Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 september 2015, nr. 786159, tot wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs mede in verband met wijzigingen als gevolg van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het begrotingsjaar 2016

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 4.11 eerste en tweede lid, 4.21 eerste en tweede lid, 4.23 eerste lid, 4.24 eerste lid, 4.27 derde en vierde lid van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIËN HOGER ONDERWIJS PER 1 JANUARI 2015

De Regeling financiën hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, vierde en vijfde lid, komen te luiden:

  • 4. Het bedrag, bedoeld in artikel 4.21, eerste lid, van het besluit is € 96.490.

  • 5. Het bedrag, bedoeld in artikel 4.21, tweede lid, van het besluit is € 80.409.

B

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1 BIJ ARTIKEL 3, EERSTE LID, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING

Bedragen onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

   

€ 275.514

€ 275.514

21PB

Universiteit Leiden

 

€ 3.192.959

€ 2.725.336

€ 5.918.295

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

 

€ 3.871.474

€ 546.203

€ 4.417.677

21PD

Universiteit Utrecht

 

€ 6.362.919

€ 1.443.964

€ 7.806.883

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

 

€ 295.101

€ 8.637.476

€ 8.932.577

21PF

Technische Universiteit Delft

 

€ 3.677.665

€ 14.656.743

€ 18.334.408

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

 

€ 1.984.705

€ 206.342

€ 2.191.047

21PH

Universiteit Twente

 

€ 2.062.166

€ 14.946.320

€ 17.008.486

21PI

Wageningen University

   

€ 66.294

€ 66.294

21PJ

Universiteit Maastricht

 

€ 1.441.273

€ 1.998.170

€ 3.439.443

21PK

Universiteit van Amsterdam

 

€ 4.115.187

€ 3.237.700

€ 7.352.887

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

 

€ 2.576.626

€ 1.947.790

€ 4.524.416

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

 

€ 3.386.920

€ 877.269

€ 4.264.189

21PN

Universiteit van Tilburg

 

€ 483.736

€ 28.766

€ 512.502

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

       

22NC

Open Universiteit

 

€ 626.709

 

€ 626.709

23BF

Universiteit voor Humanistiek

       

25AV

Theologische Universiteit Kampen

       
 

Totaal

 

€ 34.077.440

€ 51.593.887

€ 85.671.327

Bedragen onderwijsopslag universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

21PI

Wageningen University

 

€ 15.000

€ 973.440

€ 988.440

C

Bijlage 3 komt te luiden:

BIJLAGE 3 BIJ ARTIKEL 3, TWEEDE LID, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING

Bedragen onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

 

€ 119.128

€ 5.208

€ 124.336

00MF

HKU

€ 18.897

€ 269.812

 

€ 288.709

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 122.942

€ 197.689

€ 70.319

€ 390.950

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 3.984

€ 449.041

€ 32.411

€ 485.436

02NR

Hotelschool Den Haag

€ 9.593

   

€ 9.593

02NT

The Design Academy Eindhoven

€ 3.248

€ 266.807

 

€ 270.055

07GR

Avans Hogeschool

€ 140.362

€ 341.659

€ 5.208

€ 487.229

08OK

Hogeschool De Kempel

 

€ 497.582

 

€ 497.582

09OT

Iselinge Hogeschool

 

€ 71.635

 

€ 71.635

10IZ

PC Hogeschool Marnix Academie

 

€ 221.238

 

€ 221.238

14NI

Codarts, Hs voor Muziek en Dans Rotterdam

€ 4.117

€ 464.010

€ 6.667

€ 474.794

15BK

Christelijke Hogeschool De Driestar

 

€ 200.064

 

€ 200.064

21MI

HZ University of Applied Sciences

€ 21.359

€ 483.718

€ 1.200.636

€ 1.705.713

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 11.532

€ 443.639

 

€ 455.171

21RI

Hogeschool Leiden

€ 38.778

€ 266.376

€ 203.681

€ 508.835

21UG

Hs Interconfessionele PABO

 

€ 166.225

€ 119.750

€ 285.975

21UI

NHTV internationaal hoger onderwijs Breda

€ 35.536

   

€ 35.536

21WN

NHL Hogeschool

€ 91.939

€ 99.339

€ 34.875

€ 226.153

22EX

Stenden Hogescholen

€ 42.183

€ 236.277

 

€ 278.460

22HH

VIAA Gereformeerde Hogeschool

€ 5.577

€ 102.505

€ 94.389

€ 202.471

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 187.637

€ 670.642

 

€ 858.279

23AH

Saxion Hogescholen

€ 113.847

€ 206.594

€ 28.165

€ 348.606

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 6.754

€ 420.341

€ 6.667

€ 433.762

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 18.469

€ 115.368

€ 558.495

€ 692.332

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 118.663

€ 948.461

 

€ 1.067.124

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 138.650

€ 617.961

€ 376.212

€ 1.132.823

25JX

Hogeschool Zuyd

€ 123.257

€ 813.466

€ 10.417

€ 947.140

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 134.401

€ 606.860

€ 5.208

€ 746.469

27NF

ArtEZ Hogeschool

€ 11.255

€ 733.294

 

€ 744.549

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 107.552

€ 422.489

€ 44.327

€ 574.368

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 158.245

€ 128.231

 

€ 286.476

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 205.787

€ 196.304

€ 5.208

€ 407.299

30GB

Fontys Hogescholen

€ 161.847

€ 1.247.502

€ 126.760

€ 1.536.109

30TX

Vilentum Hogeschool

       

30VP

Thomas More Hogeschool

 

€ 81.331

 

€ 81.331

 

Totaal

€ 2.036.411

€ 12.105.588

€ 2.934.603

€ 17.076.602

Bedragen onderwijsopslag van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

€ 13.881

 

€ 4.021.439

€ 4.035.320

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 3.353

 

€ 980.286

€ 983.639

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

€ 19.045

 

€ 4.424.595

€ 4.443.640

30TX

Vilentum Hogeschool

€ 11.342

€ 13.614

€ 3.171.317

€ 3.196.273

 

Totaal

€ 47.621

€ 13.614

€ 12.597.637

€ 12.658.872

D

Bijlage 5 komt te luiden:

BIJLAGE 5 BIJ ARTIKEL 4, EERSTE LID, VAN DE REGELING

Bedragen onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Bedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

 

21PB

Universiteit Leiden

€ 13.435.898

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 5.719.628

21PD

Universiteit Utrecht

€ 17.494.697

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 3.843.306

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 8.262.106

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 4.309.050

21PH

Universiteit Twente

€ 8.092.058

21PI

Wageningen University

 

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 192.954

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 6.696.206

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 1.202.752

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 14.264.141

21PN

Universiteit van Tilburg

 

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

 

22NC

Open Universiteit

 

23BF

Universiteit voor Humanistiek

 

25AV

Theologische Universiteit Kampen

 
 

Totaal

€ 83.512.796

Bedragen onderzoek universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Bedrag

21PI

Wageningen University

€ 2.266.968

E

Bijlage 7 komt te luiden:

BIJLAGE 7 BIJ ARTIKEL 6 VAN DE REGELING

Bedragen en percentages academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 4.27, derde lid onder c. respectievelijk artikel 4.27, vierde lid van het besluit

Universiteit

Bedrag

Percentage

21 PB

Universiteit Leiden

 

12,52095%

21 PC

Rijksuniversiteit Groningen

 

12,71596%

21 PD

Universiteit Utrecht

 

13,68280%

21 PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 10.424

13,23616%

21 PJ

Universiteit Maastricht

€ 117.182

9,05117%

21 PK

Universiteit van Amsterdam

 

16,92667%

21 PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 70.302

10,90672%

21 PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 54.649

10,95957%

 

Totaal

€ 252.557

100,00000%

F

Bijlage 9 komt te luiden:

BIJLAGE 9 BIJ ARTIKEL 4, DERDE LID, VAN DE REGELING

Bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Bedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 43.098

00MF

HKU

€ 20.852

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 242.217

02BY

Gerrit Rietveld Academie

 

02NR

Hotelschool Den Haag

 

02NT

The Design Academy Eindhoven

 

07GR

Avans Hogeschool

€ 34.141

08OK

Hogeschool De Kempel

€ 50.220

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 25.551

10IZ

PC Hogeschool Marnix Academie

€ 93.686

14NI

Codarts, Hs voor Muziek en Dans Rotterdam

€ 9.031

15BK

Christelijke Hogeschool De Driestar

€ 69.163

21MI

HZ University of Applied Sciences

€ 27.313

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 23.862

21RI

Hogeschool Leiden

€ 81.351

21UG

Hs Interconfessionele PABO

€ 59.251

21UI

NHTV internationaal hoger onderwijs Breda

 

21WN

NHL Hogeschool

€ 131.865

22EX

Stenden Hogescholen

€ 88.253

22HH

VIAA Gereformeerde Hogeschool

€ 36.858

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 214.244

23AH

Saxion Hogescholen

€ 74.376

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 2.276

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 47.137

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 93.465

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 320.705

25JX

Hogeschool Zuyd

€ 24.743

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 265.051

27NF

ArtEZ Hogeschool

€ 48.458

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 162.482

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 92.364

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 291.043

30GB

Fontys Hogescholen

€ 484.655

30TX

Vilentum Hogeschool

€ 3.818

30VP

Thomas More Hogeschool

€ 32.599

 

Totaal

€ 3.194.128

Bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Bedrag

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

 

27PZ

Hogeschool INHolland

 

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

 

30TX

Vilentum Hogeschool

€ 63.084

 

Totaal

€ 63.084

ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIËN HOGER ONDERWIJS PER 1 JANUARI 2016

De Regeling financiën hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, vierde en vijfde lid, komen te luiden:

  • 4. Het bedrag, bedoeld in artikel 4.21, eerste lid, van het besluit is € 93.756.

  • 5. Het bedrag, bedoeld in artikel 4.21, tweede lid, van het besluit is € 78.130.

B

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1 BIJ ARTIKEL 3, EERSTE LID, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING

Bedragen onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

   

€ 278.662

€ 278.662

21PB

Universiteit Leiden

 

€ 4.032.902

€ 2.539.691

€ 6.572.593

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

 

€ 4.134.818

€ 548.548

€ 4.683.366

21PD

Universiteit Utrecht

 

€ 7.951.087

€ 1.584.652

€ 9.535.739

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

 

€ 460.400

€ 8.709.339

€ 9.169.739

21PF

Technische Universiteit Delft

 

€ 264.878

€ 14.897.964

€ 15.162.842

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

 

€ 191.790

€ 321.813

€ 513.603

21PH

Universiteit Twente

 

€ 191.790

€ 15.035.096

€ 15.226.886

21PI

Wageningen University

   

€ 134.885

€ 134.885

21PJ

Universiteit Maastricht

 

€ 2.314.654

€ 2.069.666

€ 4.384.320

21PK

Universiteit van Amsterdam

 

€ 5.372.527

€ 3.510.364

€ 8.882.891

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

 

€ 3.189.496

€ 1.765.614

€ 4.955.110

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

 

€ 3.154.038

€ 652.096

€ 3.806.134

21PN

Universiteit van Tilburg

 

€ 490.000

€ 87.204

€ 577.204

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

   

€ 3.136

€ 3.136

22NC

Open Universiteit

 

€ 319.000

 

€ 319.000

23BF

Universiteit voor Humanistiek

   

€ 3.136

€ 3.136

25AV

Theologische Universiteit Kampen

   

€ 3.136

€ 3.136

 

Totaal

 

€ 32.067.380

€ 52.145.002

€ 84.212.382

Bedragen onderwijsopslag universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

21PI

Wageningen University

 

€ 15.000

 

€ 15.000

C

Bijlage 2 komt te luiden:

BIJLAGE 2 BIJ ARTIKEL 3, EERSTE LID, ONDERDEEL B, VAN DE REGELING

Percentages onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.11, tweede lid, van het besluit

Universiteit

Percentage

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

0,85340%

21PB

Universiteit Leiden

9,57655%

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

8,99495%

21PD

Universiteit Utrecht

12,19991%

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

6,87837%

21PF

Technische Universiteit Delft

8,43425%

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

5,34520%

21PH

Universiteit Twente

5,64408%

21PI

Wageningen University

0,00000%

21PJ

Universiteit Maastricht

5,27982%

21PK

Universiteit van Amsterdam

12,58029%

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

7,18006%

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

8,40293%

21PN

Universiteit van Tilburg

3,92299%

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

0,11401%

22NC

Open Universiteit

4,26087%

23BF

Universiteit voor Humanistiek

0,22811%

25AV

Theologische Universiteit Kampen

0,10421%

 

Totaal

100,00000%

Percentage onderwijsopslag universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, tweede lid, van het besluit

Universiteit

Percentage

21PI

Wageningen University

100,00000%

D

Bijlage 3 komt te luiden:

BIJLAGE 3 BIJ ARTIKEL 3, TWEEDE LID, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING

Bedragen onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

       

00MF

HKU

€ 18.945

€ 394.620

€ 17.569

€ 431.134

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 122.954

 

€ 77.282

€ 200.236

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 3.717

€ 532.042

€ 25.099

€ 560.858

02NR

Hotelschool Den Haag

€ 10.943

   

€ 10.943

02NT

The Design Academy Eindhoven

€ 3.313

€ 390.509

€ 13.177

€ 406.999

07GR

Avans Hogeschool

€ 142.641

€ 357.059

 

€ 499.700

08OK

Hogeschool De Kempel

       

09OT

Iselinge Hogeschool

       

10IZ

PC Hogeschool Marnix Academie

   

€ 11.294

€ 11.294

14NI

Codarts, Hs voor Muziek en Dans Rotterdam

€ 4.291

€ 678.633

€ 18.197

€ 701.121

15BK

Christelijke Hogeschool De Driestar

   

€ 3.137

€ 3.137

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

   

€ 10.039

€ 10.039

21MI

HZ University of Applied Sciences

€ 22.120

 

€ 1.229.506

€ 1.251.626

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 11.908

€ 421.751

€ 30.119

€ 463.778

21RI

Hogeschool Leiden

€ 40.138

 

€ 6.274

€ 46.412

21UG

Hs Interconfessionele PABO

       

21UI

NHTV internationaal hoger onderwijs Breda

€ 36.294

   

€ 36.294

21WN

NHL Hogeschool

€ 92.882

 

€ 37.008

€ 129.890

22EX

Stenden Hogescholen

€ 43.527

 

€ 41.414

€ 84.941

22HH

VIAA Gereformeerde Hogeschool

€ 6.102

 

€ 96.900

€ 103.002

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 191.599

€ 531.318

€ 12.549

€ 735.466

23AH

Saxion Hogescholen

€ 112.096

 

€ 112.321

€ 224.417

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 6.639

€ 495.465

€ 28.237

€ 530.341

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 17.519

 

€ 562.262

€ 579.781

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 119.297

€ 1.115.001

€ 75.299

€ 1.309.597

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 137.081

€ 302.645

€ 52.709

€ 492.435

25JX

Hogeschool Zuyd

€ 121.452

€ 1.094.601

€ 52.709

€ 1.268.762

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 135.138

€ 440.212

€ 116.714

€ 692.064

27NF

ArtEZ Hogeschool

€ 10.602

€ 1.071.080

€ 16.314

€ 1.097.996

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 99.240

 

€ 75.795

€ 175.035

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 159.091

 

€ 109.811

€ 268.902

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 200.230

 

€ 79.064

€ 279.294

30GB

Fontys Hogescholen

€ 166.661

€ 845.769

€ 223.206

€ 1.235.636

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

   

€ 28.864

€ 28.864

30TX

Vilentum Hogeschool

   

€ 15.059

€ 15.059

30VP

Thomas More Hogeschool

   

€ 2.509

€ 2.509

 

Totaal

€ 2.036.420

€ 8.670.705

€ 3.180.437

€ 13.887.562

Bedragen onderwijsopslag van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

€ 14.158

 

€ 700.000

€ 714.158

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 3.363

   

€ 3.363

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

€ 18.006

   

€ 18.006

30TX

Vilentum Hogeschool

€ 12.093

€ 13.614

€ 261.291

€ 286.998

 

Totaal

€ 47.620

€ 13.614

€ 961.291

€ 1.022.525

E

Bijlage 4 komt te luiden:

BIJLAGE 4 BIJ ARTIKEL 3, TWEEDE LID, ONDERDEEL B, VAN DE REGELING

Percentages onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.11, tweede lid, van het besluit

Hogeschool

Percentage

00IC

Katholieke PABO Zwolle

0,16030%

00MF

HKU

4,70070%

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

1,71927%

02BY

Gerrit Rietveld Academie

1,58316%

02NR

Hotelschool Den Haag

0,25015%

02NT

The Design Academy Eindhoven

0,67827%

07GR

Avans Hogeschool

2,68837%

08OK

Hogeschool De Kempel

0,26269%

09OT

Iselinge Hogeschool

0,18602%

10IZ

PC Hogeschool Marnix Academie

0,39964%

14NI

Codarts, Hs voor Muziek en Dans Rotterdam

4,25175%

15BK

Christelijke Hogeschool De Driestar

0,33128%

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

0,00000%

21MI

HZ University of Applied Sciences

0,92263%

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

10,85912%

21RI

Hogeschool Leiden

1,42015%

21UG

Hs Interconfessionele PABO

0,42202%

21UI

NHTV internationaal hoger onderwijs Breda

0,44967%

21WN

NHL Hogeschool

2,15036%

22EX

Stenden Hogescholen

1,98570%

22HH

VIAA Gereformeerde Hogeschool

0,21456%

22OJ

Hogeschool Rotterdam

4,88917%

23AH

Saxion Hogescholen

3,25091%

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

5,38523%

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

0,29304%

25BE

Hanzehogeschool Groningen

6,04621%

25DW

Hogeschool Utrecht

4,23139%

25JX

Hogeschool Zuyd

5,78910%

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

4,31835%

27NF

ArtEZ Hogeschool

7,55778%

27PZ

Hogeschool INHolland

6,91040%

27UM

De Haagse Hogeschool

2,59567%

28DN

Hogeschool van Amsterdam

3,66429%

30GB

Fontys Hogescholen

9,32418%

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

0,00000%

30TX

Vilentum Hogeschool

0,00000%

30VP

Thomas More Hogeschool

0,10847%

 

Totaal

100,00000%

Bedragen onderwijsopslag van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Percentage

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

20,90739%

27PZ

Hogeschool INHolland

5,21712%

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

49,89022%

30TX

Vilentum Hogeschool

23,98527%

 

Totaal

100,00000%

F

Bijlage 5 komt te luiden:

BIJLAGE 5 BIJ ARTIKEL 4, EERSTE LID, VAN DE REGELING

Bedragen onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Bedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

 

21PB

Universiteit Leiden

€ 14.869.485

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 5.719.592

21PD

Universiteit Utrecht

€ 16.529.743

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 3.843.281

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 8.772.910

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 4.713.719

21PH

Universiteit Twente

€ 8.092.006

21PI

Wageningen University

 

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 192.953

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 5.744.840

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 1.202.744

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 13.991.616

21PN

Universiteit van Tilburg

 

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

 

22NC

Open Universiteit

 

23BF

Universiteit voor Humanistiek

 

25AV

Theologische Universiteit Kampen

 
 

Totaal

€ 83.672.889

Bedragen onderzoek universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Bedrag

21PI

Wageningen University

€ 1.516.818

G

Bijlage 7 komt te luiden:

BIJLAGE 7 BIJ ARTIKEL 6 VAN DE REGELING

Bedragen en percentages academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 4.27, derde lid onder c. respectievelijk artikel 4.27, vierde lid van het besluit

Universiteit

Bedrag

Percentage

21 PB

Universiteit Leiden

 

12,52834%

21 PC

Rijksuniversiteit Groningen

 

12,73057%

21 PD

Universiteit Utrecht

 

13,69339%

21 PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

 

13,22639%

21 PJ

Universiteit Maastricht

 

9,04449%

21 PK

Universiteit van Amsterdam

 

16,92667%

21 PL

Vrije Universiteit Amsterdam

 

10,89867%

21 PM

Radboud Universiteit Nijmegen

 

10,95148%

 

Totaal

 

100,00000%

H

Bijlage 9 komt te luiden:

BIJLAGE 9 BIJ ARTIKEL 4, DERDE LID, VAN DE REGELING

Bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Bedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 45.359

00MF

HKU

€ 21.892

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 231.591

02BY

Gerrit Rietveld Academie

 

02NR

Hotelschool Den Haag

 

02NT

The Design Academy Eindhoven

 

07GR

Avans Hogeschool

€ 39.586

08OK

Hogeschool De Kempel

€ 51.656

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 26.016

10IZ

PC Hogeschool Marnix Academie

€ 96.940

14NI

Codarts, Hs voor Muziek en Dans Rotterdam

€ 9.746

15BK

Christelijke Hogeschool De Driestar

€ 71.824

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

 

21MI

HZ University of Applied Sciences

€ 26.016

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 21.517

21RI

Hogeschool Leiden

€ 93.566

21UG

Hs Interconfessionele PABO

€ 58.704

21UI

NHTV internationaal hoger onderwijs Breda

 

21WN

NHL Hogeschool

€ 141.324

22EX

Stenden Hogescholen

€ 86.144

22HH

VIAA Gereformeerde Hogeschool

€ 37.037

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 211.348

23AH

Saxion Hogescholen

€ 74.523

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 2.699

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 45.209

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 89.218

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 321.933

25JX

Hogeschool Zuyd

€ 24.366

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 271.476

27NF

ArtEZ Hogeschool

€ 47.383

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 152.345

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 90.717

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 274.400

30GB

Fontys Hogescholen

€ 485.374

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

 

30TX

Vilentum Hogeschool

€ 4.273

30VP

Thomas More Hogeschool

€ 39.960

 

Totaal

€ 3.194.142

Bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Percentage

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

 

27PZ

Hogeschool INHolland

 

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

 

30TX

Vilentum Hogeschool

€ 63.084

 

Totaal

€ 63.084

ARTIKEL III INWERKINGTREDING

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

  • 2. Artikel II treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

Algemene toelichting

1. Algemeen

Met deze regeling wordt de Regeling financiën hoger onderwijs (hierna: regeling) gewijzigd. De regeling geeft uitvoering aan het Uitvoeringsbesluit WHW 2008. De aanpassingen van de regeling hangen grotendeels samen met de berekening van de rijksbijdrage 2016 in overeenstemming met de ontwerpbegroting 2016 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op basis daarvan zijn ook enkele aanpassingen voorzien in verband met de in december 2015 voorziene herberekening van de rijksbijdrage 2015. De middelen als gevolg van de door het kabinet op 10 juli 2015 afgesloten Loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015-2016 worden nog niet toegevoegd bij deze wijzigingsregeling. Definitieve besluitvorming hierover volgt nog.

2. Gevoerd overleg

Een concept van de regeling is voor bestuurlijke reactie voorgelegd aan VSNU, Vereniging Hogescholen en Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Vereniging Hogescholen en NFU hebben gemeld zich te kunnen vinden in voorgestelde wijzigingen. Het verzoek van VSNU tot het niet ingewikkelder maken van de systematiek van loon- en prijsbijstelling is niet verwerkt omdat de aangepaste systematiek meer recht doet aan de totstandkoming van de bedragen voor loon- en prijsbijstelling. Met ingang van deze wijzigingsregeling wordt voor ieder onderdeel van het macrobudget een eigen percentage voor loon- en prijsbijstelling berekend omdat deze bedragen voor loon-en prijsbijstelling immers ook per onderdeel worden berekend. Het verzoek van VSNU voor een korte toelichting over de Loonruimte-overeenkomst publieke sector is verwerkt.

3. Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets

DUO acht de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar.

4. Financiële gevolgen

De wijzigingen in deze regeling hebben geen gevolgen voor de Rijksbegroting. Wijziging mede vanwege de eerste en tweede suppletoire (ontwerp-) begrotingen 2016 kan op grond van artikel 2.5, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nog leiden tot nadere bepaling van de in deze regeling opgenomen bedragen en percentages.

5. Gevolgen administratieve lasten

De regeling heeft geen gevolgen voor administratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I Wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs per 2015

A en D

Deze onderdelen betreffen de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2015 met 0,39401% van de bedragen promoties en ontwerperscertificaten in artikel 4 en alle bedragen voorziening onderzoek universiteiten in bijlage 5.

B

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2015 met 0,37550% van alle bedragen onderwijsopslag universiteiten in bijlage 1. Daarnaast is er sprake van een wijziging om de volgende reden:

aan de onderwijsopslag van Universiteit Leiden is vóór indexering € 300.000 toegevoegd vanwege de bijdrage aan het instituut Nimar in Rabat (brief van 11 augustus 2015 met kenmerk 778206).

C

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2015 met 0,39884% van alle bedragen onderwijsopslag hogescholen in bijlage 3. Daarnaast is er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. aan de onderwijsopslag van Fontys hogescholen is vóór indexering € 81.030 toegevoegd vanwege kosten voor de landelijk procesmanager Opleiden voor het beroepsonderwijs (brief van 9 juni 2015 met kenmerk 777349).

  • b. aan de onderwijsopslag van Fontys hogescholen is vóór indexering € 9.500 toegevoegd vanwege de opdrachtverlening ‘Treinreis Veel meer Meester!’ (brief van 25 juni 2015 met kenmerk 784905).

  • c. aan de onderwijsopslag van Hogeschool Utrecht is vóór indexering € 23.435,57 toegevoegd vanwege de kosten van die hogeschool met betrekking tot de HO-tour van 19 januari 2015 (brief van 20 juli 2015 met kenmerk 795633).

  • d. aan de onderwijsopslag van Hogeschool de Kempel is vóór indexering € 360.000 toegevoegd vanwege een tegemoetkoming ten behoeve van doorwerking, verbreding, verdieping en borging van de resultaten van de samenwerking binnen het Centre of Expertise Persoonlijk Meesterschap. Hogeschool de Kempel is penvoerder van het Centre of Expertise Persoonlijk Meesterschap (brief van 8 juli 2015 met kenmerk 790144).

  • e. aan de onderwijsopslag van HZ University of Applied Science is vóór indexering € 400.000 beschikbaar gesteld voor de derde en laatste jaartranche van het programma Zeeland Centraal (brief van 29 juli 2015 met kenmerk 796876).

E

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2015 met 0,16186% van alle bedragen en percentages academische ziekenhuizen in bijlage 7.

F

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2015 met 0,40143% van alle bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen in bijlage 9.

Artikel II Wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs per 2016

A

De bedragen die beschikbaar zijn voor promoties en ontwerperscertificaten zijn verlaagd ten opzichte van de bedragen bepaald tot en met de wijzigingsregeling vastgesteld op 3 juni 2015 (Staatscourant 2015, 15633). In de Wetenschapsvisie 2025 is aangekondigd dat het aandeel van de component promoties en ontwerperscertificaten in het onderzoekdeel van de rijksbijdrage wordt gemaximeerd op 20% om de stabiliteit en de voorspelbaarheid van de bekostiging te vergroten. Deze maximering is voorzien per 2017. In overleg met de VSNU is besloten om het aandeel van deze component in 2016 niet verder te laten stijgen, maar te handhaven op het niveau van 2015 (brief van 14 juli 2015 met kenmerk VSNU 15/204 U). Hierdoor leidt de toename van het aantal promoties en ontwerperscertificaten tot verlaging van de bedragen per promotie en per ontwerperscertificaat. De bedragen zijn berekend door uit te gaan van het aandeel van de component promoties en ontwerperscertificaten als onderdeel van het onderzoekdeel wo zoals bepaald is de wijzigingsregeling van 3 juni 2015 (Staatscourant 2015, 15633).

B

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2015 met 0,37964% van alle bedragen onderwijsopslag universiteiten in bijlage 1. Daarnaast is er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. onder de noemer kwetsbare opleidingen is de toedeling vanwege het Sectorplan technologie van € 7.049.633 vóór indexering overgeheveld van de onderwijsopslag in bedragen naar de onderwijsopslag in percentages. Dit omdat in de Regeling financiën hoger onderwijs van 3 juni 2008 is aangegeven dat bedragen die niet (meer) vanwege beleidsmatige overwegingen of bestuurlijke afspraken geoormerkt of zichtbaar dienen te blijven, worden omgezet naar percentages.

  • b. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn de volgende incidentele bedragen komen te vervallen: het bedrag van € 517.382 dat voor 2015 incidenteel was opgenomen waarmee alsnog de graden bekostigd werden die vanwege de conversie van CRIHO naar BRON en de daarmee samenhangende wijziging van de peilperiode onbedoeld niet bekostigd werden op basis van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 (Staatscourant 2014, 25833). Het bedrag van € 18.320 voor Universiteit Leiden en het bedrag van € 18.231 voor Universiteit Maastricht vanwege de organisatie van de HO-tour. En tot slot het bedrag van € 285.000 (prijspeil 2011) voor de periode 2011-2015 voor de Vrije Universiteit Amsterdam in het kader van de voorziening islamopleidingen.

  • c. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor Wageningen University het bedrag van € 973.440 in het kader van de Regeling Praktijkleren per 2016 komen te vervallen vanwege de uitwerking van het Regeerakkoord van kabinet-Rutte-Asscher.

  • d. onder de noemer kwetsbare opleidingen is de toedeling van middelen vanwege zij-instroom geneeskunde aangepast aan het bedrag en de gehanteerde verdeling van de middelen voor 2016.

  • e. onder deze noemer zijn tot slot de voor 2016 beschikbare middelen voor Geesteswetenschappen voor 2016 toegekend conform de voorgestelde verdeling van het Regieorgaan Geesteswetenschappen (Eindrapport inzake monitoring en evaluatie duurzame geesteswetenschappen, 1 mei 2015). Over de verdeling vanaf 2017 zal in 2016 een besluit genomen worden nadat de reactie op de Talenvisie en het eindrapport van het Regieorgaan met de Tweede Kamer is besproken (brief van 29 juni 2015 met kenmerk 778545). Vanaf 2016 wordt er structureel een bedrag van € 374.315 vóór indexering aan de beschikbare middelen voor Geesteswetenschappen toegevoegd (brief van 20 augustus 2015 met kenmerk 803150).

  • f. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn de aflossingen gerealiseerd van het compensatiebedrag invoering bachelor-masterstructuur voor € 7.490.023. Ook zijn de aflossingen van de zogenaamde kaskorting voor € 2.529.484 gerealiseerd en verdeeld over de betreffende universiteiten naar rato van de nog af te lossen bedragen.

  • g. onder deze noemer is tevens een bedrag van € 600.000 vóór indexering toegevoegd aan de onderwijsopslag van Universiteit Leiden vanwege de bijdrage aan het instituut Nimar in Rabat voor 2016. Voor de periode juni 2015 tot en met juni 2019 is een bedrag € 2,4 miljoen beschikbaar, waarvan € 0,3 miljoen in 2015, € 0,6 miljoen in de jaren 2016 tot en met 2018 en € 0,3 miljoen in 2019 (brief van 11 augustus 2015 met kenmerk 778206).

  • h. onder deze noemer zijn tot slot in het kader in het kader van het programma Holland Scholarship de vanuit OCW beschikbare middelen voor deelnemende universiteiten voor inkomende en uitgaande beurzen toegevoegd (brief van 15 december 2014 met kenmerk 707380 en brief van 22 april 2015 met kenmerk 756670). Deze middelen zijn structureel beschikbaar, maar de verdeling tussen instellingen kan tussentijds gewijzigd worden.

C

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de percentages onderwijsopslag universiteiten in bijlage 2. De percentages zijn gewijzigd als gevolg van het overhevelen van de middelen voor het Sectorplan technologie van de onderwijsopslag in bedragen naar de onderwijsopslag in percentages. Het bedrag van € 7.049.633 vóór indexering is, op basis van een advies van 3TU.Federatie, bestemd voor Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven en Universiteit Twente conform de verdeling 40%, 30%, 30% (brief van 11 juni 2015 met kenmerk 3TU-UIT-254).

D

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2015 met 0,39923% van alle bedragen onderwijsopslag hogescholen in bijlage 3. Daarnaast is er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. Hogeschool HAS Den Bosch en Hogeschool van Hall Larenstein zijn toegevoegd. Dit gebeurt aangezien de rijksbijdrage waarop deze instellingen aanspraak maken vanwege het verzorgde onderwijsaanbod in het kader van het beurzenprogramma Holland Scholarship vanaf het begrotingsjaar 2016 conform artikel 4.1 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 ook ten laste van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap komt.

  • b. de volgende bedragen zijn komen te vervallen: het bedrag van € 14.159 voor de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen dat voor 2015 incidenteel was opgenomen vanwege de organisatie van de HO-tour. De bedragen van € 455.895 en € 4.052.402 beschikbaar voor 2014 en 2015 vanwege lerarenopleidingen vo (afstudeervariant beroepsonderwijs) en lerarenopleidingen po (wetenschap en techniek). Het bedrag van € 202.871 voor Hogeschool Leiden dat beschikbaar was voor de periode van 2013 tot en met 2015 vanwege de eenmalige bijdrage in verband met Helicon (Staatscourant 2013, 15937). Het bedrag van € 492.901 dat beschikbaar was voor een compensatieregeling in de periode 2011 tot en met 2015 vanwege de invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek 2011. Dit bedrag diende ter compensatie van, door Deloitte berekende, negatieve herverdeeleffecten als gevolg van de nieuwe systematiek (Staatscourant 2010, 12621). En tot slot het bedrag van € 160.625 dat voor 2015 incidenteel was opgenomen waarmee alsnog de graden bekostigd werden die vanwege de conversie van CRIHO naar BRON en de daarmee samenhangende wijziging van de peilperiode onbedoeld niet bekostigd werden op basis van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 (Staatscourant 2014, 25833).

  • c. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn bij de betreffende hogescholen de bedragen in het kader van de Regeling Praktijkleren per 2016 komen te vervallen vanwege de uitwerking van het Regeerakkoord van kabinet-Rutte-Asscher.

  • d. onder de noemer kwaliteit is de verdeling van het bedrag beschikbaar vanwege externe validering examenkwaliteit hoger beroepsonderwijs aangepast aan het aantal (ongewogen) bekostigde inschrijvingen, benut voor de berekening van de rijksbijdrage (Staatscourant 2013, 15937).

  • e. onder de noemer kwetsbare opleidingen zijn bij de betreffende hogescholen de bedragen aangepast conform de afspraken over de uitwerking financieel kader sectorplan kunstvakonderwijs (Staatscourant 2012, 24897). Daar waar sprake is van een stijging van het aantal bekostigde inschrijvingen bij masteropleidingen op het gebied van de kunst per peildatum 2014 met meer dan 15% ten opzichte van peildatum 2012 is het financiële beslag dat met de groei boven de 15% is gemoeid, verrekend met de genoemde bedragen.

  • f. onder deze noemer zijn tevens middelen toebedeeld vanwege de ophoging van de opleidingscapaciteit voor zorgmasters met inachtneming van het daadwerkelijk aantal bekostigde inschrijvingen bij deze twee opleidingen per peildatum 2014 en 2011, indien sprake is van een toename van het aantal bekostigde inschrijvingen gedurende deze periode (brief van 29 maart 2012 met kenmerk 384276).

  • i. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn in het kader in het kader van het programma Holland Scholarship de vanuit OCW beschikbare middelen voor deelnemende hogescholen voor inkomende en uitgaande beurzen toegevoegd (brief van 15 december 2014 met kenmerk 707380 en brief van 22 april 2015 met kenmerk 756670). Deze middelen zijn structureel beschikbaar maar de verdeling tussen instellingen kan tussentijds gewijzigd worden.

E

In bijlage 4 percentages onderwijsopslag hogescholen zijn Hogeschool HAS Den Bosch en Hogeschool van Hall Larenstein toegevoegd. Dit gebeurt aangezien de rijksbijdrage waarop deze instelling aanspraak maakt vanwege het verzorgde onderwijsaanbod in het kader van het beurzenprogramma Holland Scholarship vanaf het begrotingsjaar 2016 conform artikel 4.1 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 ook ten laste van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap komt. De percentages behorend bij deze instellingen zijn bepaald op 0%.

F

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2015 met 0,39336% van alle bedragen voorziening onderzoek universiteiten in bijlage 5. Daarnaast is er sprake van een wijziging om de volgende reden:

  • a. voor Wageningen University is het bedrag van € 746.571 in het kader van Wageningen UR Knowledge Sharing komen te vervallen vanwege de uitwerking van het Regeerakkoord van het kabinet-Rutte-Asscher.

  • b. de bedragen zijn aangepast conform de besluitvorming van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de toekenningen Zwaartekracht 2012 (Staatscourant 2012, 24897) en 2014 (Staatscourant 2014, 5081).

G

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de bedragen en de percentages academische ziekenhuizen in bijlage 7. De bedragen academische ziekenhuizen van € 252.151 vóór indexering, zijn overgeheveld naar de percentages academische ziekenhuizen. Deze bedragen betroffen de toepassing van de afspraken over de correctie voor de onbedoelde effecten van het zogenoemde inschrijvingendal (Staatscourant en Staatscourant 2010, 12621). De bedragen worden overgeheveld naar de percentages omdat in de Regeling financiën hoger onderwijs van 3 juni 2008 is aangegeven dat bedragen die niet (meer) vanwege beleidsmatige overwegingen of bestuurlijke afspraken geoormerkt of zichtbaar dienen te blijven, worden omgezet naar percentages.

H

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2015 met 0,40189% van alle bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen in bijlage 9. Daarnaast is er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. Hogeschool HAS Den Bosch en Hogeschool van Hall Larenstein zijn toegevoegd. Dit gebeurt aangezien de rijksbijdrage waarop deze instelling aanspraak maakt vanwege het verzorgde onderwijsaanbod in het kader van het beurzenprogramma Holland Scholarship vanaf het begrotingsjaar 2016 conform artikel 4.1 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 ook ten laste van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap komt. De bedragen ontwerp en ontwikkeling behorend bij deze instellingen zijn bepaald op € 0.

  • b. de bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen zijn aangepast aan de verdeling van het aantal bekostigde inschrijvingen bij lerarenopleidingen dat is benut voor het berekenen van de rijksbijdrage 2016.

Artikel III Inwerkingtreding

Artikel I van de regeling treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2015 in verband met de verstrekking van de rijksbijdrage voor het gehele begrotingsjaar 2015.

Artikel II van de regeling heeft betrekking op het begrotingsjaar 2016 en treedt daarom in werking met ingang van 1 januari 2016.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven