Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 9 juli 2013, nr. IENM/BSK-2013/127535, houdende aanwijzing van toezichthouders en opsporingsambtenaren bij de Inspectie Leefomgeving en Transport betreffende vervoerswetgeving (Besluit aanwijzing toezichthouders en opsporingsambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport betreffende vervoerswetgeving)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 5.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet wegvervoer goederen, artikel 3, eerste lid, van het Besluit van 7 april 1995 houdende aanwijzingen van ambtenaren belast met opsporing als bedoeld in artikel 159, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 7, onderdeel b, van de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot en artikel 87, eerste lid, onderdeel a, en vierde lid, van de Wet personenvervoer 2000;

Besluit:

Artikel 1

De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport belast met toezicht en opsporing worden aangewezen als de ambtenaren van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu bedoeld in:

  • a. artikel 5.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet wegvervoer goederen;

  • b. artikel 3, eerste lid, van het Besluit van 7 april 1995 houdende aanwijzing van ambtenaren belast met opsporing als bedoeld in artikel 159, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 247);

  • c. artikel 7, onderdeel b, van de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot;

  • d. artikel 87, eerste lid, onderdeel a, en vierde lid, van de Wet personenvervoer 2000, met uitzondering van het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 12 tot en met 14 en hoofdstuk II van de Wet personenvervoer 2000 voor zover dit betrekking heeft op concessies door de Minister van Infrastructuur en Milieu verleend voor openbaar vervoer per trein.

Artikel 2

Het Besluit aanwijzing toezichthouders en opsporingsambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport op het gebied van de vervoerswetgeving, vastgesteld bij besluit van 23 april 2012 (Stcrt. 2012, nr. 8845), wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met de datum van inwerkingtreding van de artikelen, bedoeld in artikel 1, onderdelen a tot en met d.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders en opsporingsambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport betreffende vervoerswetgeving.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

Bezwaarschrift

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Met dit besluit, waarbij de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu worden aangewezen als toezichthouders en opsporingsambtenaren op het gebied van enkele vervoerswetten, worden een aantal verwijzingsfouten in het Besluit aanwijzing toezichthouders en opsporingsambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport op het gebied van de vervoerswetgeving van 23 april 2012 (Stcrt. 2012, nr. 8845) hersteld.

Abusievelijk is onder meer verzuimd om bij de inwerkingtreding van de Wet wegvervoer goederen per 1 mei 2009, ter vervanging van de Wet goederenvervoer over de weg, op grond waarvan de minister bevoegd is om personen aan te wijzen als toezichthouder op gebied van het wegvervoer, ook in het aanwijzingsbesluit de verwijzing naar de nieuwe wet op te nemen. Derhalve wordt in onderhavig aanwijzingsbesluit in artikel 1, onderdeel a, alsnog verwezen naar de Wet wegvervoer goederen. Deze wijziging werkt terug tot 1 mei 2009.

Voorts vervalt de verwijzing naar de Wet vervoer binnenvaart, aangezien deze wet per 1 juli 2009 is komen te vervallen en de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport nu rechtstreeks zijn aangewezen als toezichthouders en opsporingsambtenaren in de op de Binnenvaartwet gebaseerde Binnenvaartregeling (zie hiervoor artikel 10.1 Binnenvaartregeling). Bij de Invoeringswet Binnenvaartwet is tevens de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart ingetrokken; de verwijzing hiernaar is in onderhavig aanwijzingsbesluit eveneens komen te vervallen.

Tenslotte is een correcte verwijzing naar de relevante bepaling uit de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot opgenomen.

Vanwege de rechtszekerheid wordt aan dit aanwijzingsbesluit terugwerkende kracht verleend tot en met de dag van inwerkingtreding van de betreffende artikelen die in de genoemde vervoerswetgevingen in artikel 1, onderdelen a tot en met d, ten grondslag liggen aan dit aanwijzingsbesluit.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

Naar boven