BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL G
Bijlage 1, behorende bij artikel 2, onderdeel a, van de Tijdelijke subsidieregeling
ontwikkeladvies vijfenveertigplussers
Beschrijving ontwikkeladviestraject en verplichte formats
Een ontwikkeladviestraject moet aan een aantal eisen voldoen om voor subsidie in aanmerking
te kunnen komen. Onderstaand wordt beschreven welke eisen dit zijn.
Ontwikkeladviestraject
Het ontwikkeladviestraject omvat gerichte interventies die resulteren in een ontwikkelplan
voor de korte- en langere termijn volgens het onderstaande format 1.2.
Van het ontwikkeladviestraject wordt een verslag gemaakt volgens het onderstaande
format 1.1.
Het ontwikkeladviestraject omvat minimaal de volgende activiteiten:
-
1. Registratie van de loopbaanadviseur op de website www.ontwikkeladvies45plussers.nl.
-
2. Voor de start van een ontwikkeladviestraject vergewist de loopbaanadviseur zich ervan
dat de werkende voldoet aan de eisen die de regeling stelt aan de doelgroep die in
aanmerking komt voor een gesubsidieerd ontwikkeladvies.
-
3. De loopbaanadviseur stelt de identiteit van de werkende vast door een kopie te maken
van een wettig identiteitsbewijs. Deze kopie wordt bewaard in de administratie.
-
4. Ondertekening door de werkende van het formulier ‘Toestemmingsverklaring verwerking
persoonsgegevens werkende’ (format 1.4).
-
5. Het ontwikkeladvies start met het door de werkende alleen, of samen met de loopbaanadviseur,
invullen van het digitale intakeformulier op www.ontwikkeladvies45plussers.nl.
De loopbaanadviseur ontvangt na het verzenden van het intakeformulier een uniek nummer
per e-mail. Deze e-mail moet de loopbaanadviseur bewaren in zijn administratie. Het
nummer zal meerdere malen moeten worden verstrekt, zoals in de subsidieaanvraag.
-
6. De loopbaanadviseur geeft de werkende individuele begeleiding met een tijdsbeslag
van in totaal minimaal vier uren. Het is ook mogelijk om een groepsbijeenkomst van
minimaal twee uren te combineren met individuele begeleiding van minimaal drie uren.
-
7. De loopbaanadviseur stelt een verslag op conform format 1.1 en laat dit ondertekenen
door de werkende.
-
8. De loopbaanadviseur stelt samen met de werkende het ontwikkelplan op conform format
1.2. en laat dit ondertekenen door de werkende.
-
9. Het ontwikkeladviestraject wordt afgesloten met een door de werkende en de loopbaanadviseur
ingevulde en ondertekende prestatieverklaring conform format 1.3.
Inhoud ontwikkeladviesgesprekken
Onderwerpen die tijdens de ontwikkeladviesgesprekken aan bod moeten komen zijn:
-
•. Situatieschets en bewustwording van de eigen situatie en toekomstperspectieven van
de werkende.
-
•. Persoonsprofiel van de werkende, waaronder:
-
•. Toekomstoriëntatie;
-
•. Adviseren over financiële, persoonlijke en rechtspositionele consequenties en zicht
geven op instanties of sites waar kennis over deze zaken te halen is.
Ontwikkelplan
Als resultaat van de begeleiding stelt de werkende zelf of samen met de loopbaanadviseur
een ontwikkelplan op conform format 1.2. Hierin worden kort en bondig een aantal acties
beschreven die de werkende op de korte of de lange termijn kan inzetten om te werken
aan zijn wendbaarheid en om aan het werk te blijven tot het pensioen.
Tevens wordt in het ontwikkelplan beschreven waar de werkende terecht kan om (financiële)
ondersteuning te krijgen bij de uitvoering van zijn ontwikkelplan.
Punten die in elk geval aan de orde moeten komen in het ontwikkelplan zijn:
-
○. Wie neemt welke acties op de korte en de lange termijn om beter voorbereid te zijn
op de toekomst?
-
○. Wanneer en hoe kan er actie worden ondernomen?
-
○. Mogelijkheden om persoonlijke ontwikkelvraagstukken en huidige beperkingen in bijvoorbeeld
energieniveau, financiële sfeer, de persoonlijke of gezinssfeer, leren en taalvaardigheid
aan te pakken.
-
○. Indien van toepassing: suggesties voor het inzetten van andere experts om bovenstaande
belemmeringen te verhelpen.
Formats
Onderstaande formats zijn verplicht. Dit betekent dat wanneer deze niet of onvolledig
worden ingevuld, de loopbaanadviseur niet in aanmerking komt voor subsidie.
Format 1.1 Verslag ontwikkeladviestraject
Naam deelnemer (werkende):
Uniek nummer (verstrekt door onderzoeksbureau Regioplan):
Startdatum ontwikkeladviestraject (datum invullen digitale intakeformulier op www.ontwikkeladvies45plussers.nl):
Naam loopbaanadviseur:
Ad1) Situatieschets
Ad2) Persoonsprofiel
Ad3) Toekomstoriëntatie
Ad4) Overige relevante punten
Dit verslag geeft goed weer wat tijdens het ontwikkeladviestraject is besproken en
aan de orde is geweest.
Plaats en datum:
Datum:
Handtekening deelnemer (werkende):
Plaats en datum:
Datum:
Handtekening loopbaanadviseur:
Format 1.2 Ontwikkelplan
Naam deelnemer (werkende):
Uniek nummer (verstrekt door onderzoeksbureau Regioplan):
Startdatum ontwikkeladviestraject (datum invullen digitale intakeformulier op www.ontwikkeladvies45plussers.nl):
Naam loopbaanadviseur:
|
1) Actie/termijn/ondersteuning
|
| |
| |
| |
| |
|
2) Actie/termijn/ondersteuning
|
| |
| |
| |
| |
|
3) Actie/termijn/ondersteuning
|
| |
| |
| |
| |
|
4) Actie/termijn/ondersteuning
|
| |
| |
| |
| |
|
5) Actie/termijn/ondersteuning
|
| |
| |
| |
| |
Voor akkoord:
Plaats en datum:
Datum:
Handtekening deelnemer (werkende):
Plaats en datum:
Datum:
Handtekening loopbaanadviseur:
Format 1.3 Prestatieverklaring ontwikkeladvies
Naam deelnemer ontwikkeladvies (werkende):
E-mail adres1:
Telefoonnummer2:
Burgerservicenummer:
Uniek nummer (verstrekt door onderzoeksbureau Regioplan):
Functie:
In te vullen door deelnemer (werkende):
Ik verklaar deelgenomen te hebben aan een ontwikkeladviestraject bij ............
(naam loopbaanadviseur), dat heeft bestaan uit:
-
•. Een digitale intakevragenlijst
-
•. Bespreking van/advies over:
-
•. eigen situatie en toekomstperspectieven
-
•. wie ben ik en wat kan ik
-
•. toekomstoriëntatie
-
•. toekomstmogelijkheden
-
•. wat kan ik zelf gaan doen
-
•. Het adviestraject is afgerond met:
Het ontwikkeladviestraject is gestart met het invullen van het digitale intakeformulier
op (datum) ............ en geëindigd op (datum) ............
Ik verklaar dat het ontwikkeladvies bestond uit:*
[ ] minimaal 4 uur aan individuele begeleiding.
[ ] minimaal 3 uur aan individuele begeleiding en daarnaast een groepsbijeenkomst
van minimaal 2 uur.
* aanvinken wat van toepassing is
-
•. Bij aanvang van dit ontwikkeltraject was of ben ik 45 jaar of ouder.
-
•. Ik heb het formulier ondertekend waarmee ik toestemming geef voor inzage in mijn persoonsgegevens.
-
•. Ik geef toestemming dat het Ministerie van SZW contact met mij kan opnemen als onderdeel
van de controle op de aan mijn loopbaanadviseur verstrekte subsidie.
Plaats: ......................
Datum:......................
Handtekening werkende:
In te vullen door loopbaanadviseur die ontwikkeladviestraject heeft gegeven:
Ik heb mij ervan vergewist dat de werkende voldoet aan de eisen die de Tijdelijke
subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers stelt.
Naam en handtekening loopbaanadviseur:
Format 1.4 Toestemmingsverklaring verwerking persoonsgegevens werkende
Toestemmingsverklaring
U gaat een ontwikkeladviestraject volgen. Dit traject bestaat uit een aantal gesprekken/begeleidingssessies
met uw loopbaanadviseur. Tijdens deze gesprekken/sessies werkt u samen met uw loopbaanadviseur
aan een ontwikkelplan.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) betaalt dit traject: uw
loopbaanadviseur krijgt subsidie. Voordat het traject van start kan gaan, vragen we
uw toestemming voor een aantal zaken.
1. Inzage in uw ontwikkelplan en het verslag voor controle
SZW kan bij uw loopbaanadviseur een controle uitvoeren. Hiermee wordt vastgesteld
of het ontwikkeladviestraject echt is uitgevoerd en of het volgens de regels is gebeurd.
Daarvoor is uw BSN-nummer nodig en is inzage in uw persoonlijke ontwikkelplan en het
verslag nodig. De controlerende ambtenaar van SZW heeft een geheimhoudingsplicht.
Hij zal geen kopieën maken of op een andere manier uw gegevens delen met derden. Het
ministerie wil alleen weten of er een door u ondertekend verslag en ontwikkelplan
is. En of het plan en het verslag op de juiste wijze zijn opgesteld.
2. Benadering voor onderzoeksdoeleinden door het door het ministerie ingeschakelde
onderzoeksbureau en medewerking aan onderzoek
Het ministerie wil graag weten wat het ontwikkeladviestraject de deelnemers heeft
opgeleverd. Een onderzoeksbureau, Regioplan, gaat dit onderzoek uitvoeren. Het onderzoeksbureau
zal u tweemaal vragen om een korte online enquête in te vullen. Daarvoor is het nodig
dat zij beschikken over uw contactgegevens. Uw gegevens worden anoniem verwerkt.
Door dit formulier te ondertekenen, geeft u toestemming. U vindt het goed dat uw persoonsgegevens
worden gebruikt zoals hierboven is beschreven. Uw toestemming geldt alleen voor de
twee beschreven doelen.
Als u geen toestemming geeft, kan uw loopbaanadviseur geen subsidie voor het ontwikkeladviestraject
aanvragen. U zult hier dan geen gebruik van kunnen maken of het zelf moeten betalen.
Deze toestemming is twee jaar geldig.
Plaats en datum:
Naam en handtekening deelnemer (werkende):
Burgerservicenummer:
TOELICHTING
Algemeen
Achtergrond
Op 5 december 2017 is de Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers
in werking getreden (Stcrt. 2017, 69644). Het doel van deze gesubsidieerde ontwikkeladviezen is het bewustzijn over de noodzaak
van reflectie op de loopbaan te stimuleren bij oudere werkenden, die nog niet concreet
met ontslag, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid bedreigd zijn. Het ontwikkeladviestraject
heeft als doel werkenden van 45 jaar of ouder toe te rusten om tijdig een reëel beeld
van het toekomstperspectief in hun huidige werk te krijgen en meer regie op hun toekomstige
loopbaan te nemen. Hiermee wordt beoogd de kans op toekomstige (langdurige) werkloosheid
te verkleinen.
Vanwege de beperkte looptijd en het beschikbare budget is er bij de start van de regeling
voor gekozen om het instrument zo gericht en effectief mogelijk in te zetten, door
de gesubsidieerde trajecten ter beschikking te stellen aan slechts een beperkt aantal
beroepsgroepen. Bij de selectie daarvan hebben de volgende kenmerken en voorwaarden
een rol gespeeld:
-
• De problematiek van de beroepsgroep moet zich ertoe lenen: ontwikkelingen in de aard
van het werk en/of het kunnen volhouden van de werkzaamheden tot pensioenleeftijd.
-
• Er wordt nog geen vergelijkbaar product aan de doelgroep aangeboden.
-
• De beroepsgroep heeft een substantiële omvang van werkenden uit de doelgroep: er moeten
voldoende potentiële gebruikers zijn om leerervaringen op te kunnen doen.
-
• Er is een infrastructuur die benut kan worden voor de ontwikkeling en implementatie,
waaronder het gericht benaderen van de beoogde beroepsgroep.
-
• De vertegenwoordigende sociale partners en/of beroepsverenigingen zijn enthousiast
om hier mee aan de slag te gaan en zullen het gebruikmaken van de geboden mogelijkheden
stimuleren.
De verwachting was dat met de geselecteerde beroepsgroepen een totaal van 20.500 trajecten
gehaald zou kunnen worden, zeker na de aanvulling van de doelgroepen per 28 maart
2018 (Stcrt. 2018, 16701). Het uiteindelijke doel is het realiseren van 25.000 ontwikkeladviezen.
Bij het opstellen van de regeling is rekening gehouden met de mogelijkheid om op enig
moment, gedurende de looptijd, de doelgroep uit te breiden of het subsidieplafond
gericht te verhogen. Om die reden was het totaal beschikbare budget in de regeling
nog niet toebedeeld in de vorm van concreet te realiseren ontwikkeladviezen.
Aanleiding wijziging
Betrokken partijen, zoals loopbaanadviseurs, sociale partners, brancheverenigingen
en SZW hebben herhaaldelijk actie ondernomen om publiciteit aan de regeling te geven.
Desondanks blijft het gebruik van de regeling met de huidige doelgroepen ver achter
bij de doelstelling ervan. Normaal hebben dit soort regelingen een aanlooptijd en
neemt het gebruik in de loop van de tijd sterk toe. Echter, deze toename is niet zichtbaar
in aantallen deelnemers van deze regeling.
Wel is de regeling bij uitvoerders (loopbaanadviseurs), arbeidsmarktdeskundigen, betrokken
bedrijven, sociale partners en de politiek enthousiast ontvangen. De wenselijkheid
en de noodzaak van het aanbieden en het stimuleren van het gebruik van het beoogde
ontwikkeladvies wordt breed ondersteund. Ook bestaat de wens de regeling breder open
te stellen voor de totale doelgroep van werkende vijfenveertigplussers. De reacties
op het ontwikkeladvies van de mensen die er gebruik van hebben gemaakt zijn overwegend
positief. Wel lijken de loopbaanadviseurs door de beperking tot de negen beroepsgroepen
en door de strikte vormgeving van het ontwikkeladvies, enigszins terughoudend in het
aanbieden van het instrument. Dit komt enerzijds door de mogelijke financiële risico’s
wanneer achteraf zou blijken dat men geen subsidie toegewezen krijgt, omdat een deelnemer
niet binnen de omschreven beroepsgroep valt, of omdat het subsidieplafond bereikt
zou zijn en anderzijds omdat men de mogelijkheid tot een iets andere aanpak, zoals
het inzetten van een groepsbijeenkomst of e-coaching, wenselijk acht.
Uitbreiding doelgroep tot alle werkende vijfenveertigplussers
Met deze wijziging kan het beschikbare budget voor dit onderdeel van het actieplan
perspectief voor vijftigplussers optimaal worden benut, door het mogelijk te maken
om de arbeidsmarktpositie van alle vijftigplussers te verbeteren en daarmee toekomstige
werkloosheid en arbeidsongeschiktheid onder deze groep te voorkomen. De mogelijkheid
om een ontwikkeladviestraject te volgen is dan ook in het belang van alle werkende
vijfenveertigplussers, ongeacht in welk beroep men werkzaam is. De budgettaire reden
die ten grondslag lag aan de aangebrachte beperking van de beroepsgroepen die gebruik
konden maken van de subsidieregeling, blijkt in de praktijk niet nodig en kan grotendeels
vervallen. Tegelijkertijd kan met een groter aantal deelnemers het effect van het
instrument beter onderzocht worden. Mede vanwege het pilotkarakter van de regeling
is daarom besloten om de regeling nu breed open te stellen voor alle werkenden van
45 jaar of ouder. Voorwaarde is wel dat men gemiddeld minimaal 12 uur per week werkzaam
is.
Een onderkend nadeel van het uitbreiden van de doelgroep is dat er meer mensen gebruik
zullen maken van de subsidie die ook zonder deze subsidie in beweging zouden zijn
gekomen en waarvoor subsidiëring van het ontwikkeladvies derhalve minder nodig was
(‘dead weight loss’). Bij de evaluatie zal daarom aandacht worden besteed aan de vraag
wat het effect van de brede openstelling is geweest op de kenmerken van de gebruikers.
Subsidieplafonds
Met deze regelwijziging wordt het totale subsidieplafond voor de looptijd van de regeling
vastgesteld op € 17.000.000.
De in artikel 4, eerste, lid (oud), genoemde afzonderlijke subsidieplafonds voor de
beroepsgroepen genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdelen a tot en met i (oud),
komen te vervallen. Het totale subsidieplafond voor de doelgroep genoemd in artikel
4, eerste lid (nieuw), wordt vastgesteld op € 15.000.000. Er wordt een voorziening
getroffen om te voorkomen dat het beschikbare budget door de verbreding van de doelgroep
al voor 1 juli 2019 wordt uitgeput en de in artikel 2, tweede lid, onderdelen a tot
en met i (oud), genoemde oorspronkelijke beroepsgroepen al voor 1 juli 2019 geen gebruik
meer zouden kunnen maken van de subsidieregeling. Daarom wordt er tot 1 juli 2019
een bedrag van € 2.500.000 gereserveerd voor de oorspronkelijke doelgroep. Dat is
als volgt geregeld. Als voor 1 juli 2019 € 12.500.000 van het totaal beschikbare bedrag
is gebruikt, is het resterende bedrag van € 2.500.000 uitsluitend beschikbaar voor
de ‘oude’ doelgroep, zoals die bestond voor inwerkingtreding van de huidige regelwijziging.
Als op 1 juli 2019 het totale subsidieplafond van € 15.000.000 nog niet is bereikt,
is het totale resterende bedrag alsnog beschikbaar voor alle werkenden.
Het subsidieplafond voor de in artikel 2, onderdeel b, genoemde trainingstrajecten
wordt vastgesteld op € 2.000.000.
Verlenging looptijd
Om de bredere doelgroep voldoende tijd te geven om zich voor te kunnen bereiden op
het gebruik van de regeling wordt de looptijd verlengd met een half jaar. Subsidieaanvragen
kunnen worden ingediend tot 10 januari 2020, 17.00 uur (artikel 7, vierde lid). De
regeling vervalt met ingang van 1 juli 2020 en blijft van toepassing op de afwikkeling
van verstrekte subsidies.
Opzet ontwikkeladvies
Het ontwikkeladvies is een integraal en persoonlijk advies. Dit advies wordt door
onafhankelijke en professionele loopbaanadviseurs uitgevoerd. Het advies moet allereerst
bewustzijn creëren over de huidige en toekomstige arbeidsmarktpositie en inzicht geven
in de huidige competenties en loopbaanmogelijkheden. De loopbaanadviseur geeft daartoe
individuele begeleiding en advisering aan de werkende met een tijdsbeslag van in totaal
minimaal vier uren (bijlage 1, onder punt 6). Vanuit de praktijk van de loopbaanadviseurs
is echter aangegeven dat men het voor het proces vaak een meerwaarde vindt hebben
als er ook de mogelijkheid zou bestaan een deel van het ontwikkeladviestraject in
de vorm van een groepssessie te kunnen aanbieden. Motivatie hiervoor is dat een activiteit
met ‘lotgenoten’ soms een meerwaarde kan hebben boven individuele gesprekken, zeker
als het gaat om trajecten die vanuit het bedrijf gestimuleerd zijn en waar meerdere
collega’s gebruik van maken. Om hieraan tegemoet te komen, wordt een groepsbijeenkomst
van minimaal twee uur gecombineerd met minimaal drie uur aan individuele begeleiding
ook als optie toegestaan.
In de opzet van het ontwikkeladvies is de term gesprekken vervangen door begeleiding.
De regeling stelt geen eisen aan de vorm waarop de individuele begeleiding plaatsvindt,
anders dan dat dit één-op-één begeleidingscontacten moeten zijn en geen groepssessies.
De invulling wordt aan de professionaliteit van de loopbaanadviseur overgelaten en
moet gangbaar en breed geaccepteerd zijn binnen de beroepsgroep van loopbaanadviseurs.
De loopbaanprofessional moet bepalen of het een medium is dat past bij de deelnemer
en geschikt is om met deze deelnemer het gewenste resultaat te bereiken. De deelnemer
moet met de vorm instemmen en zal een eigen vrije keuze moeten hebben om ja of nee
te zeggen tegen de voorgestelde aanpak. Dit geldt ook voor blended vormen als Skype
en één-op-één gesprekken, één-op-één gesprekken en e-coaching of alle drie de vormen
naast elkaar. De verplichte formats bij de regeling zijn hierop aangepast.
Het ontwikkeladvies start met het door de werkende alleen, of samen met de loopbaanadviseur,
invullen van het digitale intakeformulier op www.ontwikkeladvies45plussers.nl.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdelen A en B
De doelgroep van de subsidieregeling was in artikel 2, tweede lid, beperkt tot een
aantal beroepsgroepen. Deze beperking komt te vervallen en daarom komen de verwijzingen
naar de beroepsgroepen in artikel 1, onderdeel c, en in artikel 2 ook te vervallen.
Dat wil zeggen dat de subsidieregeling wordt opengesteld voor alle werkenden als bedoeld
in artikel 1, onderdeel c. Hiermee wordt beoogd alle werkenden van 45 jaar en ouder
die minimaal 12 uur per week werkzaam zijn, de mogelijkheid te geven om deel te nemen
aan een gesubsidieerd ontwikkeladviestraject.
Het tweede en derde lid van artikel 2 komen te vervallen, maar blijven op grond van
artikel 11a (nieuw) wel van toepassing op subsidieverstrekking naar aanleiding van
trajecten die zijn aangevangen voor de inwerkingtredingsdatum van deze wijziging.
In verband met de brede openstelling voor alle werkende vijfenveertigplussers, wordt
in artikel 4, tweede lid, een voorziening getroffen voor de beroepsgroepen die vóór
inwerkingtreding van wijzigingsregeling tot de doelgroep van de subsidieregeling behoorden.
Artikel I, onderdeel C
In artikel 4 wordt het subsidieplafond geregeld. In totaal is er € 15.000.000 beschikbaar
voor ontwikkeladviestrajecten als bedoeld in artikel 2, onderdeel a.
In artikel 4, tweede lid, wordt een bedrag van € 2.500.000 gereserveerd voor de beroepsgroepen
die vóór inwerkingtreding van deze regeling tot de doelgroep van de subsidieregeling
behoorden. Werkenden in deze beroepsgroepen hebben geen rekening kunnen houden met
de openstelling van de subsidieregeling voor alle werkenden. Om te voorkomen dat het
subsidieplafond door deze brede openstelling reeds voor 1 juli 2019 wordt bereikt
en de oorspronkelijke doelgroep daardoor geen gebruik meer kan maken van de subsidieregeling,
wordt voor deze beroepsgroepen een voorziening getroffen in artikel 4, tweede lid.
Indien al voor 1 juli 2019 € 12.500.000 van het totaal beschikbare bedrag is verstrekt,
is het resterende bedrag van € 2.500.000 in de periode tot 1 juli 2019 uitsluitend
beschikbaar voor werkenden die werkzaam zijn in de genoemde beroepsgroepen. Het gaat
hier om de beroepsgroepen die vóór inwerkingtreding van deze regeling tot de doelgroep
van de subsidieregeling behoorden. Dit geeft de oorspronkelijke doelgroep de mogelijkheid
om alsnog voor 1 juli 2019 gebruik te maken van de subsidieregeling. Daarmee worden
werkenden die niet werkzaam zijn in een beroepsgroep als bedoeld in de onderdelen
a tot en met i tot 1 juli 2019 uitgesloten. Dit is alleen het geval indien de situatie
bedoeld in artikel 4, tweede lid, zich voordoet.
Indien toepassing is gegeven aan artikel 4, tweede lid, is het mogelijk dat het resterende
bedrag van € 2.500.000 op 1 juli 2019 niet volledig is verstrekt. In artikel 4, derde
lid, wordt daarom geregeld dat het resterende bedrag per 1 juli 2019 beschikbaar is
voor alle werkenden. De werkenden die door de toepassing van het tweede lid tijdelijk
waren uitgesloten komen in dat geval weer in aanmerking voor subsidie.
Het is mogelijk dat de situatie, bedoeld in artikel 4, tweede lid, zich niet voordoet.
In dat geval blijft het totaal beschikbare bedrag van € 15.000.000 gedurende de gehele
looptijd van de regeling beschikbaar voor alle werkenden. Het is ook mogelijk dat
de situatie, bedoeld in artikel 4, tweede lid, zich wel voordoet en dat het resterende
bedrag van € 2.500.000 vóór 1 juli 2019 volledig is gebruikt. In dat geval is het
subsidieplafond van € 15.000.000 bereikt en kan er geen subsidie meer worden verstrekt.
Artikel I, onderdeel D
Subsidieaanvragen worden ingevolge artikel 5, eerste lid, behandeld op volgorde van
ontvangst. Op basis van het vierde lid (nieuw), is het mogelijk om de behandeling
van een subsidieaanvraag tot 1 juli 2019 op te schorten. Deze mogelijkheid is bedoeld
voor de situatie waarin toepassing wordt gegeven aan artikel 4, tweede lid, en waarbij
opschorting van de behandeling in het belang is van de aanvrager. Het gaat hier om
aanvragen voor werkenden die niet werkzaam zijn in een beroepsgroep als bedoeld in
artikel 4, tweede lid. Opschorting van de behandeling kan in het belang zijn van de
aanvrager, omdat op 1 juli 2019 duidelijk wordt of er sprake is van een resterend
bedrag dat ingevolge artikel 4, derde lid, beschikbaar wordt gesteld voor alle werkenden.
Door de behandeling van de aanvraag op te schorten, kan de aanvraag na 1 juli 2019
worden beoordeeld en kan de aanvrager, zolang het subsidieplafond nog niet is bereikt,
alsnog in aanmerking komen voor subsidie. De behandeling van bedoelde aanvragen wordt
op 1 juli 2019 voortgezet, waarbij de volgorde van ontvangst weer van toepassing is.
De opschorting van de behandeling wordt ingevolgde het vijfde lid (nieuw) zo spoedig
mogelijk aan de aanvrager medegedeeld, waarbij ook wordt aangegeven binnen welke termijn
de beschikking tegemoet kan worden gezien.
Artikel I, onderdeel E
De looptijd van de regeling wordt met een half jaar verlengd. Subsidieaanvragen kunnen
worden ingediend tot en met 10 januari 2020, 17.00 uur.
Artikel I, onderdeel F
In artikel 8 wordt met toevoeging van twee artikelleden de mogelijkheid gegeven om
de beslistermijn van 22 weken eenmalig te verlengen. De beslistermijn voor een subsidieaanvraag
die voor 1 juli 2019 is ingediend, kan eenmalig met ten hoogste vier weken worden
verlengd, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4, tweede lid, en artikel 5,
vierde lid. De mogelijkheid tot verlenging van de beslistermijn is bedoeld voor de
situatie waarin het bedrag, genoemd in artikel 4, tweede lid, is bereikt. In dat geval
kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om de behandeling van een subsidieaanvraag
op te schorten tot 1 juli 2019 (artikel 5, vierde lid). Om de subsidieaanvraag na
1 juli 2019 te kunnen beoordelen, kan het daarom nodig zijn om de beslistermijn eenmalig
te verlengen.
De verlenging van de beslistermijn wordt zo spoedig mogelijk aan de aanvrager medegedeeld.
Artikel I, onderdeel G
In bijlage 1 worden verschillende wijzigingen aangebracht. Ten behoeve van de toegankelijkheid
van deze wijzigingsregeling is ervoor gekozen om de bijlage te vervangen. In bijlage
1 zijn de volgende wijzigingen aangebracht.
In de opsomming van verplichte activiteiten wordt onder punt 5 verduidelijkt op welk
moment het ontwikkeladviestraject start. Het ontwikkeladviestraject start met het
invullen van het digitale intakeformulier op www.ontwikkeladvies45plussers.nl waarna een uniek nummer wordt verstrekt. Dit is ook verwerkt in de betreffende formats.
Daarnaast wordt onder punt zes de mogelijkheid gegeven om een groepsbijeenkomst van
minimaal twee uren te combineren met individuele begeleiding van minimaal drie uren.
Daarbij wordt niet meer vereist dat het ontwikkeladviestraject bestaat uit ‘gesprekken’
met de werkende. De invulling van de individuele begeleiding wordt aan de professionaliteit
van de loopbaanadviseur overgelaten. Voor een nadere toelichting hierover wordt verwezen
naar de algemene toelichting onder het kopje ‘Opzet ontwikkeladvies’. In de gehele
bijlage is de term ‘gesprekken’ verwijderd en waar nodig vervangen door ‘begeleiding’.
Het gespreksverslag (format 1.1) wordt voortaan aangeduid als ‘verslag’.
Format 1.3 wordt aangepast in verband met de nieuwe mogelijkheid om individuele begeleiding
te combineren met een groepsbijeenkomst. In de prestatieverklaring dient de werkende
te verklaren welke vorm van begeleiding is toegepast, door aan te vinken wat van toepassing
is.
Artikel I, onderdeel H
In format 2.1 en format 2.2 wordt in het onderdeel dat wordt ingevuld door de deelnemers
ter verduidelijking een zinsnede toegevoegd. De training ontwikkeladvies leidinggevenden
dient te bestaan uit één of meerdere gesprekken of bijeenkomsten van minimaal drie
uren. In de prestatieverklaringen voor de training ontwikkeladvies leidinggevenden
wordt daarom de zinsnede ‘met een totale tijdsduur van minimaal drie uren’ toegevoegd.
Daarnaast wordt in beide formats de zinsnede waarin verwezen wordt naar beroepsgroepen
vervangen door de zinsnede ‘werkenden als bedoeld in de Tijdelijke subsidieregeling
ontwikkeladvies vijfenveertigplussers’, zodat de prestatieverklaring aansluit op de
openstelling voor alle werkenden.
Artikel I, onderdeel I
Er wordt een overgangsrechtelijke bepaling ingevoegd na artikel 11 (artikel 11a).
Daarin wordt geregeld dat de onderhavige wijzigingen niet van toepassing zijn op subsidieverstrekking
naar aanleiding van trajecten die zijn aangevangen voor de inwerkingtredingsdatum
van deze wijzigingsregeling. De subsidieregeling wordt met onderhavige wijziging opengesteld voor alle
werkenden. Een overgangsrechtelijke bepaling is nodig om te voorkomen dat afgewezen
aanvragen opnieuw worden ingediend, omdat de werkende nu wel onder de doelgroep valt
of omdat de aanvraag nu wel voldoet aan de specifieke eisen die aan de aanvraag worden
gesteld. De indieningstermijn voor subsidieaanvragen (‘binnen zes weken’) is namelijk
op 17 november 2018 met terugwerkende kracht geschrapt (Stcrt. 2018, 64387). Daarom wordt met een overgangsrechtelijke bepaling geregeld dat de uitbreiding
van de doelgroep tot alle werkenden en de overige wijzigingen alleen gelden voor trajecten
die na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling zijn aangevangen. Met aanvang
van het traject wordt het moment bedoeld waarop het digitale intakeformulier op www.ontwikkeladvies45plussers.nl is ingevuld en het unieke nummer is verstrekt.
De wijziging van het subsidieplafond heeft daarentegen wel directe werking (artikel
4). Dat wil zeggen dat het nieuwe artikel 4 ook van toepassing is op reeds lopende
trajecten.
Artikel I, onderdeel J
De looptijd van de subsidieregeling wordt met een half jaar verlengd. De regeling
vervalt met ingang van 1 juli 2020 en blijft van toepassing op de afwikkeling van
de op grond van deze regeling verstrekte subsidies.
Artikel II
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie daarvan
in de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van de voorgeschreven vaste verandermomenten
en minimuminvoeringstermijn. De verwachting is dat de oorspronkelijke doelgroep slechts
in beperkte mate zal worden geraakt door deze wijziging, vanwege de voorziening die
is getroffen ten aanzien van het subsidieplafond (artikel I, onderdeel C). Een snelle
inwerkingtreding van de wijziging is in het voordeel van alle werkende vijfenveertigplussers.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees