Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 1 juni 2017, nr. WJZ/17032244, tot wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies in verband met de verlenging van de subsidiemodule Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2, tweede lid, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 2.3.9 van de Regeling nationale EZ-subsidies wordt ‘1 juli 2017’ vervangen door: 1 juli 2022.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 1 juni 2017

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

1. Aanleiding

In artikel 24a, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. Artikel 24a, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2001 bepaalt dat subsidieregelingen die op 1 juli 2014 al bestonden maximaal tot 1 juli 2017 mogen doorlopen. Titel 2.3 (Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw) van de Regeling nationale EZ-subsidies heeft derhalve een vervaldatum van 1 juli 2017. Om hieronder vermelde redenen is besloten deze vervaldatum voor deze module te verlengen. Op grond van artikel 24a, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 is het ontwerp van deze wijzigingsregeling op 25 april 2017 aan de Tweede Kamer overgelegd1. Op 16 mei 2017 heeft de vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer besloten deze wijzigingsregeling voor kennisgeving aan te nemen. De beleidsevaluatie van de desbetreffende subsidiemodule is de basis voor de wijziging van de vervaldatum.

2. De subsidiemodule Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw

In titel 2.3 van de Regeling nationale EZ-subsidies is de subsidiemodule Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw (hierna: subsidiemodule EHG) opgenomen. Deze subsidiemodule beoogt glastuinbouwondernemingen versneld minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen, zoals in de Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014-20202 (hierna: Meerjarenafspraak) afgesproken is. In deze Meerjarenafspraak tussen de glastuinbouwsector en het Rijk zijn innovatie- en opschalingsafspraken gemaakt om in 2020 te kunnen komen tot netto energie-neutrale nieuwbouw van kassen en om bestaande kassen fors energiezuiniger te laten produceren.

Met deze subsidiemodule wordt mede beoogd de energiebesparingsafspraken uit het Energieakkoord voor Duurzame Groei3 (hierna: het Energieakkoord) in te vullen. Met subsidie op een beperkt aantal technieken worden energiebesparing en CO2-emissiereductie in de glastuinbouw verder aangejaagd en wordt invulling gegeven aan de CO2-doelstellingen voor de glastuinbouw uit de Meerjarenafspraak én de afspraken uit het Energieakkoord. De subsidiemodule is onderdeel van een breder pakket van gerichte transitie versnellende maatregelen die gericht zijn op innovatie, praktijkintroductie en stimulering van (bredere) invoering van energiebesparende technieken. Deze subsidiemodule stimuleert de investering in de laatste fase van de marktintroductie ((bredere) invoering van de energiebesparende technieken).

De subsidiemodule EHG (voorheen de subsidiemodule Investeringen in energiebesparing (hierna: IRE) genaamd) is geëvalueerd en de resultaten hiervan zijn op 14 februari 2017 aan de Tweede Kamer gepresenteerd in ‘Effectevaluatie Subsidieregelingen IRE en IMM, Eindrapport 1’4. Uit deze evaluatie blijkt dat de subsidiemodule EHG een stimulerend effect heeft, omdat er in de periode 2007 tot en met 15 juli 2015 meer investeringen gedaan zijn in energiebesparende maatregelen in de glastuinbouwsector dan zonder de subsidiemodule het geval zou zijn geweest. Allereerst volgt dit uit het feit dat door de gebruikers van deze subsidiemodule meer investeringen gedaan zijn in energiebesparende maatregelen die onder de subsidiemodule vallen, alsook dat door 61% van de glastuinbouwondernemers die geen gebruik van de subsidiemodule hebben kunnen maken voormelde investeringen niet gedaan zijn. Daarnaast heeft de subsidiemodule ervoor gezorgd dat 15% van de gebruikers van deze subsidiemodule ook nog geïnvesteerd hebben in een andere (niet onder de subsidiemodule vallende, maar wel daaraan rakende) energiebesparende maatregelen.

Uit de evaluatie volgt dan ook dat in de periode 2007 tot 1 juli 2015 door de gebruikers van de subsidiemodule investeringen zijn gedaan in innovatieve technieken die hebben bijgedragen tot een lager energieverbruik. De gevolgen van het gebruik van de subsidiemodule in 2016 zullen op een later moment nog geëvalueerd worden.

Deze subsidiemodule is voor het eerst in 2007 opengesteld. Om het doel van deze subsidiemodule daadwerkelijk te kunnen realiseren, alsook de Meerjarenafspraak en afspraken uit het Energieakkoord na te komen, zal deze subsidiemodule nog meerdere malen opengesteld moeten worden. Daarbij zal met dergelijke toekomstige openstellingen de komende jaren voldaan kunnen worden aan de verplichtingen uit het EU klimaat- en energiepakket, zoals voorgesteld in ‘fiche-6 - Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstof-arme economie’5. Om die reden is de horizontermijn van deze subsidiemodule verlengd tot 1 juli 2022.

3. Staatssteun

De subsidiemodule EHG bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd door het besluit van de Europese Commissie van 13 juli 2012 inzake Steunmaatregel SA.34005 (2012/N) (hierna: Steunmaatregel SA.34005 (2012/N)) en paragraaf 1.1.1.1. van het landbouwsteunkader6 (zie artikel 2.3.8 van de Regeling nationale EZ-subsidies).

De verlenging van de horizonbepaling brengt hierin geen verandering, omdat de voorwaarden van deze subsidiemodule hierdoor ongewijzigd blijven. De datum van de verlengde horizonbepaling van deze subsidiemodule ligt na de einddatum, genoemd in Steunmaatregel SA.34005 (2012/N). Behoudens het geval waarin deze steunmaatregel wordt verlengd, zal de desbetreffende subsidiemodule alleen na die datum (31 december 2017) worden opengesteld, indien hiervoor in het staatssteunrecht een (andere of nieuwe) rechtvaardigingsgrond gevonden kan worden. Alsdan zal de desbetreffende subsidiemodule hier ook op worden aangepast door de andere of nieuwe rechtvaardigingsgrond te noemen en zo nodig inhoudelijke wijzigingen als gevolg van de nieuwe kaders aan te brengen.

4. Regeldruk

De wijziging van de vervaltermijn leidt niet tot het wijzigen van informatieverplichtingen en derhalve ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de subsidiemodule.

5. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017. Met deze datum wordt aangesloten bij de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden. Wel wordt afgeweken van de regel dat een regeling minimaal twee maanden voordien wordt bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. Via deze regeling wordt de horizonbepaling van de subsidiemodule EHG namelijk verlengd. Omdat zonder deze verlenging de desbetreffende subsidiemodule niet meer of beperkt opengesteld zou kunnen worden, is afwijking van de bekendmakingstermijn gewenst. Daarbij komt dat de doelgroep voldoende tijd heeft om te kunnen anticiperen op de inhoud van deze regeling. Deze regeling is op 25 april 2017 aan de Tweede Kamer overgelegd. Hierdoor is de inhoud van de regeling al openbaar bekend gemaakt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Kamerstukken 2016/17, 32 627, nr. 26.

X Noot
2

Kamerstuk II 2013/14, 32 627, nr. 17.

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 30 196, nr. 202.

X Noot
4

Kamerstukken II 2016/17, 28 625, nr. 241.

X Noot
5

Kamerstuk II 2016/17, 34 535, nr. 3.

X Noot
6

Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PbEU 2014, C 204).

Naar boven