Besluit Permanente educatie Wbtv

25 mei 2010

De Raad voor Rechtsbijstand,

Gezien:

  • Artikel 8 van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Stb. 2007, 375);

  • Artikel 11 sub b van het Besluit beëdigde tolken en vertalers (Stb. 2008, 555);

  • Artikel 4 van het Besluit Uitwijklijst Wbtv (Stb. 2009, 102);

  • Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv (Stb. 2009, 15358);

  • Het advies van het kwaliteitsinstituut beëdigde tolken en vertalers d.d. 25 januari 2010;

  • Het advies van het kwaliteitsinstituut beëdigde tolken en vertalers d.d. 16 maart 2010,

  • Het advies van het kwaliteitsinstituut beëdigde tolken en vertalers d.d. 9 april 2010.

De Raad voor rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch (hierna: de raad) stelt beleid vast voor permanente educatie voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv.

  • 1 Tolken en vertalers moeten hun kennis en vakbekwaamheid stelselmatig op peil houden en uitbreiden door middel van deskundigheidsbevorderende activiteiten. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor de bijscholing die zij volgen.

  • 2 De beëdigde tolk of vertaler moet bij elk verzoek tot verlenging van de inschrijving in het Rbtv schriftelijk aantonen dat hij gedurende de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek de kwaliteit van zijn beroepsuitoefening op het vereiste niveau heeft gehouden doordat hij minstens 80 PE-punten heeft gehaald met relevante scholingsactiviteiten, ongeacht in welk jaar binnen deze periode de punten zijn behaald.

  • 3 De tolk of vertaler die op de Uitwijklijst Wbtv is geplaatst, moet bij elk verzoek tot verlenging van de plaatsing op de Uitwijklijst schriftelijk aantonen dat hij gedurende de drie jaar voorafgaand aan het verzoek de kwaliteit van zijn beroepsuitoefening op het vereiste niveau heeft gehouden doordat hij minstens 48 PE-punten heeft gehaald met relevante scholingsactiviteiten, ongeacht in welk jaar binnen deze periode de punten zijn behaald.

  • 4 Aan relevante scholingsactiviteiten wordt per aantoonbaar gevolgd uur één PE-punt toegekend.

  • 5 Voor de beroepsuitoefening relevante scholingsactiviteiten zoals genoemd in de artikelen 2 en 3 zijn onder meer het volgen of geven van opleidingen, cursussen, workshops, seminars, congressen, op het gebied van:

    • a) taal en cultuur;

    • b) terminologie en fraseologie;

    • c) vertaal- en tolktechnieken in brede zin;

    • d) domeinspecifieke kennis en achtergrondinformatie;

    • e) (technische) vertaalhulpmiddelen;

    • f) voor tolken of vertalers relevante ICT-toepassingen;

    • g) ondernemerschap: administratie, belastingen, verzekeringen, bedrijfsvoering, marketing en acquisitie;

    • h) kwaliteitsborging.

  • 6 Van de in artikel 2 genoemde 80 punten moeten minstens 40 punten betrekking hebben op het volgen van scholingsactiviteiten, gericht op verhoging van de inhoudelijke kwaliteit van de beroeps- en praktijkuitoefening (artikel 5 a t/m d). Indien in de periode van vijf jaar meer dan 80 PE-punten zijn behaald, kan bij verlenging een overschot niet worden overgeheveld naar een volgende periode.

  • 7 Van de in artikel 3 genoemde 48 punten moeten minstens 24 punten betrekking hebben op het volgen van scholingsactiviteiten, gericht op verhoging van de inhoudelijke kwaliteit van de beroeps- en praktijkuitoefening (artikel 5 a t/m d). Indien in de periode van drie jaar meer dan 48 PE-punten zijn behaald, kan bij verlenging een overschot niet worden overgeheveld naar een volgende periode. Wanneer een tolk of vertaler voortijdig vanaf de Uitwijklijst wordt ingeschreven in het Rbtv, vervallen de PE-punten die hij tijdens de periode van plaatsing op de Uitwijklijst heeft behaald.

    Voor tolken en vertalers die vóór 1 januari 2010 op de Uitwijklijst zijn ingeschreven, geldt voor de eerste verlenging van hun inschrijving een ondergrens van 32 behaalde PE-punten.

  • 8 De scholingsactiviteit moet worden verzorgd door deskundigen met praktijkervaring. Onder een deskundige met praktijkervaring wordt verstaan een persoon met aantoonbare ervaring, al dan niet als docent, op het gebied van het onderwerp van de scholingsactiviteit.

  • 9 Zowel natuurlijke als rechtspersonen kunnen een verzoek tot toekenning van PE-punten aan een scholingsactiviteit indienen bij de Raad, Bureau Wbtv. De verzoeker overlegt hiertoe de benodigde gegevens.

  • 10 De Raad moet uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van een verzoek om aanwijzing van een scholingsactiviteit een besluit nemen en geeft daarbij aan hoeveel PE-punten de desbetreffende activiteit oplevert. Wanneer de Raad een advies van de Commissie btv nodig acht kan de termijn worden verlengd met zes weken. De Raad dient de verzoeker hiervan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 11 De Raad kan nadere regels vaststellen aangaande de vorm waaraan het verzoek en de bewijzen van deelname moeten voldoen.

  • 12 De Raad houdt een actuele lijst bij van aangewezen scholingsactiviteiten, onder vermelding van het daaraan verbonden aantal PE-punten. De Raad houdt tevens een lijst bij van scholingsactiviteiten waarbij het verzoek om toekenning PE-punten is afgewezen. De Raad publiceert deze lijsten op de website van Bureau Wbtv, www.bureaubtv.nl.

  • 13 De Raad registreert hoeveel punten een tolk of vertaler heeft behaald en stuurt een half jaar voor de verlenging een overzicht van de behaalde PE-punten en het aantal punten dat in het komende half jaar nog minimaal behaald moeten worden.

  • 14 Over toekenning van punten communiceert de Raad alleen met de betreffende aanbieders en de individuele tolken en vertalers.

  • 15 Wanneer een tolk of vertaler niet in staat is om het aantal vereiste PE-punten te behalen dient hij de Raad schriftelijk en met redenen omkleed ontheffing of uitstel te vragen. In de bijlage ‘procedure puntentoekenning Wbtv’ is vastgelegd hoe de Raad hier mee om gaat.

  • 16 Wanneer een tolk of vertaler bij de aanvraag tot verlenging onvoldoende punten heeft behaald dan wel in gebreke is gebleven met het opgeven daarvan en niet om uitstel of ontheffing heeft verzocht, wordt de inschrijving van de tolk of vertaler niet verlengd.

  • 17 De regeling treedt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009 in werking. Voor scholingsactiviteiten die na 1 januari 2009 zijn ontplooid, kan dientengevolge alsnog toekenning van PE-punten worden aangevraagd.

  • 18 Tegen besluiten in het kader van dit systeem van permanente educatie kan de tolk of vertaler op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht bezwaar aantekenen bij de Raad.

TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit is erop gericht invulling te geven aan artikel 8 lid 4 van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Stb. 2007, 375), Artikel 11 sub b van het Besluit beëdigde tolken en vertalers (Stb. 2008, 555) en artikel 4 van het Besluit Uitwijklijst Wbtv (Stb. 2009, 102). Hierin wordt geregeld dat de (beëdigde) tolk/vertaler bij verlenging van de inschrijving in het Rbtv dan wel bij de verlenging van plaatsing op de Uitwijklijst moet aantonen dat hij aan zijn bijscholingsverplichtingen heeft voldaan.

Het Kwaliteitsinstituut Wbtv heeft op 9 april 2010 een definitief advies aan de Raad uitgebracht over de vraag wat moet worden verstaan onder ‘bijscholing’ en hoeveel bijscholing ‘voldoende’ is.

Het Kwaliteitsinstituut heeft in oktober 2009 gesproken over een notitie die was opgesteld door het Platform Sector Tolken en Vertalen in Nederland (PSTEVIN). Dit platform is een (informeel) overlegorgaan waaraan o.a. opleidingsinstituten, de Stichting Nederlandse Examens Vertalers en Tolken (SNEVT), het Overleg Vertaalopleidingen Nederland (OVN) en beroeps- en brancheverenigingen op het gebied van tolken en vertalen deelnemen.

Met dit platform is het Kwaliteitsinstituut van mening dat op langere termijn een zgn. ‘outputgeoriënteerde’ PE wenselijk is. Daarin staan periodieke bezinning op het eigen functioneren, het opstellen van een persoonlijk plan van professionele ontwikkeling en het samenstellen van een PE-dossier of ‘portfolio’ met een opgave van de deskundigheidsbevorderende activiteiten die men heeft ondernomen, centraal. Dit concept is echter nog niet uitgewerkt en kan daarom nog niet worden omarmd.

Omdat de periode waarbinnen tolken en vertalers bijscholing moeten volgen, al deels verstreken is, moet een invulling voor de kortere termijn worden gerealiseerd.

Daarom adviseert het Kwaliteitsinstituut introductie van een puntensysteem, met daaraan gekoppeld een van buitenaf opgelegde verplichting tot het bijhouden van een controledossier van vooral cursussen. De Raad heeft dat advies overgenomen.

Artikelgewijs

  • 1. Verlenging van de inschrijving in het Rbtv of plaatsing op de Uitwijklijst Wbtv is alleen mogelijk indien geen toetsen voor de betreffende taalcombinaties of vertaalrichtingen beschikbaar zijn (zie toelichting Artikel 4 van het Besluit Uitwijklijst Wbtv (Stb. 2009, 102)). De duur voor de plaatsing op de Uitwijklijst bedraagt in beginsel drie jaar. Tolken en vertalers dienen bij de verlenging schriftelijk aan te tonen dat zij geïnvesteerd hebben in hun kennis en vaardigheden. Zij zorgen ervoor dat zij met het oog op de goede uitoefening van hun beroep hun vakkennis en bekwaamheid op peil houden door middel van deskundigheidsbevorderende activiteiten en dat zij op de hoogte blijven van ontwikkelingen binnen hun beroep en van de voor hen relevante (technische) hulpmiddelen (Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv (Stb. 2009, 15358)).

  • 2. Gezien het aantal uren dat andere beroepsgroepen moeten besteden aan bijscholing, is 16 uur per jaar voor het Kwaliteitsinstituut een ondergrens. De Raad deelt die opvatting, ook al bleek uit onderzoek van de Hogeschool Zuyd dat veel tolken en vertalers idealiter veel meer tijd aan bijscholing zouden willen besteden.

    Omwille van de eenvoud van de regeling is afgezien van differentiatie naar specialisatie, vertaalrichting, enzovoort. Per persoon moet men gemiddeld 16 punten per jaar behalen, ongeacht het aantal vaardigheden, vertaalrichtingen of talencombinaties waarvoor die persoon staat ingeschreven. Wie in de periode tot aan de volgende verlenging van de inschrijving een langdurige opleiding of specialisatiecursus volgt, bijvoorbeeld de cursus juridisch vertalen Engels, moet deze kunnen laten meetellen voor de gehele periode. De bijscholing hoeft dus niet jaarlijks plaats te vinden. Omgerekend dient men over de periode van vijf jaar 80 uur bijscholing te volgen.

  • 3. Ingevolge het Besluit Uitwijklijst Wbtv moeten er ook eisen worden geformuleerd voor permanente educatie van tolken en vertalers die op de Uitwijklijst Wbtv zijn geplaatst. Juist deze tolken en vertalers moeten tijdens de periode van drie jaar inspanningen verrichten om te zorgen dat zij doorgroeien naar het niveau van het Rbtv. Omdat verlenging van die plaatsing al na drie jaar vanaf de plaatsingsdatum aan de orde is, heeft het Kwaliteitsinstituut de Raad geadviseerd om het vereiste van gemiddeld 16 punten per jaar ook voor de Uitwijklijst te hanteren. Omgerekend dient men over de periode van drie jaar 48 uur bijscholing te volgen.

  • 4. Dit is de algemene regel. Alleen aan de daadwerkelijke scholingsuren, de voorbereiding daarbij buiten beschouwing gelaten, worden punten toegekend. De ontvangst en registratie of lunchpauze tellen niet mee. Denkbaar is dat aan bepaalde scholingsactiviteiten minder punten kunnen worden toegekend dan het aantal lesuren, bijvoorbeeld omdat niet alle programmaonderdelen van een activiteit aan de criteria voor toekenning van PE-punten voldoen of omdat de cursus maar gedeeltelijk is gevolgd omdat men bijvoorbeeld te laat op cursus is verschenen of men de cursus vroegtijdig heeft verlaten. Bij de berekening van het aantal punten per cursus/leergang wordt het aantal uren onderwijs naar beneden afgerond op hele uren.

  • 5. Het accent van de permanente educatie moet vooralsnog liggen op vakinhoudelijke competenties. Gezien de zeer wisselende achtergrond, kennis en ervaring moeten tolken en vertalers daarnaast mogelijkheden hebben om ook andere competenties te verwerven die voor hun beroepsuitoefening relevant zijn.

    Gekozen is voor de term scholingsactiviteiten, zodat een ruim aanbod aan cursussen, workshops en andere activiteiten onder de puntenregeling kan worden gebracht. Tevens zijn de kennisgebieden gedefinieerd. De toelichting bij het Besluit beëdigde tolken en vertalers noemt de mogelijkheid om ook andere activiteiten, zoals bestuurslidmaatschap van een vereniging, docentschap, publicatie van een artikel en dergelijke onder de regeling te brengen.

    Omwille van de eenvoud is daarvan vooralsnog afgezien. Dit zou ook meer passen in een outputgeoriënteerd systeem.

    De betekenis van de meeste termen in de opsomming onder artikel 4 spreken voor zich. Onder ‘domeinspecifieke kennis’ wordt verstaan de specifieke inhoudelijke kennis van onderwerpen, waarvan de beëdigde tolk of vertaler kan aantonen dat hij daarover vertaalt of tolkt. Dat kan juridisch kennis betreffen, of kennis van een specifiek rechtsgebied, maar ook bouwkundige, medische, financiele kennis, etc.

    Bij ‘relevante ICT-toepassingen’ valt te denken aan gebruikerscursussen voor vertaalsoftware, software voor schrijftolken of interceptietolken (bijvoorbeeld BVO), een programma om kwaliteit te bewaken of ondernemingsgerichte applicaties. Aan een basale cursus tekstverwerking of spreadsheetbeheer zullen naar verwachting geen punten worden toegekend.

  • 6. In de artikelen 2 en 3 is ruimte geboden om eenmalig een langerlopende scholingsactiviteit te volgen en daarmee wellicht in een korte periode te voldoen aan de PE-verplichting voor de vijf respectievelijk drie jaar voorafgaand aan de verlenging van de inschrijving. Om te voorkomen dat tolken en vertalers met een omvangrijke opleiding meteen voor 10 jaar gereed zouden zijn, kan een eventueel overschot aan punten niet naar een volgende inschrijvingsperiode worden meegenomen.

  • 7. Veel tolken en vertalers die op de Uitwijklijst zijn geplaatst kunnen wellicht geen taalafhankelijke PE doen en kunnen dus geen 24 punten behalen die betrekking hebben op het volgen van scholingsactiviteiten, gericht op verhoging van de inhoudelijke kwaliteit van de beroeps- en praktijkuitoefening (artikel 5 a t/m d), omdat het vaak om ‘schaarse’ talen gaat c.q. talen waarvoor geen opleidingen en cursussen bestaan. Als een tolk of vertaler op de Uitwijklijst na bijv. 2 jaar een toets aflegt en slaagt, stroomt de tolk of vertaler door naar het Rbtv. Er wordt dan niet getoetst of de tolk of vertaler voldoende PE-punten heeft behaald. Punten die zijn behaald tijdens de periode van plaatsing op de Uitwijklijst, kunnen na inschrijving in het Rbtv niet worden meegenomen. De regels voor permanente educatie voor tolken en vertalers in het Rbtv gelden immers per vijf jaar inschrijving in het Rbtv.

    De Uitwijklijst Wbtv kent een inschrijvingstermijn van drie jaar. Voor tolken en vertalers die kort na inwerkingtreding van de Wbtv op deze lijst zijn geplaatst, is bij publicatie van dit beleid al meer dan een jaar verstreken. De termijn om alsnog voldoende punten te behalen, is relatief kort. Daarom adviseert het Kwaliteitsinstituut de Raad om voor tolken en vertalers die vóór 1 januari 2010 op de Uitwijklijst zijn geplaatst, een lager aantal te behalen PE-punten te hanteren. De Raad heeft dit advies overgenomen en heeft besloten voor 16 PE-Punten dispensatie te verlenen aan elke tolk en/of vertaler die voor 1 januari 2010 op de Uitwijklijst is geplaatst. Deze tolken en vertalers moeten bij de eerste verlenging minimaal 32 PE-punten behalen.

    Tolken en vertalers die na deze datum (dus na 1 januari 2010) op de Uitwijklijst zijn geplaatst komen niet voor dispensatie in aanmerking. Zij hebben nog genoeg tijd om de reguliere hoeveelheid bijscholing te volgen

  • 8. De criteria in artikel 3 bieden veel ruimte voor allerlei vormen van scholing. Een aanbieder van scholingsactiviteiten hoeft niet per se een officieel (opleidings-) instituut te zijn. Er zijn tal van privédocenten die prima cursussen aanbieden. Uitgangspunt blijft echter wel dat de activiteit meerwaarde moet hebben voor de deelnemers en niet alleen maar helpt aan hun PE-verplichting te voldoen. Om hieraan enigszins handen en voeten te geven is de eis opgenomen dat de docent aantoonbare deskundigheid moet hebben op het terrein waarop hij scholing verzorgt.

    Aantoonbare deskundigheid op het terrein waarop deze scholing verzorgd wordt kan als volgt worden ingevuld: deelname aan geaccrediteerde scholingsactiviteiten, intercollegiale toetsing, geven van symposia, lezingen, literatuur, publicaties van een artikel op het betreffende vakgebied in een vaktijdschrift, extreem lange werkervaring, optreden als docent, cursusleider, het meehelpen aan cursus ontwikkeling e.d., organisator, het verrichten van relevante bestuursactiviteiten, optreden als examinator, deelname aan landelijke en/of regionale werkgroepen, commissies en overlegvormen op het betreffende vakgebied.

  • 9. Aanbieders van scholingsactiviteiten (onderwijsinstellingen, beroepsverenigingen) en afnemers (tolken en vertalers) zullen om een aanwijzing verzoeken van hun opleiding als PE-activiteit. In de bijlage ‘procedure puntentoekenning Wbtv’ is vastgelegd hoe de Raad hier mee om gaat.

  • 10. De Raad dient rekening te houden met het feit dat in een aantal gevallen tolken en vertalers relatief weinig tijd hebben om te beslissen of ze een bepaalde scholingsactiviteit gaan volgen. Onduidelijkheid over toekenning van punten mag dat proces niet hinderen. Daarom is er een termijn van twee maanden voorgesteld voor besluitvorming. In twijfelgevallen kan de Raad de Commissie btv om advies vragen. Omdat de vergaderfrequentie van deze commissie relatief beperkt is, kan de doorlooptijd van de besluitvorming in die gevallen langer duren, te weten maximaal veertien weken.

  • 11. Om te voorkomen dat er onduidelijkheden en misverstanden ontstaan in de uitvoering van dit beleid, kan de Raad administratieve regels vaststellen voor de verschillende procedures. Hierbij kan gedacht worden aan het stellen van een termijn voor het aanvragen of doorgeven van PE-punten of de wijze waarop behaalde punten aan de Raad moeten worden doorgegeven. Met deze regels kan worden voorkomen dat Bureau Wbtv bij de te verwachten grootschalige verlenging in 2014 een administratief probleem krijgt doordat de duizenden tolken en/of vertalers naast hun verzoek tot verlenging ook massaal verzoeken om toekenning van PE-punten aan activiteiten die zij gedurende de voorafgaande vijf jaar hebben gevolgd maar waaraan nog geen punten zijn toegekend.

  • 12. Het Kwaliteitsinstituut heeft de Raad geadviseerd alle aangewezen activiteiten te registeren en op zijn internetsite te publiceren, zodat de registertolken en -vertalers uit het aanbod een keuze kunnen maken. Door een lijst met aangewezen PE-activiteiten te publiceren, verschaft de Raad inzicht in het beschikbare aanbod, maar wordt ook voorkomen dat tolken of vertalers toekenning van punten vragen, waar die al zijn toegekend.

    De Raad zal eveneens een lijst publiceren met alle activiteiten waarbij het verzoek om toekenning PE is afgewezen.

    (Beëdigde) tolken en vertalers zijn uiteraard niet gebonden aan deze lijsten, maar kunnen zelf ook voorafgaand aan of na afloop van een gevolgde scholingsactiviteit om toekenning van PE-punten verzoeken.

    In de bijlage ‘Procedure toekenning PE-punten’ is vastgesteld hoe de Raad hier mee om gaat.

  • 13. In de bijlage ‘Procedure toekenning PE-punten’ is vastgesteld hoe de Raad de punten registreert.

  • 14. In verband met privacybescherming wordt niet ingegaan op dossiers en puntentoekenning van andere tolken en vertalers.

  • 15. De situatie kan zich voordoen dat een (beëdigde) tolk of vertaler door ziekte niet in staat is om aan de voorwaarden voor permanente opleiding te voldoen. Bij ministeriële regeling kan daartoe worden bepaald in welke gevallen vrijstelling kan worden verleend (aldus de toelichting bij Artikel 11 sub b van het Besluit beëdigde tolken en vertalers (Stb. 2008, 555)).

    Een tolk of vertaler die op grond van buiten zijn of haar vermogen liggende, bijzondere gronden niet in staat is om het vastgestelde aantal scholingspunten te behalen, kan hiervoor schriftelijk uitstel of ontheffing vragen bij de Raad. Dit verzoek moet met redenen worden omkleed.

    De Raad kan bij ziekte besluiten dat de betreffende tolk of vertaler minder PE-punten mag halen, in alle andere gevallen niet. Een vakantie of zwangerschap is te voorzien. In het geval een tolk of vertaler door ziekte niet in staat is geweest voldoende PE punten te halen, heeft de Raad ruimte om in dergelijke gevallen de inschrijving toch te verlengen. In de bijlage ‘procedure puntentoekenning Wbtv’ is vastgelegd hoe de Raad hier mee om gaat.

  • 16. Wanneer een tolk of vertaler bij de aanvraag tot verlenging onvoldoende punten heeft behaald dan wel in gebreke is gebleven met het opgeven daarvan en niet om uitstel of ontheffing heeft verzocht, besluit de Raad om de inschrijving van de tolk of vertaler niet te verlengen. In de bijlage ‘procedure puntentoekenning Wbtv’ is vastgelegd hoe de Raad hier mee om gaat.

  • 17. Veel tolken en vertalers hebben na 1 januari 2009 ook zonder gepubliceerde PE-regels activiteiten ontplooid om hun kennis en vaardigheden op peil te houden.

    Voor zover die activiteiten voldoen aan de criteria kunnen daaraan alsnog punten worden toegekend. Daarmee wordt voorkomen dat tolken en vertalers in de periode tot de eerstvolgende verlenging van hun inschrijving alsnog 80 punten of 48 punten aan permanente educatie moeten hebben besteed waar zij daar in 2009 al in hebben geïnvesteerd.

  • 18. Besluiten die Bureau Wbtv neemt in het kader van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv), vallen onder de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van artikel 6:4 Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dat besluit bezwaar indienen bij de Commissie voor bezwaar van de Raad voor Rechtsbijstand. Ingevolge artikel 6:7 bedraagt de termijn voor het indienen van bezwaar zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit is bekend gemaakt.

Utrecht, 25 mei 2010

Namens het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

voorziter,

P.J. Biesheuvel.

Directeur stelsel,

P.J.M. van den Biggelaar.

Naar boven