Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2010, 20504 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2010, 20504 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op artikel 6 van het Besluit dierlijke bijproducten;
Besluit:
De Regeling dierlijke bijproducten 20081 wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 3.12a komt als volgt te luiden:
1. Voor het ophalen en verwerken van categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van verordening (EG) nr. 1774/2002, worden de volgende door de ondernemer te hanteren tarieven goedgekeurd:
a. voor bij de veehouder gestorven dieren, de tarieven zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling;
b. voor bloed: de tarieven zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling;
c. voor broederijafval, zijnde categorie 2-materiaal, de tarieven zoals opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling;
d. voor ander categorie 1-materiaal dan als bedoeld in de onderdelen a en b, de tarieven zoals opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling;
e. voor ander categorie 2-materiaal dan als bedoeld in de onderdelen a, b en c, de tarieven zoals opgenomen in bijlage 5 bij deze regeling.
2. De in het eerste lid en in bijlage 1 tot en met 5 bedoelde tarieven gelden tot 1 januari 2012.
De bijlagen 1 tot en met 4 bij de Regeling dierlijke bijproducten 2008 worden vervangen door de volgende 5 bijlagen:
Bij de veehouder gestorven dieren, voor zover het betreft categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 4, eerste lid, respectievelijk artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van verordening (EG) nr. 1774/2002.
Voor de eerste 7 stops geldt een ophaaltarief per stop van € 35,82 (excl. BTW), voor daaropvolgende stops per stop € 11,20 (excl. BTW).
Diersoort | Eenheid | Tarief veehouders |
---|---|---|
Slachtvarken | Per dier | 0,75 |
Big | Per vat max. 200 l. | 2,34 |
Zeug | Per dier | 2,81 |
Rund > 1 jaar | Per dier | 9,35 |
Kalf | Per dier | 1,31 |
Nuka | Per dier | 0,75 |
Schaap | Per dier | 0,75 |
Geit | Per dier | 0,39 |
Lam | Per vat max. 200 l. | 2,34 |
Paard | Per dier | 6,55 |
Veulen | Per dier | 1,31 |
Pony | Per dier | 2,99 |
Pluimvee | Per vat max. 200 l. | 2,34 |
Overig | Per vat max. 200 l. | 2,34 |
Overig | Per dier | 2,85 |
Broederijafval van categorie 2.
Categorie | Kg per stop | Transport | Verwerking | Totaal |
---|---|---|---|---|
Kleine leveranciers: | per stop | per stop | per stop | |
Klasse 1 | 0–100 | 35,01 | 4,73 | 39,74 |
Klasse 2 | 101–200 | 35,01 | 10,40 | 45,40 |
Klasse 3 | 201–300 | 35,01 | 17,55 | 52,56 |
Klasse 4 | 301–400 | 35,01 | 4,58 | 59,58 |
Klasse 5 | 401–500 | 35,01 | 31,54 | 66,55 |
Grote leveranciers: | per ton | per ton | per ton | |
Klasse 6 | 501–5.000 | 34,01 | 68,12 | 102,13 |
Klasse 7 | > 5.000 | 25,01 | 68,12 | 93,13 |
Ander materiaal dan bloed of bij de veehouder gestorven dieren, voor zover het betreft categorie 1-materiaal als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002.
Categorie | Kg per stop | Transport | Verwerking | Totaal |
---|---|---|---|---|
Kleine leveranciers: | per stop | per stop | per stop | |
Klasse 1 | 0–100 | 35,01 | 0,84 | 35,84 |
Klasse 2 | 101–200 | 35,01 | 2,45 | 37,46 |
Klasse 3 | 201–300 | 35,01 | 4,18 | 39,19 |
Klasse 4 | 301–400 | 35,01 | 5,88 | 40,88 |
Klasse 5 | 401–500 | 35,01 | 7,51 | 42,51 |
Grote leveranciers: | per ton | per ton | per ton | |
Klasse 6 | 501–5.000 | 34,01 | 16,46 | 50,46 |
Klasse 7 | > 5.000 | 25,01 | 16,46 | 41,46 |
Ander materiaal dan bloed of bij de veehouder gestorven dieren, voor zover het betreft categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van verordening (EG) nr. 1774/2002.
Categorie | Kg per stop | Transport | Verwerking | Totaal |
---|---|---|---|---|
Kleine leveranciers: | per stop | per stop | per stop | |
Klasse 1 | 0–100 | 35,01 | 1,11 | 36,12 |
Klasse 2 | 101–200 | 35,01 | 2,64 | 37,65 |
Klasse 3 | 201–300 | 35,01 | 4,27 | 39,27 |
Klasse 4 | 301–400 | 35,01 | 5,98 | 40,99 |
Klasse 5 | 401–500 | 35,01 | 7,74 | 42,75 |
Grote leveranciers: | per ton | per ton | per ton | |
Klasse 6 | 501–5.000 | 34,01 | 16,76 | 50,76 |
Klasse 7 | > 5.000 | 25,01 | 16,76 | 41,76 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 16 december 2010
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.
Met onderhavige regeling worden de tarieven voor het transport en de verwerking van kadavers, slachtafval en bloed voor 2011 goedgekeurd.
De tarieven die door Rendac in rekening worden gebracht voor het ophalen en verwerken van bepaald categorie 1-materiaal en categorie 2-materiaal behoeven overeenkomstig artikel 6, eerste lid, Besluit dierlijke bijproducten de goedkeuring van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het betreft categorie 1-materiaal en categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 4, eerste lid en artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273). De onderhavige regeling voorziet in de goedkeuring. De in de regeling genoemde tarieven gelden binnen de door Rendac gestelde betalingstermijn. Bij overschrijding van de termijn is wettelijke rente verschuldigd.
De tarieven voor het ophalen en verwerken van kadavers zijn vastgesteld op het niveau van de werkelijke kosten. Vanaf 1 januari 2010 is er geen sprake meer van een overheidsbijdrage voor het transport en de verwerking van kadavers.1
LTO Nederland en PVE hebben vorig jaar aangegeven meer inzicht te willen hebben in de opbouw van de destructietarieven en te worden betrokken bij het vaststellen van de tarieven. Ik heb hierover gezamenlijk overleg gevoerd met Rendac en de sectorvertegenwoordigers van LTO, PVE, NOP, NVP en NVV. Onderhavige wijziging in de tarieven voor het ophalen en verwerken van kadavers zijn gebaseerd op voorstellen van de sectorvertegenwoordigers en Rendac en worden als zodanig gedragen door betrokken partijen.
De tarieven per dier en per vat zijn ten opzichte van de tarieven voor 2010 sterk verlaagd. Daar staat tegenover dat het tarief per stop is verhoogd van € 20,13 naar € 35,82 per stop voor de eerste zeven stops. Het tarief voor de daaropvolgende stops is lager en bedraagt € 11,20. Hiermee nemen de logistieke kosten voor de incidentele aanbieders toe en komen de schaalvoordelen van het in grote hoeveelheden aanbieden van kadavers voor een groter deel ten gunste van de grootaanbieders. De gevolgen van de verhoging van de transporttarieven voor de incidentele aanbieders worden overigens beperkt door de sterke verlaging van de verwerkingstarieven. De tarieven voor het ophalen en verwerken van kadavers zijn opgenomen in bijlage 1 bij de Regeling dierlijke bijproducten 2011.
Verder worden de door de ondernemer voorgestelde tarieven voor het ophalen en verwerken van overig categorie 1- en 2-materiaal goedgekeurd. De desbetreffende tarieven zijn opgenomen in de bijlagen 3, 4 en 5 bij deze regeling. Deze tarieven voor slachtbijproducten zijn ten opzichte van de tarieven van 2010 gedaald. Voor broederijproducten is sprake van een tariefsverhoging.
Ten slotte wordt het door de ondernemer voorgestelde tarief voor het ophalen en verwerken van bloed goedgekeurd. De ondernemer bracht in 2010 per ton afgevoerd bloed een vast tarief in rekening van € 62,53 exclusief BTW. In 2011 is het tarief vastgesteld op € 55,28 exclusief BTW, bestaande uit € 25,95 transportkosten en € 29,33 aan verwerkingskosten.
In verband met de systematiek van de Vaste Verandermomenten2 gelden vier vaste inwerkingtredingsdata per jaar, waaronder 1 januari, en geldt een minimale invoeringstermijn van twee maanden. Van de vaste verandermomenten kan worden afgeweken in verband met private en publieke belangen. Deze uitzonderingsgrond kan aan de orde zijn als rekening moet worden gehouden met een andere jaarindeling. In dit geval wordt afgeweken van minimale invoeringstermijn van 2 maanden. De reden voor de afwijking is dat bij deze regeling voor een kalenderjaar tarieven worden vastgesteld, rekening houdend met ondermeer de situatie die zich in het daaraan voorafgaande kalenderjaar heeft voorgedaan. Pas tegen het eind van het jaar legt de ondernemer de tariefvoorstellen aan mij voor. Publicatie voor 1 november is derhalve niet mogelijk.
De wijziging van de regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.
Stcrt. 2007, 246; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 7 december 2010, (Stcrt. 19645).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-20504.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.