De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europese Visserijfonds (PbEU L 223);
Gelet op Verordening (EG) nr. 391/2007 van de Commissie van 11 april 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening
(EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader
van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezichts- en controleregelingen (PbEU L 97);
Gelet op Besluit nr. 2010/711/EU van de Commissie van 23 november 2010 inzake een aanvullende financiële bijdrage van de Unie
voor 2010 aan de door de lidstaten gedane uitgaven voor bepaalde projecten op het gebied van de controle, inspectie en bewaking
van visserijactiviteiten (PbEU L 309);
Besluit:
ARTIKEL I
Aan Hoofdstuk 4. Visserij, Titel 4, van de Regeling LNV-subsidies worden na paragraaf 1 twee paragraven met bijbehorende artikelen
toegevoegd, luidende:
§ 1a. Investeringen in weegapparatuur aan boord van vissersvaartuigen
Artikel 4:39a. Subsidiabele activiteiten
-
1. De Minister kan aan de eigenaar van een vissersvaartuig subsidie verstrekken voor de aanschaf en installatie aan boord van
een vissersvaartuig met een lengte over alles van tenminste 12 meter van deiningsgecompenseerde elektronische weegapparatuur
ten behoeve van de weging, bedoeld in artikel 60, derde lid, van verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november
2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid
moet garanderen (PBEU L 343).
-
2. Aan een eigenaar van een vissersvaartuig wordt slechts subsidie verstrekt indien:
-
a. de elektronische weegapparatuur gekoppeld wordt aan een systeem van elektronische registratie- en meldapparatuur, bedoeld
in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling
die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PBEU L 343);
-
b. de elektronische weegapparatuur voldoet aan de voorschriften van richtlijn nr. 2009/23/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PBEU L 122) voor een weegwerktuig van ten hoogste klasse
IIII, en
-
c. de aanschaf en installatie van de elektronische weegapparatuur aan boord van een vissersvaartuig plaatsvinden na 1 juni 2011
doch uiterlijk 31 december 2011.
-
3. Artikel 4:34, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4:39b. Rangschikking in volgorde van ontvangst
Artikel 1:6 is van toepassing.
Artikel 4:39c. Indiening aanvraag tot subsidievaststelling
De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van nota’s en betaalbewijzen van de aanschaf en installatie van de elektronische
weegapparatuur en de koppeling daarvan aan het systeem van elektronische registratie- en meldapparatuur waarop de gemaakte
kosten zijn gespecificeerd.
Artikel 4:39d. Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger voert de activiteiten, bedoeld in artikel 4:39a, eerste lid, uit vóór 1 januari 2012.
Artikel 4:39e. Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten
Artikel 4:39f. Hoogte subsidie
-
1. De subsidie bedraagt ten hoogste 40% van de subsidiabele kosten.
-
2. De subsidie bedraagt ten hoogste € 4.000,–.
§ 1b. Investeringen in elektronische registratie- en meldapparatuur en in satellietvolgapparatuur aan boord van vissersvaartuigen
Artikel 4:39g Subsidiabele activiteiten
-
1. De Minister kan aan de eigenaar van een vissersvaartuig subsidie verstrekken voor de aanschaf en installatie aan boord van
een vissersvaartuig met een lengte over alles van 12 tot 15 meter van:
-
a. elektronische registratie- en meldapparatuur bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november
2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid
moet garanderen (PBEU L 343);
-
b. satellietvolgapparatuur bedoeld in artikel 9 van de in onderdaal a genoemde verordening, of
-
c. een gëintegreerde combinatie van de onder a en b bedoelde apparatuur.
-
2. Aan een eigenaar van een vissersvaartuig wordt slechts subsidie verstrekt indien
de aanschaf en installatie van de in het eerste lid bedoelde apparatuur aan boord van een vissersvaartuig plaatsvinden na
1 juni 2011 doch uiterlijk 31 december 2011.
Artikel 4:39h Rangschikking in volgorde van ontvangst
Artikel 1:6 is van toepassing.
Artikel 4:39i Indiening aanvraag tot subsidievaststelling
-
1. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van nota’s en betaalbewijzen van de aanschaf en installatie van apparatuur,
bedoeld in artikel 4:39g, eerste lid, waarop de gemaakte kosten zijn gespecificeerd.
-
2. In afwijking van artikel 1:8, eerste lid, wordt een aanvraag tot subsidievaststelling ingediend bij de Directeur Agroketens
en Visserij met gebruikmaking van een daartoe door de Directie Agroketens en Visserij verstrekt formulier.
-
3. De subsidie voor satellietvolgapparatuur wordt vastgesteld onder voorbehoud van de totstandkoming van een besluit van de
Commissie van de Europese Gemeenschappen inzake een financiële bijdrage van de Unie aan de door de lidstaten gedane uitgaven
voor bepaalde projecten op het gebied van de controle, inspectie en bewaking van visserijactiviteiten waarin daarvoor aan
Nederland een bijdrage wordt toegekend.
Artikel 4:39j Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger voert de activiteiten, bedoeld in artikel 4:39g, eerste lid, uit vóór 1 januari 2012.
Artikel 4:39k Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten
Artikel 4:39l Hoogte subsidies
ARTIKEL II
Het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 80 wordt vernummerd tot 79a.
B
Aan Hoofdstuk 4, Titel 2, worden twee paragrafen met bijbehorende artikelen toegevoegd, luidende:
§ 2. Investeringen in weegapparatuur
Artikel 79b
-
1. Aanvragen voor de vaststelling van subsidie voor de aanschaf en installatie van elektronische weegapparatuur als bedoeld
in artikel 4:39a, eerste lid, van de regeling, kunnen worden ingediend in de periode van 1 juli 2011 tot en met 1 februari
2012.
-
2. Het subsidieplafond bedraagt € 600.000,–.
Artikel 79c
In afwijking van artikel 1:2, tweede lid, van de regeling kan subsidie worden verleend voor activiteiten die zijn aangevangen
voor de subsidievaststelling op voorwaarde dat de activiteiten zijn aangevangen na 1 juni 2011.
Artikel 79d
Er worden geen voorschotten verleend.
§ 3. Investeringen in elektronische registratie- en meldapparatuur en in satellietvolgapparatuur
Artikel 79e
-
1. Aanvragen voor de vaststelling van subsidie voor de aanschaf en installatie van elektronische registratie- en meldapparatuur,
van satellietvolgapparatuur of van een geïntegreerde combinatie van deze apparatuur als bedoeld in artikel 4:39g, eerste lid,
van de regeling kunnen worden ingediend in de periode van 1 juli 2011 tot en met 1 februari 2012.
-
2. Het subsidieplafond bedraagt € 157.500,– voor alle apparatuur, bedoeld in artikel 4:39g, eerste lid, van de regeling gezamenlijk.
Artikel 79f
In afwijking van artikel 1:2, tweede lid, van de regeling kan subsidie worden verleend voor activiteiten die zijn aangevangen
voor de subsidievaststelling op voorwaarde dat de activiteiten zijn aangevangen na 1 juni 2011.
Artikel 80
Er worden geen voorschotten verleend.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Algemeen
Met de onderhavige regeling tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies (hierna: regeling) en het Openstellingsbelsuit LNV-subsidies
2011 wordt een drietal subsidies voor de aanleg van apparatuur aan boord van vissersvaartuigen geïntroduceerd. Het betreft:
-
– een nieuwe subsidiemogelijkheid voor de aanschaf en installatie van elektronische weegschalen aan boord van vissersvaartuigen;
-
– de subsidie voor de aanschaf en installatie van elektronische registratie- en meldapparatuur en voor satellietvolgapparatuur
ten behoeve van de kleinste categorie vissersschepen.
In het navolgende wordt op deze subsidies ingegaan.
2. Weegschalen op vissersvaartuigen
De nieuwe paragraaf 1a van Hoofdstuk 4, Titel 4, van de regeling introduceert de mogelijkheid om subsidie toe te kennen voor
de modernisering van vissersvaartuigen voor zover gericht op de aanschaf en het installeren van weegschalen aan boord van
die vaartuigen. Daarbij gaat het om een specifieke investeringsregeling die naast de algemene regeling voor investeringen
in vissersvaartuigen uit paragraaf 1 van deze titel uit de regeling geldt.
De subsidie vindt zijn grondslag in artikel 25, tweede lid, van Verordening nr. 1198/2006 van de Raad van de Europese Unie
van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (EVF-verordening). Hierin is opgenomen dat steun verleend kan worden voor
investeringen in de modernisering van vissersvaartuigen die gericht zijn op (onder andere) de productkwaliteit. Dit op voorwaarde
dat de vangstcapaciteit van het vissersvaartuig niet wordt vergroot.
In het navolgende wordt nader op deze subsidiemogelijkheid ingegaan.
Met ingang van 1 januari 2011 is artikel 60 van de controleverordening in werking getreden (Verordening (EG) nr. 1224/2009
van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van
het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen en tot wijziging of intrekking van een aantal overige verordeningen).
Dit artikel 60 schrijft voor dat alle visserijproducten worden gewogen bij aanlanding, tenzij de lidstaat een door de Europese
Commissie goedgekeurd steekproevenplan heeft aangenomen. Weging vindt plaats voordat de visserijproducten worden opgeslagen,
vervoerd of verkocht. De weegresultaten worden gebruikt voor de invulling van de aangiften van aanlanding, het vervoersdocument,
de verkoopdocumenten en de aangiften van overname. Voor dit systeem van wegen bij aanlanding zijn twee alternatieven geregeld.
Zo kan op grond van artikel 61 van de controleverordening een lidstaat onder voorwaarden toestaan dat visserijproducten worden
gewogen na vervoer vanaf de plaats van aanlanding en kunnen ingevolge artikel 60, derde lid, van de controleverordening lidstaten
toestaan dat visserijproducten aan boord van een vissersvaartuig worden gewogen mits dit geschiedt overeenkomstig een goedgekeurd
bemonsteringsplan. In dat geval is de kapitein van het vaartuig verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de weging.
Vooral vaartuigen waarvan de vangst na aanlanding naar een elders gelegen afslag wordt vervoerd hebben grote baat bij weging
aan boord aangezien elke tussenhandeling aan wal – afgezien van de daarmee gemoeide tijd – tot kwaliteitsverlies van het visserijproduct
leidt. Ook handhavingstechnisch zijn hiermee de minste lasten gemoeid omdat weging na vervoer noopt tot een vrij omvangrijk
en sluitend systeem van controle met betrekking tot de overslag en het vervoer tot aan die weging toe.
De thans geïntroduceerde subsidie entameert de aanschaf en installatie van de bedoelde weegschalen en draagt als zodanig bij
aan het behoud van de productkwaliteit.
Daarbij gaat het om weegschalen aan boord van schepen met een lengte over alles van 12 meter of meer.
Voor deze schepen geldt ingevolge artikel 15 van de controleverordening tevens de verplichting (of gaat de verplichting gelden)
tot het voeren van een elektronisch logboek. Voor schepen met een lengte over alles van 24 meter of meer is die logboekverplichting
al ingegaan per 1 januari 2010. Voor schepen met een lengte over alles van 15 tot 24 meter gaat deze verplichting per 1 juli
2011 in. Voor de kleinste categorie schepen (van 12 tot 15 meter) zal de verplichting per 1 januari 2012 ingaan. Daar de gevangen
hoeveelheid vis deel uitmaakt van de gegevens die in een visserijlogboek dienen te worden bijgehouden, is de koppeling of
mogelijke koppeling van de weegschaal aan het systeem van het elektronisch logboek een voorwaarde voor subsidieverstrekking.
Op deze wijze wordt bij de subsidiering van de weegschalen ingespeeld op de toekomstige verplichtingen.
Op grond van het Operationeel Programma ‘Perspectief voor een duurzame visserij’ van 17 december 2007 mag aan eigenaren van
vissersvaartuigen die gebruik maken van de subsidiemogelijkheid voor investeringen gedurende de gehele programmaperiode van
het EVF (1 januari 2007 tot en met 31 december 2013) niet meer financiële steun per vaartuig worden toegekend dan een kwart
van de nieuwwaarde van het betreffende vaartuig. Deze voorwaarde is niet alleen opgenomen in artikel 4:34, derde lid, van
de regeling, maar tevens bij deze bijzondere subsidiemogelijkheid voor de weegschalen. De nieuwwaarde van een vaartuig wordt
bepaald aan de hand van de prijs van het vissersvaartuig op de nationale markt of de verzekerde waarde ervan (artikel 23,
derde lid, onderdeel a, van de EVF-verordening).
Eveneens geldt als voorwaarde om voor subsidieverstrekking in aanmerking te komen dat het schip vijf jaar of ouder moet zijn.
Dit vloeit voort uit artikel 25, eerste lid, van de EVF-verordening.
De subsidie bedraagt ten hoogste 40% van de subsidiabele kosten en kent een maximum van € 4.000,–.
De subsidiabele kosten zijn opgenomen in artikel 4:39e van de regeling. Het gaat hierbij om kosten die direct verbonden zijn
met de installatie van de weegschaal. Hieronder vallen de kosten voor de aanschaf en installatie van de weegschaal, maar ook
kan gedacht worden aan het vervangen van elektrotechniek, leidingwerk en andere kosten die gemaakt worden voor de aanpassing
van het vissersvaartuig ten behoeve van de installatie en voor de koppeling van de weegschaal aan het elektronisch logboek.
Aanvragen kunnen bij de Dienst Regelingen worden ingediend gedurende de periode 1 juli tot en met 1 februari 2012 en het subsidieplafond
is vastgesteld op € 600.000,–. Deze twee aangelegenheden zijn neergelegd in het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011. De
bij artikel II van deze regeling geïntroduceerde paragraaf 2 van Hoofdstuk 4, titel 2, van dat besluit voorziet hierin.
De met dit onderdeel gemoeide administratieve lasten zijn zo gering mogelijk gehouden. Zo zal na indiening van de aanvragen
meteen kunnen worden overgegaan tot vaststelling van de subsidie, uiteraard voor zover aan de vereisten wordt voldaan en de
aanvraag volledig is bevonden. Het betreft een relatief eenvoudige subsidiemogelijkheid. Er worden circa 150 aanvragen verwacht.
Uitgaande van het uurtarief van € 37,– kan een totaal aan administratieve lasten worden berekend van € 16.928, inclusief eventuele
bezwaar- en beroepskosten (€ 113,– per aanvrager). De relatieve administratieve lasten bedragen op het totale beschikbare
subsidiebedrag slechts 2.8%.
3. Elektronische registratie- en meldapparatuur en satellietvolgapparatuur
Reeds eerder zijn subsidies verstrekt voor de aanschaf en installatie van elektronische registratie- en meldapparatuur (ERS;
ook wel het elektronisch logboek) en van satellietvolgapparatuur (VMS) aan boord van vissersschepen. Voor de ERS heeft dit
plaatsgevonden in het kader van de (wijziging van de) Regeling LNV-subsidies (Stcrt. 2009, 19762) en voor de VMS zijn er zowel in 2003 als 2004 subsidiemogelijkheden geopend (Stcrt. 2003, 128 en Stcrt. 2004, 45). Daarbij ging het in alle gevallen om subsidiering van de aanschaf en installatie van de genoemde apparatuur op vissersschepen
met een lengte over alles van meer dan 15 meter. Thans worden deze subsidies ook mogelijk gemaakt voor schepen met een lengte
over alles van 12 tot 15 meter. Deze fasering in de subsidiering houdt verband met de gefaseerde inwerkingtreding van de verplichting
tot het aan boord hebben van die apparatuur ingevolge de controleverordening. Ook bij deze subsidies is voorzien in een Europese
bijdrage, zij het dat deze gebaseerd is op Verordening (EG) nr. 391/2007 van de Commissie van 11 april 2007 tot vaststelling
van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij
de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezichts- en controleregelingen
(PbEU L 97).
In totaal zal naar verwachting een 35-tal schepen van de subsidiemogelijkheid gebruikmaken, reden waarom ook de uitvoering
van deze subsidiemogelijkheid eenvoudig is gehouden en de aanvragen bij de Directeur Agroketens en Visserij van het Ministerie
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie kunnen worden ingediend.
Bij akkoordbevinding van de aanvraag zal – evenals bij de subsidie voor weegschalen – meteen tot subsidievaststelling kunnen
worden overgegaan.
Uitgaande van het uurtarief van € 37,– kan een totaal aan administratieve lasten worden berekend van € 3.950, inclusief eventuele
bezwaar- en beroepskosten (€ 113,– per aanvrager). De relatieve administratieve lasten bedragen op het totale beschikbare
subsidiebedrag van € 157.500 dan ook slechts 2.5%.
4. Inwerkingtreding / VVM
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
In concreto zullen subsidieaanvragen vanaf 1 juli kunnen worden ingediend.
Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de Vaste Verandermomenten,
inhoudende dat ministeriële regelingen per de eerste van elk kwartaal inwerking treden en minimaal twee maanden voordien worden
gepubliceerd. Reden voor deze afwijking is het feit dat de Europese Commissie pas onlangs heeft besloten tot medefinanciering
van de subsidies. Ook heeft publicatie van de Europese Uitvoeringsverordening 404/2011 pas eind april plaatsgevonden. Overigens
zijn de betrokken visserijbedrijven reeds uit andere hoofde op de hoogte gesteld van de in deze regeling vervatte subsidiemogelijkheden
zodat zij voldoende tijd hebben gehad om zich hierop voor te bereiden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.