancier van de apparatuur.
|
8.4
|
□
|
Er is mogelijk sprake van koudemiddellekkage. Advies:
onderzoek dit gebrek en verhelp zo nodig dit gebrek.
|
9. Kanaalwerk ventilatie
9.1
|
□
|
Er zijn tekenen van vocht, afzetting of verstopping.
Advies: controleer de luchtcondities binnen en buiten het kanaal en raadpleeg
een deskundige.
|
9.2
|
□
|
De staat van het leidingwerk is niet orde. Advies:
herstel de afdichtingen.
|
9.3
|
□
|
De kanaalisolatie is niet orde. Advies: breng
kanaalisolatie aan of vervang de kanaalisolatie.
|
9.4
|
□
|
De luchtkanalen zijn vervuild. Advies: reinig de
luchtkanalen volgens NVRL-keur.
|
9.5
|
□
|
Niet alle brandkleppen staan open. Advies: laat dit
onderzoeken door een deskundige.
|
10. Luchtbehandelingskast en ventilator
10.1
|
□
|
De luchtstromen die door de luchtbehandelingseenheid
worden geleverd zijn niet in overeenstemming met de technische specificaties.
Advies: stel de luchtstromen opnieuw in.
|
10.2
|
□
|
De luchtbehandelingskast is niet van een
energiezuinig type. Advies: onderzoek of vervanging van de
luchtbehandelingskast door een energiezuinige luchtbehandelingskast rendabel
is.
|
11. Regeling en instellingen
- Koeling
11.1
|
□
|
De zonering sluit niet goed aan bij de specifieke
koudevraag van de sectoren. Advies: pas de zonering voor de koude-vraag
aan.
|
11.2
|
□
|
De kloktijd van de klok die de koeling aanstuurt is
onjuist. Advies: stel de klok bij.
|
11.3
|
□
|
Het klokprogramma voor de koeling komt niet overeen
met de bedrijfstijden. Advies: programmeer de kloktijden opnieuw of stel deze
opnieuw in.
|
11.4
|
□
|
De locatie van de temperatuursensor(en) voor de
koeling is onjuist. Advies: pas de locatie(s) aan.
|
11.5
|
□
|
De aangegeven temperatuur van de temperatuursensoren
voor koeling is niet correct
(te groot verschil tussen gemeten en aangegeven
temperatuur). Advies: kalibreer deze temperatuursensoren.
|
11.6
|
□
|
De regeling voor gekoeld water is niet in orde of
niet optimaal ingesteld. Advies: herstel dit gebrek of stel de regeling opnieuw
in.
|
11.7
|
□
|
Er zijn zones die gelijktijdig verwarmd en gekoeld
worden. Advies: pas de stooklijnen zodanig aan dat dit wordt voorkomen.
|
11.8
|
□
|
Er zijn ruimten die gelijktijdig verwarmd en gekoeld
worden. Advies: pas de regeling zodanig aan dat dit wordt voorkomen.
|
11.9
|
□
|
Er zijn ruimten met een (bijna) permanente koudevraag
waar (nog) geen gebruik wordt gemaakt van vrije koeling. Advies: onderzoek
de
mogelijkheden voor de toepassing van vrije koeling.
|
11.10a
|
□
|
Het aantal starts of stops kan niet worden
uitgelezen. Advies: installeer of repareer de start/stopteller.
|
11.10b
|
□
|
Het aantal starts of stops is erg hoog. Advies:
onderzoek de mogelijkheden om het aantal starts of stops terug te brengen.
|
- Ventilatie
11.11
|
□
|
De zonering sluit niet goed aan bij de
ventilatievraag van de sectoren. Advies: pas de zonering voor de
ventilatievraag aan.
|
11.12
|
□
|
De kloktijd van de klok van de regeling die het
ventilatiesysteem aanstuurt is onjuist. Advies: stel de klok bij.
|
11.13
|
□
|
Het klokprogramma van de regeling van het
ventilatiesysteem sluit onvoldoende aan bij de bedrijfstijden. Advies:
programmeer het klokprogramma opnieuw of stel deze opnieuw in.
|
11.14
|
□
|
Er is geen luchtdebietregeling aanwezig: Advies:
onderzoek de mogelijkheden voor een vraaggestuurde traploze regeling en breng
deze zo mogelijk aan.
|
11.15
|
□
|
De aanwezige luchtdebietregeling is niet traploos of
vraaggestuurd. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor een vraaggestuurde
traploze regeling en breng deze zo mogelijk aan.
|
11.16
|
□
|
Het vraaggestuurd systeem functioneert niet correct.
Advies: onderzoek dit en verhelp de oorzaak.
|
11.17
|
□
|
De regeling van de voorverwarming is niet in orde of
niet optimaal ingesteld. Advies: onderzoek de regeling van de voorverwarming
en
herstel deze.
|
11.18
|
□
|
De regeling van het bevochtigingssysteem is niet in
orde of niet optimaal ingesteld. Advies: onderzoek de regeling van het
bevochtigingssysteem en herstel deze.
|
- Verwarming
11.21
|
□
|
De zonering sluit niet goed aan bij de specifieke
warmtevraag van de sectoren. Advies: pas de zonering voor de warmtevraag
aan.
|
11.22
|
□
|
De kloktijd van de klok die de verwarming aanstuurt
is onjuist. Advies: stel de klok bij.
|
11.23
|
□
|
Het klokprogramma sluit onvoldoende aan bij de
bedrijfstijden. Advies: programmeer de kloktijden of stel deze opnieuw in.
|
11.24
|
□
|
De locatie van de temperatuursensor(en) voor de
verwarming is onjuist. Advies: pas de locatie(s) aan.
|
11.25
|
□
|
De aangegeven temperatuur van de temperatuursensoren
voor verwarming is niet correct
(te groot verschil tussen gemeten en aangegeven
temperatuur). Advies: kalibreer deze temperatuursensoren.
|
11.26
|
□
|
Er zijn ruimten die niet hoeven te worden verwarmd
maar toch worden verwarmd. Advies: schakel de verwarming uit in ruimten die
niet hoeven te worden verwarmd.
|
11.27
|
□
|
Er zijn ruimten die naast het verwarmingssysteem ook
door andere bronnen worden verwarmd waar geen thermostatische kleppen of
thermostaten zijn geplaatst. Advies: installeer thermostatische kleppen of
thermostaten in die ruimten.
|
11.28
|
□
|
Het afgiftesysteem van de verwarming is waterzijdig
niet goed ingeregeld. Advies: regel het afgiftesysteem van de verwarming
waterzijdig (opnieuw) in.
|
11.29a
|
□
|
Het aantal starts of stops kan niet worden
uitgelezen. Advies: installeer een start/stopteller.
|
11.29b
|
□
|
Het aantal starts of stops is erg hoog. Advies:
onderzoek de mogelijkheden om het aantal starts of stops terug te brengen.
|
12. Bemetering
– Koeling
12.1
|
□
|
Het energiegebruik van de koelsysteem wordt niet
gemeten. Advies: plaats energiemeters die het energiegebruik van het
koelsysteem meten.
|
12.2
|
□
|
Het energiegebruik van het koelsysteem wordt gemeten
maar de data worden niet periodiek uitgelezen of beoordeeld. Advies: lees
het
energiegebruik van het koelsysteem vanaf heden uit en beoordeel dit vanaf
heden.
|
- Verwarming
12.11
|
□
|
Het energiegebruik van het verwarmingssysteem wordt
momenteel niet gemeten. Advies: plaats energiemeters die het energiegebruik
van
het verwarmingssysteem meten.
|
12.12
|
□
|
Het energiegebruik van het verwarmingssysteem wordt
gemeten maar de data worden niet periodiek uitgelezen of beoordeeld. Advies:
lees het energiegebruik van het verwarmingssysteem vanaf heden uit en beoordeel
dit vanaf heden.
|
13. Alternatieven
13.1
|
□
|
Niet alle ramen op zonbelaste gevels zijn voorzien
van buitenzonwering. Advies: onderzoek de mogelijkheden om alle ramen op
zonbelaste gevels te voorzien van buitenzonwering.
|
13.2
|
□
|
Er is restwarmte van ten minste 70 °C beschikbaar.
Advies: onderzoek de mogelijkheden voor de toepassing van absorptiekoeling,
let
er hierbij nadrukkelijk op of de toepassing ervan leidt tot CO2-reductie.
|
13.3
|
□
|
Er is behoefte aan gelijktijdige verwarming en
koeling zonder dat de condensorwarmte wordt benut. Advies: ga de mogelijkheden
na om de condensorwarmte van de koelinstallatie te gebruiken.
|
13.4
|
□
|
Er is sprake van een laag temperatuur warmteafgifte
zonder toepassing van warmtepompen. Advies: ga de mogelijkheden na voor het
gebruik van warmtepompen en energieopslag.
|
14. Systeemgrootte
– Koeling
14.3
|
□
|
Er is geen koelbehoefteberekening van het gebouw of
gebouwdeel beschikbaar volgens BRL6000. Advies: stel een koelbehoefteberekening
op volgens BRL6000 en beoordeel het rendement en de capaciteit van het huidige
koelsysteem.
|
14.4
|
□
|
Het opgesteld koelvermogen van de klimaatinstallatie
is hoog in relatie tot het benodigde vermogen (> 20%). Advies: bepaal bij
vervanging van de klimaatinstallatie het benodigde koelvermogen opnieuw en
stem
de installatie daarop af.
|
- Verwarming
14.13
|
□
|
Er is geen warmtebehoefteberekening van het gebouw of
gebouwdeel volgens BRL 6000 beschikbaar. Advies: stel een
warmtebehoefteberekening op volgens BRL6000 en beoordeel het rendement en
de
capaciteit van het huidige verwarmingssysteem.
|
14.14
|
□
|
Het opgesteld verwarmingsvermogen van de
klimaatinstallatie is hoog in relatie tot het benodigde vermogen (>20%).
Advies: bepaal bij vervanging van de klimaatinstallatie het benodigde
verwarmingsvermogen opnieuw en stem de installatie daarop af.
|
15. Overig
15.1
|
□
|
Laat ten minste eenmaal per 10 jaar een EPA-U
maatwerkadvies opstellen (door een gecertificeerd bedrijf) naar de mogelijke
energiebesparende maatregelen.
|
15.2
|
□
|
Kies bij vervanging van installatiecomponenten voor
componenten die geschikt zijn voor hoog temperatuur koeling (als het gebouw
daarvoor geschikt is).
|
15.3
|
□
|
Kies bij vervanging van koude-of warmteopwekker(s),
pompen, ventilatoren, luchtbehandelingskast(en) en dergelijke voor de meest
energie-efficiënte variant.
|
|
□
|
|
|
□
|
|
|
□
|
|
Toelichting bij advies
Overige opmerkingen inspecteur
Ondertekening
Plaats:
Datum:
Handtekening:
|
BIJLAGE II BIJ ARTIKEL II, ONDERDEEL H
BIJLAGE XI BIJ ARTIKEL 5.18, TWEEDE LID, VAN DEZE REGELING (KEURING
AIRCONDITIONINGSYSTEMEN EN GECOMBINEERDE AIRCONDITIONING- EN
VENTILATIESYSTEMEN)
Uitgangspunten keuring en inspectielijst
Deze bijlage legt de inspectiepunten vast die tijdens een keuring
van airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en
ventilatiesystemen moeten worden beoordeeld.
Bij de keuring mag gebruik worden gemaakt van het
onderhoudsregister of -logboek van uitgevoerd regulier onderhoud.
Inspectiepunten die recent (ten hoogste een jaar geleden) zijn beoordeeld
tijdens regulier onderhoud hoeven niet opnieuw te worden beoordeeld tijdens een
keuring; daarvoor mag worden uitgegaan van wat in het onderhoudsregister of
-logboek is vastgelegd. Van regulier onderhoud is alleen sprake wanneer dit is
verricht met de frequentie zoals voorgeschreven in andere regelgeving
(bijvoorbeeld in de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende
stoffen).
Inspectielijst
0. Algemene gegevens
Gegevens inspecteur
Bedrijfsnaam:
|
Adres, met inbegrip van postcode:
|
Naam inspecteur:
|
Registratienummer diploma EPBD-A-
airconditioningsystemen:
|
Registratienummer diploma EPBD-B-
airconditioningsystemen:
|
Datum inspectie:
|
Gegevens gebouw
Adres, met inbegrip van postcode:
|
|
|
BAG object ID:
|
|
|
Gebruiksfunctie:
|
□
|
kantoor
|
|
□
|
gezondheidszorg
|
|
□
|
onderwijs
|
|
□
|
logies
|
|
□
|
winkel
|
|
□
|
bijeenkomst
|
|
□
|
sport
|
|
□
|
wonen
|
|
□
|
cel
|
|
□
|
overig
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
Gegevens systeem
Type keuring
|
□
|
Keuring A: klimaatsysteem
dat kan koelen maar niet kan verwarmen, niet gecombineerd met een
ventilatiesysteem
|
|
|
|
|
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Keuring B:
klimaatsysteem dat kan koelen maar niet kan verwarmen, gecombineerd met een
ventilatiesysteem
|
|
|
|
|
|
|
|
□
|
Keuring C:
klimaatsysteem dat kan koelen en verwarmen, niet gecombineerd met een
ventilatiesysteem
|
|
|
|
|
|
|
|
□
|
Keuring D:
klimaatsysteem dat kan koelen en verwarmen, gecombineerd met een
ventilatiesysteem
|
|
|
|
|
|
|
Totaal opgesteld nominaal koelvermogen
(systeemniveau):
|
|
…………………………….kWth
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
Totaal opgesteld nominaal verwarmingsvermogen
(systeemniveau):
|
|
…………………………….kWth
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
Type koudeopwekker of koude- en warmteopwekker
|
□
|
VRV of VRF systemen
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Koelinstallatie met directe expansie (DX)
|
|
|
|
□
|
Gekoeld water installatie
|
|
|
|
□
|
Warmtepompinstallatie
|
|
|
|
□
|
WKO-installatie
|
|
|
|
□
|
Absorptie koelmachine
|
|
|
|
□
|
Adiabatische koeling
|
|
|
|
□
|
Overig, namelijk:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
1. Pre-Inspectie
Informatie en documentatie
Controleer de beschikbaarheid van de informatie en documenten
in de volgende tabel
1.1
|
a
|
Is er een onderhoudslogboek van het koelsysteem of
gecombineerd koel- en verwarmingssysteem beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1a
|
|
|
|
|
b
|
Is er een onderhoudslogboek van het ventilatiesysteem
beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1b
|
|
|
|
|
c
|
Is er een klachtenregister beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1c
|
|
|
|
|
d
|
Is er een (ontwerp)beschrijving beschikbaar van de
gewenste inregeling of instellingen (bedrijfstijden, temperaturen of
ventilatiedebiet) van het klimaatsysteem over verwarming, koeling of
ventilatie?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1d
|
|
|
|
|
e
|
Is er informatie beschikbaar over de huidige
inregeling of instelling (bedrijfstijden, temperaturen of ventilatiedebiet)
van
het klimaatsysteem over verwarming, koeling of ventilatie?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1e
|
|
|
|
f
|
Is er een overzicht van het koelsysteem of
gecombineerd koel- en verwarmingssysteem (met inbegrip van locatie
hoofdcomponenten) beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1f
|
|
|
|
g
|
Is het principeschema (met bijbehorende revisies) van
het koelsysteem of gecombineerd koel- en verwarmingssysteem beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1g
|
|
|
|
h
|
Bij een gekoeld watersysteem: is er een beschrijving
van de regeling watertemperatuur beschikbaar?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1.h
|
|
|
|
i
|
Is er een beschrijving van de stooklijn voor de koel-
en verwarmingszones beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1.i
|
|
|
|
j
|
Zijn de ontwerpspecificaties van de
condensortemperatuur of verdampertemperatuur beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1j
|
|
|
|
k
|
Bij een energieopslag: zijn er monitoringsgegevens
van de energieopslag beschikbaar?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1k
|
|
|
|
l
|
Is er een omschrijving van de zone-indeling voor
koelen of voor koelen in combinatie met verwarmen beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1l
|
|
|
|
m
|
Is er een actuele koelbehoefteberekening van het
gebouw beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee
|
|
|
|
n
|
Is er een actuele warmtebehoefte-berekening van het
gebouw beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee
|
|
|
|
o
|
Is er een omschrijving van de zone-indeling voor
ventilatie beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1m
|
|
|
|
p
|
Zijn de technische specificaties van de luchtstromen
van het ventilatiesysteem beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1n
|
|
|
|
q
|
Is er een meetrapport van het ventilatiesysteem
beschikbaar?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.1o
|
|
|
Onderhoud en beheer
1.2
|
Wordt er regelmatig en voldoende onderhoud verricht
aan het koelsysteem of gecombineerd koel- en verwarmingssysteem?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.2
|
|
|
1.3
|
Wordt er regelmatig en voldoende onderhoud verricht
aan het ventilatiesysteem?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 1.3
|
|
|
1.4
|
Zijn er repeterende klachten die niet goed worden
opgepakt of afgehandeld?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 1.4
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
2. Koude- en warmteopwekking
2.1
|
Is de directe omgeving van de koude- en
warmteopwekker(s) ordelijk en schoon (niet vervuild en geen losse materialen
en
dergelijke)?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.1
|
|
|
2.2
|
Zijn er belemmeringen voor een goede werking van de
koude- of warmteopwekker(s)?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.2
|
|
|
2.3
|
Is er een principeschema aanwezig en komt dat overeen
met de werkelijke situatie?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.3
|
|
|
2.4
|
Is de opstelling van de koude- en warmte-opwekker(s)
juist?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.4
|
|
|
2.5
|
Zijn de koudemiddelleidingen voorzien van isolatie en
verkeren die in een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.5
|
|
|
2.6
|
Zijn er onderdelen met een hoog trillings- of
geluidsniveau?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.6
|
|
|
2.7
|
Bij meer dan een aanwezige koude- of warmteopwekker:
is het systeem voorzien van een cascaderegeling (koude- en warmteopwekkers
worden ingeschakeld en afgeschakeld afhankelijk van de behoefte)?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.7
|
|
|
2.8
|
Bij een aanwezige cascaderegeling of
cascadestrategie: is die optimaal ingesteld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 2.8
|
|
|
2.9
|
Energie-efficiency
koudeopwekker
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
Bepaal het besparingspotentieel koudeopwekker
|
Besparingspotentieel (%):
|
|
|
|
Is het besparingspotentieel van de koude-opwekker
> 20%?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.9
|
|
|
2.10
|
Energie-efficiency
warmteopwekker
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
Bepaal het besparingspotentieel van de
warmteopwekker
|
Besparingspotentieel (%):
|
|
|
|
Is het besparingspotentieel van de warmte-opwekker
> 20%?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.10
|
|
|
Bij een aanwezige energieopslag
2.11
|
Temperatuurverschil bronnen
energieopslag
|
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
Bepaal de gemiddelde delta-T energieopslag.
|
Verpompt waterdebiet (zomer) kubieke meter / h:
|
|
|
|
Geladen warmte (MWh):
|
|
|
|
Gemiddelde Delta-T (zomer) (°C)
|
|
|
|
Verpompt waterdebiet (winter) kubieke meter / h:
|
|
|
|
Geladen koude (MWh):
|
|
|
|
Gemiddelde Delta-T (winter) (°C):
|
|
|
|
Is de gemiddelde Delta-T energieopslag zomer of
winter ≤ 4 °C?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 2.11
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
3. Distributiesysteem
3.1
|
Zijn de leidingen en appendages voor gekoeld en warm
water geïsoleerd en verkeren die in een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.1
|
|
|
3.2
|
Zijn er tekenen van mogelijke lekkage of is er
lekkage?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 3.2
|
|
|
3.3
|
Zijn alle pompen in het distributiesysteem
energiezuinige pompen?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.3
|
|
|
3.4
|
Is de nadraaitijd bij uitschakeling van de
circulatiepompen juist?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.4
|
|
|
3.5
|
Zijn er frequentie geregelde pompen met variabele
debiet geïnstalleerd voor de gebruiksgroepen, daar waar een wisselend debiet
wordt verwacht?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.5
|
|
|
3.6
|
Worden er vuilvangers, slibfilters en ontgassing
toegepast voor een betere warmteoverdracht?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 3.6
|
|
|
3.7
|
Inregeling
|
|
|
|
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
Bepaal het verschil tussen de aanvoer- en
retourtemperatuur
|
Aanvoertemperatuur (°C):
|
|
|
|
Retourtemperatuur (°C):
|
|
|
|
Verschil (°C):
|
|
|
|
Is het temperatuurverschil (Delta-T) < 4 °C?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 3.7
|
|
|
4. Afgifte condensorwarmte
4.1
|
Zijn de condensorunits vervuild?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.1
|
|
|
4.2
|
Zijn er tekenen van mogelijke koudemiddellekkage of
is er koudemiddellekkage?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.2
|
|
|
4.3
|
Zijn er belemmeringen bij de luchtaanzuiging?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.3
|
|
|
4.4
|
Wordt de aangezogen lucht verwarmd door externe
bronnen of de directe omgeving?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.4
|
|
|
4.5
|
Zijn de ventilatoren van de condensor voorzien van
toerenregeling?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 4.5
|
|
|
4.6
|
Is de condensortemperatuur volgens de
ontwerpspecificaties?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 4.6
|
|
|
Bij een aanwezige koeltoren
|
|
|
|
|
|
|
|
4.7
|
Afkoeling
koeltoren
|
|
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
Bepaal het verschil tussen de aanvoer- en de
retourtemperatuur van de koeltoren
|
Aanvoertemperatuur (°C):
|
|
|
|
Retourtemperatuur (°C):
|
|
|
|
Verschil (°C):
|
|
|
|
Is het temperatuurverschil (Delta-T) < 4 °C?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Niet te inspecteren vanwege legionella-risico
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 4.7
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
5. Afgiftesysteem
5.1
|
Zijn de warmtewisselaars vervuild?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.1
|
|
|
5.2
|
Wordt de aangezogen lucht verwarmd door externe
bronnen of de directe omgeving?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.2
|
|
|
5.3
|
Zijn de luchtfilters vervuild of beschadigd?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.3
|
|
|
5.4
|
Zijn er tekenen van mogelijke
(koudemiddel)lekkage?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.4
|
|
|
5.5
|
Bij (comfort) klachten: zijn de geplaatste roosters
correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.5
|
|
|
5.6
|
Bij (comfort) klachten: lijkt de luchtverdeling in de
ruimten in orde?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.6
|
|
|
5.7
|
Is de verdampertemperatuur volgens de
ontwerpspecificaties?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.7
|
|
|
Bij aanwezige vloerkoeling en betonkernactivering: 5.10
t/m 5.14
5.10
|
Zijn de aanvoer- en retour temperatuurgroepen volgens
de ontwerpspecificaties?
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.10
|
|
|
5.11
|
Functioneert de regeling van de geregelde groepen
correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.11
|
|
|
5.12
|
Worden alle groepen door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.12
|
|
|
5.13
|
Zijn er tekenen van mogelijke lekkage?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.13
|
|
|
5.14
|
Is er sprake van een gelijkmatige
temperatuurverdeling van de verschillende groepen (steekproefsgewijs
controleren)?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.14
|
|
|
Bij aanwezige inductie-unit: 5.20 t/m 5.26
5.20
|
Zijn er tekenen van mogelijke lekkage?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.20
|
|
|
5.21
|
Bij een aanwezige na-regeling van de temperatuur:
functioneert die correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.21
|
|
|
5.22
|
Bij een aanwezige dauwpuntregeling: functioneert die
correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.22
|
|
|
5.23
|
Bij een aanwezige condenswaterafvoer: functioneert
die correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.23
|
|
|
5.24
|
Zijn de aanvoer en retourtemperaturen van het gekoeld
of verwarmd water volgens de ontwerpspecificaties?
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.24
|
|
|
5.25
|
Is de warmtewisselaar vervuild of beschadigd?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.25
|
|
|
5.26
|
Is de luchtuitstroom optimaal (volgens de
ontwerpspecificaties)?
|
□
|
Geen ontwerpspecificaties aanwezig
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.26
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
Bij een aanwezig klimaatplafond: 5.30 t/m 5.34
5.30
|
Zijn er tekenen van mogelijke lekkage?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.30
|
|
|
5.31
|
Worden de klimaatplafonds ten minste twee keer per
jaar gecontroleerd door middel van infraroodopnamen met een
warmtebeeldcamera?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.31
|
|
|
5.32
|
Bij beschikbare recente infraroodopnamen van een
warmtebeeldcamera (ten hoogste 1 jaar oud): is het koude- of warmtepatroon
op
die opnamen gelijkmatig?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.32
|
|
|
5.33
|
Functioneert de regeling en functioneren de
regelkleppen correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.33
|
|
|
5.34
|
Bij een aanwezige dauwpuntregeling (van de groep
klimaatplafonds ter voorkoming van condens): functioneert die correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Niet te beoordelen
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.34
|
|
|
5.35
|
Worden alle groepen door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.35
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bij een aanwezige ventilatorconvector: 5.40 t/m 5.46
5.40
|
Zijn de (flexibele) aansluitingen op het
verwarmings-of koelelement geïsoleerd en verkeren die in een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.40
|
|
|
5.41
|
Functioneren de ventilatorconvectoren correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.41
|
|
|
5.42
|
Functioneert de thermostaat correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.42
|
|
|
5.43
|
Functioneert de (thermische) regelapparatuur
correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.43
|
|
|
5.44
|
Is de warmtewisselaar vervuild of beschadigd?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.44
|
|
|
5.45
|
Bij aanwezige luchtfilters: zijn de luchtfilters
vervuild of beschadigd?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.45
|
|
|
5.46
|
Worden alle groepen door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.46
|
|
|
Bij aanwezig kanaal (na)koelelement: 5.50 t/m 5.55
5.50
|
Is het kanaal (na)koelelement geïsoleerd en verkeert
dit in een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.50
|
|
|
5.51
|
Functioneert de regelapparatuur correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.51
|
|
|
5.52
|
Bij een aanwezige afvoervoorziening voor condenswater
of condenswaterpomp: functioneert die correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.52
|
|
|
5.53
|
Bij een aanwezige dauwpuntregeling: functioneert die
correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.53
|
|
|
5.54
|
Is de warmtewisselaar vervuild of beschadigd?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.54a
|
|
|
|
□
|
Niet te beoordelen, advies 5.54b
|
|
|
5.55
|
Bij aanwezige luchtfilters: zijn de luchtfilters
vervuild of beschadigd?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 5.55
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
Bij aanwezige radiatoren of convectoren: 5.60 en 5.61
5.60
|
Zijn de radiatoren (voldoende) geschikt voor lage
temperatuur verwarming (LTV)?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Niet bekend, selecteer advies 5.60a
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.60b
|
|
|
5.61
|
Zijn er belemmeringen voor een goede werking van de
radiatoren (gordijnen, dozen, kasten, tafels en dergelijke)?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.61
|
|
|
5.62
|
Zijn de radiatoren en convectoren voorzien van
thermostaatknoppen, thermostaatregeling of voetventielen?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 5.62
|
|
|
6. Lucht toe- en afvoer (ventilatiesysteem)
6.1
|
Bij (comfort) klachten: is het juiste type inblaas-
en afzuigroosters geplaatst en zijn ze op de juiste locatie geplaatst?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.1
|
|
|
6.2
|
Kan de lucht bij de luchtinlaten en -uitlaten vrij in
en uitstromen?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.2
|
|
|
6.3
|
Zijn de luchtinlaten en -uitlaten vervuild?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.3
|
|
|
6.4
|
Functioneren de luchtinlaten en -uitlaten
correct?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.4
|
|
|
6.5
|
Wordt de aangezogen buitenlucht opgewarmd door de
directe omgeving of andere (externe) bronnen?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 6.5
|
|
|
7. Luchtfiltering (ventilatiesysteem)
7.1
|
Worden de luchtfilters ten minste eenmaal per jaar
vervangen of gereinigd (VRV systemen)?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.1
|
|
|
7.2
|
Zijn de luchtfilters schoon en is het drukverschil
(Pa) over de filters voldoende laag (duidelijk onder de eindweerstand zoals
beschreven in de technische specificaties)?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.2
|
|
|
7.3
|
Zijn luchtfiltersecties in goede en droge staat?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.3
|
|
|
7.4
|
Is de afdichting van filters en behuizingen in
orde?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.4
|
|
|
7.5
|
Is er sprake is van ontbrekende, geblokkeerde of
beschadigde luchtfilters?
|
□
|
Nee
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 7.5
|
|
|
7.6
|
Zijn de luchtfilters op de juiste wijze (oriëntatie)
geplaatst?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.6
|
|
|
7.7
|
Zijn de juiste gecertificeerde filters met de juiste
luchtfilterklasse geplaatst?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.7
|
|
|
7.8
|
Is de conditie van de drukmeter van het
filterdifferentieel in goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 7.8
|
|
|
8. Warmtewisselaars en warmteterugwinning
(ventilatiesysteem)
Bij aanwezige warmteterugwinning
8.1
|
Zijn de warmtewisselaars vervuild?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 8.1
|
|
|
8.2
|
Is de toestand van de warmtewisselaars en overige
onderdelen van de warmteterugwinning in orde (bijvoorbeeld onbeschadigd)?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD- A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 8.2
|
|
|
8.3
|
Is het energierendement van de
warmteterugwinning
in overeenstemming met de technische
specificaties?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Nee, selecteer advies 8.3
|
|
|
8.4
|
Zijn er tekenen van koelmiddellekkage?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 8.4
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
9. Kanaalwerk ventilatie (ventilatiesysteem)
9.1
|
Zijn er tekenen van vocht, afzetting, verstopping en
dergelijke?
|
□
|
Nee
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 9.1
|
|
|
9.2
|
Verkeert de luchtafdichting van het leidingwerk in
een goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 9.2
|
|
|
9.3
|
Is er kanaalisolatie aanwezig (waar wenselijk) en zo
ja, is deze in goede staat?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 9.3
|
|
|
9.4
|
Zijn de luchtkanalen (overmatig) vervuild?
|
□
|
Nee
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 9.4
|
|
|
9.5
|
Staan alle brandklappen open?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 9.5
|
|
|
10. Luchtbehandelingskast en ventilator
(ventilatiesysteem)
10.1
|
Zijn de luchtstromen die door de
luchtbehandelingseenheid worden geleverd in overeenstemming met de technische
specificaties?
|
□
|
De luchtstromen zijn niet te bepalen of technische
specificaties zijn niet aanwezig
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 10.1
|
|
|
10.2
|
Is de luchtbehandelingskast van een energiezuinig
type?
|
□
|
Nee, selecteer advies 10.2
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
11. Regeling en instellingen
- Koeling
11.1
|
Sluit de zone-indeling voldoende aan bij de
specifieke koudevraag van de sectoren?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.1
|
|
|
11.2
|
Is de kloktijd van de klok die de koeling aanstuurt
juist?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, adviseer advies 11.2
|
|
|
11.3
|
Komt het klokprogramma voor de koeling overeen met de
bedrijfstijden?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.3
|
|
|
11.4
|
Zijn de locaties van de temperatuursensor(en) voor de
koeling correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.4
|
|
|
11.5
|
Is de aangegeven temperatuur van de
temperatuursensoren voor koeling correct?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.5
|
|
|
11.6
|
Bij een gekoeld watersysteem: is de regeling voor
gekoeld water in orde en optimaal ingesteld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.6
|
|
|
11.7
|
Zijn er zones die gelijktijdig worden verwarmd en
gekoeld?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.7
|
|
|
11.8
|
Zijn er ruimten die gelijktijdig worden verwarmd en
gekoeld?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.8
|
|
|
11.9
|
Zijn er ruimten met een (bijna) permanente koelvraag
waar geen vrije koeling wordt toegepast?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.9
|
|
|
11.10
|
Aantal starts en
stops
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
Kan het aantal starts en stops worden
uitgelezen?
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.10a
|
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
Bepaal het aantal starts en stops en draaiuren
|
Aantal starts en stops:
|
|
|
|
Aantal draaiuren:
|
|
|
|
Bedraagt het aantal starts en stops meer dan 4 per
uur?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.10b
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
- Ventilatie
11.11
|
Sluit de zone-indeling van het ventilatiesysteem aan
bij de ventilatievraag van sectoren?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.11
|
|
|
11.12
|
Is de kloktijd van de klok die de regeling van het
ventilatiesysteem aanstuurt juist?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, adviseer advies 11.12
|
|
|
11.13
|
Sluit het klokprogramma van de regeling van het
ventilatiesysteem aan bij de bedrijfstijden?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.13
|
|
|
11.14
|
Is er een luchtdebietregeling aanwezig?
|
□
|
Ja
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.14
|
|
|
11.15
|
Bij een aanwezige luchtdebietregeling: is die
traploos of vraaggestuurd?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.15
|
|
|
11.16
|
Bij een aanwezig traploos of vraaggestuurd systeem:
functioneert dit correct?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.16
|
|
|
11.17
|
Bij een aanwezige voorverwarming, is de regeling van
de voorverwarming in orde en optimaal ingesteld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.17
|
|
|
11.18
|
Bij een aanwezig bevochtigingssysteem, is de regeling
van het bevochtigingssysteem in orde en optimaal ingesteld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
■
|
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.18
|
|
|
- Verwarming
11.21
|
Sluit de zone-indeling voldoende aan bij de
specifieke warmtevraag van de sectoren?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.21
|
|
|
11.22
|
Is de kloktijd van de klok die de verwarming
aanstuurt juist?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, adviseer advies 11.22
|
|
|
11.23
|
Komt het klokprogramma voor de verwarming overeen met
de bedrijfstijden?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.23
|
|
|
11.24
|
Zijn de locaties van de temperatuursensoren voor de
verwarming correct?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.24
|
|
|
11.25
|
Is de aangegeven temperatuur van de
temperatuursensoren, voor verwarming, correct?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.25
|
|
|
11.26
|
Zijn er ruimten die niet hoeven te worden verwarmd
maar toch worden verwarmd?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.26
|
|
|
11.27
|
Zijn er ruimten die naast het verwarmingssysteem
(warmtepompen) ook nog door andere bronnen, heaters en dergelijke, worden
verwarmd en waar geen thermostatische kleppen of thermostaten zijn
geplaatst?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.27
|
|
|
11.28
|
Bij een aanwezig waterdistributiesysteem, is het
afgiftesysteem van de verwarming waterzijdig goed ingeregeld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.28
|
|
|
11.29
|
Aantal starts en
stops
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
Kan het aantal starts en stops worden
uitgelezen?
|
□
|
Nee, selecteer advies 11.29a
|
|
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
Bepaal het aantal starts en stops en draaiuren
|
Aantal starts en stops:
|
|
|
|
Aantal draaiuren:
|
|
|
|
Bedraagt het aantal starts en stops meer dan 4 per
uur?
|
□
|
Nee
|
|
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 11.29b
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
12. Bemetering
- Koeling
12.1
|
Wordt het energiegebruik van het koelsysteem
gemeten?
|
□
|
Ja
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 12.1
|
|
|
12.2
|
Als het energiegebruik van het koelsysteem wordt
gemeten, worden de data ook regelmatig uitgelezen en beoordeeld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
□
|
Ja
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 12.2
|
|
|
- Verwarming
12.11
|
Wordt het energiegebruik van het verwarmingssysteem
gemeten?
|
□
|
Ja
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 12.11
|
|
|
12.12
|
Als het energiegebruik van het verwarmingssysteem
wordt gemeten, worden de data ook regelmatig uitgelezen en beoordeeld?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 12.12
|
|
|
13. Alternatieven
13.1
|
Zijn alle ramen op zonbelaste gevels voorzien van
buitenzonwering?
|
□
|
Ja,
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-A
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 13.1
|
|
|
13.2
|
Is er restwarmte van ten minste 70 °C
beschikbaar?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 13.2
|
|
|
13.3
|
Bij behoefte aan gelijktijdige verwarming en koeling:
wordt de condensorwarmte benut?
|
□
|
Niet van toepassing
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja
|
|
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 13.3
|
|
|
13.4
|
Is er sprake van een laag temperatuur warmteafgifte
zonder toepassing van warmtepompen?
|
□
|
Nee
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Ja, selecteer advies 13.4
|
|
|
|
Keuring
|
|
Vereist
diploma
|
|
A
|
B
|
C
|
D
|
|
14. Systeemgrootte
- Koeling
14.1
|
Is er voor dit gebouw of gebouwdeel al een keer een
EPBD aircokeuring uitgevoerd waarin het opgestelde koelvermogen is beoordeeld
in relatie tot het benodigde vermogen?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.2
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Weet niet, ga naar vraag 14.3
|
|
|
|
□
|
Nee, ga naar vraag 14.3
|
|
|
14.2
|
Zijn er na de beoordeling van het opgestelde
koelvermogen, in relatie tot het benodigde koelvermogen, nog aanpassingen
gedaan aan het gebouw of het klimaatsysteem die van invloed zijn op de
koelbehoefte van het gebouw of gebouwdeel?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.3
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Weet niet, ga naar vraag 14.3
|
|
|
|
□
|
Nee, vraag 14.3 en 14.4 kunnen overgeslagen
worden
|
|
|
14.3
|
Is er een actuele koelbehoefteberekening volgens
BRL6000 beschikbaar?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.4
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 14.3, vraag 14.4 kan
overgeslagen worden
|
|
|
14.4
|
Is het opgestelde koelvermogen meer dan 20% hoger dan
het benodigde koelvermogen?
|
□
|
Ja, selecteer advies 14.4
|
|
■
|
■
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee
|
|
|
- Verwarming
14.11
|
Is er voor dit gebouw of gebouwdeel al een keer een
EPBD aircokeuring uitgevoerd waarin het opgestelde verwarmingsvermogen is
beoordeeld in relatie tot het benodigde vermogen?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.12
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Weet niet, ga naar vraag 14.13
|
|
|
|
□
|
Nee, ga naar vraag 14.13
|
|
|
14.12
|
Zijn er na de beoordeling van het opgestelde
verwarmingsvermogen in relatie tot het benodigde verwarmingsvermogen nog
aanpassingen gedaan aan het gebouw of het klimaatsysteem die van invloed zijn
op de warmtebehoefte van het gebouw of gebouwdeel?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.13
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Weet niet, ga naar vraag 14.13
|
|
|
|
□
|
Nee, vraag 14.13 en 14.14 kunnen overgeslagen
worden
|
|
|
14.13
|
Is er een actuele warmtebehoefteberekening opgesteld
volgens BRL6000 beschikbaar?
|
□
|
Ja, ga naar vraag 14.14
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee, selecteer advies 14.13, vraag 14.14 kan
overgeslagen worden
|
|
|
14.14
|
Is het opgestelde verwarmingsvermogen meer dan 20%
hoger dan het benodigde verwarmingsvermogen?
|
□
|
Ja, selecteer advies 14.14
|
|
|
|
■
|
■
|
|
EPBD-B
|
|
□
|
Nee
|
|
|
Advieslijst
1. Systeem
Aanwezige documentatie/informatie
1.1a
|
□
|
Er is geen onderhoudslogboek van het koelsysteem of
verwarmingssysteem aanwezig. Advies: stel dit op en houd daarin de gegevens
over de installatie bij.
|
1.1.b
|
□
|
Er is geen onderhoudslogboek van het
ventilatiesysteem aanwezig. Advies: stel dit op en houd daarin de gegevens
over
de installatie bij.
|
1.1.c
|
□
|
Er is geen klachtenregister aanwezig. Advies: stel
dit op en houd daarin klachten over de installatie bij.
|
1.1d
|
□
|
Er is geen (ontwerp)beschrijving beschikbaar van de
gewenste inregeling of instellingen (bedrijfstijden, temperaturen of
ventilatiedebiet) van het klimaatsysteem met betrekking tot verwarming, koeling
of ventilatie. Advies: stel deze op.
|
1.1e
|
□
|
Er is geen informatie beschikbaar over de huidige
inregeling of instellingen (bedrijfstijden, temperaturen of ventilatiedebiet)
van het klimaatsysteem met betrekking tot verwarming, koeling of ventilatie.
Advies: verzamel deze informatie.
|
1.1f
|
□
|
Er is geen overzicht van het koelsysteem of
verwarmingssysteem (met inbegrip van locatie hoofdcomponenten) beschikbaar.
Advies: stel dit op.
|
1.1g
|
□
|
Er is geen principeschema (met bijbehorende revisies)
van het klimaatsysteem beschikbaar. Advies: stel dit op.
|
1.1h
|
□
|
Er is geen beschrijving van de regeling
watertemperatuur van het gekoeld watersysteem beschikbaar. Advies: stel deze
op.
|
1.1i
|
□
|
Er is geen beschrijving van de stooklijn voor koel-
en verwarmingszones beschikbaar. Advies: stel deze op.
|
1.1j
|
□
|
Er zijn geen ontwerpspecificaties ten aanzien van de
condensortemperatuur of verdampertemperatuur beschikbaar. Advies: stel deze
op.
|
1.1k
|
□
|
Er zijn geen monitoringsgegevens van de energieopslag
beschikbaar. Advies: stel deze op volgens BRL6000-21.
|
1.1l
|
□
|
Er is geen omschrijving van de zone-indeling voor
koeling of verwarming beschikbaar. Advies: stel deze op.
|
1.1m
|
□
|
Er is geen omschrijving van de zone-indeling voor
ventilatie beschikbaar. Advies: stel deze op.
|
1.1p
|
□
|
Er zijn geen technische specificaties over de
luchtstromen van het ventilatiesysteem beschikbaar. Advies: stel deze op.
|
1.1q
|
□
|
Er is geen meetrapport van het ventilatiesysteem
beschikbaar. Advies: stel dit op.
|
Onderhoud en beheer
1.2
|
□
|
Er wordt geen of onvoldoende onderhoud verricht aan
de koelinstallatie. Advies: sluit alsnog een onderhoudscontract met een
installateur of breidt het onderhoudscontract uit.
|
1.3
|
□
|
Er wordt geen of onvoldoende onderhoud verricht aan
de luchtbehandelingskast. Advies: sluit alsnog een onderhoudscontract met
een
installateur of breidt het onderhoudscontract uit.
|
1.4
|
□
|
Er zijn repeterende klachten die niet goed worden
opgepakt of afgehandeld. Advies: handel de klachten alsnog correct af.
|
2. Koude-/warmteopwekking
2.1
|
□
|
De directe omgeving van de koude- of
warmteopwekker(s) is niet ordelijk of schoon (vervuild of losse materialen
en
dergelijke). Advies: maak de directe omgeving ordelijk en schoon.
|
2.2
|
□
|
Er zijn belemmeringen voor een goede werking van de
koude-of warmteopwekker(s). Advies: verwijder de belemmeringen.
|
2.3
|
□
|
Het principeschema is niet aanwezig of komt niet
overeen met de werkelijkheid (er zijn afwijkingen tussen de werkelijke situatie
en het principeschema). Advies: stel een correct principeschema op.
|
2.4
|
□
|
De opstelling van de koude- of warmteopwekker(s) is
niet juist. Advies: stel de installatie correct op volgens
installatievoorschrift of eisen fabrikant.
|
2.5
|
□
|
De isolatie van de koudemiddelleidingen is niet
volledig of verkeert in slechte staat. Advies: breng de isolatie aan of herstel
dit.
|
2.6
|
□
|
Er zijn onderdelen met een hoog trillings- of
geluidsniveau. Advies: onderzoek de oorzaak hiervan en verhelp zo mogelijk
het
probleem.
|
2.7
|
□
|
Er is meer dan een koude- of warmteopwekker aanwezig,
deze zijn niet voorzien van een cascaderegeling (koude-en warmteopwekkers
worden ingeschakeld en afgeschakeld afhankelijk van de behoefte). Advies:
voorzie de koude- en warmteopwekkers van een cascaderegeling.
|
2.8
|
□
|
Er is een cascaderegeling of cascadestrategie
aanwezig die niet optimaal is ingesteld. Advies: optimaliseer de
cascaderegeling.
|
2.9
|
□
|
Het besparingspotentieel van de aanwezige
koude-opwekker is meer dan 20%: de Energie Efficiency Rate (EER) is te laag.
Advies: verbeter de Energie Efficiency Rate (EER) van de koude-opwekker.
|
2.10
|
□
|
Het besparingspotentieel van de aanwezige
warmte-opwekker is meer dan 20%: de Coëfficiënt of Performance (COP) is te
laag. Advies: verbeter de Coëfficiënt of Performance (COP) van de
warmteopwekker.
|
2.11
|
□
|
De gemiddelde verschillen tussen de onttrekkings- en
infiltratietemperaturen zijn erg klein (delta-T ≤ 4 °C). Advies: controleer
de
installatie aan de hand van de ontwerpspecificaties en stel deze zo nodig
bij.
|
3. Distributiesysteem
3.1
|
□
|
De leidingen of appendages voor gekoeld en warm water
zijn niet geïsoleerd of de isolatie ervan verkeert in een slechte staat.
Advies: breng deze aan of herstel deze.
|
3.2
|
□
|
Er is mogelijk sprake van lekkage. Advies: onderzoek
de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder vervolgens de
lekkagesporen.
|
3.3
|
□
|
Niet alle pompen in het distributiesysteem zijn
energiezuinige pompen. Advies: plaats energiezuinige pompen.
|
3.4
|
□
|
De nadraaitijd bij uitschakeling van de
circulatiepompen van het distributiesysteem is niet juist. Advies: stel de
juiste nadraaitijd van deze circulatiepompen in.
|
3.5
|
□
|
Er zijn geen frequentiegeregelde pompen met variabel
debiet geïnstalleerd, daar waar een wisselend debiet wordt verwacht. Advies:
installeer frequentiegeregelde pompen met variabel debiet.
|
3.6
|
□
|
Er zijn geen vuilvangers, slibfilters en ontgassing
toegepast (ten behoeve van een betere warmteoverdracht). Advies: installeer
deze.
|
3.7
|
□
|
Het temperatuurverschil tussen de aanvoer en retour
is erg klein (< 4 °C). Advies: regel de installatie opnieuw in.
|
4. Afgifte condensorwarmte
4.1
|
□
|
De condensorunit(s) zijn vervuild, dit belemmert een
goede werking. Advies: reinig deze.
|
4.2
|
□
|
Er zijn tekenen van (mogelijke) koudemiddellekkage.
Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
4.3
|
□
|
Er zijn belemmeringen bij de luchtaanzuiging, dit
belemmert een goede werking. Advies: verwijder de belemmering.
|
4.4
|
□
|
De aanzuiglucht van de condensors wordt verwarmd door
externe bronnen of de directe omgeving. Advies: verhelp dit.
|
4.5
|
□
|
De ventilatoren zijn niet voorzien van
toerenregeling. Advies: overweeg het gebruik van toerenregeling op de
ventilatoren.
|
4.6
|
□
|
De condensortemperatuur is niet volgens de
ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor verlaging van
de
condensortemperatuur.
|
4.7
|
□
|
Het temperatuurverschil tussen de aanvoer en retour
van en naar de koeltoren is erg klein. Advies: inspecteer de koeltoren op
vervuiling.
|
5. Afgiftesystemen
5.1
|
□
|
De warmtewisselaar(s) in de afgifte-units zijn
vervuild, dit belemmert een goede werking. Advies: reinig deze.
|
5.2
|
□
|
De aanzuiglucht van de luchtbehandelingskast wordt
verwarmd door externe bronnen of de directe omgeving. Advies: verhelp dit.
|
5.3
|
□
|
De filters zijn vervuild of beschadigd. Advies:
vervang de filters en controleer de filters periodiek.
|
5.4
|
□
|
Er zijn tekenen van mogelijke (koudemiddel)lekkage.
Advies: onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
5.5
|
□
|
Er zijn (comfort) klachten mogelijk als gevolg van
onjuist geplaatste roosters voor het inblazen of afzuiging van lucht. Advies:
controleer de roosters en vervang deze zo nodig door juiste types.
|
5.6
|
□
|
Er zijn (comfort) klachten mogelijk doordat de
luchtverdeling in de ruimten niet in orde is. Advies: controleer de
luchtverdeling in de ruimten en stel deze zo nodig opnieuw in.
|
5.7
|
□
|
De verdampertemperatuur is niet volgens de
ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor verhoging van
de
verdampertemperatuur.
|
Vloerkoeling en betonkernactivering
5.10
|
□
|
De aanvoer- en retourtemperatuurgroepen zijn niet
volgens de ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek dit nader en herstel dit
zo
nodig.
|
5.11
|
□
|
De regeling van de geregelde groepen functioneert
niet correct. Advies: herstel dit gebrek.
|
5.12
|
□
|
Niet alle groepen worden door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd. Advies: herstel dit gebrek.
|
5.13
|
□
|
Er zijn tekenen van mogelijke lekkage. Advies:
onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
5.14
|
□
|
Er is sprake van een ongelijkmatige
temperatuurverdeling van de verschillende groepen. Advies: onderzoek dit gebrek
nader en regel dit zo nodig opnieuw in.
|
Inductie-unit
5.20
|
□
|
Er zijn tekenen van mogelijke lekkage. Advies:
onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
5.21
|
□
|
De na-regeling van de temperatuur werkt niet correct.
Advies: controleer de regeling en pas deze zo nodig aan.
|
5.22
|
□
|
De dauwpuntregeling werkt niet correct. Advies:
controleer de regeling en pas deze zo nodig aan.
|
5.23
|
□
|
De condenswaterafvoer werkt niet correct. Advies:
herstel dit gebrek.
|
5.24
|
□
|
De aanvoer- en retourtemperaturen van het gekoeld
water zijn niet volgens de ontwerpspecificaties. Advies: onderzoek dit nader
en
regel dit opnieuw in.
|
5.25
|
□
|
De warmtewisselaar is vervuild of beschadigd. Advies:
reinig de warmtewisselaar of herstel deze.
|
5.26
|
□
|
De luchtuitstroom is niet optimaal (volgens de
ontwerpspecificaties). Advies: onderzoek de oorzaak en herstel dit gebrek.
|
Klimaatplafond
5.30
|
□
|
Er zijn tekenen van mogelijke lekkage. Advies:
onderzoek de oorzaak hiervan, herstel dit gebrek zo nodig en verwijder
vervolgens de lekkagesporen.
|
5.31
|
□
|
De klimaatplafonds worden niet twee keer per jaar
gecontroleerd via infraroodopnamen met een warmtebeeldcamera. Advies:
controleer deze twee keer per jaar met een warmtebeeldcamera.
|
5.32
|
□
|
Het warmtepatroon op met een warmtebeeldcamera
gemaakte infraroodopnamen is ongelijkmatig. Advies: onderzoek of de
waterzijdige balans volgens de ontwerpspecificaties is en regel deze zo nodig
opnieuw in.
|
5.33
|
□
|
De regeling of de regelkleppen functioneren niet
correct. Advies: onderzoek dit nader en pas een haalbare oplossing toe.
|
5.34
|
□
|
De dauwpuntregeling van de groep klimaatplafonds (ter
voorkoming van condens) functioneert niet correct. Advies: controleer dit
en
pas dit zo nodig aan.
|
5.35
|
□
|
Niet alle groepen worden door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd. Advies: herstel dit gebrek.
|
Ventilatorconvector
5.40
|
□
|
De (flexibele) aansluitingen op het verwarmings- en
koelelement zijn niet geïsoleerd of verkeren in een slechte staat. Advies:
herstel de isolatie of breng deze aan.
|
5.41
|
□
|
De ventilatorconvectoren functioneren niet correct.
Advies: onderzoek dit gebrek en pas een haalbare oplossing toe.
|
5.42
|
□
|
De thermostaat functioneert niet correct. Advies:
onderzoek dit gebrek en kalibreer of vervang zo nodig de thermostaat.
|
5.43
|
□
|
De regelapparatuur functioneert niet correct. Advies:
controleer de regeling en pas deze zo nodig aan.
|
5.44
|
□
|
De warmtewisselaar is vervuild of beschadigd. Advies:
reinig of herstel de warmtewisselaar.
|
5.45
|
□
|
De luchtfilters zijn vervuild of beschadigd. Advies:
vervang de luchtfilters en controleer deze periodiek.
|
5.46
|
□
|
Niet alle groepen worden door de juiste
ruimte-bedieneenheid aangestuurd. Advies: herstel dit gebrek.
|
Kanaal (na)koelelement
5.50
|
□
|
Het kanaal (na)koelelement is niet geïsoleerd of
verkeert in een slechte staat. Advies: herstel de isolatie of breng deze
opnieuw aan.
|
5.51
|
□
|
De regelapparatuur functioneert niet correct. Advies:
controleer de regeling en pas deze zo nodig aan.
|
5.52
|
□
|
De afvoervoorziening (condenswater of
condenswaterpomp) functioneert niet correct. Advies: herstel dit gebrek.
|
5.53
|
□
|
De dauwpuntbeveiliging van de groep klimaatplafonds
(ter voorkoming van condens) functioneert niet correct. Advies: controleer
deze
en pas deze zo nodig aan.
|
5.54a
|
□
|
De warmtewisselaar is vervuild of beschadigd. Advies:
reinig of herstel de warmtewisselaar.
|
5.54b
|
□
|
De vervuiling of beschadiging van de warmtewisselaar
is niet te beoordelen. Advies: breng inspectieluiken aan zodat de wisselaar
kan
worden geïnspecteerd of gereinigd.
|
5.55
|
□
|
De luchtfilters zijn vervuild of beschadigd. Advies:
vervang de luchtfilters en controleer deze periodiek.
|
Radiatoren of convectoren
5.60a
|
□
|
Het is niet bekend of de radiatoren voldoende
geschikt zijn voor lage temperatuur verwarming (LTV). Advies: onderzoek dit
zo
nodig.
|
5.60b
|
□
|
De radiatoren zijn onvoldoende geschikt voor lage
temperatuur verwarming (LTV). Advies: maak de radiatoren voldoende geschikt
voor lage temperatuur verwarming (LTV).
|
5.61
|
□
|
Er zijn belemmeringen voor een goede werking van de
radiatoren (gordijnen, dozen, kasten, tafels en dergelijke). Advies: verwijder
deze belemmeringen.
|
5.62
|
□
|
De radiatoren of convectoren zijn niet voorzien van
thermostaatknoppen, thermostaatregeling of voetventielen. Advies: voorzie
de
radiatoren of convectoren van thermostaatknoppen, thermostaatregeling of
voetventielen.
|
6. Lucht toe en afvoer
6.1
|
□
|
Er zijn (comfort) klachten mogelijk als gevolg van
een onjuiste type inblaas- en afzuigroosters of door een onjuiste locatie.
Advies: controleer dit en selecteer zo nodig de juiste roosters met voldoende
worp of kies de juiste locatie.
|
6.2
|
□
|
Er kan onvoldoende lucht vrij instromen bij de
luchtinlaten. Advies: verwijder of verhelp de belemmeringen.
|
6.3
|
□
|
De luchtinlaten en -uitlaten zijn vervuild. Advies:
reinig de luchtinlaten en -uitlaten.
|
6.4
|
□
|
De luchtinlaten en -uitlaten functioneren niet naar
behoren. Advies: onderzoek dit en neem de oorzaak weg.
|
6.5
|
□
|
De aangezogen buitenlucht wordt opgewarmd door de
directe omgeving of (externe) bronnen. Advies: verplaats de luchtinlaat of
de
(externe) warmtebron.
|
7. Luchtfilters
7.1
|
□
|
De luchtfilters worden niet jaarlijks vervangen of
gereinigd. Advies: vervang of reinig de luchtfilters jaarlijks.
|
7.2
|
□
|
De luchtfilters zijn vervuild of het drukverschil
(Pa) over de filters is te hoog. Advies: vervang de luchtfilters.
|
7.3
|
□
|
De luchtfiltersecties zijn niet in goede en droge
staat. Advies: vervang de luchtfiltersecties.
|
7.4
|
□
|
De afdichting van filters en behuizingen is niet in
orde. Advies: herstel de afdichting.
|
7.5
|
□
|
Er is sprake van ontbrekende, geblokkeerde of
beschadigde luchtfilters. Advies: vervang de luchtfilters.
|
7.6
|
□
|
De luchtfilters zijn niet op de juiste wijze
(oriëntatie) geplaatst. Advies: plaats de luchtfilters op de juiste locatie
(oriëntatie).
|
7.7
|
□
|
Er zijn onjuiste filters geplaatst (onjuiste
luchtfilterklasse). Advies: plaats nieuwe filters met de juiste
filterklasse.
|
7.8
|
□
|
De luchtfilters zijn niet op de juiste wijze
(oriëntatie) geplaatst. Advies: plaats de luchtfilters op de juiste
locatie.
|
8. Warmtewisselaars en warmteterugwinning
8.1
|
□
|
De warmtewisselaars in de luchtbehandelingskast zijn
vervuild, dit belemmert een goede werking. Advies: reinig deze.
|
8.2
|
□
|
De toestand van de warmterugwinning is niet in orde.
Advies: laat de warmteterugwinning nader onderzoeken door de leverancier van
de
apparatuur.
|
8.3
|
□
|
Het energierendement van de warmteterugwinning is
niet volgens de technische specificaties. Advies: laat de warmteterugwinning
nader onderzoeken door de leverancier van de apparatuur.
|
8.4
|
□
|
Er is mogelijk sprake van koudemiddellekkage. Advies:
onderzoek dit gebrek en verhelp zo nodig dit gebrek.
|
9. Kanaalwerk ventilatie
9.1
|
□
|
Er zijn tekenen van vocht, afzetting of verstopping.
Advies: controleer de luchtcondities binnen en buiten het kanaal en raadpleeg
een deskundige.
|
9.2
|
□
|
De staat van het leidingwerk is niet orde. Advies:
herstel de afdichtingen.
|
9.3
|
□
|
De kanaalisolatie is niet orde. Advies: breng
kanaalisolatie aan of vervang de kanaalisolatie.
|
9.4
|
□
|
De luchtkanalen zijn vervuild. Advies: reinig de
luchtkanalen volgens NVRL-keur.
|
9.5
|
□
|
Niet alle brandkleppen staan open. Advies: laat dit
onderzoeken door een deskundige.
|
10. Luchtbehandelingskast en ventilator
10.1
|
□
|
De luchtstromen die door de luchtbehandelingseenheid
worden geleverd zijn niet in overeenstemming met de technische specificaties.
Advies: stel de luchtstromen opnieuw in.
|
10.2
|
□
|
De luchtbehandelingskast is niet van een
energiezuinig type. Advies: onderzoek of vervanging van de
luchtbehandelingskast door een energiezuinige luchtbehandelingskast rendabel
is.
|
11. Regeling en instellingen
- Koeling
11.1
|
□
|
De zonering sluit niet goed aan bij de specifieke
koudevraag van de sectoren. Advies: pas de zonering voor de koude-vraag
aan.
|
11.2
|
□
|
De kloktijd van de klok die de koeling aanstuurt is
onjuist. Advies: stel de klok bij.
|
11.3
|
□
|
Het klokprogramma voor de koeling komt niet overeen
met de bedrijfstijden. Advies: programmeer de kloktijden opnieuw of stel deze
opnieuw in.
|
11.4
|
□
|
De locatie van de temperatuursensor(en) voor de
koeling is onjuist. Advies: pas de locatie(s) aan.
|
11.5
|
□
|
De aangegeven temperatuur van de temperatuursensoren
voor koeling is niet correct
(te groot verschil tussen gemeten en aangegeven
temperatuur). Advies: kalibreer deze temperatuursensoren.
|
11.6
|
□
|
De regeling voor gekoeld water is niet in orde of
niet optimaal ingesteld. Advies: herstel dit gebrek of stel de regeling opnieuw
in.
|
11.7
|
□
|
Er zijn zones die gelijktijdig verwarmd en gekoeld
worden. Advies: pas de stooklijnen zodanig aan dat dit wordt voorkomen.
|
11.8
|
□
|
Er zijn ruimten die gelijktijdig verwarmd en gekoeld
worden. Advies: pas de regeling zodanig aan dat dit wordt voorkomen.
|
11.9
|
□
|
Er zijn ruimten met een (bijna) permanente koudevraag
waar (nog) geen gebruik wordt gemaakt van vrije koeling. Advies: onderzoek
de
mogelijkheden voor de toepassing van vrije koeling.
|
11.10a
|
□
|
Het aantal starts of stops kan niet worden
uitgelezen. Advies: installeer of repareer de start/stopteller.
|
11.10b
|
□
|
Het aantal starts of stops is erg hoog. Advies:
onderzoek de mogelijkheden om het aantal starts of stops terug te brengen.
|
- Ventilatie
11.11
|
□
|
De zonering sluit niet goed aan bij de
ventilatievraag van de sectoren. Advies: pas de zonering voor de
ventilatievraag aan.
|
11.12
|
□
|
De kloktijd van de klok van de regeling die het
ventilatiesysteem aanstuurt is onjuist. Advies: stel de klok bij.
|
11.13
|
□
|
Het klokprogramma van de regeling van het
ventilatiesysteem sluit onvoldoende aan bij de bedrijfstijden. Advies:
programmeer het klokprogramma opnieuw of stel deze opnieuw in.
|
11.14
|
□
|
Er is geen luchtdebietregeling aanwezig: Advies:
onderzoek de mogelijkheden voor een vraaggestuurde traploze regeling en breng
deze zo mogelijk aan.
|
11.15
|
□
|
De aanwezige luchtdebietregeling is niet traploos of
vraaggestuurd. Advies: onderzoek de mogelijkheden voor een vraaggestuurde
traploze regeling en breng deze zo mogelijk aan.
|
11.16
|
□
|
Het vraaggestuurd systeem functioneert niet correct.
Advies: onderzoek dit en verhelp de oorzaak.
|
11.17
|
□
|
De regeling van de voorverwarming is niet in orde of
niet optimaal ingesteld. Advies: onderzoek de regeling van de voorverwarming
en
herstel deze.
|
11.18
|
□
|
De regeling van het bevochtigingssysteem is niet in
orde of niet optimaal ingesteld. Advies: onderzoek de regeling van het
bevochtigingssysteem en herstel deze.
|
- Verwarming
11.21
|
□
|
De zonering sluit niet goed aan bij de specifieke
warmtevraag van de sectoren. Advies: pas de zonering voor de warmtevraag
aan.
|
11.22
|
□
|
De kloktijd van de klok die de verwarming aanstuurt
is onjuist. Advies: stel de klok bij.
|
11.23
|
□
|
Het klokprogramma sluit onvoldoende aan bij de
bedrijfstijden. Advies: programmeer de kloktijden of stel deze opnieuw in.
|
11.24
|
□
|
De locatie van de temperatuursensor(en) voor de
verwarming is onjuist. Advies: pas de locatie(s) aan.
|
11.25
|
□
|
De aangegeven temperatuur van de temperatuursensoren
voor verwarming is niet correct
(te groot verschil tussen gemeten en aangegeven
temperatuur). Advies: kalibreer deze temperatuursensoren.
|
11.26
|
□
|
Er zijn ruimten die niet hoeven te worden verwarmd
maar toch worden verwarmd. Advies: schakel de verwarming uit in ruimten die
niet hoeven te worden verwarmd.
|
11.27
|
□
|
Er zijn ruimten die naast het verwarmingssysteem ook
door andere bronnen worden verwarmd waar geen thermostatische kleppen of
thermostaten zijn geplaatst. Advies: installeer thermostatische kleppen of
thermostaten in die ruimten.
|
11.28
|
□
|
Het afgiftesysteem van de verwarming is waterzijdig
niet goed ingeregeld. Advies: regel het afgiftesysteem van de verwarming
waterzijdig (opnieuw) in.
|
11.29a
|
□
|
Het aantal starts of stops kan niet worden
uitgelezen. Advies: installeer een start/stopteller.
|
11.29b
|
□
|
Het aantal starts of stops is erg hoog. Advies:
onderzoek de mogelijkheden om het aantal starts of stops terug te brengen.
|
12. Bemetering
– Koeling
12.1
|
□
|
Het energiegebruik van de koelsysteem wordt niet
gemeten. Advies: plaats energiemeters die het energiegebruik van het
koelsysteem meten.
|
12.2
|
□
|
Het energiegebruik van het koelsysteem wordt gemeten
maar de data worden niet periodiek uitgelezen of beoordeeld. Advies: lees
het
energiegebruik van het koelsysteem vanaf heden uit en beoordeel dit vanaf
heden.
|
- Verwarming
12.11
|
□
|
Het energiegebruik van het verwarmingssysteem wordt
momenteel niet gemeten. Advies: plaats energiemeters die het energiegebruik
van
het verwarmingssysteem meten.
|
12.12
|
□
|
Het energiegebruik van het verwarmingssysteem wordt
gemeten maar de data worden niet periodiek uitgelezen of beoordeeld. Advies:
lees het energiegebruik van het verwarmingssysteem vanaf heden uit en beoordeel
dit vanaf heden.
|
13. Alternatieven
13.1
|
□
|
Niet alle ramen op zonbelaste gevels zijn voorzien
van buitenzonwering. Advies: onderzoek de mogelijkheden om alle ramen op
zonbelaste gevels te voorzien van buitenzonwering.
|
13.2
|
□
|
Er is restwarmte van ten minste 70 °C beschikbaar.
Advies: onderzoek de mogelijkheden voor de toepassing van absorptiekoeling,
let
er hierbij nadrukkelijk op of de toepassing ervan leidt tot CO2-reductie.
|
13.3
|
□
|
Er is behoefte aan gelijktijdige verwarming en
koeling zonder dat de condensorwarmte wordt benut. Advies: ga de mogelijkheden
na om de condensorwarmte van de koelinstallatie te gebruiken.
|
13.4
|
□
|
Er is sprake van een laag temperatuur warmteafgifte
zonder toepassing van warmtepompen. Advies: ga de mogelijkheden na voor het
gebruik van warmtepompen en energieopslag.
|
14. Systeemgrootte
– Koeling
14.3
|
□
|
Er is geen koelbehoefteberekening van het gebouw of
gebouwdeel beschikbaar volgens BRL6000. Advies: stel een koelbehoefteberekening
op volgens BRL6000 en beoordeel het rendement en de capaciteit van het huidige
koelsysteem.
|
14.4
|
□
|
Het opgesteld koelvermogen van de klimaatinstallatie
is hoog in relatie tot het benodigde vermogen (> 20%). Advies: bepaal bij
vervanging van de klimaatinstallatie het benodigde koelvermogen opnieuw en
stem
de installatie daarop af.
|
- Verwarming
14.13
|
□
|
Er is geen warmtebehoefteberekening van het gebouw of
gebouwdeel volgens BRL 6000 beschikbaar. Advies: stel een
warmtebehoefteberekening op volgens BRL6000 en beoordeel het rendement en
de
capaciteit van het huidige verwarmingssysteem.
|
14.14
|
□
|
Het opgesteld verwarmingsvermogen van de
klimaatinstallatie is hoog in relatie tot het benodigde vermogen (>20%).
Advies: bepaal bij vervanging van de klimaatinstallatie het benodigde
verwarmingsvermogen opnieuw en stem de installatie daarop af.
|
15. Overig
15.1
|
□
|
Laat ten minste eenmaal per 10 jaar een EPA-U
maatwerkadvies opstellen (door een gecertificeerd bedrijf) naar de mogelijke
energiebesparende maatregelen.
|
15.2
|
□
|
Kies bij vervanging van installatiecomponenten voor
componenten die geschikt zijn voor hoog temperatuur koeling (als het gebouw
daarvoor geschikt is).
|
15.3
|
□
|
Kies bij vervanging van koude-of warmteopwekker(s),
pompen, ventilatoren, luchtbehandelingskast(en) en dergelijke voor de meest
energie-efficiënte variant.
|
|
□
|
|
|
□
|
|
|
□
|
|
Toelichting bij advies
Overige opmerkingen inspecteur
Ondertekening
Plaats:
Datum:
Handtekening:
|