Wijziging Mandaatbesluit BZK 2016

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

Mede gelet op artikel 8.4 van het Mandaatbesluit BZK 2016,

BESLUIT

ARTIKEL I

het Mandaatbesluit BZK 2016 als volgt te wijzigen:

A

Artikel 1.1 als volgt te wijzigen:

1. In onderdeel b wordt ‘de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dan wel de Minister voor Wonen en Rijksdienst, afhankelijk van het beleidsterrein’ vervangen door: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2. In onderdeel h wordt ‘BZK Kern:het directoraat-generaal Bestuur en Wonen, het directoraat-generaal Overheidsorganisatie’ vervangen door: BZK Kerndepartement: de directoraten-generaal Bestuur en Wonen en Overheidsorganisaties, met uitzondering van de agentschappen Logius en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens,.

B

In artikel 4.2, tweede lid, wordt ‘BZK Kern’ vervangen door: BZK Kerndepartement.

C

In artikel 4.5, onderdeel g, wordt ‘het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie’ vervangen door: de Interne klokkenluidersregeling Rijk, Politie en Defensie.

D

In artikel 5.2, tweede lid, wordt ‘BZK Kern’ vervangen door: BZK Kerndepartement.

E

Artikel 7.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te vervallen.

2. Het derde en het vierde lid worden vernummerd tot het tweede en het derde lid.

F

Bijlage 1 wordt vervangen door bijlage 1 die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst met dien verstande dat Artikel I, onderdeel C, terugwerkt tot en met 1 januari 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

BIJLAGE 1 BIJ HET BESLUIT VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES van 31 JANUARI 2017 HOUDENDE WIJZIGING VAN HET MANDAATBESLUIT BZK 2016

Maximumbedragen voor het aangaan van financiële verplichtingen en het doen van uitgaven, als bedoeld in de artikelen 4.6, eerste lid, 4.7, zesde lid, 5.7, eerste lid, en 5.8, vijfde lid, van het Mandaatbesluit BZK 2016.

Bedragen zijn per (meerjarige) verplichting, in euro’s en inclusief BTW.

Deze bijlage is niet van toepassing op het Rijksvastgoedbedrijf.

BZK Kerndepartement

 

Diensthoofd en directeur Concernondersteuning

tot € 10.000.000

Directeur

tot € 2.000.000

Middenmanager/programmamanager afdelingshoofd/bureauhoofd

tot € 30.000

Managementondersteuner/ (directie)secretaresse/medewerker DIV

tot € 1.500

 

Agentschappen

 

Directeur agentschap

tot € 5.000.000

   

FMHaaglanden (FMH)

manager

tot € 125.000

facilitair manager (op locatie)/centraal afdelingshoofd/leveranciersmanager

tot € 125.000

afdelingshoofd

tot € 30.000

teamleider (op locatie)

tot € 30.000

   

Logius

 

afdelingshoofd

tot € 500.000

   

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

 

manager organisatie-eenheid

tot € 500.000

afdelingshoofd

tot € 30.000

teamleider

tot € 15.000

   

SSC-ICT

 

vestigingsmanager/manager eenheid bedrijfsvoering

tot € 1.000.000

afdelingshoofd

tot € 50.000

teamleider

tot € 15.000

TOELICHTING

Onderdelen A, eerste tekstblok, en E

Sinds 27 januari 2017 is er geen Minister voor Wonen en Rijksdienst meer. De aanduiding ‘Minister voor Wonen en Rijksdienst’ is uit het Mandaatbesluit BZK gehaald.

Onderdeel A, tweede tekstblok, B en D

De aanduiding ‘BZK Kern’ wordt vervangen door ‘BZK Kerndepartement’.

Voor agentschappen geldt qua bedrijfsvoering een ander regime dan voor beleidsonderdelen en stafonderdelen van het ministerie.

Dit onderscheid heeft tot gevolg dat de agentschappen van DGOO (Logius) en van DGBW (Rijksdienst voor Identiteitsgegevens) in het kader van dit besluit buiten het begrip BZK Kerndepartement vallen.

Onderdeel C

Per 1 januari 2017 is de Interne klokkenluidersregeling Rijk, Politie en Defensie in werking getreden. Dit besluit komt in de plaats van het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie. In het Mandaatbesluit BZK was vastgelegd dat de SG mandaat heeft op te treden als bevoegd gezag in de zin van het besluit. Dit blijft ongewijzigd: per 1 januari 2017 heeft de SG mandaat op te treden als bevoegd gezag in de zin van het nieuwe besluit.

Onderdeel F

Aan de bijlage bij het Mandaatbesluit BZK zijn voor agentschappen maximumbedragen voor financiële ondermandatering toegevoegd. Bij P-Direkt en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens is geen sprake van financiële ondermandatering.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven