TOELICHTING
Algemeen
Met de voorliggende regeling worden de modellen voor de balans en de resultatenrekening
voor de vereenvoudigde verantwoording alsmede het model voor de specifieke informatie
uit de model-jaardocumenten opgenomen in de bijlagen bij deze regeling. Voorts wordt
de Regeling verslaggeving WTZi redactioneel en technisch gewijzigd.
Gevolgen voor de regeldruk
In het kader van het Actieplan (Ont)Regel de Zorg hebben drie schrapsessies plaatsgevonden,
één met de overheidsinstanties, één met de brancheorganisaties en één gezamenlijk.1 Meer dan twintig organisaties zijn betrokken bij de totstandkoming van bijlage 2
omdat zij zoveel mogelijk via de Jaarverantwoording Zorg in hun informatiebehoeften
willen voorzien. Na overleg met de betrokken partijen zijn in bijlage 2 in totaal
circa 250 vragen geschrapt of vereenvoudigd ten opzichte van de model-jaardocumenten
2017/18. Er worden circa 3.500 zorginstelling aangeschreven om jaarlijks de Jaarverantwoording
Zorg via DigiMV openbaar te maken. De lastenreductie heeft voornamelijk invloed op
de administratieve lasten van grote zorginstellingen. Het CIBG heeft onderzocht dat
circa 66% van de 3.500 aangeschreven zorginstellingen (circa 2.310 zorginstellingen)
aangeeft zich volledig te willen verantwoorden. Het bestuur van een grote zorginstelling
heeft een lastenreductie van circa 2 uur. Nu het bestuur van een individuele zorginstelling
deze gegevens zelfstandig kan invullen, wordt uitgegaan van een (laag) uurtarief van
39 euro. Dit leidt tot een totale lastenreductie van circa 180.000 euro. De gevolgen
voor de lastendruk zullen echter per zorgsector verschillen.
Fraudetoets
De wijzigingen zijn in het algemeen (geringe) technische wijzigingen, het opnemen
van bestaande modellen en specifieke informatie. Deze wijzigingsregeling hoeft daarom
niet aan een fraudetoets te worden onderworpen.
Artikelsgewijs
Artikel I
A
In dit onderdeel wordt artikel 1 aangepast. Het gaat hierbij om de volgende wijzigingen:
-
• het begrip ‘jaardocument’ wordt vervangen door ‘Jaarverantwoording Zorg’, omdat de
term jaardocument in de communicatie door het CIBG niet meer wordt gebruikt. Om verwarring
te voorkomen wordt aangesloten bij de gebruikelijke terminologie.
-
• De begripsbepaling ‘specifieke informatie’ is in overeenstemming gebracht met de memorie
van toelichting bij de WTZi en artikel 7.1 van het Uitvoeringsbesluit WTZi (hierna:
UB WTZi).
-
• Voor de begrippen ‘dochtermaatschappij’, ‘groep’ en ‘groepsmaatschappij’ wordt verwezen
naar de artikelen 24a en 24b, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
De begrippen werden al als zodanig gebruikt in deze regeling, maar een expliciete
verwijzing ontbrak.
B
Aan artikel 2 wordt Afdeling 7 van Titel 9 van Boek 2 BW als een van de uitzonderingen
toegevoegd. Afdeling 7 (artikel 391) betreft het bestuursverslag. Dit betekent dat
op zorginstellingen de in Boek 2 van het BW opgenomen regels omtrent het bestuursverslag
niet van overeenkomstige toepassing zijn op grond van deze regeling en dat zorginstellingen
dus geen bestuursverslag bij het CIBG hoeven aan te leveren.
Vanwege het streven om de lasten voor zorginstellingen te verlichten, is al met ingang
van het verslagjaar 2012 besloten om zorginstellingen als bedoeld in artikel 2.1,
vijfde lid, van het UB WTZi niet langer te verplichten om een bestuursverslag via
het elektronisch platform DigiMV aan te leveren bij het CIBG. In de praktijk maken
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS), de toezichthouders
– de IGJ en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) – alsmede het Centraal Bureau voor
de Statistiek geen gebruik van dat document. De wijziging van de Regeling verslaggeving
WTZi van 12 december 2012 (Stcrt. 2012, 26405) strekte ertoe de verplichting om een bestuursverslag in het kader van de Regeling
verslaggeving WTZi aan te leveren, te schrappen.
Inmiddels is gebleken dat accountants en meer in het bijzonder de Raad voor de Jaarverslaggeving
en de sectorcommissie Coziek van de NBA van mening zijn dat het huidige artikel 2
van de Regeling verslaggeving WTZi op dit punt onduidelijk is, omdat afdeling 7, van
Boek 2, van het BW in artikel 2 niet expliciet was uitgezonderd van de van overeenkomstige
toepassing verklaring van Titel 9 van Boek 2 van het BW.2 Om deze onduidelijkheid weg te nemen, is in artikel 2 expliciet afdeling 7 toegevoegd
aan de opsomming van de afdelingen van Titel 9 van Boek 2 BW die niet van overeenkomstige
toepassing zijn op de jaarverslaggeving van zorginstellingen.
C
Artikel 2a wordt in lijn gebracht met de wijzigingen van artikel 9. In het tweede
lid wordt aangegeven dat de aanlevering geschiedt via het elektronisch platform DigiMV.
Dit is in lijn met de intentie van de wijziging van de Regeling verslaggeving WTZi
van 8 juni 2018 (Stcrt. 2018, 32252).
D
Onderdeel e van artikel 3 wordt opnieuw vastgesteld. Omdat de model-balans en model-resultatenrekening
voor micro-entiteiten nu worden opgenomen in bijlage 1, wordt daarnaar verwezen. Een
micro-entiteit moet ten minste deze posten in de balans en resultatenrekening opnemen.
Deze balans en resultatenrekening dienen te worden uitgebreid als dit voortvloeit
uit Boek 2 BW of de richtlijnen. Voor de duidelijkheid wordt benadrukt dat de waarderingsgrondslagen,
overige gegevens in de zin van artikel 392, van Boek 2, BW en de Wet normering topinkomens
(WNT) in de jaarrekening van een micro-entiteit moeten worden opgenomen.
E
De wijziging van artikel 7, tweede lid, bevat een verduidelijking door voor het begrip
‘groepshoofd’ te verwijzen naar hetgeen hierover in het eerste lid is bepaald.
Het vierde lid van artikel 7 is omwille van de overzichtelijkheid anders opgeschreven.
Inhoudelijk is hierin geen wijziging beoogd.
F
Artikel 8a wordt opnieuw vastgesteld en daarin wordt uitsluitend verwezen naar de
specifieke informatie die onderdeel is van de Jaarverantwoording Zorg. De specifieke
informatie die in bijlage 2 is vermeld, bevat een opsomming van alle informatie die
in DigiMV aan het bestuur gevraagd kan worden. Na het invullen van het profiel van
de zorginstelling wordt de van toepassing zijnde specifieke informatie in DigiMV automatisch
geselecteerd.
Voorheen suggereerde het eerste lid dat ook voor de jaarverslaggeving verplicht gebruik
moest worden gemaakt van een model-jaarrekening. Deze model-jaarrekeningen worden
ieder jaar wel aan zorginstellingen ter beschikking gesteld, maar betreffen slechts
een service. Een zorginstelling kan deze model-jaarrekeningen aanpassen aan de eigen
situatie en daarmee de model-jaarrekeningen op maat maken. Het is niet de bedoeling
om de model-jaarrekeningen voor grote zorginstellingen verplichtend voor te schrijven.
Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat micro-entiteiten verplicht zijn om een balans
en resultatenrekening op te stellen die ten minste de posten van bijlage 1 bevat.
G
In het nieuwe artikel 9, eerste lid, van de Regeling verslaggeving WTZi wordt expliciet
vermeld dat de Jaarverantwoording Zorg, zijnde de jaarverslaggeving en de specifieke
informatie, bij het CIBG via het elektronisch platform DigiMV worden aangeleverd.
Een andere elektronische vorm van aanleveren, zoals bij e-mail of USB-stick, is derhalve
niet toegestaan.
In het tweede lid wordt uitdrukkelijk bepaald dat Regionale Ambulancevoorzieningen
met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid uitsluitend een jaarverslaggeving hoeven
aan te leveren. Dit betreft een technische wijziging en is in lijn met hetgeen was
bepaald in artikel 2a, eerste lid (oud).
Het derde lid sluit aan bij het in de praktijk reeds gehanteerde criterium met betrekking
tot het beoordelen van verzoeken om uitstel van indiening van de Jaarverantwoording
Zorg. Uitstel wordt alleen verleend in geval van overmacht. Dat wil zeggen dat de
oorzaak van de noodzaak tot uitstel niet aan de zorginstelling zelf is te wijten en
ook niet voor haar rekening behoort te komen. Zo komt een zorginstelling bijvoorbeeld
niet voor uitstel in aanmerking als de accountant niet op tijd kan aanleveren of de
administratief medewerker langdurig ziek is.
Een verzoek tot uitstel van het indienen van de Jaarverantwoording Zorg moet vóór
1 april worden ingediend. Een zorginstelling kan hiervoor het Formulier uitstel Jaarverantwoording
Zorg invullen, te raadplegen op de website www.igj.nl.
Na 1 april wordt een verzoek om uitstel van indiening van de Jaarverantwoording Zorg
niet in behandeling genomen. Het verzoek om uitstel van indiening van de Jaarverantwoording
Zorg wordt in elektronische vorm via het e-mailadres meldpunt@igj.nl ingediend.
H
Bijlage 1 en 2 bij deze regeling worden aan de Regeling verslaggeving WTZi als bijlagen
toegevoegd.
Bijlage 1 bevat de modellen balans en resultatenrekening van micro-entiteiten die
een micro-entiteit kan gebruiken bij het opstellen van de jaarrekening. Een micro-entiteit
kan op grond van artikel 3, onderdeel e, in de jaarrekening volstaan met de in bijlage
1 opgenomen posten, in plaats van de uitgebreidere modellen in hoofdstuk 655, bijlage
1, van de richtlijnen.
Bijlage 2 bevat de specifieke informatie die zorginstellingen via DigiMV moeten aanleveren
op grond van artikel 16 van de WTZi en hoofdstuk VII van het UB WTZi. In voorgaande
verslagjaren werden deze gegevens uitsluitend opgesomd in de zogenoemde model-jaardocumenten.
Vanaf verslagjaar 2018 wordt de specifieke informatie (ook) in bijlage 2 opgenomen,
waardoor de kenbaarheid van de verplichting wordt vergroot. In bijlage 2 wordt een
onderscheid gemaakt tussen grote en micro-entiteiten.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Voor de duidelijkheid
zij opgemerkt dat dit betekent dat de hierin voorkomende wijzigingen voor het eerst
van toepassing zijn op de Jaarverantwoording Zorg over het verslagjaar 2018.
Door de terugwerkende kracht van artikel I, onderdeel B, tot en met 1 januari 2013
wordt geregeld dat zorginstellingen die, conform de intentie van eerdergenoemde regeling
van 12 december 2012, Stcrt. 2012, 26405, over verslagjaar 2012 of een of meer latere verslagjaren geen bestuursverslag hebben
opgesteld, niet in strijd met de Regeling verslaggeving WTZi hebben gehandeld. Er
is geen bezwaar tegen deze terugwerkende kracht, omdat deze niet in het nadeel werkt
van de partijen op wie zij betrekking heeft.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins