Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 27 april 2012, nr. ETM/TM/12017349, houdende wijziging van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten in verband met de bestemming van het nummer 1400 en het vervallen van bijlage 4

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 4.1 van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, onderdeel b, vervalt de zinsnede ‘en waarbij een interconnectie afgiftetarief in rekening wordt gebracht dat niet hoger is dan aangegeven in bijlage 4’.

B

1. Artikel 3, onderdeel d, vervalt.

2. Artikel 3, onderdeel e wordt geletterd d.

3. In artikel 3, onderdeel d (nieuw), wordt ‘bijlage 5’ vervangen door: bijlage 4.

C

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. De regel luidende:

085

Openbare elektronische communicatiediensten waarbij door de nummerhouder een interconnectie afgifte tarief wordt gerekend dat niet hoger is dan aangegeven in bijlage 4

10

nee

wordt vervangen door:

085

Openbare elektronische communicatiediensten

10

nee

b. De regel luidende:

1400

 

Contactcentrum van de gehele overheid

4

Nee

wordt vervangen door:

1400

 

Contactcentrum van de rijksoverheid

4

Nee

c. de regels luidende:

 

1440 t/m 1450

     

1451

 

Contactcentrum van de rijksoverheid

4

Nee

 

1452 t/m 1499

     

worden vervangen door:

 

1440 t/m 1499

     

D

Bijlage 4 vervalt.

E

Het opschrift van bijlage 5 komt te luiden:

BIJLAGE 4. ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3, ONDER D, VAN HET NUMMERPLAN TELEFOON- EN ISDN-DIENSTEN

ARTIKEL II

  • 1. Artikel I, onderdeel C treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdelen A, B, D, en E, treden in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel E, van het Besluit implementatie herziene telecommunicatierichtlijnen in werking treedt.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 april 2012

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd beroepsschrift indienen bij de Rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50950, 3007 BL Rotterdam.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Met dit besluit wordt het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten (hierna: nummerplan) op twee punten gewijzigd. Het betreft ten eerste een herziening van de bestemming van de reeks 14, waarbij een gewijzigde bestemming voor het nummer 1400 wordt ingevoerd en de bestemming van het nummer 1451 komt te vervallen. In de tweede plaats komt bijlage 4, waarin de maximale interconnectietarieven voor de reeks 085 en voor het nomadisch gebruik van geografische nummers zijn vastgelegd, te vervallen.

2. De wijziging van de 14-reeks

De 14-reeks heeft de bestemming ‘geharmoniseerde nummers voor diensten met een bijzonder maatschappelijk belang’. Met het Besluit van de Minister van Economische Zaken van 10 april 2006, nr. ET/TM/6024996, houdende wijziging van het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten in verband met de invoering van een reeks korte telefoonnummers voor contactcentra van de overheid (Stcrt. 77) zijn nummers in de 14-reeks beschikbaar gemaakt ten behoeve van contactcentra van overheidsorganisaties. Het nummer 1400 is daarbij bestemd voor het contactcentrum van de gehele overheid en het nummer 1451 voor het contactcentrum van de Rijksoverheid.

Het specifieke nummer 1451 is destijds gekozen omdat de Postbus 51 Informatiedienst de functie van telefonisch loket van de Rijksoverheid had. Vanaf medio 2012 zal de naam Postbus 51 echter niet langer gebruikt worden. De website van Postbus 51 is eerder al opgegaan in www.rijksoverheid.nl en medio 2012 krijgen de informatiecampagnes de afzender Rijksoverheid. Ook voor het telefonische loket van de Rijksoverheid verdwijnt de naam Postbus 51. Door deze ontwikkelingen heeft het nummer 1451 voor de overheidscommunicatie geen specifieke betekenis meer. De huidige bestemming van het nummer kan daarom vervallen.

Bij de invoering van de huidige bestemming van het nummer 1400 was het eindbeeld destijds: één overheidsbreed contactcentrum, waar eenieder terecht kan met vragen over of voor diensten en producten van de gehele overheid. Ongeacht of het gaat om de gemeente waar iemand woont of werkt, om een andere gemeente, om de EU, de landelijke of provinciale overheid, of om één van de uitvoeringsinstanties. Een eindbeeld waarin uiteindelijk de gehele overheidsdienstverlening bereikbaar zou zijn onder één nummer: 1400. Echter, de visie op deze één-loket gedachte en het centraliseren van overheidsinformatie op een centraal punt is inmiddels bijgesteld. De Rijksoverheid, gemeenten en andere overheidslagen en -organisaties prefereren hun eigen telefonische loket. Hierdoor is het niet langer de verwachting dat het nummer 1400 ingevuld gaat worden volgens de huidige bestemming in het nummerplan.

Het contactcentrum van de Rijksoverheid vereist een ander 14-nummer, nu het nummer 1451, zoals hierboven is uiteengezet, niet langer geschikt is. Nu het eindbeeld van één overheidsbreed contactcentrum achter het nummer 1400 eveneens achterhaald is, is het nummer 1400 het meest geëigende nummer om te worden bestemd als het contactcentrum van de Rijksoverheid.

Het nummer 1400 is bedoeld voor het samenwerkingsverband of het overheidslichaam dat in overeenstemming met de betrokken ministeries de dienstverlening achter dit nummer organiseert en het functioneren daarvan waarborgt. Hierbij kan gedacht worden aan een van de betrokken ministeries of een samenwerkingsverband van de betrokken ministeries.

Deze wijziging van de bestemming van het nummer 1400 neemt overigens niet weg dat het contactcentrum van de Rijksoverheid een doorverwijsfunctie kan vervullen naar andere overheidsloketten. De ervaring leert dat het telefonische loket van de Rijksoverheid (de huidige Postbus 51 Informatiedienst) ook nu al vaak een verwijsfunctie heeft naar andere overheidsloketten. Op termijn zou deze doorverwijsfunctie mogelijk ook de vorm kunnen krijgen van doorverbinden, bijvoorbeeld via spraakherkenning. Dit doet niet af aan de bestemming ‘contactcentrum van de Rijksoverheid’ . De beller wordt door de front office van de Rijksoverheid doorverwezen naar het specifieke juiste loket voor zijn of haar vraag. Ingebruikname van het nummer 1400 kan voorts de bekendheid en het gebruik van de overige 14-nummers, zoals 14+netnummer van de gemeenten, stimuleren.

3. Het intrekken van bijlage 4 (maximale interconnectietarieven)

Met het Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 juli 2006, nr. ET/TM/6046805, houdende wijziging van het nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten: herdefinitie van geografische nummers en invoering van 085 en 091 (Stcrt. 137) is de reeks 085 geïntroduceerd voor aanbieders van openbare elektronische communicatiediensten die niet gebonden willen zijn aan een geografische indeling, maar wel nummers willen hebben met hetzelfde imago als geografische nummers. Daarnaast is de bestemming van geografische nummers verruimd, teneinde mogelijk te maken dat geografische nummers nomadisch kunnen worden gebruikt, oftewel waarbij de dienst niet wordt geboden op een vaste locatie via een netwerkaansluitpunt dat zich in het bij het nummer behorende netnummergebied bevindt.

Teneinde te voorkomen dat het toegestane nomadische gebruik leidt tot een stijging van de eindgebruikerstarieven van geografische nummers, hetgeen het goede imago van geografische nummers zou kunnen aantasten, is aan dit nomadische gebruik een bovengrens voor het gespreksafgiftetarief verbonden. Teneinde te waarborgen dat de nieuwe 085-reeks een imago heeft vergelijkbaar met dat van geografische nummers, is ook voor deze reeks een bovengrens voor het gespreksafgiftetarief vastgelegd. Deze maximale afgiftetarieven zijn in 2006 vastgelegd in bijlage 4 van het nummerplan.

Een aantal ontwikkelingen geeft aanleiding om bijlage 4 nu te laten vervallen. In de eerste plaats is gebleken dat, ondanks de in bijlage 4 vastgelegde maximale interconnectietarieven, meerdere vaste telefonieaanbieders voor oproepen naar 085-nummers hogere eindgebruikerstarieven rekenen dan voor oproepen naar geografische nummers.

In de tweede plaats is er een ontwikkeling bij de vaststelling van fixed terminating access tarieven (FTA) door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA). Deze tarieven worden als referentie gebruikt voor de vaststelling van de maximale gespreksafgiftetarieven zoals vastgelegd in bijlage 4. In de toelichting van de nummerplanwijziging van 4 juli 2006 is opgemerkt dat bijlage 4 dient te worden gewijzigd wanneer zich duidelijke ontwikkelingen naar beneden (of naar boven) aftekenen in de FTA-tarieven van OPTA.

In het nieuwe ontwerpmarktanalysebesluit1 van OPTA zijn de FTA-tarieven naar beneden bijgesteld. In OPTA’s nieuwe ontwerpmarktanalysebesluit is bovendien, anticiperend op het voornemen tot het laten vervallen van bijlage 4, het nieuwe, lagere FTA-tarief ook van toepassing verklaard op 085-nummers. Deze nieuwe FTA-tarieven liggen aanmerkelijk lager dan de maximale gespreksafgiftetarieven in bijlage 4.

In de derde plaats is, ter implementatie van artikel 28 van de Universeledienstrichtlijn het Besluit Interoperabiliteit gewijzigd. Met de wijziging van artikel 28 van de Universeledienstrichtlijn wordt de verplichting om toegang te verlenen verruimd naar alle nummers die voor gebruik in de Europese Unie zijn toegekend. Naast niet-geografische nummers gaat het dan om geografische nummers in nationale nummerplannen van de lidstaten, nummers van de Europese telefoonnummeringsruimte en de Universal International Freephone Numbers. Voorts behelst deze wijziging dat ook de toegang en het gebruik van diensten met gebruikmaking van niet-geografische nummers binnen de Europese Unie moet worden gewaarborgd voor eindgebruikers.

Ter implementatie van deze wijzigingen zijn de artikelen 2 tot en met 5 van het Besluit Interoperabiliteit aangepast. Artikel 5 schrijft voor dat aanbieders van mobiele openbare telefoondiensten en van mobiele openbare elektronische communicatienetwerken voor oproepen naar een 090x-, 0800-, 14-, 116xyz, 18xy-, 084-, 085-, 087- of 088-nummer tarieven of andere vergoedingen hanteren die vergelijkbaar zijn met de tarieven of andere vergoedingen die deze aanbieders hanteren voor oproepen naar geografische nummers, en zij uitsluitend een afwijkend tarief of afwijkende vergoeding hanteren indien dit noodzakelijk is om de extra kosten te dekken die gemoeid zijn met de oproepen naar deze niet-geografische nummers.

Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de verplichting in artikel 5 van het Besluit Interoperabiliteit van toepassing is op andere categorieën aanbieders of op andere categorieën niet-geografische nummers. Gelet op de hogere eindgebruikerstarieven die in de markt worden gehanteerd voor oproepen naar 085-nummers (en ook voor andere niet-geografische nummers, zoals 090x-nummers en 14-nummers), is het voornemen de verplichting in artikel 5 van het Besluit Interoperabiliteit bij ministeriële regeling uit te breiden naar aanbieders van vaste telefonie.

Gelet op de genoemde verplichting in het Besluit Interoperabiliteit waarmee redelijke eindgebruikerstarieven voor 085-nummers nummers worden gewaarborgd, wordt gekozen voor het laten vervallen van bijlage 4 in plaats van het opnemen van geactualiseerde interconnectietarieven in bijlage 4. Hiermee wordt periodieke wijziging van de tarieven in de bijlage overbodig. In de bestemming van de reeks 085 stond een verwijzing naar bijlage 4. Als gevolg van het vervallen van bijlage 4 is de bestemming dienovereenkomstig aangepast.

De genoemde verplichting in het Besluit Interoperabiliteit ziet specifiek op de toegang tot niet-geografische nummers, waarbij de tarieven voor geografische nummers als referentiepunt dienen. Het nomadisch gebruik van geografische nummers valt derhalve buiten de reikwijdte van artikel 5 van het Besluit Interoperabiliteit. Het nomadisch gebruik van geografische telefoonnummers valt wel onder de reikwijdte van OPTA’s bovengenoemde nieuwe ontwerp-marktanalysebesluit MTA/FTA. Voorts, zoals reeds is opgemerkt in de toelichting van de bovengenoemde nummerplanwijziging in 2006 (Stcrt. 137), behoren alle kosten boven het tarief dat gebruikelijk is voor het afleveren van het gesprek in het betreffende netnummergebied, niet voor rekening te komen van de beller. Dus ook kosten van doorschakelen naar andere locaties of netwerken waar de opgeroepene zich zou kunnen bevinden, of andersoortige ‘roaming’-kosten, behoren niet voor rekening van de beller te komen. Eventuele aanvullende waarborgen hiertoe kunnen op een later moment alsnog worden ingevoerd.

4. Consultatie

Conform artikel 4.1, tweede lid, van de Telecommunicatiewet is bij de voorbereiding van de voorliggende nummerplanwijziging de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht toegepast.

Een partij wijst er op dat de implementatie van het nummer 1400 in haar netwerken tijd vraagt. In reactie hierop wordt gewezen op het feit dat het nummer 1400 samen met andere nummers in de 14-reeks reeds in 2006 beschikbaar voor toekenning is gemaakt ten behoeve van contactcentra van overheidsorganisaties. De voorliggende nummerplanwijziging wijzigt slechts de bestemming van het nummer 1400. Naar aanleiding van de nummerplanwijziging in 2006 waarmee nummers in de 14-reeks beschikbaar zijn gemaakt ten behoeve van contactcentra van overheidsorganisaties, worden deze nummers (inclusief het nummer 1400) technisch ondersteund door de Vereniging COIN, het samenwerkingsverband tussen een groot aantal telecomaanbieders. Een groot aantal van deze nummers is reeds daadwerkelijk in gebruik genomen. Bijna 200 gemeenten zijn reeds aangesloten op een 14+netnummer. Het contactcentrum van de Rijksoverheid is voornemens het nummer 1400 in juli 2012 in gebruik te gaan nemen.

Een andere partij vraagt aandacht voor eventuele verwarring die zou kunnen ontstaan tussen de nummers 1400 en 01400, waardoor oproepen verkeerd zouden kunnen worden gerouteerd. In reactie hierop wordt, zoals eerder reeds is opgemerkt, gewezen op het feit dat het nummer 1400 reeds sinds 2006 beschikbaar is voor toekenning. Met de voorliggende nummerplanwijziging wordt slechts de bestemming van het nummer 1400 (licht) gewijzigd. De bestemming van het nummer 01400 dateert van 2009. Met het Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 23 juni 2009, nr. ET/TM/ 8118029 (Stcrt. 117), heeft het nummer 01400 als bestemming gekregen het routeren van oproepen naar nummers in de 14-reeks en netwerktechnische diensten bestaande uit het routeren van oproepen naar overige nummers in de 1-reeks. Het in het nummerplan naast elkaar bestaan van 1400 en 01400 is dus een bestaande situatie. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat de aankomende ingebruikname van het nummer 1400 problemen zal opleveren met het bestaande gebruik van 01400, mede gelet op de publiekscampagne die de Rijksoverheid zal voeren om het publiek bekend te maken met het numer 1400. Er is, afgezien van de voorliggende lichte wijziging van de bestemming van 1400, geen aanleiding de reeds in 2006 en 2009 gemaakte keuzes met betrekking tot de bestemmingen van respectievelijk 1400 en 01400 te herzien.

Dezelfde partij heeft ook een aantal opmerkingen bij het vervallen van bijlage 4. Zij noemt dat het bovengenoemde ontwerpmarktanalysebesluit van OPTA inzake de FTA-tarieven nog niet definitief is en, in afwachting van de vereiste goedkeuring van de Europese Commissie en de mogelijkheid van beroep bij de rechter, bijlage 4 als vangnet wenselijk blijft om de tarieven van de 085-reeks te beperken. In reactie hierop wordt er op gewezen dat bijlage 4 vervalt op het tijdstip dat het nieuwe artikel 5 van het Besluit Interoperabiliteit in werking treedt. Deze wijziging van het Besluit Interoperabiliteit moet nog worden gepubliceerd. Voor artikel 5 geldt vervolgens een overgangstermijn van een jaar. Redelijkerwijs mag worden verwacht dat OPTA’s marktanalysebesluit inzake de FTA-tarieven op het moment van de inwerkingtreding van artikel 5 van het Besluit Interoperabiliteit en het vervallen van bijlage 4 wel definitief is. Bovendien voorziet artikel 5 van het Besluit Interoperabiliteit in de gewenste waarborg dat voor oproepen naar 085-nummers tarieven worden gerekend die vergelijkbaar zijn met de tarieven voor oproepen naar geografische nummers.

Deze partij vraagt voorts welke tarieven een mobiele telefonieaanbieder mag hanteren indien deze aanbieder ervoor zou kiezen 085-nummers te gaan gebruiken; het FTA-tarief of het MTA-tarief (mobile terminating access). Voor de 085-reeks geldt zonder meer het FTA-tarief, ongeacht of nummers uit deze reeks door een vaste of een mobiele telefonieaanbieder worden gebruikt.

Deze partij wijst er op dat in de bestemming van de reeks 085 nog een redactionele wijziging moet worden doorgevoerd gelet op het vervallen van bijlage 4. Deze wijziging is doorgevoerd in artikel I, onderdeel C, onderdeel a. Zij vraagt tevens of in de bestemming van de reeks 085 expliciet zal worden uitgesloten betaalde dienstverlening die door de nummerhouder/nummergebruiker wordt geboden die wordt afgerekend via de telefoonrekening. In reactie hierop wordt er op gewezen dat artikel 1b van het nummerplan hierin reeds voorziet. Artikel 1b bepaalt dat tenzij in de bij een nummer behorende bestemming uitdrukkelijk anders is bepaald, een in het nummerplan opgenomen nummer niet mag worden gebruikt om tegen betaling andere diensten dan elektronische communicatiediensten te leveren indien de betaling van die diensten is opgenomen in de door de aanbieder van de elektronische communicatiedienst opgemaakte rekening.

5. Uitvoeringstoets

Het college heeft, conform artikel 5, eerste lid, van het Informatiestatuut Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, een uitvoeringstoets uitgevoerd (kenmerk OPTA/ACNB/2012/200951 d.d. 20 maart). Het college stelt vast dat het ontwerpbesluit uitvoerbaar en handhaafbaar is en heeft verder geen opmerkingen over het ontwerpbesluit.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A, B, D en E

Deze onderdelen hebben alle betrekking op het laten vervallen van de maximale gespreksafgiftetarieven, die zijn opgenomen in bijlage 4. De juridische grondslag voor bijlage 4 (artikel 3, onderdeel d) vervalt, evenals de verwijzing in artikel 1 naar afzonderlijke maximumtarieven. De bijlage zelf vervalt (onderdeel D). In verband hiermee is bijlage 5 nu bijlage 4 geworden, en is de verwijzing naar bijlage 5 in het nieuwe artikel 3, onderdeel d vervangen door de verwijzing naar de nieuwe bijlage 4.

Artikel I, onderdeel C

In bijlage 1 zijn de wijzigingen van de bestemmingen van de nummers 085, 1400 en 1451 aangepast.

Artikel II, eerste lid

De wijziging van de bestemming van de reeks 14 kan direct in werking treden na de publicatie van dit besluit. Er is geen noodzaak om hiermee te wachten tot de overige onderdelen in werking treden.

Artikel II, tweede lid

Zoals in paragraaf 3 van de toelichting is uiteengezet, hangt het vervallen van (de maximale gespreksafgiftetarieven in) bijlage 4 samen met de wijziging van het Besluit Interoperabiliteit (onderdeel van het Besluit implementatie herziene telecommunicatierichtlijnen). Artikel II, derde lid kan niet in werking treden voordat die wijziging van het Besluit Interoperabiliteit in werking is getreden.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,


X Noot
1

Marktanalyse vaste en mobiele gespreksafgifte, FTA-MTA-3b, ontwerpbesluit voor notificatie, kenmerk OPTA/AM/2011/202782, 12 januari 2012. http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3537.

Naar boven