Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049, houdende vaststelling van beleidsregels inzake de toepassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Beleidsregels toepassing WNT)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op paragraaf 5 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, alsmede artikel 4:81, eerste lid, artikel 4:83 en hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Enig artikel

Bij de uitvoering en handhaving door of namens mij van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector en bij de uitoefening van toezicht op de naleving van die wet met ingang van 1 januari 2013 door de daartoe door mij aangewezen ambtenaren, worden de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels toegepast.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

DEZE BIJLAGE BEHOORT BIJ HET BESLUIT VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES VAN 26 FEBRUARI 2014, NR. 2014-0000106049, HOUDENDE VASTSTELLING VAN BELEIDSREGELS INZAKE DE TOEPASSING VAN DE WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN PUBLIEKE EN SEMIPUBLIEKE SECTOR (BELEIDSREGELS TOEPASSING WNT)

§ 1. Het WNT-normenkader

Deze beleidsregels vormen een (nadere) uitleg van de regelgeving en bevatten voorts concrete toepassingsregels. Zij maken als zodanig deel uit van het thans toepasbare normenkader, dat in verband met de goede uitvoering van de WNT van belang is. Dit normenkader bestaat verder uit:

Relevante regelgeving:

  • Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) (Staatsblad 2012, 583);

  • Besluit van 15 november 2012, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Staatsblad 2012, 584);

  • Besluit van 6 december 2012 tot uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Uitvoeringsbesluit WNT), (Staatsblad 2012, 624);

  • Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 oktober 2013, 2013-651926, houdende wijziging van de bedragen met betrekking tot de wettelijke bezoldigingsmaximum van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector voor 2014 (Staatscourant 2013, nr. 30635);

  • Het voorstel tot aanpassing van de reikwijdte en enige technische wijziging van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Aanpassingswet WNT) (Kamerstukken I 2013/2014, 33 715, A);

  • Mededeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 februari 2014, nr. 2014-000070146, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur, inzake de uitvoering en handhaving van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in het licht van de Aanpassingswet WNT (Staatscourant 2014, nr. 4792);

  • Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000104920, houdende nadere regels over hetgeen bij de toepassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector tot de bezoldiging wordt gerekend en over de toerekening van onderdelen van de bezoldiging aan enig kalenderjaar (Regeling bezoldigingscomponenten WNT).

Voorts is de volgende algemene wet- en regelgeving relevant:

  • Algemene wet bestuursrecht, Titel 4.2 Subsidies (paragrafen 4.2.3 tot en met 4.2.8);

  • Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW 2 Titel 9) en de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving;

  • Comptabiliteitswet 2001 en Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2014;

  • Gemeentewet;

  • Provinciewet.

Meer algemene informatie en praktische zaken, zoals modellen en voorbeelden, alsmede de applicatie voor de elektronische verstrekking van gegevens, kunnen worden gevonden op www.topinkomens.nl .

Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat voor enkele sectoren specifieke sectorale regelgeving van toepassing is:

  • Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 december 2012, nr. WJZ/353186 (10 126), houdende verlaagde bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen in het onderwijs en ter invoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren) (Staatscourant 2012, nr. 26223);

  • Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 november 2013, nr. 53 8765 (10 382), houdende wijziging van de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren in verband de invoering van verlaagde bezoldigingsmaxima voor de cultuurfondsen en de jaarlijkse indexatie van de verlaagde maxima (Staatscourant 2013, nr. 33369);

  • Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 december 2012, DWJZ-3147991m, houdende vaststelling van de sectorale bezoldigingsnorm voor de in bijlage 3 bij de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector opgenomen sectorale zorgverzekeraars (Staatscourant 2012, nr. 26811);

  • Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 november 2013, kenmerk MEVA-172387-113549, houdende vaststelling van de sectorale bezoldigingsnorm voor en de indeling in klassen van de in bijlage 3 bij de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector opgenomen categorie zorgverzekeraars (Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars) (Staatscourant 2013, nr. 33658);

  • Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 november 2013, kenmerk MEVA-170829-113368, houdende vaststelling van de indeling van de zorgsector in klassen met daarbij behorende bezoldigingsmaxima (Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector) (Staatscourant 2013, nr. 33659);

  • Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 22 november 2013, nr. 2013-0000717365, houdende vaststelling van de indeling van de toegelaten instellingen volkshuisvesting in klassen met daarbij toepasselijke bezoldigingsmaxima ten aanzien van hun topfunctionarissen (Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014) (Staatscourant 2013, nr. 33942).

§ 2. Gegevens van voor de inwerkingtreding van de WNT

De WNT is 1 januari 2013 in werking getreden. Bezoldigingsgegevens van voor deze datum behoeven niet te worden verzameld. Dit betekent het volgende:

  • a. De gegevens die op grond van artikel 4.2, zesde lid, van de WNT over 2012 openbaargemaakt zouden moeten worden, behoeven niet te worden verstrekt.

  • b. Voor de periode die op grond van de artikelen 2.1, vierde lid, 3.1, vijfde lid, en 4.2, tweede lid, onderdeel c, moet worden bepaald, behoeft de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van de WNT niet meegenomen te worden.

§ 3. Topfunctionaris

Bij de definiëring van topfunctionarissen van privaatrechtelijke rechtspersonen of instellingen gaat het om de groep van hoogst leidinggevenden binnen een rechtspersoon of instelling, die leidinggeven aan de gehele rechtspersoon of instelling; daarnaast gelden de criteria los van elkaar (zie de MvT op de Aanpassingswet blz. 10). Dus iemand wordt aangemerkt als topfunctionaris als hij:

  • behoort tot de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling (welke automatisch aan het hoofd staan van de gehele rechtspersoon of instelling)

  • behoort tot de hoogste ondergeschikte of de leden van de groep hoogste ondergeschikten aan dat orgaan én in deze rol (gezamenlijk) verantwoordelijk is voor de gehele rechtspersoon of de gehele instelling

  • belast is met de dagelijkse leiding van de gehele rechtspersoon of de gehele instelling

Iemand kan in de praktijk ook tegelijk onder meerdere criteria vallen.

Het kan zijn dat een vestigings- of locatiedirecteur als topfunctionaris aangemerkt dient te worden, namelijk in het geval dat de vestigingsdirecteuren tezamen formeel het managementteam of het dagelijks bestuur uitmaken waarin beslissingen voor de gehele instelling of rechtspersoon worden genomen.

Een directeur Financiën of een directeur P&O van een instelling valt alleen onder de definitie van topfunctionaris, als hij/zij formeel lid is van een centraal management- of directieteam.

Afhankelijk van het organogram, zullen bij de ene instelling of rechtspersoon de leden van slechts één managementlaag als topfunctionarissen aangemerkt worden, terwijl bij een andere instelling of rechtspersoon de leden van meerdere managementlagen als topfunctionarissen aangemerkt worden. Per instelling of rechtspersoon zal bezien moeten worden welke functionarissen als topfunctionaris aangemerkt moeten worden. Bij sommige instellingen worden zowel het bestuur als de leden van het directieteam, respectievelijk de directeur van de instelling als topfunctionaris aangemerkt. Indien bij een stichting ook sprake is van een raad van toezicht, zullen ook de leden van deze raad onder de definitie van topfunctionaris vallen.

§ 4. Gewezen topfunctionaris

Gewezen topfunctionarissen hebben in het verleden een topfunctie bekleed, bij dezelfde instelling. Met het oog op een werkbare uitvoering van de wet, wordt hierbij uitgegaan van gewezen topfunctionarissen, die sedert de inwerkingtreding van de wet (1 januari 2013) topfunctionaris zijn geweest.

§ 5. Maximumbezoldiging Raden van Toezicht en Raden van Commissarissen

Het bezoldigingsmaximum voor leden en voorzitters van interne toezichthoudende organen bedraagt 5% respectievelijk 7,5% van het voor de betreffende rechtspersoon of instelling geldende bezoldigingsmaximum bezoldiging (zie art. 2.2 WNT).

§ 6. Overige functionarissen (niet-topfunctionarissen)

De bezoldiging van niet-topfunctionarissen wordt openbaar gemaakt als deze blijkens de (loon)administratie, herrekend naar een voltijds dienstverband en op jaarbasis, het wettelijke bezoldigingsmaximum overschrijdt (zie art. 4.2 lid 1). Hiernaast worden gegevens over uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband openbaargemaakt als de som hiervan het wettelijke bezoldigingsmaximum overschrijdt, of als de inkomensgegevens van de functionaris eerder op grond van de WNT of WOPT openbaar zijn gemaakt (zie art. 4.2 lid 3).

§ 7. Wat is een dienstverband?

Onder dienstverband wordt verstaan een aanstelling of arbeidsovereenkomst en indien sprake is van een fictieve dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964. Daarnaast is de WNT ook van toepassing als op andere titel een topfunctionaris tegen betaling zijn functie vervult (zie art. 1.1 onderdeel d). Bij dit laatste kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een detacheringsovereenkomst, een inleenovereenkomst met een management-BV of een overeenkomst met een zzp'er met een VAR.

§ 8. De WNT en deeltijdwerken

De maximum bezoldiging van deeltijdtopfunctionarissen word gerelateerd aan hun deeltijdfactor. In geval van een dienstverband met een kleinere omvang dan het bij de verantwoordelijke gebruikelijke voltijds dienstverband, komen partijen geen bezoldiging overeen die per kalenderjaar meer bedraagt dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, vermenigvuldigd met het aantal uren waarop het dienstverband betrekking heeft en gedeeld door het aantal uren van een voltijds dienstverband (zie ook art. 2.1 lid 2 WNT). De bezoldiging kan niet meer bedragen dan de maximale bezoldiging, ook niet als feitelijk meer wordt gewerkt dan de totale werktijd van een fulltime functionaris (deeltijdfactor nooit hoger dan 1,0).

§ 9. De WNT en meerdere functies of nevenfuncties

De WNT kent geen algemene cumulatiebepaling van topfuncties binnen de (semi-)publieke sector. De WNT zegt niets over het wel of niet mogen stapelen van functies. De bezoldiging van elke functie die onder de WNT valt, moet wel aan de wet worden getoetst. Alleen indien sprake is van twee opeenvolgende vergelijkbare functies bij dezelfde rechtspersoon of instelling (dus bijvoorbeeld van de ene topfunctie naar de andere) wordt de beloning voor de gehele periode opgeteld (artikel 2.1 lid 5). Dit kunnen twee opeenvolgende vergelijkbare functies zijn (bijvoorbeeld van de ene topfunctie naar de andere) of twee vergelijkbare functies die op het zelfde moment worden vervuld.

Er geldt wel een anti-cumulatieregeling voor de bezoldiging als functionarissen tevens lid zijn van een adviescollege of commissie die onder de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies valt. Een zodanig lid mag uit hoofde van zijn lidmaatschap(pen) van adviescolleges en commissies en zijn functie bij een instelling die onder de WNT valt nooit meer bezoldiging ontvangen dan het bezoldigingsmaximum van de WNT. In dat geval wordt zijn vergoeding uit hoofde van zijn lidmaatschap van het adviescollege of adviescommissie verminderd indien en voor zover de totale bezoldiging het bezoldigingsmaximum te boven gaat. Het is dus niet de WNT-instelling die corrigerend moet optreden bij normoverschrijding maar het adviescollege of de commissie. Zie artikel 6 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies.

Wanneer iemand in de loop van het jaar een topfunctie gaat bekleden, dan wordt de bezoldiging in verband met een eventuele voorafgaande functie niet opgeteld. Wanneer deze voorafgaande functie eveneens onder de WNT valt, dan zal deze afzonderlijk moeten worden gerapporteerd. Alleen indien een topfunctie gevolgd wordt door de uitoefening van een andere topfunctie, wordt de beloning opgeteld.

§ 10. Interim-topfunctionarissen

Van alle interim-topfunctionarissen dienen de bezoldigingsgegevens openbaar te worden gemaakt. Hiervoor is geen minimale termijn. Om te voorkomen dat bij elke vorm van feitelijke waarneming, bij bijvoorbeeld bij ziekte of verlof, sprake is van een dergelijke vervulling, mag een instelling zich beperken tot die situaties dat in een rechtshandeling (bijvoorbeeld een besluit van Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen/ander bevoegd gezag) wordt bepaald dat de betrokkene (vanaf een specifieke ingangsdatum) deze functie vervult. Op het moment dat een interim-topfunctionaris zijn interim-functie binnen een periode van 18 maanden, zes maanden of meer vervult, is de WNT-norm op hem van toepassing.

§ 11. Het zes-maanden-criterium voor interim-topfunctionarissen

Op het moment dat een interim-topfunctionaris zijn interim-functie binnen een periode van 18 maanden, zes maanden of meer vervult, zijn de WNT-kaders op hem van toepassing. Bij een functievervulling van bijvoorbeeld vier maanden, spelen de WNT-kaders (nog) niet. Blijkt de betreffende functionaris binnen 14 maanden echter opnieuw een dergelijke functie te bezetten binnen dezelfde instelling voor twee maanden of meer, dan dient het kader van de WNT alsnog te worden toegepast op de hele, opgetelde, termijn. Voor interim-topfunctionarissen dienen de eerste vier maanden dan met terugwerkende kracht te worden gecorrigeerd (zo er sprake was van een bezoldiging uitgaande boven de voor de sector relevante norm). Voor de bepaling van de termijn geldt de inwerkingtredingsdatum van de WNT, 1 januari 2013, als startpunt. Eventuele interim-vervulling voor die datum wordt niet meegenomen bij de bepaling of aan het zes-maanden-criterium is voldaan.

Het zes-maanden-criterium wordt toegepast op basis van het aantal maanden. Wanneer bijvoorbeeld wordt gewerkt vanaf 15 januari van een jaar, dan is vanaf 15 juli van datzelfde jaar de zes maanden grens gepasseerd.

Bij de bepaling van het zes-maanden-criterium gaat het om de combinatie van persoon en functie. Het zes-maanden-criterium is niet van toepassing bij opeenvolgende vervulling van één functie door achtereenvolgende interim-topfunctionarissen.

§ 12. Berekening bezoldiging van interim-topfunctionarissen

De toepasselijke norm bij kortere periodes dan een vol kalenderjaar bij functiewaarneming door een interimmer kan als volgt worden berekend:

Waarbij:

  • x = individuele maximumbezoldiging interimmer (ex. BTW)

  • y = toepasselijke maximum WNT-jaarnorm voor de desbetreffende functie

  • a = deeltijdfactor (bij fulltime functies: 1,0)

  • b = totaal aantal kalenderdagen (niet: werkdagen!) waarop de functie in het jaar is vervuld.

De WNT gaat uit van vergoeding, inclusief doorbetaling bij verlof en verzuim. Hierbij geldt de norm naar rato van het dienstverband, op jaarbasis (zie artikel 2.1 lid 2 en 3). Deze factoren komen terug in de berekening.

Variabele a betreft de deeltijdfactor van de functie (ten hoogste 1,0; zie art. 2.1 lid 2, zie ook § 8). Dit is de geldende deeltijdfactor. Deze wordt bepaald op basis van de gebruikelijke omvang van de functie.

Bij variabele b wordt, conform de wet, de gewerkte periode in kalenderdagen afgezet tegen 365 kalenderdagen (art. 2.1 lid 3).

§ 13. Bezoldiging en beloning

In de WNT wordt onderscheiden tussen bezoldiging en beloning. Bezoldiging is het verzamelbegrip uit het BW (art. 2:383c) voor alle loonkosten van de werkgever. De bezoldiging bestaat in dat artikel uit vier onderdelen: de post periodiek betaalde beloningen, beloningen betaalbaar op termijn, uitkeringen bij beëindiging dienstverband en winstdelingen en bonussen. Beloning is de verzamelnaam voor periodiek betaalde beloningen en winstdelingen en bonussen. In het BW vormen de winstdelingen en bonussen een aparte categorie binnen de bezoldiging. Ter zake van het begrip bezoldiging in de WNT is een (formele) uitwerking vastgesteld in de Regeling bezoldigingscomponenten WNT. In deze regeling wordt niet uitgewerkt de uitkeringen bij beëindiging dienstverband; deze is in de WNT nl. apart genormeerd.

§ 14. Overzicht afzonderlijke componenten

Voor het berekenen van de bezoldiging worden de componenten, zoals benoemd in artikel 2 van de Regeling bezoldigingscomponenten WNT en de componenten die vallen onder het begrip ‘uitkering wegens het beëindigen van het dienstverband’ in de volgende overzicht (in tabelvorm) opgesomd. Met behulp van deze tabel kan – als handleiding voor de praktijk – de vraag worden beantwoord in welk jaar de component kan worden meegeteld voor de toetsing aan de in de WNT gestelde maxima en verantwoord in de jaarrekening.

Hierbij zijn de volgende basisprincipes gehanteerd:

  • Een post wordt in principe verantwoord in het jaar waarin de betreffende post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of als de posten niet via de salarisadministratie lopen, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt.

  • Als een post onder de WNT valt, dan wordt deze in hetzelfde jaar verantwoord in het financieel jaarverslag als waarin de toetsing aan de WNT-normen plaats vindt.

  • Uitzonderingen hierop zijn:

  • Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband: deze worden getoetst aan het maximum van het jaar van einde dienstverband, voor het totaal van de toegekende uitkeringen, en verantwoord in het jaar of de jaren waarin de feitelijke uitkeringen plaatsvinden;

  • Nabetalingen van bezoldigingen uit dienstverband in een ander jaar dan waarin het recht hierop ontstaat mogen worden meegenomen in de toetsing van het jaar waarin de rechten ontstonden. Dit omdat deze nabetalingen in het jaar van uitbetaling zouden kunnen leiden tot een overschrijding van de toepasselijke WNT-norm in het jaar van nabetaling.

#

Component

Beloning van functionarissen met een dienstbetrekking (= die via de salarisadministratie worden uitbetaald)

Bezoldiging WNT?

In WNT-verantwoording in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Bruto Lonen, salarissen tijdens dienstverband

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

2

Reservering Vakantietoeslag

Nee

 

Let op bijzondere alternatieve toetsing bij einde dienstverband (zie punt 11).

3

Uitbetaling vakantietoeslag

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

4

Mutatie reservering niet-opgenomen vakantiedagen

Nee

   

5

Uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

6

Doorbetaling bij ziekte of (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

7

Werkgeversbijdrage bij sparen levensloop

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

8

Uitbetaling afkoop / opname levensloop (2013)

Nee

n.v.t.

De werkgeversbijdrage bij sparen levensloop (zie punt 7) wordt reeds meegenomen. Het meenemen van de uitbetaling zou tot dubbeling leiden. Deze post vormt daarom geen beloning.

9

Doorbetaling tijdens sabbatical

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

10

Reservering voor sabbatical

Nee

n.v.t.

 

11

Uitbetaling bij einde dienstverband van tijdens dienstverband niet opgenomen vakantiedagen, opgebouwde vakantiegeld en dergelijke opgebouwde rechten.

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt

Let op: bij nabetaling bij einde dienstverband geldt dat nabetalingen waarop het recht in een eerder jaar is ontstaan, ook mag worden betrokken in de toetsing van dat eerdere jaar in plaats van in jaar van uitbetaling.

12

Doorbetaling van loon tijdens vakantie

Ja

de vakantiedagen worden opgenomen en het loon wordt doorbetaald

Het is mogelijk om nog beschikbare vakantiedagen direct voorafgaand aan een einde dienstverband op te nemen. Voor de duur van het dienstverband telt de vakantiedagen-periode mee.

13

Loondoorbetaling na beëindiging werkzaamheden

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Zo lang op grond van overgangsrecht is toegestaan dat dienstverband doorloopt na beëindiging werkzaamheden vallen de betalingen onder de bezoldigingen. Indien het overgangsrecht niet van toepassing is, is deze bezoldiging onverschuldigd.

14

Terbeschikkingstelling van een auto (mede) voor privégebruik

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Te waarderen op de bijtelling voor de loonheffing

15

Eigen bijdrage werknemer voor een door de werkgever ter beschikking gestelde auto

Ja, als negatieve post

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

16

Medische verzorging (vergoeding in natura)

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Te waarderen op basis van regels loonheffing

17

Vrijwillige (d.w.z. niet op grond van wet of een algemeen bindend verklaarde CAO verplichte) werkgeversbijdrage ziektekostenverzekering

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de werkgever de werkgeversbijdrage verschuldigd wordt.

Verplichte sociale verzekeringen zijn expliciet van de WNT-bezoldiging uitgesloten, vrijwillige sociale verzekeringen niet.

18

Werkgeversdeel premies van vrijwillige sociale verzekeringen (algemeen)

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de werkgever de werkgeversbijdrage verschuldigd wordt.

Hieronder vallen NIET de premies van verzekeringen die kwalificeren als ‘beloningen betaalbaar op termijn’ (zie aldaar).

Ook premies van VERPLICHTE sociale verzekeringen vallen hier niet onder: die behoren niet tot de WNT-bezoldiging.

19

Loon in natura, zoals:

– terbeschikkingstelling van huisvesting

– voordelen uit laagrentende leningen

– Overige vergoedingen in natura

Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

Indien ja: de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

Te waarderen op basis van regels loonheffing

20

Presentiegelden en vacatiegelden

Ja.

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

21

Tantiemes, bonussen, winstdeling of andere incidentele (variabele) beloningen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

Winstdeling of bonus zijn onder de WNT uiterlijk t/m 2016 nog toegestaan, uitsluitend voor oude afspraken die vallen onder het overgangsrecht. Dit geldt uitsluitend voor topfunctionarissen.

22

Jubileumuitkering en gratificaties

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

Incl. Uitkering van proportionele ambtsjubileumgratificaties bij een einde dienstverband.

Er wordt bij de verantwoording van de individuele beloning geen rekening gehouden met mutaties in een eventuele reservering voor jubileumuitkeringen.

23

Financiële compensatie voor belasting nadelen o.a. vanwege bijtelling auto

Ja

de compensatie in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

24

Loondoorbetaling tijdens schorsing hangende een onderzoek.

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

Dit geldt niet als uitkering einde dienstverband maar als bezoldiging.

25

Crisisheffing Loonbelasting

Nee

n.v.t.

 

26

Doorbetaling loon bij non-actiefstelling tijdens verplicht in acht te nemen opzegtermijn.

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

27

Cadeaubonnen

Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

Indien ja: de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt.

Cadeaubonnen als vorm van prestatiebeloning zijn uiterlijk t/m 2016 nog toegestaan, uitsluitend voor oude afspraken die vallen onder het overgangsrecht. Dit geldt uitsluitend voor topfunctionarissen.

28

Eindejaarsuitkeringen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

29

Periodieke en eenmalige toe(s)lagen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

30

Eenmalige bindingspremie

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

31

Eenmalige mobiliteitstoeslag

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

32

Computers en dergelijke apparatuur die ook buiten werkplek te gebruiken zijn

Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

Indien ja: de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt

 

33

Communicatiemiddelen zoals mobiele telefoon of smartphone

Nee

n.v.t.

 

#

Component

Vaste en variabele onkostenvergoedingen van functionarissen met een dienstbetrekking

Bezoldiging WNT?

In WNT in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Kilometervergoeding eigen motorvoertuig

a. belast;

b. onbelast.

a. Ja

b. Nee

Indien ja:

... de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Zowel voor dienstreizen als voor woon-werkverkeer. Maximaal fiscaal toegestaan in 2013: € 0,19 per km

2

Overige belastbare vergoedingen gebruik eigen motorvoertuig

Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Zowel voor dienstreizen als voor woon-werkverkeer. Bijvoorbeeld parkeergelden

3

Vergoeding verhuiskosten:

a. belast;

b. onbelast.

a. Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

b. Nee

Indien ja:

... de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

4

Overige vaste en variabele vergoedingen ter dekking van zakelijke kosten

a. belast;

b. onbelast.

a. Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

b. Nee

Indien ja:

... de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

#

Component

Beloningen betaalbaar op termijn van functionarissen met een dienstbetrekking

Bezoldiging WNT?

In WNT in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Werkgeversdeel van premies voor pensioenregelingen

Ja

de post in de

salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de werkgever de werkgeversbijdrage verschuldigd wordt.

 

2

Werkgeversdeel van premies voor regelingen voor vervroegde uittreding (VUT, prepensioen e.d.)

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de werkgever de werkgeversbijdrage verschuldigd wordt.

 

#

Component

Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband

Toetsen aan einde dienst-verband maximum?

In WNT-verantwoording in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Uitkeringen ineens, wachtgelduitkeringen of loonsuppletieregelingen die rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde cao of een wettelijk voorschrift.

Nee

n.v.t.

Indien dergelijke uitkeringen rechtsreeks dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemeen bindende CAO of wet, maken dergelijke uitkeringen volgens artikel 1.1 (definities) géén deel uit van de definitie ‘uitkering wegens beëindiging van het dienstverband’, en hoeven dus niet te worden gepubliceerd.

2

Door de rechter vastgestelde uitkering wegens beëindiging van het dienstverband.

Nee

n.v.t.

 

3

Reservering voor loonsuppletieregeling (verschil tussen oud salarisniveau en eventueel nieuw salaris voor een bepaalde periode)

Nee

n.v.t.

 

4

Uitbetalingen uit hoofde van een loonsuppletieregeling (verschil tussen oud salarisniveau en eventueel nieuw salaris voor een bepaalde periode) anders dan hiervoor onder 1 bedoeld

Ja, op basis van cumulatieve uitbetalingen in het jaar van toekennen

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Een dergelijke toekenning heeft een voorwaardelijk karakter, maar zal er niet toe mogen leiden dat méér dan het toegestane maximum wordt toegekend. Feitelijk worden dergelijke afspraken gemaximeerd tot het WNT-maximum voor uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband, dat van kracht was in het jaar van beëindiging.

5

Reserveringen voor te verwachten wachtgelduitkeringen of aanvullingen op sociale uitkeringen

Nee

n.v.t.

 

6

Uitbetalingen uit hoofde van wachtgelduitkeringen of aanvullingen op sociale uitkeringen

Nee indien op basis van een wettelijke of CAO verplichting; anders:

Ja, op basis van cumulatieve uitbetalingen in het jaar van toekennen

indien Ja:

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Indien dergelijke uitkeringen rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemeen bindende CAO of wet, maken dergelijke uitkeringen volgens artikel 1.1 (definities) géén deel uit van de definitie ‘uitkering wegens beëindiging van het dienstverband’, en hoeven dus niet te worden gepubliceerd.

7

Andere afvloeiingsregelingen, o.a. kantonrechtersformule, golden parachute regelingen, gouden handdrukken.

Ja, tenzij door rechter vastgesteld (dan zie 2 hierboven).

de post in de

salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt

Bij posten die niet via de salarisadministratie lopen kan worden gedacht aan bijvoorbeeld het afstorten van een bedrag bij een verzekeraar voor een stamrecht voor de betrokken functionaris. Dergelijke posten worden verantwoord in het jaar waarin deze ten laste van het resultaat komen.

#

Component

Bezoldiging functionarissen zonder dienstbetrekking (= niet opgenomen in de salarisadministratie

Bezoldiging WNT?

In WNT in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Honorarium (exclusief btw) incl. algemene kostenopslagen

Ja, maar met uitzondering van de vergoedingen die bij een functievervulling op grond van een dienstbetrekking onbelast zouden zijn

de post

ten laste van het resultaat komt

Wettelijke definitie art 1.1.e

§ 15. Bonussen en andere variabele of incidentele beloningen

Het verstrekken van winstdelingen, bonussen of andere vormen van variabele beloning aan topfunctionarissen is in beginsel niet toegestaan. Op grond van het Uitvoeringsbesluit WNT zijn jubileumuitkeringen, mobiliteitstoeslagen en incidentele bindingspremies hiervan uitgezonderd en wel toegestaan. Deze variabele beloningen maken deel uit van de bezoldiging, en zijn dan ook onderworpen aan de toets of het bezoldigingsmaximum eventueel wordt overschreden. Overigens zijn ook de winstdelingen, bonussen en andere variabele beloningen die niet zijn toegestaan wèl beloning en daarmee bezoldiging in de zin van de WNT. Dit is vooral van belang voor het overgangsrecht.

§ 16. Bezoldiging en dienstauto

Indien sprake is van een ter beschikking gestelde (lease) auto voor privégebruik, dan geldt de fiscale bijtelling in verband met deze leaseauto als bezoldigingscomponent. Een eventuele eigen bijdrage van de (top)functionaris wordt hierop in mindering gebracht.

§ 17. Onkostenvergoedingen

Onder onkostenvergoedingen vallen de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan vergoedingen bij representatiekosten of belaste reiskostenvergoedingen voor woon-werkverkeer of voor dienstreizen. Alleen belastbare onkostenvergoedingen vallen onder het WNT-bezoldigingsbegrip.

Kilometervergoedingen, reiskostenvergoedingen en andere reële vergoedingen die door de fiscus geaccepteerd zijn (netto vergoedingen) behoeven niet als bezoldiging te worden aangemerkt.

§ 18. Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn

Werkgeversbijdragen aan sociale en aanvullende verzekeringen waar de (top)functionaris verplicht aan moet deelnemen op grond van wettelijk voorschrift of algemeen verbindend verklaarde CAO worden niet tot de bezoldiging gerekend. Werkgeversbijdragen aan sociale verzekeringen of regelingen waar de topfunctionaris vrijwillig voor heeft gekozen of die volgen uit een eigen regeling van de instelling, worden wèl tot de bezoldiging gerekend.

De dotatie aan voorzieningen in eigen beheer voor bijvoorbeeld VUT, prepensioen en arbeidsongeschiktheidvoorziening voor de individuele functionaris dient op individuele basis te worden gewaardeerd. Hier is sprake van een voorziening op termijn, waarbij ook bij intern beheer van een pensioenvoorziening sprake is van bezoldiging conform de WNT.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de werkgeversbijdrage aan de pensioenvoorziening en het werkgeversdeel van de sociale verzekeringspremies, omdat partijen geen invloed hebben op de hoogte van deze sociale verzekeringspremies.

§ 19. Verlof en verlofspaarregelingen

De opbrengst van de verkoop van vakantiedagen valt onder het WNT-bezoldigingsbegrip. Ook de doorbetaling van een sabbatical maakt deel uit van de bezoldiging. Bij de verantwoording van de individuele bezoldiging wordt geen rekening gehouden met mutaties in een eventuele reservering voor verlof of een sabbatical. De periode waarin verlof wordt opgenomen telt mee voor de duur van het dienstverband.

Indien het salaris verlaagd is met een korting, in verband met een (gedeeltelijke) langdurige afwezigheid, zoals ouderschapsverlof, dan is de daadwerkelijke bezoldiging in het betreffende jaar bepalend. Met de bezoldigingsgevolgen van het verlof dient dan ook rekening te worden gehouden.

Stortingen van de werkgever in de levensloopregeling tellen mee voor de bezoldiging in de zin van de WNT. Het sparen voor eigen rekening van de werknemer (medewerkersbijdrage) heeft geen invloed op de WNT-bezoldiging. Bij de uitkering van levensloop is geen sprake van bezoldiging in de zin van de WNT.

§ 20. Norm van ontslagvergoedingen

Het maximum voor ontslagvergoedingen voor topfunctionarissen is € 75.000,– dan wel één jaarsalaris (incl. voorzieningen ten behoeve van betalingen op termijn)zo dit lager is dan € 75.000,–. Dit geldt zowel bij een onvrijwillig als een vrijwillig ontslag. De norm waaraan de ontslagvergoedingen voor overige functionarissen getoetst moet worden, om te bepalen of de gegevens gepubliceerd en gemotiveerd moeten worden, is gelijk aan het wettelijke bezoldigingsmaximum van artikel 2.3, eerste lid van de WNT.

De norm voor ontslagvergoedingen voor topfunctionarissen en functionarissen geldt naar rato van de omvang van het dienstverband, op het moment van beëindiging van het dienstverband. De duur van het dienstverband heeft geen invloed op de hoogte van de norm.

De ontslagvergoeding wordt niet opgeteld bij de bezoldigingscomponenten, en wordt separaat vermeld.

Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband die rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een (algemeen verbindend verklaarde) cao of een wettelijk voorschrift worden uitgezonderd in de WNT en niet getoetst aan de norm voor uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband.

Indien een nieuwe CAO is afgesloten en in alle redelijkheid kan worden verwacht dat deze CAO algemeen verbindend zal worden verklaard, bijvoorbeeld omdat de CAO in het verleden steeds algemeen verbindend is verklaard, dan is het logisch om reeds volgens de CAO te werk te gaan. Het is aan de instelling zelf om een inschatting of hierover bij de topfunctionaris een voorbehoud te maken.

Voorts is de norm voor ontslagvergoedingen niet van toepassing als de hoogte ervan door de rechter is vastgesteld.

§ 21. Beëindiging dienstverband of functievervulling

Indien de functievervulling door een functionaris van een topfunctie eindigt, kan een eventuele ontslagvergoeding maximaal een jaarsalaris bedragen met een maximum van € 75.000 euro en kan het dienstverband per direct beëindigd worden. Indien het dienstverband niet wordt beëindigd en de functionaris een andere functie krijgt met behoud van salaris, dan dient hier wel aantoonbaar werk tegenover te staan. Het salaris van de ex-topfunctionaris dient in de toekomst als ‘gewezen’ topfunctionaris openbaar gemaakt te worden.

De uitbetaling van niet-opgenomen vakantiedagen aan het einde van het dienstverband dient als beloning te worden meegerekend bij de bezoldiging. Het is ook mogelijk het dienstverband te laten beëindigen nadat alle vakantiedagen zijn verbruikt.

Een proportionele ambtsjubileumgratificatie bij ontslag wordt tot de WNT-bezoldiging gerekend, en niet tot de ontslaguitkering.

§ 22. Overgangsrecht algemeen

Op bezoldigingsafspraken aangegaan tot 1 januari 2013 is het overgangsrecht van toepassing. Wijzigingen (verhogingen) in op 6 december 2011 bestaande afspraken blijven echter voor de toepassing van het overgangsrecht buiten beschouwing (zie § 23).

Bezoldigingen boven het geldende maximum worden gerespecteerd gedurende vier jaar na inwerkingtreding van de WNT, waarna in drie jaar tijd moet worden afgebouwd tot het voor de sector geldende bezoldigingsmaximum.

Indien voorafgaand aan de bekendmaking van een ministeriele regeling bezoldigingsafspraken zijn gemaakt, worden bezoldigingen boven het geldende maximum gedurende vier jaar na inwerkingtreding van de ministeriele regeling gerespecteerd, waarna in drie jaar tijd moet worden afgebouwd tot het geldende bezoldigingsmaximum (art. 7.3, vierde lid, WNT). Er is voor de eerste vier jaar dus geen sprake van onverschuldigde betaling. Let wel, indien er op het moment dat de bezoldigingsafspraken gemaakt werden wel een andere norm (bijvoorbeeld het wettelijk maximum) van toepassing was, dient deze wel gerespecteerd te worden.

§ 23. Overgangsrecht vanaf 6 december 2011 tot 1 januari 2013

Bezoldigingsafspraken met nieuw geworven functionarissen, die gemaakt zijn in de periode van 6 december 2011 tot 1 januari 2013 vallen onder het overgangsrecht.

Wijzigingen in bezoldiging of looptijd van reeds in dienst zijnde functionarissen, aangebracht op of na 6 december 2011 (de datum van aanvaarding van het voorstel voor de WNT door de Tweede Kamer) en 1 januari 2013 (de inwerkingtredingsdatum van de WNT) worden niet gerespecteerd door de WNT. De WNT respecteert in deze gevallen de afspraken zoals deze bestonden vóór 6 december 2011; de bezoldiging zal met ingang van 1 januari 2013 naar dit niveau teruggebracht moeten zijn. Als dit niveau boven het maximum uitgaat, geldt voor dit bedrag de reguliere regels van het overgangsrecht.

Indien aanstellingen of contracten op of na 6 december 2011 en voor 1 januari 2013 van rechtswege zijn afgelopen en op reguliere wijze worden opgevolgd door een nieuwe aanstelling of overeenkomst, dan is op die nieuwe aanstelling of overeenkomst het reguliere overgangsrecht wel van toepassing. In dat geval gelden de afspraken over de bezoldiging (incl. indexatie) en eventuele vertrekregeling per 31 december 2012. Is de overeenkomst gewijzigd zonder dat er sprake was van een van rechtswege aflopen daarvan dan is de basis van het overgangsrecht de bezoldiging en eventuele afspraken zoals die waren op 6 december 2011.

Voor interim-topfunctionarissen dient het overgangsrecht tussen 6 december 2011 en 1 januari 2013 op een vergelijkbare wijze te worden toegepast: indien de interim-topfunctionaris nieuw is bij de rechtspersoon of instelling en zijn functie vangt aan in 2012, dan is het reguliere overgangsrecht van toepassing; indien de interim-topfunctionaris voor 6 december 2011 eveneens voor de betreffende rechtspersoon of instelling werkte, dan vallen wijzigingen van na 6 december 2011 niet onder het reguliere overgangsrecht.

§ 24. Overgangsrecht bij herbenoemingen

De WNT richt zich voor wat het overgangsrecht betreft op gemaakte bezoldigingsafspraken, zie art. 7.3 WNT. In het geval van een herbenoeming kunnen twee situaties gelden, afhankelijk van het document waarin de initiële bezoldigingsafspraken zijn vastgelegd:

  • 1. In het benoemingsbesluit: Als de bezoldigingsafspraken zijn gemaakt in het kader van de benoeming zelf dan zijn de afspraken meestal vastgelegd in het benoemingsbesluit of in de daarbij opgestelde begeleidende brief. In dat geval is bij een herbenoeming na 1 januari 2013 direct de WNT van kracht.

  • 2. In de arbeidsovereenkomst: Soms is er, naast de benoeming, ook sprake van een arbeidsovereenkomst/aanstelling voor onbepaalde tijd. Het is niet ongebruikelijk dat hierin de bezoldiging die samenhangt met de benoeming wordt opgenomen. In dat geval houdt de topfunctionaris ook bij herbenoeming recht op de aldus overeengekomen bezoldiging. Na inwerkingtreding van de WNT wordt deze bezoldiging voor vier jaar gerespecteerd, waarna deze in drie jaar moet worden afgebouwd.

§ 25. Overgangsrecht bij fusies

Bij een juridische fusie gaan alle rechten en verplichtingen van rechtswege over op de verkrijgende rechtspersoon. Dit geldt ook voor de arbeidsovereenkomsten. De arbeidsovereenkomsten blijven in dat geval dus gewoon in stand.

§ 26. Rapportage jaarrekening bij een groep van rechtspersonen

Bij een groep van rechtspersonen is de instelling vrij om te kiezen of de WNT-bezoldigingsgegevens opgenomen worden in de geconsolideerde jaarrekening of de enkelvoudige jaarrekening van de betreffende rechtspersoon. Uitsluitende vermelding in de geconsolideerde jaarrekening is voldoende onder vermelding van de rechtspersoon waar de functie wordt verricht.

§ 27. Controle financieel verslaggevingsdocument

Indien uit de verklaring van de accountant aan wiens oordeel een financieel verslaggevingsdocument is onderworpen, blijkt dat onderstaand controleprotocol is toegepast, wordt een melding op grond van artikel 5.2 WNT of het ontbreken van een zodanige melding bij de uitvering van het toezicht op de naleving van de wet, beschouwd als in overeenstemming met dat artikel, tenzij uit andere feiten of omstandigheden blijkt dat er aanleiding is om het tegendeel aan te nemen.

Controleprotocol WNT

A. De WNT en accountantscontrole: algemeen

De controleverklaring bij het financieel verslaggevingsdocument van de WNT-instelling dient zich mede uit te strekken tot de getrouwheid van de daarin op grond van de artikelen 4.1 en 4.2 van de WNT opgenomen informatie en de rechtmatigheid van de naleving door de instelling van de overige bepalingen van de WNT. De rechtmatigheid betreft het terugvorderingen van betalingen van topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen die op grond van de WNT als onverschuldigd zijn aan te merken. Het referentiekader voor de controle op de WNT-regelgeving ligt vast in de toepasselijke wet- en regelgeving. Dit protocol bevat aanwijzingen voor de accountantscontrole op de WNT-verantwoording in jaarrekening of jaarverslag. Het is opgesteld met inachtneming van de door de rechtsvoorganger van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) uitgegeven ‘Handreiking controleprotocollen’ (februari 2007). Het geeft een specifieke toelichting op de relevante bepalingen over de WNT die in de controle moeten worden betrokken, met aanwijzingen over de reikwijdte en de diepgang van de accountantscontrole.

B. De WNT en accountantscontrole: controletolerantie

In de controleverklaring bij het financieel verslaggevingsdocument geeft de accountant mede een oordeel over:

  • De getrouwheid van de op grond van de artikelen 4.1 en 4.2 van de WNT1 in het financieel verslaggevingsdocument opgenomen informatie.

  • De rechtmatige naleving van de overige bepalingen van de WNT. Dit betreft het instellen van terugvorderingen van betalingen van topfunctionarissen, gewezen topfunctionarissen en toezichthouders die op grond van de WNT als onverschuldigd zijn aan te merken.

Voor de controle op de getrouwheid en rechtmatigheid geldt de uitvoeringsmaterialiteit zoals die hieronder is vermeld. Deze uitvoeringsmaterialiteit bepaalt de aard en omvang van de werkzaamheden van de accountant. Voor de specifieke WNT-posten/-onderwerpen worden bovendien de specifieke controletolerantie (CT) en rapportagetolerantie (RT) volgens de tabel vermeldt. De accountant hanteert bij de controle een betrouwbaarheid van 95%.

 

Topfunctionarissen

Overige functionarissen – dienstverband

Toelichting

Volledigheid vermelding functionarissen op naam

0% tolerantie

n.v.t.

Volledigheid vermelding functionarissen op functie

n.v.t.

1% van de personeelskosten met een maximum van € 100.000

De accountant richt zijn controle zo in dat met het vereiste betrouwbaarheidspercentage kan worden gesteld dat niet meer dan 1% van de personeelskosten met een maximum van € 100.000 (dienstverband) aan onder de WNT te verantwoorden bedragen onterecht buiten de WNT-verantwoording blijven.

Juistheid en volledigheid bezoldiging (per persoon/functie)

3% van het voor de rechtspersoon of instelling geldende bezoldigingsmaximum, of € 3.000 indien dit hoger is.

De accountant richt zijn controle zo in dat met het vereiste betrouwbaarheidspercentage kan worden gesteld dat de verantwoorde bezoldiging niet meer dan 3% van het bezoldigingsmaximum onjuist is, met een minimumgrens van € 3.000.

Juistheid en volledigheid verantwoorde uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband (per persoon/functie)

3% van het voor de rechtspersoon of instelling geldende bezoldigingsmaximum, of € 3.000 indien dit hoger is.

De accountant richt zijn controle zo in dat met het vereiste betrouwbaarheidspercentage kan worden gesteld dat de verantwoorde uitkeringen wegens beëindiging dienstverband niet meer dan 3% van het bezoldigingsmaximum onjuist is, met een minimumgrens van € 3.000.

Juistheid en volledigheid verantwoorde vordering uit hoofde van wettelijk onverschuldigde betalingen (per persoon)

3% van het voor de rechtspersoon of instelling geldende bezoldigingsmaximum, of € 3.000 indien dit hoger is.

De accountant richt zijn controle zo in dat met het vereiste betrouwbaarheidspercentage kan worden gesteld dat de verantwoorde vordering uit hoofde van wettelijk onverschuldigde betalingen niet meer dan 3% van het bezoldigingsmaximum onjuist is, met een minimumgrens van € 3.000.

Tabel: De vertaling naar oordeel (per functionaris)

Goedkeurend

niet goedkeurend

Fouten in de verantwoording met effect op wettelijk onverschuldigde betalingen

0%

> 0%

Fouten in de verantwoording (% fout op onderdeel), voor zover er geen effect is op wettelijk onverschuldigde betalingen

≤ 0,1% van het op de instelling van toepassing zijnde fulltime WNT- jaarmaximum

> 0,1% van het op de instelling van toepassing zijnde fulltime WNT-jaarmaximum

Onzekerheden in de

controle

≤ 3%

> 3%

De fouten die bij deze controlewerkzaamheden worden geconstateerd dienen door de verantwoordelijke in het verslaggevingsdocument te worden gecorrigeerd. Indien en voor zover correcties achterwege blijven, meldt de instellingsaccountant dit in de controleverklaring bij het verslaggevingsdocument en betrekt hij de ongecorrigeerde fouten in de foutevaluatie bij de oordeelvorming bij de jaarrekening als geheel.

C. De WNT en accountantscontrole: controleverklaring

De instellingsaccountant stelt integraal vast aan de hand van de uit de WNT-controle verkregen informatie dat bij alle onder de WNT toegestane overschrijdingen van het van toepassing zijnde maximum een motivering in het verslaggevingsdocument is opgenomen.

De instellingsaccountant stelt integraal aan de hand van de uit de WNT-controle verkregen informatie vast dat alle onder de WNT als wettelijk onverschuldigde betalingen aangemerkte bedragen door de verantwoordelijke in het verslaggevingsdocument zijn opgenomen en toegelicht.

Indien de opgenomen personen en functies niet volledig en juist zijn, dan geeft de instellingsaccountant, met inachtneming van de in dit protocol vermelde toleranties, een ander dan goedkeurend getrouwheidsoordeel af en vermeldt hij, voor zover dit in alle redelijkheid mogelijk is, de ontbrekende informatie in zijn verklaring.

Indien het financieel verslaggevingsdocument niet voldoet (WNT artikel 5.2, lid 1 onder a en lid 2) dan meldt de instellingsaccountant dit door middel van een eigen verklaring (pdf) via het webformulier dat beschikbaar is gesteld op de website www.topinkomens.nl .2

D. De WNT en accountantscontrole: melding accountant

Op basis van artikel 5.2, eerste lid, van de WNT meldt de accountant een onverschuldigde betaling aan de minister, indien een vordering op een topfunctionaris of gewezen topfunctionaris uit onverschuldigde betaling:

  • niet in het financieel verslaggevingsdocument is opgenomen, of

  • op het tijdstip waarop de accountant zijn oordeel geeft over het financieel verslaggevingsdocument door de betrokken topfunctionaris nog niet is terugbetaald.

Op basis van artikel 5.2, tweede lid, meldt de accountant de ontbrekende gegevens of het ontbreken van de motivering, aan de minister indien het financieel verslaggevingsdocument niet de juiste in de artikelen 4.1 en 4.2 voorgeschreven gegevens of de in artikel 4.2, vijfde lid, bedoelde motivering bevat.

De hiervoor bedoelde melding geschiedt door de accountant door middel van een eigen verklaring (pdf) via het webformulier dat beschikbaar is gesteld op de website www.topinkomens.nl .3

§ 28. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels toepassing WNT.


X Noot
1

Dit kan ook al in het betreffende verslaggevingsstelsel opgenomen zijn.

X Noot
2

Wanneer de vakminister de mogelijkheid tot elektronische verstrekking heeft opengesteld, meldt de instellingaccountant aldaar met het formulier dat hierbij ter beschikking wordt gesteld.

X Noot
3

Wanneer de vakminister de mogelijkheid tot elektronische verstrekking heeft opengesteld, meldt de instellingaccountant aldaar met het formulier dat hierbij ter beschikking wordt gesteld.

Naar boven