Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 21 maart 2011, nr. BJZ2011040420, houdende herstel van wetstechnische gebreken alsmede andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse regelingen op de beleidsterreinen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 15.50 van de Wet milieubeheer, de artikelen 3.36, 3.42, onderdeel b, en 4.83 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en artikel 4.4, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

De aanhef van artikel 3.44, tweede lid, komt te luiden:

Voor de toepassing van artikel 3.43 worden onder goederen waaruit een significante hoeveelheid bodembedreigende stoffen kunnen uitlogen, in ieder geval verstaan:.

B

In artikel 3.62, derde lid, wordt ‘Het neutraliseren van mechanische bestuurdersairbags’ vervangen door: Het ontsteken van mechanische airbags.

C

In artikel 4.92a, eerste lid, wordt ‘als bedoeld in artikel 4.9a aan het tweede tot en met het vierde lid’ vervangen door: als bedoeld in artikel 4.9a, dat is toegestaan op grond van artikel 6.34, tweede lid, van het besluit, aan het tweede tot en met vierde lid.

D

Artikel 6.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘4.31, eerste lid’ vervangen door ‘3.63, eerste lid’ en wordt na ‘4.102a, tweede lid,’ ingevoegd: 4.102i, tweede lid,.

2. In het tweede lid wordt ‘4.31, tweede lid’ vervangen door ‘3.63, tweede lid’ en wordt na ‘4.102a, derde lid,’ ingevoegd: 4.102i, derde lid,.

E

In het derde lid van artikel 6.15 wordt ‘Afdeling 2.2 en bijlage 1 treden in werking met ingang van 1 juli 2011’ vervangen door: Afdeling 2.2 en bijlage 1 treden in werking met ingang van 1 januari 2013.

ARTIKEL II

In artikel 7.2, onder f, van de Regeling omgevingsrecht wordt na ‘asbestinventarisatierapport,’ ingevoegd: , bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Asbestverwijderingsbesluit 2005,.

ARTIKEL III

In artikel II van de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 11 januari 2011, nr. BJZ2010032494, houdende wijziging van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (wijziging hoogte tegemoetkoming) wordt ‘1 januari 2010’ vervangen door: 1 januari 2011.

ARTIKEL IV

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2011.

  • 2. Artikel I, onderdeel D, werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 maart 2011

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen.

TOELICHTING

Algemeen

Met deze regeling worden de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, de Regeling omgevingsrecht en de Regeling van 11 januari 2011 houdende wijziging van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom op onderdelen gewijzigd. Het betreft een beperkt aantal wijzigingen van gebreken van wetstechnische en inhoudelijk ondergeschikte aard.

De regeling heeft naar haar aard geen gevolgen voor de administratieve lasten van burgers en bedrijfsleven.

Artikelsgewijs

Artikel I Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer

A

Deze wijziging betreft het herstel van kennelijke verschrijving.

B

Met het Besluit van 21 februari 2011 tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage en het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2011, 102) is een redactionele aanpassing verricht aan bijlage 1, onderdeel C, categorie 28.10, onderdeel 8°, onderdeel d, van het Besluit omgevingsrecht. Met deze aanpassing is verduidelijkt dat de mechanische airbags die worden geneutraliseerd door middel van het ontsteken van die mechanische airbags vergunningplichtig blijven. De tekst van artikel 3.62, derde lid, van de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer wordt hierop aangepast, in die zin dat in lijn met het voorgaande wordt verduidelijkt dat het ontsteken van mechanische airbags niet mag plaatsvinden bij inrichtingen type A en B. Deze inrichtingen zijn immers niet vergunningplichtig.

C

Het inpandig afleveren van lichte olie is in beginsel verboden op grond van artikel 4.80a van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). In artikel 6.34, tweede lid, van het Activiteitenbesluit is echter overgangsrecht opgenomen, inhoudende dat het verbod niet geldt voor inpandige afleverinstallaties voor lichte olie die zijn geïnstalleerd voor 1 januari 2011. Artikel 4.92a van de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer biedt voor de inpandige afleverinstallaties die onder het genoemde overgangsrecht vallen enkele voorschriften. De wijziging van artikel 4.92a beoogt de beperking van dit artikel tot situaties die onder het overgangsrecht vallen te verduidelijken.

D

Met de Regeling van 9 december 2010, houdende wijziging van de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en de Regeling omgevingsrecht (afvalgerelateerde activiteiten in de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en enige reparaties) (Stcrt. 2010, 19571) zijn enkele artikelen in de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer verplaatst en toegevoegd. Het overgangsrecht is destijds ten onrechte niet aangepast. Met deze wijziging wordt dit rechtgezet. Aan deze wijziging wordt terugwerkende kracht verleend tot het tijdstip van inwerkingtreding van de genoemde wijzigingsregeling: 1 januari 2011.

E

Bij besluit van 22 december 2010 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit van 14 oktober 2010, tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en het Besluit omgevingsrecht (wijziging milieuregels windturbines) en van het besluit van 15 november 2010 tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (afvalgerelateerde activiteiten in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) (Stb. 2010, 879) is de inwerkingtredingsbepaling van artikel 2.16 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, dat het vervoer van de eigen werknemers van en naar de inrichting op uitputtende wijze regelt, gewijzigd. De datum van inwerkingtreding van artikel 2.16 is verschoven naar 1 januari 2013. Met de onderhavige wijziging wordt de inwerkingtredingsbepaling van de bijbehorende artikelen uit de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer in lijn gebracht met deze nieuwe datum.

Artikel II Regeling omgevingsrecht

De wijziging van artikel 7.2, onder f, van de Regeling omgevingsrecht verduidelijkt dat onder het asbestinventarisatierapport, dat moet worden overgelegd bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder a, van de Wabo, moet worden verstaan een asbestinventarisatierapport als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. Dit betreft een rapport dat voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 4.54a, eerste, derde en vierde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Uit het Asbestverwijderingsbesluit 2005 volgt reeds in welke gevallen degene die een bouwwerk wil slopen over een dergelijk asbestinventarisatierapport dient te beschikken.

Artikel III Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom

In artikel II (inwerkingtredingsbepaling) van de wijziging van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom van 11 januari 2011 (Stcrt. 2011, 794) zit een verschrijving. Artikel I, onderdeel A, van die wijzigingsregeling zou moeten terugwerken tot 1 januari 2011 indien de wijzigingsregeling na 31 december 2010 in de Staatscourant zou worden gepubliceerd. Dat staat vermeld in de toelichting bij de wijzigingsregeling van 11 januari 2011. In artikel II van die wijzigingsregeling staat ten aanzien van de terugwerkende kracht ten onrechte de datum van 1 januari 2010 vermeld. Dit is onjuist, omdat daarmee de wijzigingregeling verder zou terugwerken dan de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2011. Met artikel III van de onderhavige regeling is deze verschrijving aangepast.

Artikel IV

De regeling treedt in werking met ingang van een van de vaste verandermomenten van regelgeving, namelijk 1 april 2011. Gelet op het karakter van de regeling, er worden enkel reparaties doorgevoerd, wordt de termijn van twee maanden tussen publicatie en ingangsdatum hierbij niet in acht genomen.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen.

Naar boven