Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 oktober 2013, 2013-651926, houdende wijziging van de bedragen met betrekking tot het wettelijke bezoldigingsmaximum van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector voor 2014

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 2.3, tweede lid, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2.3, eerste lid, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b wordt ‘€ 8069’ vervangen door: € 8263;

b. In onderdeel c wordt ‘€ 33 190’ vervangen door: € 34 871.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 oktober 2013

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

TOELICHTING

Deze regeling strekt er toe voor 2014 de bedragen met betrekking tot het wettelijke bezoldigingsmaximum van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector vast te stellen. Hierdoor kan het wettelijke bezoldigingsmaximum voor 2014 worden bepaald. Dit maximum bedraagt op basis van de nieuwe bedragen voor 2014 € 230.474. Dit bedrag is als volgt vastgesteld.

Het bedrag in artikel 2.3, eerste lid, aanhef, het aandeel in het wettelijke bezoldigingsmaximum voor de beloning, wordt voor 2014 (net als voor 2013) niet geïndexeerd omdat het salaris van het burgerlijk rijkspersoneel in de afgelopen twaalf maanden niet is gewijzigd. Dit betekent dat dit aandeel voor 2014 ongewijzigd op € 187.340 blijft.

Het bedrag in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b, het aandeel voor de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen, wordt aan de hand van de consumentenprijsindex van september 2013 (2,4%) met ingang van 1 januari 2014 verhoogd van € 8.069 naar € 8.263.

Het bedrag in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel c, het aandeel voor de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, wordt verhoogd van € 33.190 naar € 34.871. Dit bedrag komt overeen met de afdracht aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) van een werkgever in de sector rijk bij een beloning van € 187.340 overeenkomstig de publicatie van het ABP Premiepercentages (%) en franchisebedragen (€) van de regelingen van ABP en VUT-fonds per 1 januari 2013.1 Dit zijn de percentages die gelden op het moment van vaststellen van deze ministeriële regeling.

Het bedrag van € 34 871 is als volgt opgebouwd:

Keuzepensioen

187.340 – 10.950

* 17,78%

= 31.362,14

Anw-compensatie

187.340 – 10.950

* 0,075%

= 132,29

Overgangspremie VPL

187.340

* 1,60%

= 2.997,44

Arbeidsongeschiktheidspensioen

187.340 – 19.000

* 0,225%

= 378,77

Totaal

   

34.870,64

Afgerond

   

34.871

Gelet op het voorgaande bedraagt het bezoldigingsmaximum (exclusief de door de werkgever verschuldigde verplichte sociale premies) na indexering voor 2014 € 187.340 + € 8.263 + € 34.871 = € 230.474.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.


X Noot
1

Zie voor deze tabel www.abp.nl

Naar boven