Mandaatregeling beheer secretaris-directeur Kiesraad

De voorzitter van de Kiesraad,

Gelet op de artikelen 10:3, eerste lid, 10:11, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht; de artikelen 4.4, derde lid en 4.6, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016; (Stb. 2017, 139); en artikel 3, tweede lid, van de Organisatie- en mandaatregeling beheer Kiesraad (Stcrt. 2018, 5785);

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De dagelijkse leiding over het secretariaat van de Kiesraad wordt uitgeoefend door de secretaris-directeur, die over de uitvoering van deze taak verantwoording aflegt aan de voorzitter.

  • 2. De secretaris-directeur is belast met de zorg voor een doelmatige en doeltreffende bedrijfsvoering en neemt daarbij de aanwijzingen van de Kiesraad in acht.

Artikel 2

  • 1. Aan de secretaris-directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend ten behoeve van het uitoefenen van de dagelijkse leiding over het secretariaat, voor zover het geen aangelegenheden betreft die naar hun aard of inhoud een zodanig gewicht hebben dat zij door de voorzitter van de Kiesraad dienen te worden afgedaan.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, blijft aan de voorzitter van de Kiesraad voorbehouden de bevoegdheid om beslissingen te nemen met rechtspositionele gevolgen ten aanzien van ambtenaren van het secretariaat, bezoldigd in salarisschaal 14 of hoger.

Artikel 3

  • 1. De ondertekening van documenten die door de secretaris-directeur, krachtens het in artikel 2 verleende mandaat worden afgedaan, geschiedt als volgt:

    ‘De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    secretaris-directeur van de Kiesraad’

  • 2. Bij ondertekening van besluiten en stukken op grond van volmacht wordt de aanduiding van de Minister voorafgegaan door: Namens de Staat der Nederlanden.

Artikel 4

Met de inwerkingtreding van het onderhavige besluit wordt de Regeling mandaat beheer secretaris-directeur Kiesraad (Stcrt. 2011, 4132) ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

J.G.C. Wiebenga, voorzitter

TOELICHTING

Algemeen

De Kiesraad is een zelfstandig bestuursorgaan dat zijn taken in onafhankelijkheid verricht. De Kiesraad beschikt echter niet over een eigen rechtspersoonlijkheid, maar is een onderdeel van de Staat der Nederlanden. Op 1 januari 2018 is de Comptabiliteitswet 2016 (Stb. 2017, 139) in werking getreden (Stb. 2017, 253). Gelet op de bijzondere staatsrechtelijke positie van de Kiesraad, is daarin besloten de Kiesraad als college aan te merken. Daarmee is de Raad verder van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geplaatst. Zijn bijzondere positie komt o.a. tot uitdrukking in artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016, waarin is bepaald dat de colleges een afzonderlijke (niet-departementale) begroting hebben.

Krachtens de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde Organisatie- en mandaatregeling beheer Kiesraad (Stcrt. 2018, 5785) is aan de voorzitter van de Kiesraad mandaat, volmacht en machtiging verleend om namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besluiten te nemen en andere (rechts)handelingen te verrichten ten aanzien van aangelegenheden met een beheersmatig karakter. Personeelsbeheer is daarbij inbegrepen. Deze regeling voorziet er onder andere in dat de voorzitter van de Kiesraad het aan hem verstrekte mandaat en de aan hem verleende volmacht en machtiging op het terrein van de dagelijkse leiding over het secretariaat door mag geven aan de secretaris-directeur. Artikel 3, tweede lid, van de Organisatie- en mandaatregeling beheer Kiesraad staat dit uitdrukkelijk toe.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Deze bepaling komt overeen met artikel 4 van het Beheersreglement kiesraad (Stcrt. 2011, 4085) zoals dit tot 1 januari 2018 gold.

Artikel 2

Het eerste lid van deze bepaling lijkt op artikel 1 van de Regeling mandaat beheer secretaris-directeur (Stcrt. 2011, 4132) zoals deze tot 1 januari 2018 gold. Tekstueel is in het huidige lid nauw aansluiting gezocht bij artikel 3, tweede lid, van de Organisatie- en mandaatregeling beheer Kiesraad. De bevoegdheid van de secretaris-directeur is aldus op twee manieren geclausuleerd. Op de eerste plaats beperkt de aan de secretaris-directeur verleende bevoegdheid tot mandaat, volmacht en machtiging zich tot aangelegenheden die betrekking hebben op de dagelijkse leiding over het secretariaat. Op de tweede plaats heeft de secretaris-directeur deze bevoegdheden alleen voor zover het aangelegenheden betreft die naar hun aard en inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat de afdoening daarvan aan de voorzitter van de Kiesraad voorbehouden dient te blijven, zoals bij beheersbesluiten met ingrijpende consequenties op de lange(re) termijn. Overigens kunnen de taken van de secretaris-directeur in diens afwezigheid worden waargenomen door de plaatsvervangend secretaris-directeur.

Het tweede lid van deze bepaling waarborgt dat de secretaris-directeur geen beslissingen met rechtspositionele gevolgen kan nemen die hemzelf betreffen.

Artikel 3

Artikel 3, eerste lid, komt grotendeels overeen met artikel 3 van het Regeling mandaat beheer secretaris-directeur Kiesraad. Abusievelijk was daarin tot op heden geen onderscheid gemaakt tussen besluiten die op grond van mandaat worden genomen en beslissingen tot het verrichten van civielrechtelijke (rechts)handelingen op basis van een volmacht. Het tweede lid is ontleend aan artikel 7.4 van het Mandaatbesluit BZK 2016 (Stcrt. 2016, 50915, laatstelijk gewijzigd door Stcrt. 2017, 8814), waarin dit onderscheid al wel werd gemaakt. Het tweede lid schrijft voor hoe een rechtshandeling die op grond van een volmacht wordt verricht ondertekend moet worden.

Artikelen 4 en 5

Deze bepalingen zijn niet van een toelichting voorzien.

Naar boven