TOELICHTING
Algemeen
Op 5 december 2017 is de Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers
in werking getreden. Het doel van de gesubsidieerde ontwikkeladviezen is het bewustzijn
over de noodzaak van reflectie op de loopbaan te stimuleren bij oudere werkenden in
een geselecteerd aantal beroepsgroepen, die nog niet concreet met ontslag, werkloosheid
of arbeidsongeschiktheid bedreigd zijn.
Op 28 maart 2018 is er een wijziging in de regeling in werking getreden (Stcrt. 2018, 16701). Vanwege een gebleken behoefte aan verduidelijking is er toen voor gekozen om met
toevoeging van bijlage 2A de doelgroep van de regeling nader te specificeren. Daartoe
is verwezen naar de corresponderende definities van de International Standard Classification
of Occupations 2008 (ISCO-2008) van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) of
andere beter passende bronnen, zoals referentiefuncties van de branche.
Het geven van een eenduidige omschrijving van beroepen en indeling van de beleidsmatig
beoogde beroepen in een sluitend aantal ISCO-codes is in de praktijk echter niet goed
mogelijk gebleken. De verwijzing naar ISCO-codes blijkt in de praktijk tot onwenselijke
resultaten te (kunnen) leiden. Dit heeft ertoe geleid dat in een aantal gevallen een
subsidieaanvraag van een deelnemer uit een beroep dat beleidsmatig wel beoogd was
onder de regeling te vallen, op basis van de (te) strikte nadere specificering moest
worden afgewezen.
De ontstane ongewenste situatie wordt met deze wijziging hersteld. Bijlage 2A komt
te vervallen en de omschrijving van de beroepsgroepen in artikel 2 wordt aangepast.
Aan deze wijziging wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 28 maart 2018. De
beschikkingen van subsidieaanvragen die zijn afgewezen op basis van de (te) strikte
specificering in artikel 2 en bijlage 2A zullen worden herzien op basis van de nieuwe
omschrijving.
De beroepsgroep gemeenteambtenaren is door de wijziging in artikel 2, tweede lid,
onderdeel d, niet langer beperkt tot de werkenden in de domeinen burger- en publiekszaken.
Gebleken is dat inperking tot genoemde domeinen te beperkend was. Daarom wordt de
beroepsgroep gemeenteambtenaren verruimd. Uitbreiding van deze beroepsgroep heeft
geen gevolgen voor het in artikel 4 genoemde subsidieplafond voor de betreffende beroepsgroep.
Dit blijft gehandhaafd op € 1.500.000.
Om de administratieve lasten van de subsidieaanvrager te verminderen is ervoor gekozen
de in artikel 7, eerste lid, onderdelen a en b, genoemde termijn van zes weken voor
aanvraag van de subsidie te laten vervallen. Aan deze wijziging wordt terugwerkende
kracht verleend tot en met 5 december 2017. Dat is de datum waarop de subsidieregeling
in werking is getreden. Hierdoor kan ook artikel 7, vierde lid, komen te vervallen.
Afwijzingen van subsidieaanvragen die hebben plaatsgevonden op grond van overschrijding
van de indieningstermijn worden herzien.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
In artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, vervalt de zinsnede 'voor zover werkzaam
in een beroep, genoemd in bijlage 2A, onder de betreffende beroepsgroep'. De nadere
specificering van de beroepsgroepen in bijlage 2A heeft in de praktijk niet het beoogde
effect gehad. Daarom wordt nu volstaan met een verwijzing naar de beroepsgroepen die
genoemd worden in het tweede lid.
De beroepsgroep, genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, wordt nader gespecificeerd.
Administratieve-, financieel/boekhoudkundige- en salaris- en personeelsfuncties worden
niet tot secretarieel personeel gerekend. Werkenden in deze functies behoren dus niet
tot de doelgroep van de subsidieregeling. Werkenden met een dienstbetrekking in de
sector zorg en welzijn en in de sector Rijksoverheid zijn ook uitgesloten, omdat zij
gebruik kunnen maken van vergelijkbare voorzieningen. Bepalend is of er sprake is
van een dienstbetrekking in de genoemde sectoren.
In onderdeel b wordt de beroepsgroep cateringmedewerkers verruimd tot alle werkenden
in beroepen in de cateringbranche. Met deze ruimere omschrijving wordt beoogd alle
werkenden in beroepen in de cateringbranche tot de doelgroep te rekenen. Met de cateringbranche
wordt bedoeld: gespecialiseerde bedrijven die zich bezighouden met het verzorgen van
eten en drinken voor bedrijven (zoals bedrijfsrestaurants, scholen, instellingen,
vliegtuigen e.d.), evenementen of feesten e.d. Alle werkenden in dienst van cateraars
behoren tot de doelgroep. Reguliere horecamedewerkers die niet in dienst zijn van
een cateraar, behoren dus niet tot de doelgroep.
In onderdeel c komt de nadere specificering 'verkoopmedewerkers' en 'medewerkers in
logistieke centra in de detailhandel' te vervallen. De beroepsgroep wordt daarmee
verruimd. De beroepsgroep bestaat uit werkenden in de sector detailhandel en werkenden
in winkels in de reisbranche. Ten aanzien van de sector detailhandel wordt beoogd
alle werkenden in de sector detailhandel tot de doelgroep te rekenen. Met detailhandel
wordt bedoeld: het leveren van fysieke goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument.
Hieronder vallen zowel fysieke winkels als online verkoop. Het betreft de laatste
schakel in de keten van fabrikant tot consument. Medewerkers in logistieke centra
in de detailhandel worden hier ook onder begrepen. Ten aanzien van de reisbranche
wordt beoogd alle werkenden in fysieke winkels in de reisbranche tot de doelgroep
te rekenen. Het is daarbij niet relevant of de fysieke winkel ook een webshop heeft.
Voorwaarde is wel dat de werkende (ook) werkzaam is in de fysieke reiswinkel.
De beroepsgroep gemeenteambtenaren werkzaam in de domeinen burger- en publiekszaken
wordt verruimd tot alle gemeenteambtenaren. De beroepsgroep is dus niet meer beperkt
tot een bepaald domein. Dat wil zeggen dat alle werkenden die werkzaam zijn als gemeenteambtenaren
tot de doelgroep behoren. Het gaat om medewerkers van gemeenten die ambtenaar zijn
in de zin van de Ambtenarenwet.
In onderdeel f worden schoonmakers met een dienstbetrekking in de sector zorg en welzijn
en in de sector Rijksoverheid uitgesloten van de subsidieregeling. Schoonmakers zijn
alleen uitgesloten als zij gebruik kunnen maken van de loopbaanvoorzieningen die beschikbaar
zijn voor werkenden in de sector zorg en welzijn en in de sector Rijksoverheid. Dat
wil zeggen dat de dienstbetrekking in de genoemde sectoren bepalend is.
De beroepsgroepen, genoemd in de onderdelen h en i, worden met deze wijziging ruimer
omschreven. De beroepsgroep ‘primair onderwijs’ omvat nu alle werkenden in de sector
primair onderwijs. De beroepsgroep ‘middelbaar beroepsonderwijs’ omvat nu alle werkenden
in de sector middelbaar beroepsonderwijs. Dit is inclusief het volwassenenonderwijs
voor zover dit onderdeel vormt van de sector middelbaarberoepsonderwijs.
Artikel I, onderdeel B
In artikel 7, eerste lid, komen de onderdelen a en b te vervallen. Daarbij komt de
indieningstermijn van zes weken te vervallen. Dat wil zeggen dat de aanvrager bij
het indienen van een subsidieaanvraag niet meer gebonden is aan een indieningstermijn
die gekoppeld is aan de datum van afronden van het ontwikkeladviestraject. Aan deze
wijziging wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 5 december 2017. Dat is de
datum waarop de subsidieregeling in werking is getreden. Daarom is artikel 7, vierde
lid, niet meer nodig. Het vierde lid komt dan ook te vervallen.
Artikel I, onderdeel C
Bijlage 2A vervalt. Voor de aanduiding van de beroepsgroepen wordt volstaan met de
aangepaste omschrijving van de beroepsgroepen in artikel 2, tweede lid.
Artikel II
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie daarvan
in de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van de voorgeschreven vaste verandermomenten
en minimuminvoeringstermijn. Het is in het belang van de deelnemers, waar de subsidieregeling
voor bedoeld is, om de ongewenste situatie die door de vorige wijziging is ontstaan
zo snel mogelijk te herstellen. Laatstbedoelde wijziging is op 28 maart 2018 in werking
getreden. Ten aanzien van de wijziging van artikel 2 en het laten vervallen van bijlage
2A werkt deze regeling terug tot en met 28 maart 2018, zodat de subsidieaanvragen
die zijn afgewezen op basis van de (te) strikte specificering in artikel 2 en bijlage
2A kunnen worden herzien op basis van de nieuwe omschrijving. De wijziging van artikel
7 werkt terug tot en met 5 december 2017, zodat de subsidieaanvragen die sinds de
inwerkingtreding van de subsidieregeling op basis van de indieningstermijn zijn afgewezen,
kunnen worden herzien. Deze regeling heeft een begunstigend karakter. De verwachting
is dat belanghebbenden geen nadeel zullen ondervinden van de wijzigingen die met terugwerkende
kracht in werking treden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees