Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 december 2009, nr. 72367, houdende wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

  • Beschikking nr. 2009/746/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 oktober 2009 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenshap voor 2009 aan de programma’s van de lidstaten met betrekking tot de controle, inspectie, en bewaking van visserijactiviteiten (PbEU L 267);

  • artikel 4 van de verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van verordening (EG) nr. 70/2001 (PbEU L 358);

  • Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU L 30);

  • Verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 337);

  • de artikelen 2, 4 en 7 van de Kaderwet LNV-subsidies en de artikelen 1:3, 1:7, 1:8, 1:15, 1:16, 1:17 en 4:1, vierde lid, van de Regeling LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1:8 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag tot subsidieverlening of subsidievastelling voor een subsidie als bedoeld in paragraaf 3.5 Bioraffinage van de Subsidieregeling energie en innovatie ingediend bij het agentschap SenterNovem van het Ministerie van Economische Zaken.

B

In artikel 4:1, eerste lid, wordt na ‘verordening nr. 510/2006: Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PbEU L 93)’ ingevoegd:

  • verordening nr. 1077/2008: Verordening (EG) nr. 1077/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 november 2008 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EG) 06/1966 van de Raad betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 07/1566;.

C

Na artikel 4:60 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 5. Investeringen in elektronische registratie- en meldapparatuur

Artikel 4:61 Subsidiabele activiteiten
  • 1. De Minister kan aan de eigenaar van een vissersvaartuig subsidie verstrekken voor de aanschaf en installatie van elektronische registratie- en meldapparatuur aan boord van:

    • a. een vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 24 meter, of

    • b. een vissersvaartuig met een lengte over alles van 15 tot en met 24 meter.

  • 2. Aan een eigenaar van een vissersvaartuig wordt slechts subsidie verstrekt indien:

    • a. de elektronische registratie- en meldapparatuur voldoet aan de vereisten, bedoeld in verordening nr. 1077/2008;

    • b. de kosten voor de aanschaf en installatie van elektronische registratie- en meldapparatuur aan boord van een vissersvaartuig zijn gemaakt na 1 januari 2009, en

    • c. de elektronische registratie- en meldapparatuur geïnstalleerd wordt op een vissersvaartuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen a en b, van verordening nr. 1077/2008.

Artikel 4:62 Rangschikking in volgorde van ontvangst

Artikel 1:6 is van toepassing.

Artikel 4:63 Indiening aanvraag tot subsidievaststelling
  • 1. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van nota’s en betaalbewijzen van de aanschaf en installatie van de elektronische registratie- en meldapparatuur waarop de gemaakte kosten zijn gespecificeerd.

  • 2. In afwijking van artikel 1:8, eerste lid, wordt een aanvraag tot subsidievaststelling ingediend bij de Directeur Agroketens en Visserij met gebruikmaking van een daartoe door de Directie Agroketens en Visserij verstrekt formulier.

  • 3. De subsidie wordt vastgesteld onder voorbehoud van geen bezwaar van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen de melding, bedoeld in artikel 9 van verordening (EG) 2007/391 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 april 2007 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat beteft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen.

Artikel 4:64 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft de activiteiten, bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, uitgevoerd respectievelijk voert die activiteiten, uit:

  • a. voor 1 januari 2010 indien de subsidie verstrekt wordt voor de aanschaf en installatie van elektronische registratie- en meldapparatuur aan boord van een vissersvaartuig als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, onderdeel a;

  • b. voor 1 juli 2010 indien de subsidie verstrekt wordt voor de aanschaf en installatie van elektronische registratie- en meldapparatuur aan boord van een vissersvaartuig als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 4:65 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten
  • 1. De volgende kosten komen in aanmerking voor de subsidie:

    • a. kosten voor de aanschaf van apparatuur als bedoeld in artikel 4:61;

    • b. kosten voor de installatie van apparatuur als bedoeld in artikel 4:61; en

    • c. kosten voor de aanpassing van het vissersvaartuig ten behoeve van de installatie van apparatuur als bedoeld in artikel 4:61.

  • 2. Verschuldigde BTW komt niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 4:66 Hoogte subsidie
  • 1. De subsidie bedraagt ten hoogste 95% van de subsidiabele kosten.

  • 2. De subsidie bedraagt ten hoogste € 4500,–.

D

Bijlage 2 van de Regeling LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel B van hoofdstuk 5 komt te luiden:

  • B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn kleine of middelgrote landbouwonderneming die een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde voor zwevende deeltjes (PM10) overschrijden of dreigen te overschrijden op of na het bijbehorende tijdstip van ingang.

2. Na onderdeel D wordt een nieuw onderdeel toegevoegd:

  • E. Verplichtingen van de subsidieontvanger als bedoeld in artikel 2:39.

    De subsidieontvanger start voor 11 juni 2011 met de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.

ARTIKEL II

Het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, derde gedachtestreepje, komt te luiden:

  • verordening 73/2009: Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU L 30);

B

In artikel 2, tweede gedachtestreepje, wordt de zinsnede ‘met uitzondering van subsidies genoemd in paragraaf 1’ vervangen door: met uitzondering van subsidies genoemd in paragraaf 1 en 5.

C

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 2:8, eerste lid, van de regeling kunnen worden ingediend door landbouwondernemingen die rechtstreekse betalingen uit hoofde van verordening (EG) nr. 73/2009 ontvangen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De aanvragen kunnen worden ingediend:

    • a. in de periode van 4 januari tot en met 26 februari 2010, of

    • b. in de periode van 2 augustus tot en met 30 september 2010.

D

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

Het subsidieplafond voor subsidies voor investeringen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt:

  • a. € 300.000 voor aanvragen ingediend in de periode, bedoeld in artikel 9, vierde lid, onderdeel a;

  • b. € 300.000 voor aanvragen ingediend in de periode, bedoeld in artikel 9, vierde lid, onderdeel b.

E

Na artikel 44 wordt in titel 5 een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 5. Investeringen in technieken ter vermindering van de uitstoot fijn stof

Artikel 44a
  • 1. Aanvragen tot subsidieverlening voor een investering in een techniek ter vermindering van de uitstoot fijn stof als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 5, punt A, van de regeling kunnen worden ingediend door landbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 5, punt B, van de regeling.

  • 2. De aanvragen kunnen worden ingediend in de periode van 4 januari 2010 tot en met 31 december 2010.

  • 3. De Minister rangschikt de aanvragen overeenkomstig artikel 1:6 van de regeling.

  • 4. Er kan slechts één aanvraag worden ingediend per inrichting bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, van de Wet Milieubeheer.

Artikel 44b

Er worden geen voorschotten verleend.

Artikel 44c

Aanvragen tot subsidievaststelling kunnen worden ingediend tot een jaar na subsidieverlening.

Artikel 44d

In afwijking van artikel 1:15, derde lid, van de regeling komt niet-verrekenbare BTW niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 44e

De subsidie bedraagt 60% van de subsidiabele kosten.

Artikel 44f

Het subsidieplafond bedraagt € 20.000.000.

F

In artikel 48 wordt na ‘Hoofdstuk 2, Titel 12,’ ingevoegd: paragraaf 1,.

G

Na artikel 49 worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 49a

Aanvragen tot garantstellingen als bedoeld in Hoofdstuk 2, Titel 12, paragraaf 2, van de regeling kunnen worden ingediend in de periode van 4 januari tot en met het tijdstip dat de Commissie van de Europese Unie verstrekking van steun in de vorm van garanties aan landbouwondernemingen op grond van punt 4.2.2 van de Mededeling van de Commissie – Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis (PbEU C 16), na aanmelding als bedoeld in punt 5.2 van dat kader, aan de Nederlandse autoriteiten heeft toegestaan.

Artikel 49b

  • 1. Het subsidieplafond voor aanvragen als bedoeld in artikel 2:82 van de regeling bedraagt € 100.000.000.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde plafond is tevens van toepassing op aanvragen die in 2009 zijn ingediend.

H

In artikel 60 wordt ‘€ 2.500.000’ vervangen door: € 3.000.000.

I

Na artikel 60 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 60a

Een aanvraag tot voorschotverlening gaat vergezeld van een overzicht van de liquiditeitsbehoefte van de aanvrager.

J

Na artikel 62 wordt een titel ingevoegd, luidende:

TITEL 4. INVESTERINGEN IN ELEKTRONISCHE REGISTRATIE- EN MELDAPPARATUUR

Artikel 62a
  • 1. Aanvragen voor de vaststelling van subsidie voor de aanschaf en installatie van elektronische registratie- en meldapparatuur als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de regeling kunnen worden ingediend:

    • a. in de periode van 1 januari tot en met 26 februari 2010 voor zover de subsidievaststelling betrekking heeft op een vaartuig als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, onderdeel a, van de regeling;

    • b. in de periode van 1 juli tot en met 31 augustus 2010 voor zover de subsidievaststelling betrekking heeft op een vaartuig als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, onderdeel b, van de regeling.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt € 1.800.000,–.

Artikel 62b

In afwijking van artikel 1:2, tweede lid, van de regeling kan subsidie worden verleend voor activiteiten die zijn aangevangen voor de subsidievaststelling op voorwaarde dat de activiteiten zijn aangevangen na 1 januari 2009.

K

Na Hoofdstuk 5. Overige bepalingen slotbepalingen wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 62c

  • 1. Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 3.5.2 van de Subsidieregeling energie en innovatie kunnen worden ingediend in de periode van 1 januari 2010 tot en met 15 maart 2010, 17:00.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt:

    • a. voor aanvragen tot verlening van subsidie voor demonstratieprojecten als bedoeld in artikel 3.5.2, eerste lid, onderdeel a en c, van de Subsidieregeling energie en innovatie, €8.000.000;

    • b. voor aanvragen tot verlening van subsidie voor pilotprojecten als bedoeld in artikel 3.5.2, tweede lid, onderdeel b en c, van de Subsidieregeling energie en innovatie, €2.000.000.

L

Onder vervangen van de punt aan het slot van onderdeel c door een komma, wordt aan artikel 63 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. de subsidieplafonds, bedoeld in artikel 12, onderdeel a en onderdeel b, met het bedrag overgebleven door het niet bereiken van een van deze subsidieplafonds.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 december 2009

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010. De wijzigingen hebben betrekking op verschillende onderdelen van de regelingen.

1. Elektronisch logboek

Om te beginnen wordt de mogelijkheid om vissers een financiële bijdrage te verschaffen voor de aanschaf en installatie van elektronische registratie- en meldapparatuur, het elektronisch logboek, geopend.

Op grond van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van Verordening (EG) 1077/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1566/2007 (hierna: verordening nr. 1077/2008), is het elektronisch logboek voor vissersvaartuigen vanaf 24 meter vanaf 1 januari 2010 verplicht. Vanaf 1 juli 2011 geldt deze verplichting op grond van de genoemde Europese verordening ook voor vissersvaartuigen vanaf 15 meter (artikel 1, eerste lid, onderdeel b, verordening nr. 1077/2008). Gelet op de administratieve lasten vermindering die het gebruik van een elektronisch logboek met zich brengt, heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit besloten om de toepassing van van het elektronisch logboek voor vaartuigen van 15 tot en met 24 meter verplicht te stellen vanaf 1 juli 2010. Deze verplichting is opgenomen in een wijziging van de Regeling eisen administratie en registratie inzake uitoefening zeevisserij, die gelijktijdig met de onderhavige regeling inwerking zal treden.

Gelet op het feit dat vaartuigen vanaf 24 meter al op 1 januari 2010 moeten voldoen aan de verplichting als opgenomen in verordening nr. 1077/2008, moeten de aanschaf en installatie van de meld- en registratieapparatuur waarvoor op grond van deze regeling subsidie ontvangen kan worden, voor die datum zijn afgerond.

Op basis van beschikking 2009/746/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 oktober 2009 inzake de financiële bijdrage voor de uitvoering van door de lidstaten voor 2009 geplande acties voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende controle-, inspectie- en toezichtregelingen (PbEU L 267) kan een financiële bijdrage worden verstrekt voor de aanschaf van elektronische registratie- en meldapparatuur.

De subsidie voor de aanschaf en installatie van de registratie- en meldapparatuur wordt slechts verleend als het elektronische registratie- en meldapparatuur voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in verordening nr. 1077/2008. Dit betekent onder andere dat de registratie- en meldapparatuur moet functioneren. De appartuur wordt in ieder geval geacht te functioneren als de Algemene Inspectie Dienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een signaal ontvangen heeft van het betreffende vissersvaartuig. Verder mogen de kosten voor de aanschaf en installatie van de apparatuur niet gemaakt zijn voor 1 januari 2009. Dit vereiste is opgenomen in artikel 7, eerste lid, van verordening (EG) 2007/391 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 april 2007 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat beteft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (hierna: verordening nr. 2007/391). Dit artikel regelt dat kosten alleen subsidiabel zijn als ze zijn gemaakt na 1 januari van het jaar waarin het jaarlijkse visserijprogramma, bedoeld in artikel 20 Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht, bij de Europese Commissie is ingediend. Het visserijcontroleprogramma is na 1 januari 2009 ingediend. Hierin is opgenomen dat het project zoals opgenomen in het visserijcontroleprogramma loopt tot 1 januari 2010. Het project zal echter langer lopen doordat de verplichting voor vaartuigen van 15-24 meter pas zal gelden vanaf 1 juli 2010 in plaats vanaf 1 januari 2010 zoals eerder voorzien. De wijziging van de looptijd van het project zal gemeld worden aan de Europese Commissie. De subsidies die op grond van deze regeling zullen worden toegekend, worden daarom toegekend onder voorbehoud van geen bezwaar van de Europese Commissie tegen de melding, bedoeld in artikel 9 verordening nr. 2007/391 (artikel 4:63, derde lid).

Aanvragen voor subsidie voor vaartuigen van 24 meter of meer kunnen worden ingediend in de periode 1 januari 2010 tot en met 26 februari 2010. Aanvragen voor subsidie voor vaartuigen van 15 tot en met 24 meter kunnen worden ingediend van 1 juli tot en met 31 augustus 2010. Gelet op het feit dat de groep vaartuigen van 24 meter of meer op grond van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van verordening (EG) 1077/2008 al op 1 januari 2010 moet beschikken over een elektronisch logboek is er voor gekozen het subsidieverleningsbesluit en het subsidievaststellingsbesluit samen te laten vallen. Dit voorkomt onnodige administratieve lasten. Voor vaartuigen met een lengte over alles van 15 tot en met 24 meter wordt, om onnodige adminstratieve lasten te voorkomen, dezelfde procedure gevolgd. De aanvragen kunnen door eigenaren van vissersvaartuigen worden ingediend bij de Directeur van de directie Agroketens en Visserij.

2. Verordening 73/2009

Artikel II, onderdeel A houdt verband met de intrekking van verordening 1782/2003 door verordening 73/2009. Er vinden geen inhoudelijke wijzigingen plaats in de betreffende regelingen.

3. Bioraffinage

Aanvragen tot subsidieverlening of subsidievaststelling voor een subsidie als bedoeld in paragraaf 3.5 Bioraffinage van de Subsidieregeling energie en innovatie worden conform artikel 3.5.15 van de Subsidieregeling energie en innovatie ingediend bij het agentschap SenterNovem van het Ministerie van Economische Zaken. Daarom wordt met Artikel I, onderdeel A, artikel 1:8 van de Regeling LNV-subsidies aangevuld.

De regeling Bioraffinage in de Subsidieregeling energie en innovatie is een regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die gebaseerd is op de kaderwet LNV-subsidies en daarom worden de subsidieplafonds en de openstellingstermijn voor de aanvragen geregeld in artikel 62C van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies. De openstellingsperiode sluit op 15 maart 2010 om 17:00.

4. Collectieve acties

Artikel II, onderdeel H voorziet in een ophoging van het subsidieplafond voor de uitvoering van projecten in het kader van collectieve actie als opgenomen in artikel 4:22, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies. Het subsidieplafond wordt verhoogd omdat de verwachting bestaat dat er een toenemende belangstelling zal bestaan bij vissersondernemers en maatschappelijke partijen actief in de visserij voor het opzetten van gezamenlijke samenwerkingsprojecten en -trajecten ter ondersteuning van de omslag naar een meer duurzame visserij.

5. Bedrijfsadviesdiensten

Met artikel II, onderdeel C wordt de openstelling gewijzigd van een lange openstelling in 2010 naar twee kortere openstellingen in 2010. Dit in verband met de toebedeling van het beschikbare bedrag naar geschiktheid. Een langdurige openstelling in de periode van 4 januari tot en met 30 november 2010 brengt de ongewenste situatie met zich dat aanvragers, die hun aanvraag in het begin van het jaar indienen, pas na het sluiten van de openstelling op 30 november een beschikking ontvangen. Met onderhavige wijziging van de openstellingsperiode wordt bereikt dat aanvragers sneller een beschikking ontvangen. De wijziging van artikel 63 brengt met zich dat er flexibel kan worden omgegaan met het budget voor de bedrijfsadviesdiensten.

6. Investeringen in technieken ter vermindering van de uitstoot fijn stof

In de module ‘Bedrijfsmodernisering’ zijn er wijzigingen doorgevoerd in de investeringsmodule ‘Investeringen in technieken ter vermindering van de uitstoot fijn stof’. Ingevolge Europese staatssteun voorschriften is de doelgroep expliciet beperkt tot kleine en middelgrote landbouwondernemingen en wordt met de onderhavige wijziging voldaan aan de voorwaarde dat investeringen van start gaan vóór de datum waarop de normen bindend zijn (11 juni 2011). Deze voorwaarde vloeit voort uit het tiende lid van artikel 2 van de verordening 1857/2006 van de Europese Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001. Tevens wordt de subsidiemodule opengesteld in de periode 4 januari 2010 tot en met 31 december 2010 (artikel II, onderdeel E).

7. Garantstelling voor werkkapitaal

Met ingang van 2 oktober 2009 is het nieuwe garantie-instrument voor financiering van werkkapitaal voor land- en tuinbouwondernemingen opengesteld voor aanvragen. Artikel II, onderdeel G voorziet in voortzetting van de openstelling van deze faciliteit.

8. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt op 1 januari 2010 in werking. Daarmee wordt afgeweken van de LNV-uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving inhoudende dat publicatie van nieuwe regels minimaal drie maanden voorafgaand aan inwerkingtreding moet plaatsvinden. Reden voor deze afwijking is onder meer het feit dat de beschikking 2009/746/ EG van de Europese Commissie inzake de hoogte van de toe te kennen subsidie niet bekend was voor 1 oktober 2009.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven