Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 19 november 2012 (kenmerk: 321936 /12/DP&O), houdende wijziging van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 en de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 in verband met de departementale herindeling met betrekking tot vreemdelingenzaken

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

Besluit:

ARTIKEL I

De Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Het ministerie heeft een hoofdstructuur, bestaande uit de volgende dienstonderdelen (clusters):

  • a. het cluster secretaris-generaal (SG-cluster);

  • b. het cluster plaatsvervangend secretaris-generaal (PSG-cluster);

  • c. het directoraat-generaal Jeugd en Sanctietoepassing (DGJS);

  • d. het directoraat-generaal Politie (DGPOL);

  • e. het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving (DGRR);

  • f. het directoraat-generaal Vreemdelingenzaken (DGVZ);

  • g. de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV);

  • h. de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ).

B

Na artikel 50 wordt een nieuw hoofdstuk VIa ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK VIA DIRECTORAAT-GENERAAL VREEMDELINGENZAKEN (DGVZ)

Artikel 50a
  • 1. Het directoraat-generaal Vreemdelingenzaken (DGVZ) is belast met:

    • a. het uitvoeren van de vreemdelingenwetgeving en van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

    • b. een gereglementeerde en beheerste toelating van vreemdelingen tot Nederland, een gereglementeerd en beheerst verblijf in en vertrek uit Nederland en een gereglementeerde en beheerste terugkeer van vreemdelingen;

    • c. het voeren van de regie op de keten van toegang, toelating, toezicht en terugkeer van vreemdelingen;

    • d. het adviseren van de regering over het vreemdelingenrecht en het -beleid en over het naturalisatie- en nationaliteitsrecht.

  • 2. Het directoraat-generaal Vreemdelingenzaken bestaat uit de volgende dienstonderdelen:

    • a. het bureau Directeur-generaal Vreemdelingenzaken;

    • b. het bureau Regie en Besturing;

    • c. de directie Migratiebeleid (DMB);

    • d. de programmadirectie Identiteitsmanagement en Immigratie (IDMI);

    • e. de dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V);

    • f. de baten-lastendienst Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND);

    • g. het secretariaat van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ);

    • h. het secretariaat Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT).

Artikel 50b

De directeur-generaal wordt secretarieel, organisatorisch en administratief ondersteund door het bureau Directeur-generaal Vreemdelingenzaken.

Artikel 50c

Het bureau Regie en Besturing is belast met de advisering op het gebied van regie- en sturingsvraagstukken, de financiële en andere uitvoeringsconsequenties van beleid en van informatie- en informatiseringsvraagstukken. Het bureau Regie en Bestuur verzorgt tevens het beheer van Europese fondsen.

Artikel 50d
  • 1. De directie Migratiebeleid (DMB) is belast met de zorg voor een gereglementeerde en beheerste toelating tot verblijf in en vertrek uit Nederland of terugkeer van vreemdelingen op een in nationaal en internationaal opzicht maatschappelijk verantwoorde wijze.

  • 2. De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Toezicht, Regulier en Nationaliteit;

    • b. de afdeling Besturing, Informatie en Control;

    • c. de afdeling Asiel, Opvang en Terugkeer;

    • d. de afdeling Juridische en Algemene Zaken.

Artikel 50e

De programmadirectie Identiteitsmanagement en Immigratie (IDMI) is belast met het leveren van een bijdrage aan de verbetering van de informatiehuishouding binnen de Vreemdelingenketen en bij het grenstoezicht, door middel van het realiseren van drie programma’s met een grote ICT-component. Deze programma’s zijn specifiek gericht op vernieuwing van het grensmanagement, de invoering van biometrie in de vreemdelingenketen en de informatisering van de vreemdelingenketen.

Artikel 50f
  • 1. De dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) is als taakorganisatie belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving ten aanzien van vertrek en uitzetting.

  • 2. De dienst bestaat uit:

    • a. de directie Staf;

    • b. de directie Voorbereiden Vertrek;

    • c. de directie Bewaring;

    • d. de directie Operationele Ondersteuning.

Artikel 50g

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is een baten-lastendienst die belast is met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving en van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

Artikel 50h
  • 1. Het secretariaat van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (secretariaat ACVZ) is belast met de ambtelijke ondersteuning van die commissie.

  • 2. Het secretariaat bestaat uit:

    • a. het procescluster Advisering;

    • b. het procescluster Informatie en Documentatie;

    • c. het procescluster Bedrijfsvoering.

Artikel 50i
  • 1. Het secretariaat Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT) is belast met de ambtelijke ondersteuning van die commissie.

  • 2. Hiertoe verricht het secretariaat de volgende taken:

    • a. het verzamelen en bewerken van informatie van toezichthouders en organisaties die betrokken zijn bij het terugkeerproces;

    • b. het organiseren en begeleiden van werkbezoeken;

    • c. het opstellen van concept adviezen.

C

Artikel 65 komt te luiden:

Artikel 65

  • 1. Elk van de dienstonderdelen welke ressorteren onder de in artikel 2 genoemde clusters ontwerpt en onderhoudt een organisatierapport en een formatierapport en, voor zover van toepassing, een taakbesluit en een baten-lastendienstregeling.

  • 2. Voor zover een document als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een dienstonderdeel, genoemd in artikel 2, onder a, b, g en h, is de secretaris-generaal bevoegd het document namens de minister vast te stellen.

  • 3. Voor zover een document als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een dienstonderdeel, genoemd in artikel 2, onder c, d, e en f, is de directeur-generaal onder wie het dienstonderdeel ressorteert, bevoegd het document namens de minister vast te stellen.

  • 4. De secretaris-generaal respectievelijk de directeur-generaal kan de in het tweede respectievelijk derde lid bedoelde bevoegdheid mandateren aan een onder hem ressorterende ambtenaar.

  • 5. Alvorens een document als bedoeld in het eerste lid, kan worden vastgesteld, behoeft dit de instemming van de bestuursraad. De directeur Personeel en Organisatie adviseert de bestuursraad alvorens een beslissing omtrent instemming wordt genomen.

ARTIKEL II

Artikel 9 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Door of namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verleende mandaten en ondermandaten op het terrein van de vreemdelingenwetgeving en van de Rijkswet op het Nederlanderschap, die op 4 november 2012 van kracht waren, worden aangemerkt als mandaten die met ingang van 5 november 2012 zijn verleend door of namens de Minister van Veiligheid en Justitie, met dien verstande dat:

    • a. mandaten aan de secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden aangemerkt als mandaten aan de secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

    • b. mandaten die rechtstreeks zijn verleend aan functionarissen die ressorteren onder het directoraat-generaal Vreemdelingenzaken worden aangemerkt als ondermandaten die overeenkomstig deze regeling zijn verleend.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 5 november 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Met ingang van 5 november 2012 heeft er een departementale herindeling plaatsgevonden met betrekking tot vreemdelingenzaken (Besluit houdende departementale herindeling met betrekking tot vreemdelingenzaken, nr. 12.002584, Stcrt. 2012, nr. 23043 ). De taken op het gebied van vreemdelingenzaken, met inbegrip van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, de dienst Terugkeer en Vertrek, de grensbewaking inzake vreemdelingenzaken en de Rijkswet op het Nederlanderschap, zijn overgeheveld van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) naar het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ).

Eén en ander heeft gevolgen voor de organisatie en de verleende mandaten van het ministerie van Veiligheid en Justitie. De dienstonderdelen op het terrein van immigratie en asiel, die tot 5 november 2012 deel uitmaakten van het ministerie van BZK, zijn thans ondergebracht onder het directoraat-generaal Vreemdelingzaken binnen het ministerie van VenJ, met daarbij de volgende dienstonderdelen:

  • a. het bureau Directeur-generaal Vreemdelingenzaken;

  • b. het bureau Regie en Besturing;

  • c. de directie Migratiebeleid (DMB);

  • d. de programmadirectie Identiteitsmanagement en Immigratie (IDMI);

  • e. de dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V);

  • f. de baten-lastendienst Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND);

  • g. het secretariaat van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ);

  • h. het secretariaat Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT).

Aan deze regeling is terugwerkende kracht gegeven tot en met 5 november 2012.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven