Subsidieregeling satellietvolgapparatuur 2003

7 juli 2003

TRCJZ/2003/5718

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op beschikking 1999/354/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 mei 1999 inzake de subsidiabiliteit van de uitgaven die door sommige lidstaten in 1999 zijn voorgenomen voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (PbEG L 137);

Gelet op artikel 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. LASER: Dienst Landelijke Service bij Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

c. verordening nr. 2847/93: verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1993 ter invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 261);

d. vissersvaartuig: in het visserijregister, bedoeld in artikel 4, van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, geregistreerd vissersvaartuig met een lengte over alles van 21 tot en met 24 meter, met uitzondering van de vissersvaartuigen die uitsluitend worden gebruikt voor:

- de visserij op oesters, mosselen of kokkels, of

- de visserij, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel d, van de Visserijwet 1963;

e. ondernemer: degene te wiens naam het vissersvaartuig in het visserijregister, bedoeld in artikel 4, van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, is geregistreerd;

f. satellietvolgapparatuur: apparatuur als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van verordening nr. 2847/93.

Artikel 2

De minister kan op aanvraag aan een ondernemer subsidie verstrekken voor:

a. de aanschaf van satellietvolgapparatuur, die na 1 januari 2003 heeft plaatsgevonden ten behoeve van installatie van deze apparatuur op een vissersvaartuig, of

b. de aanpassing die na 1 januari 2003 is verricht ten behoeve van satellietvolgapparatuur, die in de periode tussen 1 januari 2000 en 1 januari 2003 ten behoeve van een vissersvaartuig is aangeschaft.

Artikel 3

Geen subsidie wordt verstrekt indien:

a. de aanvraag daartoe niet tussen 1 augustus en 15 september 2003 is ingediend, en

b. de satellietvolgapparatuur niet vóór 1 september 2003 de in artikel 10, zevende lid, onderdeel b, van de Regeling technische maatregelen 2000 bedoelde keuringen heeft ondergaan en in het kader daarvan is goedgekeurd.

Artikel 4

1. De subsidie bedraagt:

a. voor uitgaven tot € 2450,-, 100% van de werkelijk gedane uitgaven;

b. voor uitgaven boven € 2450,-, 50% van de werkelijk gedane uitgaven, en ten hoogste € 3225,-.

2. Voor subsidie worden de uitgaven in aanmerking genomen exclusief de ingevolge de Wet op de omzetbelasting 1968 verschuldigde omzetbelasting, tenzij op het tijdstip van indiening wordt aangetoond dat deze niet in aftrek kan worden gebracht.

Artikel 5

1. De aanvraag voor subsidie wordt ingediend bij LASER op een daartoe vastgesteld en bij LASER verkrijgbaar formulier.

2. De aanvraag gaat vergezeld van de nota's van de aanschaf of de aanpassing van de satellietvolgapparatuur, waarop de gemaakte kosten zijn gespecificeerd, en de betalingsbewijzen daarvan.

Artikel 6

De minister stelt na ontvangst van de in artikel 5 genoemde bescheiden de subsidie vast, onder de verplichting dat de subsidieaanvrager voor 15 september 2003 tevens een aanvraag tot ministeriële goedkeuring indient overeenkomstig artikel 10, zevende lid, onderdeel a, van de Regeling technische maatregelen 2000.

Artikel 7

1. Het subsidieplafond van deze regeling bedraagt€ 350.000,-.

2. De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van de ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld met betrekking tot de verdeling geldt als datum van ontvangst.

3. Indien door toewijzing van de aanvragen met dezelfde datum van ontvangst het subsidieplafond zou worden overschreden, geschiedt toewijzing aan de hand van het rangschikken van de aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting, die geschiedt door een door de minister aan te wijzen notaris.

4. Voor de toepassing van het derde lid komen uitsluitend aanvragen in aanmerking ten aanzien waarvan als datum van ontvangst geldt de dag waarop het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 8

De Subsidieregeling satellietvolgapparatuur wordt ingetrokken.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling satellietvolgapparatuur 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 juli 2003.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,C.P. Veerman.

Toelichting

Op grond van de wijziging van artikel 10 van de Regeling technische maatregelen 2000 die gelijktijdig met deze onderhavige regeling in de Staatscourant wordt gepubliceerd, dienen alle vissersvaartuigen met een lengte over alles van 21 tot en met 24 meter met ingang van 1 september 2003 te zijn uitgerust met werkende satellietvolgapparatuur (ook wel genoemd Vessel Monitoring System: VMS), tenzij deze vissersvaartuigen uitsluitend worden gebruikt voor de visserij op oesters, mosselen of kokkels, of de binnenvisserij of de visserij op het IJsselmeer.

De onderhavige regeling strekt ertoe vissers die op grond van die regeling VMS dienen aan te schaffen en aan boord van hun vissersvaartuig dienen te installeren, een financiële bijdrage te verstrekken.

Op basis van Beschikking 1999/354/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 mei 1999 inzake de subsidiabiliteit van de uitgaven die door sommige lidstaten in 1999 zijn voorgenomen voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (PbEG L 137), kan een financiële bijdrage worden verstrekt voor de aanschaf van het VMS. De bijdrage wordt verstrekt voor de aanschaf van apparatuur die geschiedt ter voldoening aan de installatieverplichting, neergelegd in artikel 10 van de Regeling technische maatregelen 2000 of voor de aanpassing van reeds op het vaartuig geïnstalleerde apparatuur aan de eisen van dat artikel. Met uitzondering van vaartuigen die worden gebruikt voor uitsluitend de visserij op oesters, mosselen of kokkels, of de binnenvisserij of de visserij op het IJsselmeer wordt op grond van deze regeling uitsluitend subsidie verstrekt voor de aanschaf van apparatuur ten behoeve van vissersvaartuigen met een lengte over alles van 21 tot en met 24 meter die worden gebruikt voor de visserij. De betreffende apparatuur dient te zijn aangeschaft na 1 januari 2003.

Tevens kan op grond van de onderhavige regeling een bijdrage worden gevraagd voor de aanpassing aan de Europese eisen van reeds in de periode tussen 1 januari 2000 en 1 januari 2003 (vrijwillig) geïnstalleerde satellietvolgapparatuur aan boord van een vissersvaartuig met een lengte over alles van 21 tot 24 meter. Uitsluitend aanpassingen die na 1 januari 2003 hebben plaatsgevonden, komen hiervoor in aanmerking.

De keuze voor de datum van 1 januari 2003 is geen willekeurige. Vanaf die datum waren immers de eisen, die in Europees verband worden gesteld aan de satellietvolgapparatuur bekend en zijn er vissers die de betreffende apparatuur reeds op vrijwillige basis met het oog op de thans ingevoerde uitbreiding van de VMS-verplichting, hebben aangeschaft.

Geen subsidie zal worden verstrekt indien de apparatuur niet voor 1 september 2003 door de geaccrediteerde instelling en na installatie door de Algemene Inspectiedienst is goedgekeurd en getest. Dit gezien het feit dat vanaf 1 september 2003 de verplichting geldt om goed werkende apparatuur aan boord te hebben.

Aan de vaststelling van de subsidie is de verplichting verbonden, dat de aanvrager tevens een aanvraag tot ministeriële goedkeuring, als bedoeld in artikel 10 van de Regeling technische maatregelen 2000 heeft ingediend voor 15 september 2003. Het gaat hier om de ministeriële goedkeuring van de satellietvolgapparatuur waarvoor een verzoek moet worden ingediend dat vergezeld gaat van een bewijs van een typegoedkeuring van de apparatuur door een ter zake geaccrediteerde instelling of een verklaring van die instelling waaruit blijkt dat de geïnstalleerde apparatuur aan de in de Regeling technische maatregelen 2000 gestelde eisen voldoet. Dit bewijs of deze verklaring kan tegelijk met de installatie van de satellietvolgapparatuur worden gevraagd en worden afgegeven. Voorts dient het verzoek vergezeld te gaan van een bewijs van goedkeuring van de Algemene Inspectiedienst waaruit blijkt dat de typegoedgekeurde apparatuur is getest en functioneert.

De aanvraagperiode voor de goedkeuring die in de Regeling technische maatregelen 2000 is geregeld, is gelijkgesteld aan de aanvraagperiode die voor de subsidie geldt. Dit om de administratieve lastendruk voor zowel het bedrijfsleven als de overheid te beperken. LASER zal de aanvraag tot ministeriële goedkeuring en de aanvraag tot subsidie gezamenlijk behandelen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman.

Naar boven