Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro

Gezien de aanvraag van Stichting Raad van Overleg in de Metalektro namens Vereniging FME_CWM, FNV Metaal, CNV Vakmensen, De Unie en VHP2, daartoe strekkende, dat de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Pensioenfonds van de Metalektro, ingevolge de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, wordt gewijzigd voor de in de aanvraag bedoelde groepen van personen in de bedrijfstak voor de Metalektro;

Gelet op de artikelen 10, eerste lid en 16 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

Gezien het overleg met De Nederlandsche Bank;

BESLUIT:

I

Wijzigt het besluit van 14 november 1949, nr. 2354, Stcrt. 1949, nr. 223 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 november 2008, Stcrt. 2008, nr. 230) waarin werd overgegaan tot het verplicht stellen van de deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro.

De verplichtstelling tot deelneming komt na wijziging te luiden als volgt:

"Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

1. ‘werknemer’:

de werknemer in de zin van de Pensioenwet (Wet van 7 december 2006, Staatsblad 2006, 705);

2. ‘werkgever’:

de natuurlijke of rechtspersoon voor wie een werknemer als bedoeld in lid 1 arbeid pleegt te verrichten;

3. ‘PME’:

Stichting Pensioenfonds van de Metalektro, gevestigd te Amsterdam;

4. ‘Raad van Overleg in de Metalektro’:

de Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) gevestigd te ‘s-Gravenhage. De Raad van Overleg is gerechtigd tot de taken die hem krachtens dit besluit zijn opgedragen.

Artikel 2 Verplichtstelling

  • 1. Het deelnemen in PME is verplicht gesteld voor werknemers in dienst van een werkgever in een onderneming in de Metalektro.

  • 2. Een onderneming die activiteiten verricht als beschreven in de leden 6 tot en met 7 valt onder de werkingssfeer van deze verplichtstelling als in hoofdzaak Metalektro-activiteiten worden verricht.

  • 3. Of in hoofdzaak activiteiten binnen de Metalektro worden verricht, wordt bepaald aan de hand van het aantal arbeidsuren dat door werknemers van de onderneming aan die activiteiten wordt besteed. Van “in hoofdzaak” is sprake als dat gewoonlijk meer dan 50% is van de in de onderneming met de werknemers overeengekomen arbeidsuren.

  • 4. Tot de Metalektro-activiteiten behoren zowel de specifieke activiteiten genoemd in de leden 6 tot en met 7 als werkzaamheden van werknemers die, in een al dan niet ondersteunende functie – waartoe mede wordt verstaan werknemers in de ‘overhead’ –, werkzaam zijn ten behoeve van die specifieke activiteiten.

  • 5. Voor zover werknemers al dan niet in een ondersteunende functie – waartoe mede wordt verstaan Werknemers in de ‘overhead’ – werkzaam zijn zowel ten behoeve van de Metalektro-activiteiten als ten behoeve van andere ondernemingsactiviteiten, wordt het aantal arbeidsuren van deze werknemers naar evenredigheid toegerekend aan de verschillende activiteiten van de onderneming.

  • 6. Tot de bedrijfstak ‘Metalektro’ behoren – voor zover niet genoemd in lid 7 en 8 – ondernemingen waarin, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel gedurende ten minste 1.200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werknemers, doch met inachtneming van het gestelde onder 9 tot en met 18, 20 en 21, werkzaamheden worden verricht en waarin:

    • a. uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend, waaronder onder meer wordt verstaan:

      • 1e het ontwerpen, ontwikkelen, aanleggen, assembleren, construeren, demonteren, draaien, emailleren, forceren, gieten, herstellen, lassen, monteren, onderhouden, persen, pletten, samenstellen, slopen, verscheuren en/of vermalen, smeden, smelten, trekken, vervaardigen, walsen van metaal (waaronder onder meer te verstaan: aluminium, blik, brons, koper, lood messing, staal, tin, ijzer, zink en legeringen of composities hiervan) of metalen apparaten, drijfwerk, gereedschappen, machines, toestellen, voorwerpen en werktuigen (waaronder mede begrepen kracht- en arbeidswerktuigen, landbouwtractoren, -machines en -werktuigen), alles in de ruimste zin des woords, zoals appendages, automaten, automobielen, beelden, bliksemafleiders, blikwaren, bouten, brandkasten, bromfietsen, bruggen, buizen, capsules, draad, draadnagels, elektriciteitsmeters, elektroden, gaas, gasmeters, haarden, instrumenten (waaronder optische apparaten), jaloezieën, kachels, ketels (onder andere voor centrale verwarming), kinderwagens, klinknagels, kroonkurken, matrassen, matrijzen, meubelen, moeren, motoren, motorrijwielen, muziekinstrumenten, ovens, radiatoren, ramen, reservoirs, rolhekken, rollend materieel, rolluiken, rijwielen, schaatsen, schepen, schroeven, schuifhekken, sierhekken, sluitingen, stempels, tanks, taximeters, tuben, uurwerken, watermeters, zonweringen;

      • 2e het ontwerpen, ontwikkelen, vervaardigen en/of herstellen van apparaten, installaties, stoffen, toestellen, voorwerpen en dergelijke die elektrische energie of haar componenten afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken;

      • 3e het staalblazen en/of zandstralen;

      • 4e het verzinken en/of vertinnen, voor zover dit niet langs galvanotechnische weg geschiedt;

      • 5e het reviseren van verbrandingsmotoren en onderdelen daarvan in de ruimste zin;

    • b. uitsluitend of in hoofdzaak het elektrotechnische scheepsinstallatiebedrijf wordt uitgeoefend;

    • c. uitsluitend of in hoofdzaak rechtstreeks voor derden het bedrijf wordt uitgeoefend van het:

      • 1. wikkelen of herstellen van elektrotechnische machines en gebruiks- en verbruikstoestellen voor sterk- en zwakstroominstallaties (elektrotechnisch wikkelbedrijf);

      • 2. monteren en bedraden van elektrotechnische en elektronische apparatuur van bedienings-, schakel- en signaleringspanelen (elektrotechnisch paneelbouwbedrijf);

      • 3. demonteren, repareren, monteren, vervangen, wijzigen, onderhouden, gebruiksgereed opleveren van apparaten, installaties, toestellen, voorwerpen en dergelijke die elektrische energie afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken (elektrotechnisch reparatiebedrijf);

    • d. uitsluitend of in hoofdzaak werknemers ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 7:690 Burgerlijk Wetboek (Wet van 14 mei 1998, Staatsblad 1998, 300) van ondernemingen waarin uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend dan wel die op grond van de overige bepalingen van dit artikel worden geacht te behoren tot de Metalektro; echter, niet tot de Metalektro worden geacht te behoren ondernemingen waarin uitsluitend het bedrijf van het ter beschikking stellen van werknemers van derden wordt uitgeoefend indien de betreffende onderneming:

      • werknemers voor vijfentwintig procent of meer van de arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers ter beschikking stelt van derden die niet uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen uitoefenen dan wel niet op grond van de overige bepalingen van dit artikel worden geacht te behoren tot de Metalektro;

      • én voor vijftien procent of meer van het totale premieplichtige loon op jaarbasis werknemers ter beschikking stelt van derden op basis van uitzendovereenkomsten met uitzendbeding als bedoeld in artikel 7:691 lid 2 Burgerlijk Wetboek, zoals laatstelijk nader gedefinieerd in Bijlage 1, behorend bij artikel 5.1 van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën van 2 december 2005, Directie Sociale Verzekeringen, SV/F&W/05/96420, ter uitvoering van de Wet financiering sociale Verzekeringen (Regeling Wfsv), gepubliceerd in de Staatscourant nummer 242 van 13 december 2005. De onderneming heeft aan dit criterium voldaan indien en voor zover dit door de uitvoeringsinstelling (Belastingdienst, die voor de sociale verzekeringen is belast met het indelen van ondernemingen bij sectoren) als zodanig is vastgesteld;

      • én geen onderdeel uitmaakt van een groep van ondernemingen die geacht worden te behoren tot de Metalektro;

      • én geen door werkgevers- en werknemers(organisatie(s)) tot stand gebrachte arbeidspool is;

      eveneens worden niet geacht tot de Metalektro te behoren ondernemingen die op de dag voorafgaande aan het inwerkingtreden van deze verplichtstelling lid waren van respectievelijk de Algemene Bond voor Uitzendondernemingen (ABU) en/of de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) én die op grond daarvan onder de werkingssfeer van de verplichtstelling van de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) vallen.

    • e. anders dan in hoofdzaak het bedrijf van het be- en/of verwerken van metalen en/of één of meer van de in lid 3 genoemde bedrijven wordt uitgeoefend en daarnaast anders dan in hoofdzaak werknemers ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 7:690 Burgerlijk Wetboek (Wet van 14 mei 1998, Staatsblad 1998, 300) van ondernemingen waarin uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend dan wel die op grond van de overige bepalingen van dit artikel worden geacht te behoren tot de Metalektro, indien in de betreffende onderneming het grootste deel van het totale premieplichtige loon op jaarbasis wordt aangewend ten behoeve van deze activiteiten gezamenlijk.

    Onder ‘vervaardigen’ dient eveneens te worden verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen.

    Ontwerpen en/of ontwikkelen wordt alleen dan tot de werkingssfeer geacht te behoren indien en voor zo ver dit plaatsvindt ten dienste van een of meer overige zelf te verrichten activiteiten als onder de leden a tot en met d omschreven.

    Onder ontwerpen, ontwikkelen wordt verstaan, uitgaande van een programma van eisen, het omzetten van dit programma in een technische specificatie, waaronder mede wordt verstaan schets, blauwdruk of prototype, enz.

  • 7. Ongeacht het aantal arbeidsuren gedurende welke in de regel per week door bij die ondernemingen in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht, worden, behoudens het bepaalde in lid 6 tevens geacht tot de bedrijfstak Metalektro te behoren ondernemingen waarin uitsluitend of in hoofdzaak één of meer van de volgende bedrijven worden uitgeoefend:

    • a. het walsen van staal;

    • b. het ijzer- en staalgietersbedrijf;

    • c. het ontwerpen, ontwikkelen, vervaardigen en/of herstellen van vliegtuigen;

    • d. het ontwerpen, ontwikkelen, vervaardigen en/of herstellen van liften;

    • e. het hoogovenbedrijf met inbegrip van zijn nevenbedrijven.

    Onder ‘vervaardigen’ dient eveneens te worden verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen.

    Ontwerpen en/of ontwikkelen wordt alleen dan tot de werkingssfeer geacht te behoren indien en voor zo ver dit plaatsvindt ten dienste van een of meer overige zelf te verrichten activiteiten als onder de leden c tot en met d omschreven.

    Onder ontwerpen, ontwikkelen wordt verstaan, uitgaande van een programma van eisen, het omzetten van dit programma in een technische specificatie, waaronder mede wordt verstaan schets, blauwdruk of prototype, enz.

  • 8. Niet tot de Metalektro worden gerekend ondernemingen, die weliswaar onder de omschrijving van lid 7 vallen, doch die met goedkeuring van de daartoe in de Metalektro bevoegde instantie onder de werkingssfeer van de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek ressorteren.

  • 9. Een onderneming, die in verband met het aantal arbeidsuren van haar werknemers is aangesloten bij PME, is, indien het bedoeld aantal arbeidsuren per week in de onderneming, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, gedurende een ononderbroken periode van onderscheidenlijk 3, 2 of 1 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van enig jaar, minder heeft bedragen dan onderscheidenlijk 1.200, 800 of 400, na afloop van die periode, met inachtneming van het hierna in lid 10 bepaalde, voor wat betreft het (vroeg)pensioen aangesloten bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek.

  • 10. De aansluiting van de in lid 9 bedoelde onderneming bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek gaat in op de eerste dag van het eerstvolgende kalenderjaar aanvangende na afloop van de hiervoor onder lid 9 genoemde perioden.

  • 11. Ondernemingen waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in hoofdzaak behoort tot de in lid 6 genoemde takken van bedrijf waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die zijn ingeschreven bij PME doch waarbij op of voornoemde datum gelet op dat criterium aansluiting bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek had moeten plaatsvinden, blijven aangesloten bij PME.

  • 12. In geval van rechtsopvolging van een onderneming als hiervoor in lid 9 en 11 bedoeld, wordt voor de toepassing van het in 9 en 11 bepaalde aangenomen dat sprake is van eenzelfde aansluiting.

  • 13. Indien een onderneming als bedoeld in lid 11 in het kader van het bepaalde bij of krachtens de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën van 2 december 2005, Directie Sociale Verzekeringen, SV/F&W/05/96420, ter uitvoering van de Wet financiering sociale Verzekeringen (Regeling Wfsv), gepubliceerd in de Staatscourant nummer 242 van 13 december 2005, overgaat naar de sector Metaal en Technische Bedrijfstakken is die onderneming met ingang van dezelfde datum aangesloten bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek.

  • 14. Een onderneming, die in verband met het aantal arbeidsuren van haar werknemers is aangesloten bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek, is, indien het bedoeld aantal arbeidsuren per week in de onderneming, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, gedurende een ononderbroken periode van onderscheidenlijk 3, 2 en 1 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van enig jaar, ten minste heeft bedragen onderscheidenlijk 1.200, 2.000 of 3.000, na afloop van die periode, met inachtneming van het hierna in lid 15 bepaalde, voor wat betreft het (vroeg)pensioen aangesloten bij PME.

  • 15. De aansluiting van de in lid 14 bedoelde onderneming bij PME gaat in op de eerste dag van het eerstvolgende kalenderjaar aanvangende na afloop van de hiervoor in lid 14 genoemde perioden.

  • 16. Ondernemingen waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in hoofdzaak behoort tot de in lid 6 genoemde takken van bedrijf waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die zijn ingeschreven bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek, doch waarbij op of voor genoemde datum gelet op dat criterium aansluiting bij PME had moeten plaatsvinden, blijven aangesloten bij Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek.

  • 17. In geval van rechtsopvolging van een onderneming als hiervoor in lid 14 en 16 bedoeld, wordt voor de toepassing van het in lid 14 en 16 bepaalde aangenomen dat sprake is van eenzelfde aansluiting.

  • 18. Indien een onderneming als bedoeld in lid 16 in het kader van het bepaalde bij of krachtens de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën van 2 december 2005, Directie Sociale Verzekeringen, SV/F&W/05/96420, ter uitvoering van de Wet financiering sociale Verzekeringen (Regeling Wfsv), gepubliceerd in de Staatscourant nummer 242 van 13 december 2005, overgaat naar de sector Metaalindustrie of de sector Elektrotechnische Industrie is die onderneming met ingang van dezelfde datum aangesloten bij PME.

  • 19. De Commissie Werkingssfeer 1 ziet toe op de toepassing van de met betrekking tot de indeling en de overgang van ondernemingen in de leden 6 en 9 tot en met 18 gestelde regelen.

  • 20. Deze verplichting geldt niet voor:

    • 1. de bestuurders van naamloze vennootschappen en van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid;

    • 2. de werknemers die als vakantiewerker uitsluitend tijdens de in Nederland gangbare en aaneengesloten vakantieperiode van niet langer dan 2 maanden in dienst van een werkgever zijn;

    • 3. werknemers tot de eerste van de maand waarin de 18e verjaardag valt, alsmede voor de werknemers die op de eerste van de maand de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt;

    • 4. de werknemers die werkzaam zijn in de lithografische afdelingen van ondernemingen in de Metalektro en daar grafische vakarbeid verrichten voor zo ver deze werknemers verplicht zijn tot deelneming in het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (Staatscourant van 26 maart 2015, nr. 34407-n2).”

II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

's-Gravenhage, 24 september 2015

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de Directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes


X Noot
1

De Commissie Werkingssfeer is samengesteld door de Stichting Raad van Overleg in de Metalektro en de Stichting Vakraad Metaal en Techniek. Het secretariaat van de Commissie Werkingssfeer is gevestigd:

Postbus 93234, 2509 AE Den Haag, telefoon 070-3160325,

In de commissie hebben tevens zitting het Pensioenfonds van de Metalektro (PME) en het Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT).

Naar boven