Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 11 december 2020, nr. 3107314, tot wijziging van de Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer en de Regeling middelenonderzoek bij geweldplegers

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 6, eerste lid en artikel 10, eerste lid, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer en de artikelen 5, eerste lid, 11, eerste en vierde lid, 12, derde lid, 17, eerste lid, en 19, derde lid, van het Besluit middelenonderzoek bij geweldplegers;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Voor het verrichten van een voorlopig ademonderzoek als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Besluit wordt de Dräger Alcotest 7510 ademtester aangewezen.

B

In artikel 5 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

C

In artikel 8, eerste lid, worden de bedragen van € 62 en € 81 achtereenvolgens vervangen door € 78 en € 102.

D

Artikel 9 vervalt.

E

In bijlage 1 komt de 17e bullet te luiden:

  • Het eindresultaat wordt afgerond op twee significante cijfers bij de meetbare stoffen van de in artikel 3 van het Besluit genoemde stoffen.4 Bij alcohol wordt het eindresultaat gerapporteerd met twee decimalen.5

ARTIKEL II

De Regeling middelenonderzoek bij geweldplegers wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6, eerste lid, worden de bedragen van € 62 en € 81 achtereenvolgens vervangen door € 78 en €102.

B

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Voor het verrichten van een voorlopig ademonderzoek van uitgeademde lucht als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit wordt de Dräger Alcotest 7510 ademtester aangewezen.

C

Artikel 8 vervalt.

D

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De 2e bullet komt te luiden:

  • In geval van een tegenonderzoek op alcohol wordt het buisje bloed gekoeld getransporteerd. In geval van een tegenonderzoek op andere stoffen, al dan niet in combinatie met tegenonderzoek op alcohol, wordt het buisje bloed op droogijs of in een vriezer van ongeveer –20°C getransporteerd.

2. De 7e en 8e bullet komen te luiden:

  • Van benzoylecgonine wordt minimaal de ‘limit of identification’ (LOI) vastgesteld bij validatie. Deze dient 5 microgram per liter te zijn.

  • De LOI is gedefinieerd als 2x de ‘limit of detection’3 en mag niet boven de ondergrens van de kwantitatieve bepaling (‘lower limit of quantification’, LLOQ) liggen.

3. de 15e bullet komt te luiden:

  • Het eindresultaat wordt afgerond op twee significante cijfers bij de middelen bedoeld in artikel 3 van het Besluit.4 Bij alcohol wordt het eindresultaat gerapporteerd met 2 decimalen.

E

In bijlage 2 wordt de zin 'Vervoer op droogijs: € 184' vervangen door: Vervoer op droogijs of in de vriezer: € 184.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

De Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer en de Regeling middelenonderzoek bij geweldplegers zijn om de volgende redenen aangepast. Ten eerste was aanpassing noodzakelijk om een aantal in de beide regelingen opgenomen kostprijzen te indexeren. De tweede reden is de afronding van de Europese Aanbesteding voor de aanschaf van ademtesters bestemd voor het verrichten van een voorlopig ademonderzoek van uitgeademde lucht. Voorts zijn de bijlagen bij de Regeling middelenonderzoek bij geweldplegers aangepast aan de reeds eerder gewijzigde bijlagen bij de Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer (Stcrt. 2019, 16762). Hieronder worden de verschillende wijzigingen afzonderlijk toegelicht.

Kosten voor bloedafname

In beide regelingen is voorzien in twee tarieven voor de bloedafname door een arts of verpleegkundige ten behoeve van het tegenonderzoek, namelijk € 62 voor de bloedafname tussen 8.00 uur en 18.00 uur en € 81 voor de periode tussen 18.00 uur en 08.00 uur. Deze bedragen zijn op basis van indexatie verhoogd naar respectievelijk € 78 en € 102. Voor de berekening van deze prijzen is uitgegaan van de consumentenprijsindex op het moment dat de genoemde bedragen voor het eerst geïntroduceerd zijn, namelijk in 2005 in de Regeling bloed- en urineonderzoek. Het CBS geeft aan dat bij september 2005 een consumentenprijsindex van 85,73 hoort. De consumentenprijsindex van september 2020 is volgens het CBS 107,88. Door het nieuwe indexcijfer te delen door het oude indexcijfer minus één en vervolgens te vermenigvuldigen met 100 wordt het percentage bekend waarmee de tarieven opgehoogd dienen te worden. In dit geval gaat het om een percentage van 25,8%.

Ademtesters

In artikel 3 van de Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer en artikel 7, eerste lid, van de Regeling middelenonderzoek bij geweldplegers is de ademtester Dräger Alcotest 7510 definitief aangewezen voor het verrichten van een voorlopig ademonderzoek van uitgeademde lucht.

Bij de vaststelling van voornoemde regelingen (Stcrt. 2016, 66613 en Stcrt. 2017, 35121) is in de toelichting uiteengezet dat de selectie van een ademtester voortaan verloopt via een aanbestedingsprocedure en een daaropvolgende aanwijzing in de regeling. Dit betekent dat de technische eisen waaraan de ademtesters moeten voldoen, worden vastgesteld in het aanbestedingstraject voor de aanschaf van de testers door de nationale politie, in plaats van via de voorheen gebruikelijke specificatie van de technische vereisten in de ministeriële regeling.

In afwachting van de selectie van een ademtester via een aanbestedingsprocedure en de daaropvolgende aanwijzing in de ministeriële regeling waren zeven typen ademtesters voorlopig aangewezen die nog gedurende een periode van vier jaar konden worden gebruikt voor onderzoek. Dit omdat het vanuit financieel oogpunt niet wenselijk was, deze apparaten die voldeden aan de technische eisen zoals gesteld in de aanbestedingsprocedure, meteen onbruikbaar te verklaren. De ademtesters van het type Dräger Alcotest 7510 zijn naar aanleiding van de aanbestedingsprocedure op 1 april 2018 als enige geselecteerd en worden thans aangewezen in artikel 3 van de Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer en artikel 7 van de Regeling middelenonderzoek bij geweldplegers. De noodzaak om de overige ademtesters tijdelijk aan te wijzen is daarmee komen te vervallen.

Artikel 8 van de Regeling middelenonderzoek bij geweldplegers is vervallen omdat de overgangsperiode voor de in dat artikel genoemde ademanalyseapparaten is verstreken.

Bijlagen Regeling middelenonderzoek bij geweldplegers

In bijlage 1 zijn enkele wijzigingen aangebracht. Ten eerste zijn naar analogie van de eerdere wijziging van de Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer de condities toegevoegd waaronder het buisje bloed bestemd voor het uitvoeren van een tegenonderzoek getransporteerd moet worden. In de bijlage bij de huidige Regeling staat alleen dat duidelijk moet zijn op welke wijze dit transport plaatsvindt. Met de wijziging wordt gepreciseerd dat het gaat om gekoeld transport in het geval van onderzoek naar alcoholgebruik en om transport op droogijs of in een vriezer van ongeveer -20°C in het geval van onderzoek naar de aangewezen stoffen in artikel 3 van het Besluit middelenonderzoek bij geweldplegers, al dan niet in combinatie met tegenonderzoek op alcohol.

De tweede wijziging betreft de toevoeging dat de limit of identification (LOI) van benzoylecgonine 5 microgram per liter dient te zijn. In de huidige Regeling ontbreekt de eis voor de laagst meetbare concentratie van het afbreekproduct van cocaïne, benzoylecgonine. Deze eis is wel opgenomen voor de in artikel 4 van het Besluit aangewezen stoffen en is daarom ook nodig voor het afbraakproduct. Voor dit afbraakproduct, benzoylecgonine, wordt alleen de aanwezigheid vastgesteld. Daarom wordt de laagst meetbare concentratie aangehouden, de limit of identification (LOI). Dit in tegenstelling tot de aangewezen stoffen, waar de laagst meetbare concentratie de lower limit of quantification (LLOQ) is.

Ten derde is in de tekst de term ‘limit of identification’ verplaatst naar de eerste keer dat deze afkorting LOI wordt genoemd. Bovendien is de betekenis van de afkorting LLOQ de eerste keer voluit geschreven.

Ten slotte is in Bijlage 1 bij de Regeling een voetnoot toegevoegd over de afronding van de einduitkomst op twee significante cijfers bij de middelen bedoeld in artikel 3 van het Besluit. Het rapporteren van twee significante cijfers levert problemen op bij waarden groter dan 100. Een waarde van bijvoorbeeld 380 bestaat uit 3 significante cijfers en zou als volgt gerapporteerd worden in 2 significante cijfers: 3,8 x 102. Om het werkbaar en duidelijk te houden worden 3 significante cijfers toegestaan voor waarden boven de 100, en op dezelfde wijze 4 significante cijfers voor waarden boven de 1.000.

In Bijlage 2 bij de Regeling is sprake van één wijziging. In de tabel met de transportkosten voor het vervoer van buisjes bloed bestemd voor het uitvoeren van het tegenonderzoek naar het gehalte van de in artikel 3 van het Besluit aangewezen stoffen is bij de verschuldigde kosten aan het vervoer op droogijs de mogelijkheid van vervoer in een vriezer toegevoegd.

Uit de geldende afspraken met het Adviescollege Toetsing Regeldruk volgt dat het ontwerp niet hoefde te worden voorgelegd ter toetsing omdat het ziet op de vaststelling van tarieven, de aanwijzing van een apparaat ingevolge de uitkomst van een aanbestedingsprocedure en enkele meer technische aanpassingen van de bijlage conform de bijlage bij de Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
4

Om praktische redenen wordt een uitzondering gemaakt voor waarden vanaf 100, waarbij het eindresultaat wordt afgerond op drie significante cijfers, en voor waarden vanaf 1.000, waarbij het eindresultaat wordt afgerond op vier significante cijfers.

X Noot
5

Uit praktische overwegingen is gekozen om het eindresultaat van het alcoholonderzoek met 2 decimalen te rapporteren zoals gebruikelijk in de periode voorafgaand aan de Wet van 26 september 2014 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994.

X Noot
4

Om praktische redenen wordt een uitzondering gemaakt voor waarden vanaf 100, waarbij het eindresultaat wordt afgerond op drie significante cijfers, en voor waarden vanaf 1.000, waarbij het eindresultaat wordt afgerond op vier significante cijfers.

Naar boven