Besluit houdende departementale herindeling met betrekking tot vreemdelingenzaken

Nr. 12.002584

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, d.d. 5 november 2012, kenmerk 3117028;

Gelet op artikel 44 van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Onze Minister van Veiligheid en Justitie wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van vreemdelingenzaken, met inbegrip van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, de Dienst Terugkeer en Vertrek, de grensbewaking inzake vreemdelingenzaken en de Rijkswet op het Nederlanderschap, voor zover deze voor 5 november 2012 was opgedragen aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2

De taken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van het ministerie van Veiligheid en Justitie worden dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 3

De organisatorische, personele en rechtspositionele aspecten van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde herindeling van departementale taken worden uitgewerkt in overleg tussen Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Onze Minister van Veiligheid en Justitie en Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 5 november 2012.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Onze Minister van Veiligheid en Justitie en Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Hoge Colleges van Staat, de Raad van Ministers, de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, van Curaçao en van Sint Maarten en de ministeries.

’s-Gravenhage, 5 november 2012

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte.

TOELICHTING

Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan hetgeen in het eindverslag van formateur drs. M. Rutte van 3 november 2012 is opgenomen inzake de overgang van het terrein van vreemdelingenzaken, met inbegrip van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), de grensbewaking in vreemdelingenzaken en de Rijkswet op het Nederlanderschap, naar de Minister van Veiligheid en Justitie.

De grensbewaking in vreemdelingenzaken betreft de handhaving door de Koninklijke Marechaussee van de wet- en regelgeving waarvoor de Minister van Veiligheid en Justitie verantwoordelijk is. De Koninklijke Marechaussee ressorteert onder de Minister van Defensie en wordt bij de uitvoering van de taken aan de grens aangestuurd door de minister die het aangaat.

De taken en organisatie van het Directoraat-Generaal Vreemdelingenzaken worden overgeheveld van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar het ministerie van Veiligheid en Justitie.

De overige organisatorische alsmede de personele en rechtspositionele aspecten van de overgang van de verantwoordelijkheid voor het genoemde beleidsterrein zullen nader worden uitgewerkt in overleg tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister voor Wonen en Rijksdienst. Dit betreft onder meer de overgang c.q. toerekening van personeel behorende tot algemene, staf- en bedrijfsvoeringsonderdelen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte.

Naar boven