De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en van Financiën;
Gelet op de artikelen 11, eerste en tweede lid, 18, eerste en tweede lid, 27, 31,
36, eerste lid, en 95, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen en
artikel 1.10, derde lid, van de Wet kinderopvang;
Besluit:
Artikel 1. Premiepercentage algemene ouderdomsverzekering
Het premiepercentage voor de algemene ouderdomsverzekering, bedoeld in artikel 11,
eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, is voor het jaar 2022 17,90%.
Artikel 2. Premiepercentage nabestaandenverzekering
Het premiepercentage voor de nabestaandenverzekering, bedoeld in artikel 11, tweede
lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, is voor het jaar 2022 0,10%.
Artikel 3. Maximum premieloon
Het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, eerste zin, van de Wet financiering
sociale verzekeringen, bedraagt voor het jaar 2022 voor een loontijdvak van een jaar
€ 59.706.
Artikel 4. Premiepercentages Algemeen Werkloosheidsfonds
Het premiepercentage, bedoeld in artikel 27, eerste, tweede en derde lid, van de Wet
financiering sociale verzekeringen, lage premie, is voor het jaar 2022 2,70%.
Het premiepercentage, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen, hoge premie, is voor het jaar 2022 7,70%.
Artikel 5. Premiepercentage Uitvoeringsfonds voor de overheid
Het premiepercentage, bedoeld in artikel 31 van de Wet financiering sociale verzekeringen,
is voor het jaar 2022 0,68%.
Artikel 6. Premiepercentages Arbeidsongeschiktheidsfonds
Het hoge premiepercentage, bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wet financiering
sociale verzekeringen, is voor het jaar 2022 7,05%.
Het lage premiepercentage, bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wet financiering
sociale verzekeringen, is voor het jaar 2022 5,49%.
Artikel 7. Opslag tot dekking kinderopvangtoeslag
De premieopslag, bedoeld in artikel 1.10, eerste lid, van de Wet kinderopvang, is
voor het jaar 2022 0,50%.
Artikel 8. Minimumloonsomgrens Whk sector Grootwinkelbedrijf
In bijlage 1, onderdeel 19, Grootwinkelbedrijf, van de Regeling Wfsv wordt ‘€ 6.595.496’
vervangen door ‘€ 6.727.406’.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Artikel 10. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tot vaststelling premiepercentages werknemers-
en volksverzekeringen, maximumpremieloon werknemersverzekeringen en opslag kinderopvangtoeslag
2022.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling stelt de premiepercentages vast die gelden voor de premieheffing voor
de Algemene Ouderdomswet (AOW) en Algemene nabestaandenwet (Anw), het Algemeen Werkloosheidsfonds
(AWf), het Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) en het Arbeidsongeschiktheidsfonds
(Aof) en de opslag op de premie Aof voor de kinderopvangtoeslag. Daarnaast wordt het
maximumpremieloon vastgesteld voor de heffing van de premies werknemersverzekeringen.
Tot slot wordt de loongrens voor indeling in de sector grootwinkelbedrijf geïndexeerd.
De maximumpremieloonbedragen voor tijdvakken korter dan het premiejaar die als grondslag
gelden voor de premies en opslag geregeld in de artikelen 4 tot en met 7, worden voor
de andere loontijdvakken door herleiding bepaald. Deze bedragen zullen door de Belastingdienst
worden bekendgemaakt.1
Met ingang van 2022 wordt de uniforme basispremie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds
(Aof) vervangen door een gedifferentieerde premie ten behoeve van het Arbeidsongeschiktheidsfonds,
bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv).
De premie wordt vastgesteld op een percentage van het loon, waarbij voor kleine werkgevers
een lager percentage geldt dan voor overige werkgevers. Structureel is er € 450 miljoen
beschikbaar om de premie voor kleine werkgevers lager vast te stellen. In 2022 is
er incidenteel € 300 miljoen extra beschikbaar.2 Het verschil tussen het hoge en het lage percentage bedraagt niet meer dan 2 procentpunt.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Het premiepercentage voor de Algemene Oudersdomswet bedraagt op grond van artikel
11, eerste lid, van de Wfsv ten hoogste 18,25%. Het kabinet heeft besloten het premiepercentage
AOW te handhaven op het niveau van 17,90%.
Artikel 2
Het premiepercentage voor de Algemene nabestaandenwet wordt op hetzelfde niveau vastgesteld
als in 2021 op 0,10%. Hiermee wordt het vermogensoverschot langzaam afgebouwd.
Artikel 3
Het maximumpremieloon, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wfsv wordt halfjaarlijks
op grond van artikel 18 van de Wfsv herzien naar de mate waarin het minimumloon per
dag wordt herzien. Voor de berekening van het loon waarnaar de premies worden geheven,
wordt het bedrag van € 59.706,36 naar beneden afgerond op hele euro’s, en blijft het
bedrag zoals dat geldt op 1 januari het hele jaar van kracht. Het maximum dagloon
per januari wordt gebaseerd op het onafgeronde bedrag € 59.706,36.
Het maximumbijdrageloon voor de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet
wordt door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vastgesteld op hetzelfde
bedrag als het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen.
Artikel 4
Voor de premieheffing ten behoeve van het AWf worden twee premiepercentages vastgesteld.
Een lage premie wordt geheven over loon uit schriftelijke arbeidsovereenkomsten voor
onbepaalde tijd niet zijnde oproepovereenkomsten (vaste contracten), loon uit schriftelijke
overeenkomsten op grond van de beroepsbegeleidende leerweg, loon van werknemers tot
21 jaar met niet meer dan 48 verloonde uren per 4 weken of 52 verloonde uren per maand,
en voor AWf-premie over uitkeringen. Dit is geregeld in artikel 27, eerste, tweede
en derde lid, van de Wfsv en artikel 2.3 van het Besluit Wfsv. De hoge premie is van
toepassing op loon uit overige dienstbetrekkingen en ingeval van herziening van de
lage AWf-premie naar de hoge AWf-premie met terugwerkende kracht (flexcontracten).
De hoge premie is 5 procentpunt hoger dan de lage premie. Dit is geregeld in artikel
27, eerste lid, van de Wfsv en artikel 2.2 van het Besluit Wfsv. Met ingang van 1 augustus
2021 werd de premie ten behoeve van het AWf verlaagd in verband met de intrekking
van de Wet baangerelateerde investeringskorting. In 2022 wordt de premie niet verlaagd.
De percentages voor de premie voor het AWf zijn hetzelfde als die van januari 2021.
Artikel 5
Het percentage voor de premie voor het Uitvoeringsfonds voor de overheid blijft hetzelfde
als in 2021, namelijk 0,68%.
Artikel 6
Met ingang van 2022 wordt een gedifferentieerde premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds
vastgesteld met twee premiepercentages (zie Stb. 2021, 102). Het lage premiepercentage is van toepassing op kleine werkgevers als bedoeld in
artikel 36, tweede lid, van de Wfsv, en artikel 2.19d van het Besluit Wfsv.
Als kleine werkgever wordt aangemerkt de werkgever te wiens laste in het tweede kalenderjaar
dat aan het kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld vooraf is gegaan, een
premieplichtig loon is gekomen dat gelijk is aan of minder bedraagt dan 25 maal het
gemiddelde premieplichtige loon per werknemer, in dat kalenderjaar. Het hoge premiepercentage
is van toepassing op overige werkgevers als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van
de Wfsv, en op uitkeringen als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de Wfsv. Het
verschil tussen het hoge en het lage premiepercentage bedraagt in 2022 1,56 procentpunt.
Het UWV heeft de premie voor de Werkhervattingskas (Whk) 2022 op 1 september gepubliceerd.
De lichte stijging van de premie voor de Whk in 2022 ten opzichte van 2021 is binnen
het lastenkader gecompenseerd door het Aof-tarief iets te verlagen.
Artikel 7
Het percentage van de opslag voor de dekking van de uitgaven voor de kinderopvangtoeslag,
is een opslag op de premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Het percentage blijft
gehandhaafd op het niveau van 0,50%.
Artikel 8
De wijziging in dit artikel betreft de jaarlijkse indexering van de loongrens voor
de sector Grootwinkelbedrijf aan de hand van de ontwikkeling van de contractlonen.
De sectorindeling is vanaf 2020 niet meer van belang voor de WW-premie, maar is nog
van belang voor de heffing van premies voor de Werkhervattingskas (Whk) voor kleine
en middelgrote werkgevers. De loongrens wordt met terugwerkende kracht per 1 januari
2021 geïndexeerd met 2,00 procent op basis van de gemiddelde contractloonontwikkeling
van bedrijven over 2021 zoals die in de Macro Economische Verkenning 2022 van het
Centraal Planbureau (CPB) is opgenomen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A.D. Wiersma