Regeling van de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 17 december 2014, nr. INDUIT14-2207, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de hoofddirecteur ressorterende ambtenaren (Mandaatregeling IND Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014)

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling DGVZ Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun directie betreffen ondermandaat verleend aan:

    • a. de directeur van de klantdirectie Regulier Sociaal Brede Units;

    • b. de directeur van de klantdirectie Regulier Sociaal Overig;

    • c. de directeur van de klantdirectie Regulier Economisch;

    • d. de directeur van de klantdirectie Asiel;

    • e. de directeur van de klantdirectie Naturalisatie;

    • f. de directeur van de directie Procesvertegenwoordiging;

    • g. de directeur van de directie Speciale Diensten en Internationale Samenwerking;

    • h. de directeur van de directie Uitvoeringsstrategie en Advies;

    • i. de directeur van de directie Middelen en Control;

    • j. de directeur van de directie Informatievoorziening;

    • k. de directeur van de directie Human resource;

    • l. het hoofd van het Bureau Ondersteuning Hoofddirectie;

    • m. het hoofd van de afdeling Corporate Communicatie.

Artikel 2

Als bevoegd gezag als bedoeld in het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hen ressorterende ambtenaren, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij deze regeling, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij deze regeling voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Als bevoegd om besluiten te nemen op het terrein van de vreemdelingenwetgeving en van de rijkswet op het Nederlanderschap worden aangewezen de ambtenaren genoemd in kolom 1 van bijlage 3 bij deze regeling voor zover het betreft de rechtshandelingen, genoemd in de overige kolommen van die bijlage.

Artikel 5

Aan de hoofddirecteur blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid tot het vaststellen van de kwalitatieve formatie;

  • b. de bevoegdheid tot het nemen van niet-individuele personeelsbeslissingen;

  • c. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake buitenlandse dienstreizen;

  • d. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies;

  • e. de bevoegdheid tot inhuur van uitzendkrachten dan wel andere externen binnen het primair proces;

  • f. de bevoegdheid tot het aangaan van verplichtingen voor het huren van panden of het aanschaffen van ICT-apparatuur en/of software;

  • g. de bevoegdheid tot de inkoop en inhuur van producten, middelen en diensten voor bedragen vanaf € 300.000.

Artikel 6

Bij verhindering of afwezigheid van de hoofddirecteur treedt de plaatsvervangend hoofddirecteur in alle facetten als hoofddirecteur op.

Artikel 7

De Algemene ondermandaatregeling van het hoofd Immigratie en Naturalisatiedienst 2005 en het Mandaatbesluit personele en financiële aangelegenheden directeuren 2008, voor zover deze inhoudelijk al niet waren vervangen door het Mandaatbesluit BZK 2012, worden ingetrokken.

Voor zover het de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie betreft, wordt artikel 9, tweede lid van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 ingetrokken.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling IND Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Bijlage 1, 2 en 3 bij dit besluit liggen bij het ministerie ter inzage.

Rijswijk, 17 december 2014

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, R.J.T. van Lint

TOELICHTING

Met ingang van 5 november 2012 heeft er een departementale herindeling plaatsgevonden met betrekking tot vreemdelingenzaken (Besluit houdende departementale herindeling met betrekking tot vreemdelingenzaken, Stcrt. 2012, 23043. De taken op het gebied van vreemdelingenzaken, de grensbewaking inzake vreemdelingenzaken en de rijkswet op het Nederlanderschap, zijn overgeheveld van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) naar het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ).

Eén en ander had gevolgen voor de mandaatverlening binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie. Bij de Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 19 november 2012, Stcrt. 2012, 24261, is daarin voorzien door toevoeging van een tweede lid aan artikel 9 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011, waarbij de door of namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verleende mandaten en ondermandaten op het terrein van de vreemdelingenwetgeving en van de rijkswet op het Nederlanderschap die op 4 november 2012 van kracht waren, worden aangemerkt als mandaten die met ingang van 5 november 2012 zijn verleend door of namens de Minister van Veiligheid en Justitie, met dien verstande dat:

  • a. mandaten aan de secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden aangemerkt als mandaten aan de secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • b. mandaten die rechtstreeks zijn verleend aan functionarissen die ressorteren onder het directoraat-generaal Vreemdelingenzaken worden aangemerkt als ondermandaten die overeenkomstig deze regeling zijn verleend.

Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt artikel 9, tweede lid van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 ten aanzien van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie ingetrokken.

In deze regeling wordt door de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan de directeuren de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Veiligheid en Justitie besluiten te nemen (artikel 1, eerste lid).

Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 wordt met verlening en doorgifte van ondermandaat gelijkgesteld de verlening en de doorgifte van volmacht en machtiging.

Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening ten aanzien van het F-mandaat en P-mandaat wordt verwezen naar de toelichting bij de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 (Stcrt. 2011, nr. 22850).

De hoofddirecteur kan nadere instructies geven waaraan een gemandateerde zich moet houden in de uitoefening van de bevoegdheden.

Ingevolge artikel 4 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012, worden besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger ter instemming voorgelegd aan het Centraal Loopbaanberaad van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, R.J.T. van Lint

Naar boven