De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op de artikelen 4b, tweede lid, onderdeel b, 83, vierde lid, 85a, vijfde lid, 86a, tweede lid, 111, vierde lid, 118,
vierde lid,132d, vijfde lid, en 134, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 19c van het Reglement rijbewijzen
en artikel 16, tweede lid, onderdeel b, van de Wet rijonderricht motorrijtuigen;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt na ‘19’ ingevoegd: , 19c.
B
Aan de bijlage, Nationale codes, wordt een code toegevoegd, luidende:
-
103: alleen rijden in een motorrijtuig waarin een alcoholslot als bedoeld in artikel 132e, eerste lid, van de Wegenverkeerswet
1994 is ingebouwd en waarvan het kenteken is gekoppeld aan de naam van de rijbewijshouder.
ARTIKEL II
Na artikel 24 van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 24a
-
1. Indien het te keuren motorrijtuig blijkt te zijn voorzien van een alcoholslot als bedoeld in artikel 132e, eerste lid, van
de wet, kan de keurmeester gebruik maken van de overbruggingsfunctie, bedoeld in artikel 4 van bijlage XXII bij de Regeling
voertuigen.
-
2. In het in het eerste lid bedoelde geval wordt door of namens de deelnemer aan het alcoholslotprogramma aan de erkenninghouder,
bedoeld in artikel 132f, eerste lid, van de wet daartoe de in artikel 4 van bijlage XXII bij de Regeling voertuigen bedoelde
code aangevraagd.
-
3. Nadat het motorrijtuig is gekeurd, wordt de overbruggingsfunctie door de keurmeester beëindigd.
ARTIKEL III
De Regeling rijonderricht motorrijtuigen 2009 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 17 komt te luiden:
Artikel 17
De certificaten scholing educatieve maatregel ten behoeve van respectievelijk de lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer,
de educatieve maatregel alcohol en verkeer en de educatieve maatregel gedrag en verkeer, alsmede het certificaat scholing
alcoholslotprogramma zijn overeenkomstig de modellen in bijlage 2 bij deze regeling.
B
In bijlage 2 bij de Regeling rijonderricht motorrijtuigen wordt na model 2C een model ingevoegd, luidende:
Model 2D certificaat scholing alcoholslotprogramma
Voorkant
Achterkant
ARTIKEL IV
Aan artikel 2 van de Regeling taken Dienst Wegverkeer wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door
een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
t. het verlenen van erkenningen als bedoeld in de artikelen 132f, eerste lid, en 132k, eerste lid, van de wet.
ARTIKEL V
-
1. De artikelen I tot en met III van deze regeling treden in werking op het tijdstip waarop de artikelen I, onderdelen A, E
tot en met DD, en GG tot en met PP, en II tot en met VIII, van de wet van 4 juni 2010 tot wijziging van de Wegenverkeerswet
1994 in verband met de aanpassing van de vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma (Stb. 259) in werking treden.
-
2. Artikel IV van deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin
zij is gepubliceerd en werkt terug tot 28 september 2010.
TOELICHTING
Algemeen deel
1. Inleiding
Onderhavige wijzigingsregeling bevat de wijziging van een aantal ministeriële regelingen verband houdende met de aanpassing
van de vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma. Het gaat hier om de volgende regelingen:
-
a. wijziging van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid – de aanpassing van deze regeling heeft tot doel een nationale
codering in te voeren om aan te geven dat de betrokken rijbewijshouder alleen een motorrijtuig mag besturen waarvan het kenteken
aan hem is gekoppeld en waarin een goedgekeurd alcoholslot is ingebouwd;
-
b. aanpassing van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK – de aanpassing van deze regeling is nodig om de keurmeester
die de APK uitvoert de mogelijkheid te bieden om bij motorrijtuigen waarin een alcoholslot is ingebouwd, desgewenst gebruik
te maken van de overbruggingsfunctie;
-
c. aanpassing van de Regeling rijonderricht motorrijtuigen 2009 – deze aanpassing strekt tot vaststelling van het certificaat
waar de docent alcoholslotprogramma over zal moeten beschikken, en
-
d. aanpassing van de Regeling taken Dienst Wegverkeer – deze aanpassing is in afwachting van het formele herstel van een abuis.
2. Wijziging van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid
De persoon aan wie door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) de verplichting wordt opgelegd tot deelname aan
het alcoholslotprogramma, zal overeenkomstig de voorschriften uit artikel 132c, van de Wegenverkeerswet 1994 (verder: de wet),
een nieuw rijbewijs moeten aanvragen. Hij moet daartoe voldoen aan de in dat artikel opgesomde verplichtingen. Heeft hij daaraan
voldaan, dan krijgt hij een rijbewijs voor de categorie B, met een beperkende codering. Deze codering geeft aan dat betrokkene
alleen een motorrijtuig mag besturen waarvan het kenteken aan zijn naam is gekoppeld (voor alle duidelijkheid: dat hoeft niet
te betekenen dat hij als kentekenhouder van dat motorrijtuig in het kentekenregister is opgenomen) en waarin een alcoholslot
als bedoeld in artikel 132e van de wet is ingebouwd. Deze codering is een nationale code. De voorgestelde wijziging van de
Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid strekt hiertoe.
3. Wijziging van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK
Mede gelet op de duur van het alcoholslotprogramma van in ieder geval twee jaren, is het aannemelijk dat er motorrijtuigen
voor een periodieke keuring zullen worden aangeboden waarin een alcoholslot is ingebouwd. Eveneens is het mogelijk dat de
keurmeester in het kader van zo’n keuring moet rijden met zo'n motorrijtuig. In dat geval zijn er twee mogelijkheden: de keurmeester
geeft een ademmonster af in het alcoholslot om het motorrijtuig te kunnen starten en voert in voorkomende gevallen ook de
hertests uit. Gelet op het feit dat de uitkomsten van zo'n ademmonster worden toegerekend aan de deelnemer van het alcoholslotprogramma,
ligt het wel voor de hand dat de deelnemer dit vooraf afstemt met de keurmeester. Een tweede mogelijkheid is dat de deelnemer
voor de keurmeester bij de erkenninghouder, bedoeld in artikel 132f, eerste lid, van de wet een overbruggingscode aanvraagt.
Bij deze aanvraag geeft hij aan, aan wie die overbruggingscode moet worden verstrekt (dat is niet de deelnemer zelf). Na gebruik
van de code kan de keurmeester gedurende maximaal 8 uur het motorrijtuig starten zonder dat een ademmonster hoeft te worden
afgegeven. Nadat de keurmeester zijn werkzaamheden heeft afgerond, stopt hij de overbruggingsfunctie.
4. Wijziging van de Regeling rijonderricht motorrijtuigen 2009
Onderdeel van het alcoholslotprogramma is een begeleidingsprogramma dat onder meer aan het begin een inleidende bijeenkomst
omvat. Doel van zo'n bijeenkomst is dat de deelnemers informatie krijgen over, onder andere, de werking van alcohol op het
lichaam, de invloed van alcohol op het rijgedrag, over het alcoholslot en de spelregels. Dit leidt tot de noodzaak nieuwe
docenten op te leiden die getraind zijn om deze bijeenkomsten te leiden. Hiervoor is een nieuw certificaat nodig. De wijzigingen
strekken tot invoering en vaststelling van dat certificaat.
5. Aanpassing van de Regeling taken Dienst Wegverkeer
Abusievelijk is in het wetgevingstraject de beoogde aanpassing van artikel 4b, onderdeel j, van de Wegenverkeerswet 1994 met
het verlenen van de erkenningen, bedoeld in de artikelen 132f, eerste lid, en 132k, eerste lid, van de wet, weggevallen. Dit
abuis zal worden hersteld in het voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het vaststellen
van emissieklassen van motorvoertuigen, het opnemen van enkele bepalingen met betrekking tot voertuigonderdelen die niet dienen
te zijn goedgekeurd voor de toelating tot het verkeer op de weg en het maximeren van de prijs van het rijbewijs (Kamerstukken
II 2010/11, 32 766, nr. 2). Tot het moment waarop dat wetsvoorstel tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt deze taak toegevoegd aan artikel
2 van de Regeling taken Dienst Wegverkeer. De wijziging treedt met terugwerkende kracht in werking tot het tijdstip waarop
artikel I, onderdelen B, C, D, EE en FF, van de wet van 4 juni 2010 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband
met de aanpassing van de vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma (Stb. 259) in werking is getreden.
6. Handhaving en toezicht
De wijzigingen van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid zullen niet leiden tot extra werklast voor de politie:
de coderingen zullen worden vermeld op het rijbewijs zelf en zullen tevens zijn opgenomen in het rijbewijzenregister. En ook
zal het kenteken van het motorrijtuig dat in het kader van het alcoholslotprogramma zal zijn gekoppeld aan de betrokken rijbewijshouder,
via de koppeling met de rijbewijshouder, voor de politie beschikbaar zijn. De politie zal derhalve kunnen constateren of bijvoorbeeld
iemand rijdt in een motorrijtuig met een kenteken dat aan hem is gekoppeld en waarin een alcoholslot is ingebouwd of rijdt
in een motorrijtuig zonder alcoholslot of in een motorrijtuig met alcoholslot, maar dat is gekoppeld aan iemand anders. Als
de politie een van beide laatste gevallen constateert, doet zij daarvan mededeling aan het CBR omdat dit gevallen zijn waarin
iemand zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden voor het alcoholslotprogramma en dus niet heeft meegewerkt aan het alcoholslotprogramma.
Gevolg van het niet meewerken is ongeldigverklaring van het rijbewijs.
7. Administratieve lasten
a. Voor de burgers
Voor de burger is er geen sprake van administratieve lasten. Verwezen wordt naar hetgeen hierover is opgemerkt in § 9.1 van
de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel alcoholslotprogramma.
b. Voor het bedrijfsleven
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
c. Effecten voor het bedrijfsleven
De wijzigingen hebben geen effecten voor het bedrijfsleven.
8. Organisatorische gevolgen voor betrokken organisaties
a. RDW
De wijziging van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid heeft voor de RDW niet geleid tot consequenties: voor het
registreren van beperkingen coderingen op het rijbewijs en in het rijbewijzenregister bestaat immers al een structuur.
b. CBR
De wijziging van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid heeft voor het CBR niet geleid tot consequenties: voor
het registreren van beperkingen coderingen op het rijbewijs en in het rijbewijzenregister bestaat immers al een structuur.
c. Politie
Verwezen wordt naar de eerste alinea van § 5 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (Kamerstukken II 2008/09,
31 896, nr. 3).
d. Rechterlijke macht
Er zijn geen gevolgen te verwachten voor de rechterlijke macht.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I, wijziging van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid
Onderdelen A en B
Het betreft hier de noodzakelijke wijzigingen in de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid. Code 103 is de nationale
code waaruit blijkt dat de verplichting is opgelegd tot deelname aan het alcoholslotprogramma.
Artikel II, aanpassing van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK
Voor een toelichting wordt verwezen naar § 3 van het algemeen deel van de toelichting.
Artikel III, wijziging van de Regeling rijonderricht motorrijtuigen 2009
Verwezen wordt naar § 5 van het algemeen deel van de toelichting.
Artikel IV, wijziging van de Regeling taken Dienst Wegverkeer
Verwezen wordt naar § 6 van het algemeen deel van de toelichting.
Artikel V
Gekozen is voor een gefaseerde inwerkingtreding van de regelgeving betreffende de invoering van het alcoholslotprogramma.
Dit betekent dat allereerst de bepalingen betreffende de erkenningsregeling en de eisen aan het alcoholslot in werking zijn
treden. Op deze manier zijn de fabrikanten van alcoholsloten, maar ook de RDW in staat gesteld ervoor te zorgen dat tegen
de tijd dat de overige bepalingen inwerking treden en in de daarvoor in aanmerking komende gevallen het CBR de deelname aan
het alcoholslotprogramma gaat opleggen, er op zijn minst één goedgekeurd alcoholslot is dat kan worden ingebouwd en er een
netwerk bestaat van installateurs die daarvoor kunnen zorg dragen.
Artikel IV treedt in werking met ingang van de dag na de datum waarop de regeling is geplaatst in de Staatscourant en werkt
terug tot de datum waarop artikel I, onderdelen B, C, D. EE en FF, van de wet van 4 juni 2010 (Stb. 259) in werking is getreden (Stb. 2010, 693).
Omdat het hier gaat om regelgeving waarmee reeds voor 1 januari 2009 een aanvang is gemaakt, is het systeem van vaste verandermomenten
niet van toepassing.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.