Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 1 november 2010, nr. WJZ/10152962, houdende vaststelling van de correcties ten behoeve van de voorschotverlening voor de stimulering van duurzame energieproductie in het jaar 2011 (Regeling vaststelling correcties voorschotverlening duurzame energieproductie 2011)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikelen 14, zesde lid, 22, vijfde lid en 31, vijfde lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. besluit:

het Besluit stimulering duurzame energieproductie;

b. regeling 2008:

de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008;

c. regeling 2009:

de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2009;

d. regeling 2010:

de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2010;

e. basisbedrag:

het basisbedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, en 28, eerste lid, van het besluit;

f. tenderbedrag:

het tenderbedrag, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van het besluit.

§ 2. Voorlopige correctiebedragen voorschotverlening Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008

Artikel 2

  • 1. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de regeling 2008 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 8 van de regeling 2008, zijnde € 0,050 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 2. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de regeling 2008 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. € 0,228 per kWh voor wat betreft de elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 3. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de regeling 2008 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 21van de regeling 2008, zijnde € 0,093 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 4. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de regeling 2008 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 28 van de regeling 2008, zijnde € 0,045 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 5. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de regeling 2008 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 34 van de regeling 2008, zijnde € 0,045 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

Artikel 3

  • 1. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de regeling 2008 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. € 0,186 per Nm3 voor wat betreft de gasprijs, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van het besluit.

  • 2. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 42a, eerste lid, van de regeling 2008 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. € 0,186 per Nm3 voor wat betreft de gasprijs, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van het besluit.

§ 3. Voorlopige correctiebedragen voorschotverlening Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2009

Artikel 4

  • 1. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 7 van de regeling 2009, zijnde € 0,049 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 2. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 7a, eerste en tweede lid, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 7f, onder a en b, van de regeling 2009, zijnde € 0,050 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 3. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. € 0,228 per kWh voor wat betreft de elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 4. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder b, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 14, onder b, van de regeling 2009, zijnde € 0,053 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 5. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 21 van de regeling 2009, zijnde € 0,092 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 6. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 28 van de regeling 2009, zijnde € 0,044 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 7. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 34 van de regeling 2009, zijnde € 0,044 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 8. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 40 van de regeling 2009, zijnde € 0,044 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

Artikel 5

  • 1. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. € 0,186 per Nm3 voor wat betreft de gasprijs, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van het besluit.

  • 2. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 51, eerste lid, van de regeling 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. € 0,186 per Nm3 voor wat betreft de gasprijs, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van het besluit.

§ 4. Voorlopige correctiebedragen voorschotverlening Regeling windenergie op zee 2009

Artikel 6

De correcties op het tenderbedrag voor de subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling windenergie op zee 2009 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

  • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 20 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 10 van de Regeling windenergie op zee 2009, zijnde € 0,051150 per kWh;

  • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

§ 5. Voorlopige correctiebedragen voorschotverlening Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2010

Artikel 7

  • 1. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 7, onder a, van de regeling 2010, zijnde € 0,049 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 2. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 7, onder b, van de regeling 2010, zijnde € 0,050 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 3. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. € 0,228 per kWh voor wat betreft de elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 4. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder b, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 14, onder b, van de regeling 2010, zijnde € 0,053 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 5. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 21 van de regeling 2010, zijnde € 0,090 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 6. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 28 van de regeling 2010, zijnde € 0,044 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 7. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 34 van de regeling 2010, zijnde € 0,044 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

  • 8. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. de basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12 van het besluit zoals vastgesteld in artikel 40 van de regeling 2010, zijnde € 0,044 per kWh;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

Artikel 8

  • 1. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 47, eerste lid, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. € 0,186 per Nm3 voor wat betreft de gasprijs, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van het besluit.

  • 2. De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 54, eerste lid, van de regeling 2010 worden voor 2011 als volgt vastgesteld:

    • a. € 0,186 per Nm3 voor wat betreft de gasprijs, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

    • b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van het besluit.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling correcties voorschotverlening duurzame energieproductie 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 november 2010

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

1. Doel

Deze ministeriële regeling is een nadere uitwerking van het Besluit stimulering duurzame energieproductie, hierna aangeduid als Besluit SDE. In deze regeling staan voor de verschillende categorieën productie-installaties hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbaar gas de correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011. Deze regeling geeft daarmee invulling aan de artikelen 14, zesde lid, en 31, vijfde lid, van het Besluit SDE.

De jaarlijks vast te stellen correctiebedragen zijn van belang voor de berekening van de jaarlijkse subsidietarieven voor de verschillende categorieën productie-installaties die als voorschot worden uitbetaald. Voor een toelichting op de berekeningssystematiek van de subsidiehoogte en het gebruik van correctiebedragen hierbij wordt verwezen naar paragraaf 2.5 van de toelichting op het Besluit SDE (Stb. 2007, 410). De definitieve correctiebedragen worden na afloop van ieder kalenderjaar vastgesteld (voor 1 april).

In de artikelen 14, eerste lid, en 31, eerste lid, van het Besluit SDE staan drie correcties, waarmee het basisbedrag kan worden gecorrigeerd. Voor de bevoorschotting van 2011 wordt voor subsidies, verstrekt op basis van de aanwijzingsregelingen voor de jaren 2008, 2009 en 2010 uitsluitend gecorrigeerd voor de jaargemiddelde waarde van hernieuwbare elektriciteit of hernieuwbaar gas opgewekt met een productie-installatie die valt onder een aangewezen categorie productie-installaties. Deze correctiebedragen kunnen per categorie productie-installaties verschillen.

In deze regeling worden de correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting in 2011 vastgesteld voor producenten aan wie subsidie is verleend op grond van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008 (verder: Regeling SDE 2008), de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2009 (verder: Regeling SDE 2009), de Regeling windenergie op zee 2009 (verder: Regeling SDE WOZ 2009) en de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2010 (verder: Regeling SDE 2010).

2. Algemene toelichting systematiek correctiebedragen

De correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting representeren de voor de verschillende categorieën productie-installaties verwachte jaargemiddelde waarde van hernieuwbaar gas of hernieuwbare elektriciteit in het volgende jaar. Voor wat betreft de gas- en elektriciteitsprijs worden deze correctiebedragen vastgesteld door het prijsniveau van de meest relevante prijsindex van gas of elektriciteit te nemen van de eerste negen maanden van het voorafgaande kalenderjaar en de laatste drie maanden van het jaar daarvoor. In dit geval zijn dus de relevante prijsindices in de periode oktober 2009 tot en met september 2010 gehanteerd. In artikel 14, tweede lid, van het Besluit SDE is verder bepaald dat de elektriciteitsprijs wordt verminderd met de onbalanskosten en profielkosten. Deze specifieke prijsbepalende elementen spelen echter niet bij iedere categorie een rol. Indien deze elementen geen rol spelen bedraagt de waarde voor de vermindering de factor 1 en is daarmee niet van invloed op de hoogte van de elektriciteitsprijs. Bij de categorieën wind op land, wind op zee en zon-pv spelen deze elementen wel een rol. Bij wind op land en wind op zee gaat het daarbij om onbalanskosten en profielkosten, terwijl het bij zon-pv uitsluitend om onbalanskosten gaat. Daarnaast wordt bij de vaststelling van het correctiebedrag voor wind op land en wind op zee ook nog rekening gehouden met een vermenigvuldigingsfactor van 1,25 in verband met het uitkeren van de subsidie over 80% van het aantal vollasturen dat voor het referentieproject bij de berekening van het basisbedrag is aangenomen, c.q. het aantal vollasturen waarmee bij het bepalen van het tenderbedrag kan worden gerekend. Zie voor een nadere toelichting op laatstgenoemde correctiefactor de toelichting op de betrokken regelingen.

De correctiebedragen voor de waarde van de garanties van oorsprong en eventuele andere, uit overheidshandelen voortvloeiende verschillen tussen de gemiddelde kostprijs van hernieuwbare energie en de relevante gemiddelde marktprijs van elektriciteit of gas, worden voor de bevoorschotting van 2011 op € 0,00 vastgesteld voor alle categorieën productie-installaties.

In paragraaf 3 wordt de boven beschreven systematiek per categorie productie-installaties nader uitgewerkt en wordt toegelicht hoe de in deze regeling vastgestelde correctiebedragen voor de bevoorschotting zijn bepaald. Voor het uiterlijk op 1 april na afloop van het kalenderjaar 2011 bepalen van de definitieve correctiebedragen zal de gemiddelde waarde van de relevante prijsindex van elektriciteit en gas worden genomen over alle twaalf maanden van 2011. Deze definitieve correcties zullen volgens dezelfde systematiek worden vastgesteld als de correcties ten behoeve van de bevoorschotting.

3. Systematiek correctiebedragen voorschotverlening per categorie

3.1. Hernieuwbare elektriciteit

3.1.1. Wind op land (artikel 2, eerste lid, artikel 4, eerste lid en artikel 7, eerste lid)

Het correctiebedrag voor beschikkingen afgegeven voor de openstellingsrondes van de SDE in 2008, 2009 en 2010 ten behoeve van de bevoorschotting voor de categorie productie-installaties wind op land, anders dan bedoeld in artikel 7a, eerste en tweede lid, van de Regeling SDE 2009 of bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, van de Regeling SDE 2010, is bepaald door de volgende formule:

Correctiebedragwind= marktindex (1) * profiel (2) * onbalans (3) * 1,25 (4)

Ad 1. De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van elektriciteit opgewekt met behulp van windenergie over de periode oktober-december t-2 en de periode januari-september t-1 van het jaar (t) waarop het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting betrekking heeft. Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • a. transparante karakter van de index;

  • b. aantal partijen die de hoogte van de index bepalen;

  • c. liquiditeit van de index.

Ad 2. De profielkosten/opbrengsten van windenergie in het voorgaande jaar.

Voor het berekenen van profielkosten/opbrengsten wordt gebruik gemaakt van een windprofiel dat een representatief beeld geeft van het moment van levering van windenergie in Nederland. Dit windprofiel wordt gebruikt om de periodieke waarden van de gebruikte index zoals bedoeld onder 1) te koppelen aan de levermomenten van windturbines.

Ad 3. De onbalanskosten van windenergie. Deze kosten worden verdisconteerd door de marktindex hiermee te verminderen.

Ad 4. Een vaste factor voor het jaarlijks uitkeren over slechts 80% van de vollasturen van de referentiecase die gebruikt is voor het berekenen van het basisbedrag. Deze factor bedraagt 1/0,8=1,25. Deze factor ligt vast voor de looptijd van een beschikking.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 voor de eerder genoemde categorieën productie-installaties wind op land is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedragwind= 0,042 €/KWh (a) * 1 (b) * 0,89 (c) * 1,25 = 0,047 €/KWh

Ad a. Voor de prijsindex is de uurgemiddelde prijs van de day ahead base load index op de APX als basis genomen (hierna: APX base index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor elektriciteit in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria die hierboven onder ad 1) zijn opgenomen.

Ad b. Voor het jaar 2011 wordt deze factor vastgesteld op 1. Dit houdt in dat in de bevoorschotting voor het jaar 2011 geen correctie op de APX waarden voor een profiel wordt doorgevoerd.

Ad c. De onbalanskosten voor windenergie zijn vastgesteld op 11%, waardoor de onbalansfactor 0,89 bedraagt.

Voor de onderhavige categorieën windenergie op land is in de Regeling SDE 2008 een basiselektriciteitsprijs vastgesteld van € 0,050 / kWh en in de Regelingen SDE 2009 en 2010 van € 0,049 / kWh. De basiselektriciteitsprijs vertegenwoordigt de laagste waarde waarmee het basisbedrag wordt gecorrigeerd. Met de vaststelling van de basiselektriciteitsprijs wordt voorkomen dat de voorschotten bij sterk dalende elektriciteitsprijzen, oplopen. Het correctiebedrag voor de bevoorschotting van deze categorieën windenergie op land is voor het jaar 2011 gedaald tot onder de basiselektriciteitsprijzen van 2008, 2009 en 2010. Dit houdt in dat in het jaar 2011 bij de bevoorschotting gecorrigeerd zal worden met genoemde en in de beschikkingen vastgelegde basiselektriciteitsprijzen. De correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting in 2011 voor de onderhavige categorieën wind op land worden daarmee als volgt vastgesteld:

Correctiebedragwind op land 2008= basiselektriciteitsprijs = 0,050 € /KWh

Correctiebedragwind op land 2009/2010 < 6 MW = basiselektriciteitsprijs = 0,049 € /KWh

3.1.2. Overig wind op land (artikel 4, tweede lid en artikel 7, tweede lid)

Het correctiebedrag voor beschikkingen afgegeven voor de openstellingsronde van 2009 en 2010 ten behoeve van de bevoorschotting voor de categorie productie-installaties wind bedoeld in artikel 7a, eerste en tweede lid, van de Regeling SDE 2009 of bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, van de Regeling SDE 2010 is bepaald door de volgende formule:

Correctiebedragwind= marktindex (1) * profiel (2) * onbalans (3) * 1,25 (4)

Ad 1. De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van elektriciteit opgewekt met behulp van windenergie over de periode oktober-december t-2 en de periode januari-september t-1 van het jaar (t) waarop het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting betrekking heeft. Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • b. transparante karakter van de index;

  • c. aantal partijen die de hoogte van de index bepalen;

  • d. liquiditeit van de index.

Ad 2. De profielkosten/opbrengsten van windenergie in het voorgaande jaar.

Voor het berekenen van profielkosten/opbrengsten wordt gebruik gemaakt van een windprofiel dat een representatief beeld geeft van het moment van levering van windenergie in Nederland. Dit windprofiel wordt gebruikt om de periodieke waarden van de gebruikte index zoals bedoeld onder 1) te koppelen aan de levermomenten van windturbines.

Ad 3. De onbalanskosten van windenergie. Deze kosten worden verdisconteerd door de marktindex hiermee te verminderen.

Ad 4. Een vaste factor voor het jaarlijks uitkeren over slechts 80% van de vollasturen van de referentiecase die gebruikt is voor het berekenen van het basisbedrag. Deze factor bedraagt 1/0,8=1,25. Deze factor ligt vast voor de looptijd van een beschikking.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 voor de hier bedoelde categorieën productie-installaties wind op land is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedragwind= 0,042 €/KWh (a) * 1 (b) * 0,915 (c) * 1,25 = 0,048 €/KWh

Ad a. Voor de prijsindex is de uurgemiddelde prijs van de day ahead base load index op de APX als basis genomen (hierna: APX base index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor elektriciteit in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria die hierboven onder ad 1) zijn opgenomen.

Ad b. Voor het jaar 2011 wordt deze factor vastgesteld op 1. Dit houdt in dat in de bevoorschotting voor het jaar 2011 geen correctie op de APX waarden voor een profiel wordt doorgevoerd.

Ad c. De onbalanskosten voor deze categorieën windenergie zijn vastgesteld op 8,5%, waardoor de onbalansfactor 0,915 bedraagt.

In de Regelingen SDE 2009 en 2010 is voor de onderhavige categorieën windenergie op land een basiselektriciteitsprijs vastgesteld van € 0,050/kWh. Het correctiebedrag voor de bevoorschotting is voor het jaar 2011 daarmee gedaald tot onder de basiselektriciteitsprijzen. Dit houdt in dat in het jaar 2011 bij de bevoorschotting gecorrigeerd zal worden voor de basiselektriciteitsprijs, zijnde de voor betrokken beschikkingen vastgestelde basiselektriciteitsprijs van € 0,050/kWh. Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting in 2011 voor de onderhavige categorieën windenergie op land wordt daarmee als volgt vastgesteld:

Correctiebedragwind op land 2010 > 6 MW= basiselektriciteitsprijs = 0,050 € /KWh

3.1.3. Fotovoltaïsche zonnepanelen (artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde en vierde lid en artikel 7, derde en vierde lid)
Categorie kleinschalige zonnepanelen

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor de categorie productie-installaties fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen groter dan 0,6 kWp en kleiner of gelijk aan 3,5 kWp (Regeling SDE 2008), respectievelijk met een vermogen groter dan 0,6 kWp en kleiner dan of gelijk aan 15 kWp (Regeling SDE 2009) en met een vermogen groter dan of gelijk aan 1,0 kWp en kleiner dan of gelijk aan 15 kWp 1 (Regeling SDE 2010) wordt bepaald door de volgende formule:

Correctiebedragzonnestroom 0,6 < KWp < 15= gemiddelde prijs kleinverbruiker incl. opslagen (1)

Ad 1. Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting wordt bepaald door de gemiddelde hoogte van het marginale eindgebruikertarief (bij consumptie van 3.500 KWh/jaar) voor kleinverbruikers in Nederland te berekenen. Hierin worden alle kosten die per kWh bij een kleinverbruiker in rekening worden gebracht opgeteld.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 voor de categorie productie-installaties fotovoltaïsche zonnepanelen is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedragzonnestroom 0,6 < KWp < 15= 0,228 €/KWh

Categorie grootschalige zonnepanelen

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor de categorie productie-installaties fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen groter dan 15 kWp en een vermogen kleiner dan of gelijk aan 100 kWp (Regelingen SDE 2009 en 2010) wordt bepaald door de volgende formule:

Correctiebedragzonnestroom 15 < KWp ≤ 100= marktindex (1) * onbalans (2)

Ad 1. De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van elektriciteit opgewekt met behulp van zonnestroom over de periode oktober-december t-2 en de periode januari-september t-1 van het jaar (t) waarop het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting van toepassing is. Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • a. transparante karakter van de index;

  • b. aantal partijen die de hoogte van de index bepalen;

  • c. liquiditeit van de index.

Ad 2. De onbalanskosten van zonne-energie. Deze kosten worden verdisconteerd door de marktindex met deze factor te verminderen.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 voor de grootschalige categorie productie-installaties fotovoltaïsche zonnepanelen is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedragzonnestroom 15 < KWp ≤ 100= 0,048 €/KWh (a) * 0,94 (b) = 0,045 €/KWh.

Ad a. Voor de prijsindex is de uurgemiddelde prijs van de day ahead peak load index op de APX als basis genomen (hierna: APXpeak index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor elektriciteit gedurende de uren dat de zon in Nederland schijnt te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria die hierboven onder ad 1) zijn opgenomen.

Ad b. De onbalanskosten voor zonnestroom zijn vastgesteld op 6%, waardoor de onbalansfactor 0,94 bedraagt.

In de Regeling SDE 2009 en 2010 is voor de categorie grootschalige zonnepanelen echter een basiselektriciteitsprijs opgenomen van € 0,053/kWh. Het correctiebedrag voor de bevoorschotting van grootschalige zonnenpanelen is voor het jaar 2011 gedaald tot onder de basiselektriciteitsprijzen van 2009 en 2010. Dit houdt in dat in het jaar 2011 bij de bevoorschotting gecorrigeerd zal worden voor de basiselektriciteitsprijs, zijnde voor beschikkingen grootschalige zonnepanelen 2009 en 2010 met 0,053 € ct/kWh. Zie voor een verdere toelichting ook paragraaf 3.1.1. Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting in 2011 van de categorie grootschalige fotovoltaïsche zonnepanelen wordt daarmee als volgt vastgesteld:

Correctiebedragzonnestroom 15 < KWp ≤ 100= basiselektriciteitsprijszonnestroom 15 < KWp ≤ 100= 0,053 €/kWh.

3.1.4. Afvalverbranding (artikel 2, derde lid, artikel 4, vijfde lid en artikel 7, vijfde lid)

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 voor alle categorieën productie-installaties die zijn aangewezen in de Regeling SDE 2008, de Regeling SDE 2009 en de Regeling SDE 2010 waarbij elektriciteit wordt opgewekt met behulp van afvalverbranding wordt bepaald door de volgende formule:

Correctiebedragavi= marktindex (1) / aandeel hernieuwbaar (2)

Ad 1. De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van elektriciteit opgewekt met behulp van afvalverbrandingsinstallaties over de periode oktober-december t-2 en de periode januari-september t-1 van het jaar (t) waarop het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting betrekking heeft. Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • a. transparante karakter van de index

  • b. aantal partijen die de hoogte van de index bepalen

  • c. liquiditeit van de index

Ad 2. Uit hoofde van de SDE wordt slechts voor de hernieuwbare elektriciteitsproductie van de afvalverbrandingsinstallatie subsidie verleend. Het basisbedrag wordt daarom ook op basis van uitsluitend het hernieuwbare deel van de elektriciteitsproductie van de installatie vastgesteld. De relevante waarde van de elektriciteitsopbrengsten waarmee het basisbedrag wordt gecorrigeerd heeft dientengevolge ook alleen betrekking op dit deel van de productie. Om de relevante waarde van de elektriciteitsopbrengsten te bepalen wordt de waarde van de elektriciteitsopbrengst voor de hele installatie toegeschreven aan het hernieuwbare deel. Het correctiebedrag voor afvalverbrandingsinstallaties wordt dan ook bepaald door de elektriciteitsprijs te delen door het hernieuwbare aandeel van de productie.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor de categorie afvalverbrandingsinstallaties is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedrag avi = 0,042 €/KWh (a)/ 0,49 (b) = 0,086 €/KWh

Ad a. Voor de prijsindex is de uurgemiddelde prijs van de day ahead base load index op de APX als basis genomen (hierna: APX base index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor elektriciteit in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria zoals hierboven onder ad 1) zijn opgenomen.

Ad b. Deze factor bedraagt voor subsidie die is verleend op grond van de Regelingen SDE 2008, 2009 en 2010 voor de bevoorschotting van 2011 49 % en is een inschatting voor het hernieuwbare deel van het afval.

In de Regeling SDE 2008, 2009 en 2010 is voor de categorie afvalverbranding echter een basiselektriciteitsprijs opgenomen van respectievelijk € 0,093, € 0,092 en € 0,090/kWh. Het correctiebedrag voor de bevoorschotting van afvalverbranding is voor het jaar 2011 gedaald tot onder de basiselektriciteitsprijzen van 2008, 2009 en 2010. Dit houdt in dat in het jaar 2011 bij de bevoorschotting gecorrigeerd zal worden voor de basiselektriciteitsprijs, zijnde voor beschikkingen afvalverbranding 2008 € 0,093 /kWh, voor beschikkingen 2009 € 0,092/kWh en beschikkingen 2010 € 0,090/kWh. Zie voor een verdere toelichting ook paragraaf 3.1.1. De correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting in 2011 van de categorie afvalverbrandingsinstallaties worden daarmee als volgt vastgesteld:

Correctiebedragavi 2008= basiselektriciteitsprijs = 0,093 € /KWh

Correctiebedragavi 2009= basiselektriciteitsprijs = 0,092 € /KWh

Correctiebedragavi 2010= basiselektriciteitsprijs = 0,090 € /KWh

3.1.5. Stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties, biomassa en waterkracht (artikel 2, vierde en vijfde lid, artikel 4, zesde, zevende en achtste lid en artikel 7, zesde, zevende en achtste lid).

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 voor de categorieën productie-installaties elektriciteit uit stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties, biomassa en waterkracht (paragrafen 2.5 en 2.6 van de Regeling SDE 2008 en paragrafen 2.4, 2.5 en 2.6 van de Regelingen SDE 2009 en 2010) wordt bepaald door de volgende formule:

Correctiebedrag = marktindex (1)

Ad 1. De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van elektriciteit opgewekt met behulp van biomassa en waterkracht over de periode oktober–december t-2 en de periode januari-september t-1 van het jaar (t) waarop het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting betrekking heeft. Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • a. transparante karakter van de index

  • b. aantal partijen die de hoogte van de index bepalen

  • c. liquiditeit van de index

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor voornoemde categorieën productie-installaties is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedrag = 0,042 €/KWh (a)

Ad a. Voor de prijsindex is de uurgemiddelde prijs van de day ahead base load index op de APX als basis genomen (hierna: APX base index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor elektriciteit in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria zoals hierboven onder ad 1) zijn opgenomen.

In de Regelingen SDE 2008, 2009 en 2010 is voor de categorie overige elektriciteit, bestaande uit stortgas of biogas uit afvalwater, biomassa en waterkracht, echter een basiselektriciteitsprijs opgenomen van respectievelijk € 0,045, € 0,044 en € 0,044/kWh. Het correctiebedrag voor de bevoorschotting van overige elektriciteit is voor het jaar 2011 gedaald tot onder de basiselektriciteitsprijzen van 2008, 2009 en 2010. Dit houdt in dat in het jaar 2011 bij de bevoorschotting gecorrigeerd zal worden voor de basiselektriciteitsprijs, zijnde voor beschikkingen stortgas of biogas uit afvalwater biomassa en waterkracht 2008 € 0,045/kWh en beschikkingen 2009 en 2010 € 0,044/kWh. Zie voor een verdere toelichting ook paragraaf 3.1.1. De correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting in 2011 van de categorieën productie-installaties stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties, biomassa en waterkracht worden daarmee als volgt vastgesteld:

Correctiebedragoverig elektriciteit 2008= basiselektriciteitsprijs = 0,045 € /KWh

Correctiebedragoverig elektriciteit 2009en 2010= basiselektriciteitsprijs = 0,044 € /KWh

3.2. Hernieuwbaar gas

3.2.1. Stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties en biomassa (artikel 3, eerste en tweede lid, artikel 5, eerste en tweede lid en artikel 8, eerste en tweede lid).

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 voor de categorieën productie-installaties hernieuwbaar gas die zijn aangewezen in paragraaf 3 van de Regeling SDE 2008, de Regeling SDE 2009 en de Regeling SDE 2010 (stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties en biogas) wordt bepaald door de volgende formule:

Correctiebedragbiomassa-biogas= marktindex (1)

Ad 1. De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van gas opgewekt met behulp van biomassa over de periode oktober-december t-2 en de periode januari-september t-1 van het jaar (t) waarop het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting betrekking heeft. Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • a. transparante karakter van de index;

  • b. aantal partijen die de hoogte van de index bepalen;

  • c. liquiditeit van de index.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor de voornoemde categorie productie-installaties is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedragbiomassa-biogas= 0,186 €/KWh (a)

Ad a. Voor de prijsindex is de gemiddelde year ahead TTF prijs voor het verhandelen van gas als basis genomen (hierna: TTF index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor gas in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria zoals hierboven onder ad 1) zijn opgenomen. Ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 wordt de gemiddelde waarde van de TTF index beschouwd over de laatste drie maanden van 2009 en de eerste negen maanden van 2010.

3.3. Windenergie op zee (artikel 6)

Het correctiebedrag voor beschikkingen afgegeven voor de Regeling windenergie op zee 2009 ten behoeve van de bevoorschotting voor de categorie productie-installaties wind op zee is bepaald door de volgende formule:

Correctiebedragwind= marktindex (1) * profiel (2) * onbalans (3) * 1,25 (4)

Ad 1. De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van elektriciteit opgewekt met behulp van windenergie op zee over de periode oktober–december t-2 en de periode januari-september t-1 van het jaar (t) waarop het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting betrekking heeft. Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • c. transparante karakter van de index;

  • d. aantal partijen die de hoogte van de index bepalen;

  • e. liquiditeit van de index.

Ad 2. De profielkosten/opbrengsten van windenergie op zee in het voorgaande jaar.

Voor het berekenen van profielkosten/opbrengsten wordt gebruik gemaakt van een windprofiel dat een representatief beeld geeft van het moment van levering van windenergie op zee in Nederland. Dit windprofiel wordt gebruikt om de periodieke waarden van de gebruikte index zoals bedoeld onder 1) te koppelen aan de levermomenten van windturbines.

Ad 3. De onbalanskosten van windenergie op zee. Deze kosten worden verdisconteerd door de marktindex hiermee te verminderen.

Ad 4. Een vaste factor voor het jaarlijks uitkeren over slechts 80% van de vollasturen waarmee bij het bepalen van het tenderbedrag kon worden gerekend. Deze factor bedraagt 1/0,8=1,25. Deze factor ligt vast voor de looptijd van een beschikking.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 voor de categorie productie-installaties wind op zee in de Regeling windenergie op zee 2009 is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedragwind op zee 2009= 0,042182 €/KWh (a) * 1 (b) * 0,93 (c) * 1,25 = 0,049037 €/KWh

Ad a. Voor de prijsindex is de uurgemiddelde prijs van de day ahead base load index op de APX als basis genomen (hierna: APX base index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor elektriciteit in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria die hierboven onder ad 1) zijn opgenomen.

Ad b. Voor het jaar 2011 wordt deze factor vastgesteld op 1. Dit houdt in dat in de bevoorschotting voor het jaar 2011 geen correctie op de APX waarden voor een profiel wordt doorgevoerd.

Ad c. De onbalanskosten voor windenergie op zee zijn vastgesteld op 7%, waardoor de onbalansfactor 0,93 bedraagt.

In de Regeling windenergie op zee 2009 is voor de categorie windenergie op zee echter een basiselektriciteitsprijs opgenomen van € 0,051150/kWh. Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2011 voor de categorie windenergie op zee van de regeling windenergie op zee 2009 is gedaald tot onder de basiselektriciteitsprijs. Dit houdt in dat in het jaar 2011 bij de bevoorschotting gecorrigeerd zal worden voor de basiselektriciteitsprijs, zijnde voor beschikkingen wind op zee 2009 € 0,051150/kWh. Zie voor verdere toelichting ook paragraaf 3.1.1. Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting in 2011 van de categorie windenergie op zee wordt daarmee als volgt vastgesteld:

Correctiebedragwind op zee 2009= basiselektriciteitsprijs = 0,051150 € /KWh

4. Administratieve lasten

Op basis van het Besluit SDE zullen subsidieaanvragen worden ingediend voor in complexiteit en investeringsbedrag zeer uiteenlopende projecten. Het bepalen van de administratieve lasten verbonden aan dit Besluit is alleen mogelijk door van in omvang gemiddelde projecten uit te gaan. Kenmerkend voor het Besluit SDE is dat er voor een lange periode subsidie wordt verleend. Een producent doet eenmaal een subsidieaanvraag en ontvangt vervolgens voor vele jaren subsidie. De administratieve lasten zullen zich daarom concentreren in het jaar van aanvraag van de subsidie. De jaren erop dient men slechts (voor het betreffende jaar) een subsidievoorschot aan te vragen en indien relevant te rapporteren over de duurzaamheid van de gebruikte biomassa. In die jaren zullen de administratieve lasten daarom beperkt zijn.

Omdat zon-pv projecten qua investeringskosten en administratieve lasten over het algemeen sterk zullen afwijken van projecten uit de andere categorieën, worden voor zon-pv projecten de administratieve lasten afzonderlijk bepaald. Ook voor projecten windenergie op zee 2009 zijn aparte berekeningen gemaakt.

De administratieve lasten voor deze regeling zijn slechts in samenhang te zien met de bepalingen uit de overige regelingen die voortvloeien uit het Besluit SDE. In de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie zijn de administratieve lasten per € 100 miljoen opengesteld subsidiebudget berekend, waarbij rekening is gehouden met alle administratieve lasten die samenhangen met de onderliggende regelgeving van het Besluit SDE.

In de toelichting bij de Regeling SDE 2008 zijn de administratieve lasten die per € 100 miljoen opengesteld subsidiebudget samenhangen met alle onderliggende regelgeving van het Besluit SDE voor het jaar 2008 opgenomen. Uit de desbetreffende paragraaf in de toelichting blijkt dat het percentage administratieve lasten van de regeling, exclusief de categorie zon-pv, indicatief berekend is op maximaal 0,19% is. Voor de categorie zon-pv voor niet-particulieren is dit maximaal 3,5%. En bij zon-pv voor particulieren zijn per project over de volledige periode van 15 jaar indicatief in totaal 16,5 uur administratieve lasten gemoeid.

Uit de toelichting van de Regeling SDE 2009 blijkt dat het percentage administratieve lasten, voor alle categorieën behalve zon-pv 0,18% bedraagt. Voor de categorie kleinschalige zon-pv voor niet-particulieren is het percentage maximaal 1,54%. Voor middelgrote zon-pv voor niet-particulieren is het percentage berekend op maximaal 0,55% Bij kleinschalige zon-pv voor particulieren zijn per project over de volledige periode van 15 jaar indicatief in totaal ca. 5,2 uur administratieve lasten gemoeid. Uit de toelichting van de Regeling windenergie op zee 2009 blijkt dat de administratieve lasten van deze categorie 0,012% zijn, een laag percentage wat verband houdt met het bijzonder hoge subsidieplafond. Uit de toelichting op de regeling SDE 2010 blijkt dat het percentage voor alle categorieën behalve zon-pv is berekend op 0,18%. Voor de categorie kleinschalige zon-pv voor niet-particulieren zijn de administratieve lasten indicatief bepaald op 1,54% en voor de categorie middelgrote bedrijfsmatige zon-pv bedraagt het percentage administratieve lasten 0,55%. Bij kleinschalige zon-pv van particulieren zijn per project over de volledige periode van 15 jaar in totaal 5,2 uur administratieve lasten gemoeid.

De onderhavige regeling wijzigt de percentages in de Regelingen SDE 2008, SDE 2009, SDE 2010 en de Regeling windenergie op zee 2009 niet.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven