TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling wijzigt de Regeling verslaggeving WTZi op twee punten.
In de eerste plaats worden de regels omtrent de wijze waarop en de vorm waarin de
gegevens betreffende de exploitatie van de instelling dienen te worden verstrekt gewijzigd.
In de tweede plaats wordt de bepaling geschrapt die opdraagt om bij de jaarverslaggeving
zonodig af te wijken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en voor zover nodig
in afwijking daarvan bijlage 1 in acht te nemen.
Artikel I
Schrappen jaarverslag
De artikelen 15 en 16 van de WTZi vormen de grondslag voor de maatschappelijke jaarverantwoording
van een zorginstelling; de Regeling verslaggeving WTZi noemt dit het jaardocument;
dit document bestaat uit de jaarverslaggeving en specifieke informatie. De jaarverslaggeving
op haar beurt bestaat uit de jaarrekening in de zin van artikel 361 van Titel 9 van
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, het maatschappelijk verslag (in termen van de regeling
het jaarverslag) en overige gegevens. De wijziging van deze regeling laat de verplichtingen
op grond van het Burgerlijk Wetboek ongemoeid.
De Regeling verslaggeving WTZi omschrijft het jaarverslag als het verslag waarin het
bestuur van de zorginstelling externe belanghebbenden informeert en verantwoording
aflegt over de gang van zaken bij de zorginstelling en de uitkomsten van het gevoerde
beleid in het desbetreffende jaar en de aanwending van middelen in dat jaar. Op grond
van artikel 9 van de Regeling verslaggeving WTZi moeten de gegevens in elektronische
vorm worden ingediend bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG).
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in september 2011
het convenant Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg afgesloten. Dit convenant is bij brief
van 6 september 20111 aan de Tweede Kamer gezonden. Een van de afspraken uit dit convenant betreft het
terugdringen van de administratieve lasten. Door die terugdringing komt er meer tijd
voor de cliënt vrij.
In dat kader is de jaarverslaglegging en de gegevensuitvraag in het kader van het
Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JMV) zowel voor de curatieve zorg als
de langdurige zorg doorgelicht met het oog op vermindering van de administratieve
lasten voor zorgaanbieders.
Onder meer heeft een inventarisatie plaatsgevonden van het gebruik van de informatie
uit het JMV door informatievragende partijen als de Nederlandse Zorgautoriteit, de
Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bij deze
inventarisatie stond centraal welke gegevens uit het JMV noodzakelijk zijn voor de
uitvoering van de werkzaamheden van de hiervoor genoemde partijen.
Uitkomst is dat het opstellen van een afzonderlijk maatschappelijk verslag naast het
aanleveren van de jaarrekening en overige kerngegevens over het functioneren van de
organisatie in feite voor de instelling dubbel werk betekent en leidt tot een onnodige
belasting van de organisatie. Daarnaast is gebleken dat de lasten die gepaard gaan
met het opstellen van een dergelijk afzonderlijk maatschappelijk verslag op de wijze
zoals het JMV dat vereist, niet opwegen tegen de baten voor bijvoorbeeld de informatievragende
partijen.
De uitkomsten van de inventarisatie zijn door VWS zowel bij de informatievragende
partijen als tijdens vier bijeenkomsten met zorginstellingen getoetst. Men kan zich
vinden in het besluit de verplichting tot het indienen van een maatschappelijk verslag
te laten vervallen. In verband daarmee is het maatschappelijke verslag in verschillende
bepalingen van de regeling geschrapt.
De verplichting tot het indienen van de jaarrekening en de set van overige gegevens
blijft van kracht. De doorlichting heeft ook geleid tot een lastenverlichting voor
de aanlevering van de overige gegevens. De doorlichting van het JMV heeft geleid tot
nagenoeg een halvering van dit document.
Schrappen uitzondering
In artikel 3, onderdeel a van de Regeling verslaggeving WTZi is vorig jaar een zinsnede
toegevoegd die de instellingen opdraagt om bij de jaarverslaggeving, voor zover nodig
in afwijking van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, te werk te gaan volgens
de instructies, neergelegd in de toen aan de regeling toegevoegde bijlage 1. Dit had
betrekking op de wijze waarop de herwaardering op basis van gemiddeld rendement moet
plaatsvinden. De reden voor de toevoeging van dat onderdeel aan artikel 3 was gelegen
in het feit dat de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving door de Raad voor de Jaarverslaggeving
nog niet waren aangepast. Dat is inmiddels wel gebeurd. De afwijkingsbepaling is derhalve
niet langer noodzakelijk. De aanpassing van artikel 3, onderdeel a, wordt met de onderhavige
wijziging ingetrokken.
Artikel II
De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. De inhoud van de regeling
is evenwel materieel bij de belanghebbenden reeds bekend sinds de mededeling in de
Staatscourant op 2 november 2012 dat de Minister het nieuwe model-jaardocument maatschappelijke
verantwoording 2013 heeft vastgesteld, dat te vinden is op www.jaarverslagenzorg.nl.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers.