Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 31 augustus 2010, nr. 146184, houdende voorschriften betreffende bestuurlijke boetes onder de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (Regeling bestuurlijke boetes GWWD)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 120b van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren en de artikelen 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

§ 1. begripsbepalingen

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In deze regeling wordt verstaan onder:

wet:

Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Minister:

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

vervoersverbod:

vervoersverbod als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet

EU-maatregel:

een richtlijn, verordening onderscheidenlijk besluit als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

§ 2. Hoogte bestuurlijke boetes

Artikel 2 (hoogte bestuurlijke boetes)

  • 1. De hoogte van de bestuurlijke boetes die de Minister op grond van artikel 120b van de wet voor overtredingen als bedoeld in artikel 120a, eerste lid, onderdeel a, van de wet kan opleggen, wordt vastgesteld overeenkomstig de bedragen die horen bij de boetecategorieën die in de bijlagen 1 of 2 voor de desbetreffende overtredingen zijn vastgelegd.

  • 2. De bedragen bij de boetecategorieën, bedoeld in het eerste lid, zijn:

    • a. voor de categorie geringe overtredingen: € 500,−;

    • b. voor de categorie overtredingen: € 1.500,−;

    • c. voor de categorie ernstige overtredingen: € 2.500,−.

    • d. voor de categorie overtredingen met verhoogde boete, zijnde overtredingen begaan ten aanzien van:

    • 1°. zes of meer dieren, met uitzondering van pluimvee;

    • 2°. indien het pluimvee betreft:

      • meer dan 7,5 procent van het aantal dieren op een transport, of

      • meer dan 5 procent van het aantal dieren op een transport ingeval die dieren dood zijn aangetroffen:

        € 6000,−

Artikel 3 (overtredingen bij uitbraak besmettelijke dierziekte)

Indien in Nederland of in bepaalde gedeelten van Nederland een vervoersverbod geldt ten gevolge van een uitbraak van een krachtens artikel 15 van de wet of van een krachtens een EU-maatregel aangewezen dierziekte, en door de beboetbare gedraging een risico op verspreiding van deze ziekte kan ontstaan, is de bestuurlijke boete die wordt opgelegd gelijk aan het voor die overtreding ingevolge artikel 2 bepaalde boetebedrag, vermenigvuldigd met een factor 1,5.

Artikel 4 (Recidive)

Indien binnen een tijdsbestek van drie jaren door dezelfde persoon of rechtspersoon een eerder geconstateerde overtreding of een soortgelijke overtreding wordt herhaald, is de bestuurlijke boete gelijk aan de optelling van de voor die categorie overtredingen op te leggen boete en van de voor die eerdere overtreding opgelegde bestuurlijke boete.

§ 3. Overige bepalingen

Artikel 5 (wijziging Beleidsregels dierenwelzijn 2009)

De Beleidsregels dierenwelzijn 2009 worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. De letteraanduidingen voor elk onderdeel worden telkenmale vervangen door een liggend streepje.

2. In de alfabetische rangschikking wordt voor de begripsomschrijving van het onderdeel ‘certificaat van goedkeuring’ het volgende onderdeel ingevoegd:

  • bestuurlijke boete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 120b van de wet;.

B

Na artikel 4 wordt een artikel 4a opgenomen, luidende:

Artikel 4a (verhouding met bestuurlijke boete)

Indien voor een gedraging een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, kan voor diezelfde gedraging worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 5, 6, 7, tweede en derde lid, en 8 tot en met 12.

C

In artikel 6, tweede, derde en vijfde lid, wordt ‘dwangsom’ telkens vervangen door: last onder dwangsom.

D

Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Indien de vervoerder een ernstige overtreding begaat, kan de minister:

    • a. de vergunning schorsen;

    • b. een last onder dwangsom opleggen als bedoeld in artikel 4, onderdeel c, met een maximum bedrag waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd van 20.000 euro voor vervoerders welke over een vergunning beschikken, of

    • c. een bestuurlijke boete opleggen.

E

Na artikel 7 worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende

Artikel 7a (bestuurlijke boete en schorsen vergunning)

Indien een vervoerder in een periode van drie jaren, vijf bestuurlijke boetes opgelegd heeft gekregen voor dezelfde of soortgelijke overtredingen, kan de minister bij het begaan van een volgende gelijke of soortgelijke overtreding door deze vervoerder, de vergunning van deze vervoerder schorsen.

Artikel 7b

Ingeval een overtreding wordt geconstateerd waarbij ten aanzien van 11 of meer dieren of in het geval van pluimvee meer dan 10 procent van het aantal dieren op een transport, sprake is van letsel of dat zij niet hadden mogen worden vervoerd, legt de minister de overtreding voor aan de officier van justitie.

F

In artikel 10, eerste en tweede lid wordt ‘dwangsom’ telkens vervangen door: last onder dwangsom.

Artikel 6 (wijziging Mandaatbesluit LNV Voedsel en Warenautoriteit)

Het Mandaatbesluit LNV Voedsel en Warenautoriteit wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit en het hoofd Afdeling bestuurlijke boete van de Voedsel en Waren Autoriteit wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende besluiten om een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 120b van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, op te leggen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 120c van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, of een overtreding voor te leggen aan de officier van justitie, in het geval bedoeld in artikel 7b van de Beleidsregels dierenwelzijn 2009.

B

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 7a, luidt:

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

voor deze:

gevolgd door de functieaanduiding, handtekening en naam functionaris.

Artikel 7 (citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling bestuurlijke boetes GWWD’.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE 1

In deze bijlage worden de definities gebruikt van de Europese Transportverordening (Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (Pb.EU 2005, L3), welke Verordening strafbaar is gesteld in artikel 9 van de Regeling dierenvervoer 2007.

Titel

artikel

normadressaat

omschrijving normoverschrijding

categorieindeling overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, aanhef

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Dieren vervoeren of laten vervoeren op zodanige wijze dat vooraf waarschijnlijk is dat de dieren letsel of onnodig lijden zal worden berokkend.

Overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, aanhef

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Dieren vervoeren of laten vervoeren op zodanige wijze dat vooraf duidelijk is dat de dieren letsel of onnodig lijden zal worden berokkend.

Ernstige overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3 aanhef

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Dieren vervoeren of laten vervoeren op zodanige wijze dat de dieren waarschijnlijk letsel of onnodig lijden wordt berokkend, en achteraf blijkt dat het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

Overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3 aanhef

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Dieren vervoeren of laten vervoeren op een wijze waarvan vooraf duidelijk is dat waarschijnlijk letsel of onnodig lijden wordt berokkend, en achteraf blijkt dat het dierenwelzijn ernstig is gecompromitteerd.

Ernstige overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel a

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Niet alle nodige voorzieningen zijn vooraf getroffen om de duur van het transport tot een minimum te beperken en tijdens het transport te voorzien in de behoeften van de dieren, en achteraf blijkt dat het dierenwelzijn niet is gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel a

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Niet alle nodige voorzieningen zijn vooraf getroffen om de duur van het transport tot een minimum te beperken en tijdens het transport te voorzien in de behoeften van de dieren, en achteraf blijkt dat het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel a

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Niet alle nodige voorzieningen zijn vooraf getroffen om de duur van het transport tot een minimum te beperken en tijdens het transport te voorzien in de behoeften van de dieren, en achteraf blijkt dat het dierenwelzijn ernstig is gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel b

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De te vervoeren dieren zijn niet geschikt voor transport.

Overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel b

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De vervoerde dieren zijn niet geschikt voor transport.

Overtreding of overtreding met verhoogde boete

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel c

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het te gebruiken vervoermiddel is niet zodanig ontworpen en geconstrueerd en niet op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden is bespaard en hun veiligheid is gegarandeerd.

geringe overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel c

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het gebruikte vervoermiddel is niet zodanig ontworpen en geconstrueerd en niet op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden is bespaard en hun veiligheid is gegarandeerd, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel c

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het gebruikte vervoermiddel is niet zodanig ontworpen en geconstrueerd en niet op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden is bespaard en hun veiligheid is gegarandeerd, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

Overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel c

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het gebruikte vervoermiddel is niet zodanig ontworpen en geconstrueerd en niet op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden is bespaard en hun veiligheid is gegarandeerd, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel d

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De te gebruiken laad- en losvoorzieningen zijn niet zodanig ontworpen en geconstrueerd en niet op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden wordt bespaard en hun veiligheid wordt gegarandeerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel d

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De gebruikte laad- en losvoorzieningen zijn niet zodanig ontworpen en geconstrueerd en niet op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden is bespaard en hun veiligheid is gegarandeerd, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel d

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De gebruikte laad- en losvoorzieningen zijn niet zodanig ontworpen en geconstrueerd en niet op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden is bespaard en hun veiligheid is gegarandeerd, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

Overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel d

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De gebruikte laad- en losvoorzieningen zijn niet zodanig ontworpen en geconstrueerd en niet op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden is bespaard en hun veiligheid is gegarandeerd, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel e

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het personeel dat met de dieren omgaat, heeft niet de nodige opleiding of bekwaamheid.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel e

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het personeel dat met de dieren omgaat, voert zijn werkzaamheden uit met gebruikmaking van geweld of van een methode die de dieren onnodig angstig maakt of onnodig letsel of leed toebrengt, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel e

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het personeel dat met de dieren omgaat, voert zijn werkzaamheden uit met gebruikmaking van geweld of van een methode die de dieren onnodig angstig maakt of onnodig letsel of leed toebrengt, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

Overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel e

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het personeel dat met de dieren omgaat, voert zijn werkzaamheden niet uit zonder gebruikmaking van geweld of van een methode die de dieren onnodig angstig maakt of onnodig letsel of leed toebrengt, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel f

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het transport wordt niet zonder oponthoud uitgevoerd tot de plaats van bestemming en de omstandigheden voor het welzijn van de dieren worden niet regelmatig gecontroleerd of naar behoren in stand gehouden, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel f

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het transport wordt niet zonder oponthoud uitgevoerd tot de plaats van bestemming en de omstandigheden voor het welzijn van de dieren worden niet regelmatig gecontroleerd of naar behoren in stand gehouden, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

Overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel f

eenieder die bij het vervoer betrokken is

Het transport wordt niet zonder oponthoud uitgevoerd tot de plaats van bestemming en de omstandigheden voor het welzijn van de dieren worden niet regelmatig gecontroleerd of naar behoren in stand gehouden, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel g

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De dieren beschikken, gelet op hun grootte en op het voorgenomen transport, niet over voldoende vloeroppervlak of stahoogte, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel g

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De dieren beschikken, gelet op hun grootte en op het voorgenomen transport, niet over voldoende vloeroppervlak of stahoogte, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

Overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel g

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De dieren beschikken, gelet op hun grootte en op het voorgenomen transport, niet over voldoende vloeroppervlak en stahoogte, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel h

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De dieren krijgen niet op gezette tijden water, voeder en rust die in kwaliteit en kwantiteit is afgestemd op hun soort en grootte, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel h

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De dieren krijgen niet op gezette tijden water, voeder en rust die in kwaliteit en kwantiteit is afgestemd op hun soort en grootte, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

Overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 3, onderdeel h

eenieder die bij het vervoer betrokken is

De dieren krijgen niet op gezette tijden water, voeder en rust die in kwaliteit en kwantiteit is afgestemd op hun soort en grootte, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikelikel 4, eerste lid

organisator, vervoerder, houder, verzamelcentrum

Dieren gaan vervoerd worden zonder de documenten, bedoeld in artikel 4, onderdelen a tot en met e.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 4, eerste lid

organisator, vervoerder, houder, verzamelcentrum

Dieren zijn vervoerd zonder de documenten, bedoeld in artikel 4, onderdelen a tot en met e.

overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 4, tweede lid

vervoerder

De vervoerder stelt de documenten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, niet ter beschikking van de bevoegde autoriteit.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, eerste lid

organisator, vervoerder, houder, verzamelcentrum

Het vervoer wordt in opdracht gegeven of uitbesteed aan een vervoerder die niet beschikt over een vergunning of niet beschikt over een vergunning die past bij het voorgenomen transport.

Overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, tweede lid

vervoerder

Er is geen natuurlijk persoon aangewezen die verantwoordelijk is voor het vervoer en die te allen tijde informatie geeft over planning, uitvoering en voltooiing van het deel van het transport waarvoor hij verantwoordelijk is.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, derde lid

organisator

De verschillende onderdelen van het transport zijn onvoldoende gecoördineerd en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, derde lid

organisator

De verschillende onderdelen van het transport zijn onvoldoende gecoördineerd en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, derde lid

organisator

De verschillende onderdelen van het transport zijn onvoldoende gecoördineerd en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, derde lid

organisator

Er is geen rekening gehouden met de weersomstandigheden en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, derde lid

organisator

Er is geen rekening gehouden met de weersomstandigheden en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, derde lid

organisator

Er is geen rekening gehouden met de weersomstandigheden en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, derde lid

organisator

Er is geen natuurlijk persoon aangewezen die belast is met het op elk gewenst moment verstrekken van informatie aan de bevoegde autoriteit over de planning, uitvoering en voltooiing van het transport.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, vierde lid, juncto Bijlage II

vervoerder, organisator

Voorafgaand aan een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat een journaal niet bij het transport is.

geringe overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, vierde lid, juncto Bijlage II

vervoerder, organisator

Voorafgaand aan een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat het journaal bij het transport niet voldoet aan de eisen van bijlage II.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, vierde lid, juncto Bijlage II

vervoerder, organisator

Na afloop van een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat een journaal niet bij het transport is.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, vierde lid, juncto Bijlage II

vervoerder, organisator

Na afloop van een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat het journaal bij het transport op kleine onderdelen niet voldoet aan de eisen van bijlage II.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, vierde lid, juncto Bijlage II

vervoerder, organisator

Na afloop van een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat het journaal bij het transport niet voldoet aan de eisen van bijlage II.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, vierde lid, juncto Bijlage II, paragrafen 2, 3, 6, 7 en 8

vervoerder, organisator

De voorschriften uit bijlage II die betrekking hebben op handelingen die verricht moeten worden voorafgaand aan een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, zijn niet nageleefd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 5, vierde lid, juncto Bijlage II, paragraaf 8

vervoerder, organisator

De voorschriften uit bijlage II die betrekking hebben op handelingen die verricht moeten worden tijdens en na afloop van een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, zijn niet nageleefd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, eerste lid

vervoerder

Voorafgaand aan het transport blijkt dat de vervoerder geen kopie van de voor dat transport vereiste vergunning aanwezig heeft (bij vervoer over meer dan 65 km, gerekend vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming).

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, eerste lid

vervoerder

Na afloop van het transport blijkt dat vervoerder geen kopie van de voor dat transport vereiste vergunning aanwezig heeft ( bij vervoer over meer dan 65 km, gerekend vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming).

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, eerste lid

vervoerder

Voorafgaand aan het transport blijkt dat een voor dat transport vereiste geldige passende vergunning ontbreekt (bij vervoer over meer dan 65 km, gerekend vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming).

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, eerste lid

vervoerder

Na afloop van transport blijkt dat een voor dat transport vereiste geldige passende vergunning ontbreekt (bij vervoer over meer dan 65 km, gerekend vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming).

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, tweede lid

vervoerder

Wijzigingen met betrekking tot de vergunning worden niet doorgegeven aan de bevoegde autoriteit (bij vervoer over meer dan 65 km, gerekend vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming).

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, tweede lid

vervoerder

Wijzigingen met betrekking tot de vergunning worden niet binnen 15 dagen na de datum waarop de wijzigingen zich hebben voorgedaan, doorgegeven aan de bevoegde autoriteit (bij vervoer over meer dan 65 km, gerekend vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming).

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk I, paragraaf 2

vervoerder

Voorafgaand aan het transport blijkt dat dieren worden vervoerd die niet geschikt zijn, in de zin van Bijlage I, Hoofdstuk I, om te worden vervoerd.

Overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk I, paragraaf 2

vervoerder

Na afloop van het transport blijkt dat dieren zijn vervoerd die niet geschikt waren in de zin van Bijlage I, Hoofdstuk I, om te worden vervoerd.

Overtreding of overtreding met verhoogde boete

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk I, paragrafen 3 t/m 7

vervoerder

Voorafgaand aan het transport blijkt dat dieren worden vervoerd op een wijze die in strijd is met Bijlage I, Hoofdstuk I, paragrafen 3 tot en met 7.

Overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk I, paragrafen 3 t/m 7

vervoerder

Na afloop van het transport blijkt dat dieren zijn vervoerd op een wijze die in strijd is met Bijlage I, Hoofdstuk I, paragrafen 3 tot en met 7.

Overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstukken II, IV en VI voor zover betrekking hebbend op de constructie van een vervoermiddel

vervoerder

De constructie van het vervoermiddel voldoet niet aan de eisen betreffende de constructie uit Bijlage I, Hoofdstukken II, IV en VI.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid juncto Bijlage I, Hoofdstukken II, III, IV en VI voor zover betrekking hebbend op het gebruik van een vervoermiddel

vervoerder

Het gebruik van het vervoermiddel voldoet niet aan de eisen betreffende het gebruik uit Bijlage I, Hoofdstukken II, III, IV en VI, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid juncto Bijlage I, Hoofdstukken II, III, IV en VI voor zover betrekking hebbend op het gebruik van een vervoermiddel

vervoerder

Het gebruik van het vervoermiddel voldoet niet aan de eisen betreffende het gebruik uit Bijlage I, Hoofdstukken II, III, IV en VI, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid juncto Bijlage I, Hoofdstukken II, III, IV en VI voor zover betrekking hebbend op het gebruik van een vervoermiddel

vervoerder

Het gebruik van het vervoermiddel voldoet niet aan de eisen betreffende het gebruik uit Bijlage I, Hoofdstukken II, III, IV en VI, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 1.1 tot en met 1.7

vervoerder

Bij het laden en lossen van dieren wordt niet voldaan aan de eisen betreffende voorzieningen en procedures uit Bijlage I, Hoofdstuk 3, paragrafen 1.3 tot en met 1.7.

overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 1.8 tot en met 1.13, 2.5 en 2.6.

vervoerder

Dieren worden niet behandeld volgens de eisen betreffende behandeling uit Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 1.8 tot en met 1.13, 2.5 en 2.6 en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 1.8 tot en met 1.13, 2.5 en 2.6.

vervoerder

Dieren worden niet behandeld volgens de eisen betreffende behandeling uit Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 1.8 tot en met 1.13, 2.5 en 2.6 en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 1.8 tot en met 1.13, 2.5 en 2.6.

vervoerder

Dieren worden niet behandeld volgens de eisen betreffende behandeling uit Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 1.8 tot en met 1.13, 2.5 en 2.6 en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragraaf 2.1 en Hoofdstuk VII

vervoerder

De minimaal beschikbare ruimte voor de dieren tijdens vervoer voldoet niet aan de eisen betreffende ruimte voor dieren uit Bijlage I, Hoofdstuk VII, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragraaf 2.1 en Hoofdstuk VII

vervoerder

De minimaal beschikbare ruimte voor de dieren tijdens vervoer voldoet niet aan de eisen betreffende ruimte voor dieren uit Bijlage I, Hoofdstuk VII, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragraaf 2.1 en Hoofdstuk VII

vervoerder

De minimaal beschikbare ruimte voor de dieren tijdens vervoer voldoet niet aan de eisen betreffende ruimte voor dieren uit Bijlage I, Hoofdstuk VII, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 2.2 tot en met 2.4 en Hoofdstuk VI, paragraaf 1.6

vervoerder

Aan de specifieke eisen betreffende het vervoer van eenhoevigen uit Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 2.2 tot en met 2.4 en Hoofdstuk VI, paragraaf 1.6, wordt niet voldaan, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 2.2 tot en met 2.4 en Hoofdstuk VI, paragraaf 1.6

vervoerder

Aan de specifieke eisen betreffende het vervoer van eenhoevigen uit Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 2.2 tot en met 2.4 en Hoofdstuk VI, paragraaf 1.6, wordt niet voldaan, en het dierenwelzijn is gecompromiteerd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 2.2 tot en met 2.4 en Hoofdstuk VI, paragraaf 1.6

vervoerder

Aan de specifieke eisen betreffende het vervoer van eenhoevigen uit Bijlage I, Hoofdstuk III, paragrafen 2.2 tot en met 2.4 en Hoofdstuk VI, paragraaf 1.6, wordt niet voldaan, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragraaf 2.7 en Hoofdstuk V

vervoerder

Aan de eisen betreffende de tussenpozen voor het drenken en voederen, alsmede transport- en rusttijden uit Bijlage I, Hoofdstuk III, paragraaf 2.7 en Hoofdstuk V, wordt niet voldaan, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragraaf 2.7 en Hoofdstuk V

vervoerder

Aan de eisen betreffende de tussenpozen voor het drenken en voederen, alsmede transport- en rusttijden uit Bijlage I, Hoofdstuk III, paragraaf 2.7 en Hoofdstuk V, wordt niet voldaan, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, derde lid, juncto Bijlage I, Hoofdstuk III, paragraaf 2.7 en Hoofdstuk V

vervoerder

Aan de eisen betreffende de tussenpozen voor het drenken en voederen, alsmede transport- en rusttijden uit Bijlage I, Hoofdstuk III, paragraaf 2.7 en Hoofdstuk V, wordt niet voldaan, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, vierde lid

vervoerder

Het personeel van de vervoerder dat met dieren omgaat, heeft geen opleiding ontvangen met betrekking tot de voorschriften van Bijlage I en II (bij vervoer over meer dan 65 km, gerekend vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming).

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, vijfde lid

vervoerder

De bestuurder van een voertuig waarmee als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten, varkens of pluimvee worden vervoerd, is niet in het bezit van een geldig getuigschrift van vakbekwaamheid of kan dit getuigschrift niet overleggen aan de bevoegde autoriteit (bij vervoer over meer dan 65 km, gerekend vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming).

Overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, vijfde lid

vervoerder

De verzorger van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten, varkens of pluimvee, die worden vervoerd, is niet in het bezit van een geldig getuigschrift van vakbekwaamheid of kan dit getuigschrift niet overleggen aan de bevoegde autoriteit (bij vervoer over meer dan 65 km, gerekend vanaf de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming).

Overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, zesde lid

vervoerder

De dieren worden niet door een verzorger vergezeld en de omstandigheden van het vervoer voldoen niet aan de vereisten uit artikel 6, zesde lid, onderdelen a of b.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, achtste lid

vervoerder

Het certificaat van goedkeuring van het vervoermiddel, bedoeld in artikel 18, tweede lid of artikel 19, tweede lid, wordt niet overgelegd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, negende lid

vervoerder

Het wegvervoermiddel waarmee als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens worden vervoerd, maakt geen gebruik van een navigatiesysteem als bedoeld in Bijlage I, Hoofdstuk IV, paragraaf 4.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, negende lid

vervoerder

De gegevens, verkregen met het navigatiesysteem, bedoeld in Bijlage I, Hoofdstuk IV, paragraaf 4, worden minder dan drie jaar bewaard.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 6, negende lid

vervoerder

De gegevens, verkregen met het navigatiesysteem, bedoeld in Bijlage I, Hoofdstuk IV, paragraaf 4, worden niet op verzoek ter beschikking gesteld aan de bevoegde autoriteit.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 7, eerste en derde lid

vervoerder

Dieren worden voor een lang transport vervoerd in een wegvervoermiddel dat of een container die geen certificaat van goedkeuring als bedoeld in artikel 18, eerste lid, heeft.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 7, tweede en derde lid

vervoerder

Als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens worden vervoerd over meer dan 10 zeemijl, vanuit Nederland naar een communautaire haven of vanuit een communautaire haven naar Nederland, in een veeschip dat, of een container die geen certificaat van goedkeuring als bedoeld in artikel 19, eerste lid, heeft.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, eerste lid

houder

Op de plaats van vertrek, overlading of bestemming, worden de voorschriften van bijlage I, Hoofdstuk I, en Hoofdstuk III, Afdeling 1, niet nageleefd, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, eerste lid

houder

Op de plaats van vertrek, overlading of bestemming, worden de voorschriften van bijlage I, Hoofdstuk I, en Hoofdstuk III, Afdeling 1, niet nageleefd, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, eerste lid

houder

Op de plaats van vertrek, overlading of bestemming, worden de voorschriften van bijlage I, Hoofdstuk I, en Hoofdstuk III, Afdeling 1, niet nageleefd, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

ernstige overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, tweede lid

houder

Bij aankomst op de plaats van doorvoer of op de plaats van bestemming worden de dieren niet gecontroleerd en wordt niet nagegaan of zij een lang transport tussen de lidstaten of met derde landen ondergaan of ondergaan hebben.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, tweede lid, juncto Bijlage II

houder

Voorafgaand aan een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat een journaal niet bij het transport is.

geringe overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, tweede lid, juncto Bijlage II

houder

Voorafgaand aan een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat het journaal bij het transport niet voldoet aan de eisen van bijlage II.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, tweede lid, juncto Bijlage II

houder

Na afloop van een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat het journaal bij het transport op kleine onderdelen niet voldoet aan de eisen van bijlage II.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, tweede lid, juncto Bijlage II

houder

Na afloop van een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat een journaal niet bij het transport is.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, tweede lid, juncto Bijlage II

houder

Na afloop van een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, blijkt dat het journaal bij het transport niet voldoet aan de eisen van bijlage II.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, tweede lid, juncto Bijlage II, paragrafen 2, 3, 6, 7 en 8

houder

De voorschriften uit bijlage II die betrekking hebben op handelingen die verricht moeten worden voorafgaand aan een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, zijn niet nageleefd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 8, tweede lid, juncto Bijlage II, paragraaf 8

houder

De voorschriften uit bijlage II die betrekking hebben op handelingen die verricht moeten worden tijdens en na afloop van een lang transport van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen met uitzondering van geregistreerde eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens, zijn niet nageleefd.

overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 9, eerste lid

exploitant van een verzamelcentrum

De dieren worden niet behandeld volgens de voorschriften van bijlage I, Hoofdstuk I, en Hoofdstuk III, Afdeling 1, en het dierenwelzijn is niet of in geringe mate gecompromitteerd.

Geringe overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 9, eerste lid

exploitant van een verzamelcentrum

De dieren worden niet behandeld volgens de voorschriften van bijlage I, Hoofdstuk I, en Hoofdstuk III, Afdeling 1, en het dierenwelzijn is gecompromitteerd.

Overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 9, eerste lid

exploitant van een verzamelcentrum

De dieren worden niet behandeld volgens de voorschriften van bijlage I, Hoofdstuk I, en Hoofdstuk III, Afdeling 1, en het dierenwelzijn is ernstig gecompromitteerd.

Ernstige overtreding of overtreding met verhoogde boete

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 9, tweede lid, onderdeel a

exploitant van een verzamelcentrum

Het personeel dat met de dieren omgaat, heeft geen opleiding gevolgd met betrekking tot de technische voorschriften van Bijlage I.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 9, tweede lid, onderdeel b

exploitant van een verzamelcentrum

Personen die toegang hebben tot het verzamelcentrum worden niet regelmatig geïnformeerd over de verplichtingen die op hen rusten krachtens de Europese Transportverordening juncto de Regeling dierenvervoer 2007 of over de straffen die staan op overtreding van die voorschriften.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 9, tweede lid, onderdeel c

exploitant van een verzamelcentrum

Personen die toegang hebben tot het verzamelcentrum wordt niet de beschikking gegeven over de gegevens van de bevoegde autoriteit aan wie zij overtredingen van de voorschriften van de Europese Transportverodening juncto de Regeling dierenvervoer 2007 moeten melden.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 9, tweede lid, onderdeel d

exploitant van een verzamelcentrum

De nodige maatregelen om een einde te maken aan overtreding door personen die zich in het verzamelcentrum ophouden van de voorschriften van de Europese Transportverordening juncto de Regeling dierenvervoer 2007 of om herhaling van die overtreding te voorkomen, worden niet getroffen.

gewone overtreding

verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 9, tweede lid, onderdeel e

exploitant van een verzamelcentrum

Interne voorschriften om naleving van artikel 9, tweede lid, onderdelen a tot en met d te garanderen zijn niet vastgesteld, zijn onvolledig, worden niet gecontroleerd of worden niet gehandhaafd.

geringe overtreding

Verordening (EG) nr. 1/2005

artikel 12

vervoerder

Een vergunning krachtens artikel 10 of krachtens artikel 11 is bij meer dan één bevoegde autoriteit of in meer dan één lidstaat aangevraagd.

ernstige overtreding

BIJLAGE 2

In deze bijlage worden de definities gebruikt van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.

Titel

artikel

normadressaat

vervoerde / te vervoeren diersoort

omschrijving normoverschrijding

categorieindeling overtreding

regeling preventie

artikel 30, eerste en tweede lid, juncto artikel 31, eerste lid

vervoerder

evenhoevigen

op de plaats van lossing is niet gereinigd en ontsmet

ernstige overtreding

regeling preventie

artikel 30, eerste en tweede lid, juncto artikel 31, eerste lid

vervoerder

evenhoevigen

op de plaats van lossing is niet correct gereinigd en ontsmet

overtreding

Regeling Preventie

artikel 30 eerste lid, juncto artikel 31, eerste lid

Vervoerder

evenhoevigen

Vervoermiddel bevindt zich op de openbare weg en is voorafgaand daaraan niet gereinigd en ontsmet

ernstige overtreding

regeling preventie

artikel 31, tweede lid

vervoerder

evenhoevigen, niet zijnde varkens

vervoermiddel waarmee rechtstreeks van stal of weide is vervoerd naar een andere weide van het zelfde bedrijf, is niet zo spoedig mogelijk na vervoer gereinigd en ontsmet

ernstige overtreding

regeling preventie

artikel 31, derde lid

vervoerder

evenhoevigen, niet zijnde varkens

vervoermiddel waarmee rechtstreeks van bedrijf is vervoerd naar een weide van een ander bedrijf, is niet zo spoedig mogelijk na vervoer gereinigd en ontsmet

ernstige overtreding

regeling preventie

artikel 31, vierde lid

vervoerder

evenhoevigen, niet zijnde varkens

vervoermiddel is niet direct na lossing op een slachtplaats met geringe capaciteit vervoerd langs de kortste weg naar de in de vergunning van die slachtplaats aangewezen R&O plaats vervoerd om daar gereinigd en ontsmet te worden

ernstige overtreding

regeling preventie

artikel 32, eerste tot en met vierde lid

vervoerder

evenhoevigen

register is niet bijgehouden of kan niet worden overgelegd

ernstige overtreding

regeling preventie

artikel 32, eerste en tweede lid

vervoerder

evenhoevigen

het bijgehouden register is incompleet (een of meer gegevens bedoeld in artikel 32, eerste en tweede lid ontbreken)

overtreding

regeling preventie

artikel 32, derde lid

vervoerder

evenhoevigen

gegevens van de laatste reiniging en ontsmetting zijn niet op het vervoermiddel aanwezig

overtreding

regeling preventie

artikel 32, vierde lid

vervoerder

evenhoevigen

register wordt niet voldoende lang bewaard (meer dan 1 jaar, maar minder dan 3 jaar)

geringe overtreding

regeling preventie

artikel 32, vierde lid

vervoerder

evenhoevigen

register wordt niet voldoende lang bewaard (minder dan 1 jaar)

overtreding

regeling preventie

artikel 33, eerste lid

vervoerder, verzamelcentrum en slachthuis die/dat niet deelneemt aan een kwaliteitssysteem als bedoeld in artikel 56

evenhoevigen

vervoermiddel is niet in zijn geheel gelost na aankomst

ernstige overtreding

regeling preventie

artikel 33, tweede en vierde lid

vervoerder, verzamelcentrum en slachthuis die/dat niet deelneemt aan een kwaliteitssysteem als bedoeld in artikel 56

evenhoevigen, met uitzondering van varkens die worden gelost op een varkenshouderijbedrijf

vervoerseenheid is niet in een keer geheel gelost

ernstige overtreding

Regeling Preventie

artikel 34, eerste lid

Vervoerder

evenhoevigen

vervoermiddel, gebruikt voor transport van dieren uit buitenland en gelost op plaats die niet beschikt over een erkende R&O plaats, wordt na eerste R&O niet onmiddellijk vervoerd naar een erkende R&O-plaats

ernstige overtreding

regeling preventie

artikel 34, tweede lid

vervoerder

evenhoevigen

bewijs van R&O van vervoermiddel, gebruikt voor transport van dieren uit lidstaat waar uitbraak van een besmettelijke ziekte als bedoeld in artikel 2, onderdelen a, b, c, d, l, s, t, u, v, x, y of z van de Regeling preventie is bevestigd, wordt niet tijdig (meer dan 24 uur na terugkeer) overgelegd

geringe overtreding

regeling preventie

artikel 34, tweede lid

vervoerder

evenhoevigen

bewijs van R&O van vervoermiddel, gebruikt voor transport van dieren uit lidstaat waar uitbraak van een besmettelijke ziekte als bedoeld in artikel 2, onderdelen a, b, c, d, l, s, t, u, v, x, y of z is bevestigd, wordt niet overgelegd

overtreding

regeling preventie

artikel 35

vervoerder

evenhoevigen

bewijs van R&O van leeg vervoermiddel, gebruikt voor transport van dieren in lidstaat waar uitbraak van een besmettelijke ziekte als bedoeld in artikel 2, onderdelen a, b, c, d, l, s, t, u, v, x, y of z van d Regeling preventie is bevestigd of in derde land, wordt niet of niet tijdig overgelegd

overtreding

Regeling Preventie

35

Vervoerder

 

leeg vervoermiddel, gebruikt voor transport van dieren in lidstaat waar uitbraak van een besmettelijke ziekte als bedoeld in artikel 2, onderdelen a, b, c, d, l, s, t, u, v, x, y of z van de Regeling preventie is bevestigd of in derde land, wordt niet onmiddellijk gereinigd en ontsmet op een erkende R&O-plaats

ernstige overtreding

TOELICHTING

§ 1. Inleiding

Met deze regeling wordt de hoogte vastgesteld van de bestuurlijke boetes die op grond van artikel 120b van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (hierna: GWWD) kunnen worden opgelegd voor bepaalde overtredingen. Ook worden met dit besluit de beleidsregels dierenwelzijn aangepast om de verhouding tussen de bestuurlijke boete, de last onder dwangsom en de verhouding met het strafrecht duidelijk te maken.

De betrokken organisaties zijn geïnformeerd op een bijeenkomst, waarbij de partijen Nederlandse Bond van Handelaren in vee, Transport en Logistiek Nederland, Veetrans, en het Productschap voor Vee en Vlees aanwezig waren. Er is één schriftelijke reactie ontvangen van Veetrans. Naar aanleiding van die reactie is de toelichting op de volgende punten aangepast: de toepasselijkheid van de regeling op buitenlandse vervoerders en grote of kleine bedrijven en de mogelijkheid van het intrekken van vergunningen van anderen dan vervoerders. Overigens is na de bijeenkomst de regeling nog aangepast door het toevoegen van een extra boetecategorie om de aansluiting met het strafrecht te verbeteren.

§ 2. Achtergronden

Wettelijke grondslag

Handhaving van voorschriften uit de GWWD heeft tot nu toe plaatsgevonden door middel van commune en economische strafbepalingen, herstelmaatregelen zoals de last onder dwangsom, maatregelen als het intrekken of schorsen van vergunningen en bijzondere bestuurlijke dwangmaatregelen, bijvoorbeeld bij bestrijding van besmettelijke dierziekten.

In de GWWD was geen mogelijkheid opgenomen om bestuurlijke boetes op te leggen. Het voorstel voor een Wet dieren dat nu ter behandeling bij de Eerste Kamer ligt (Kamerstukken I, 2009/10, 31 389, A) en dat bedoeld is om te zijner tijd de GWWD te vervangen, kent wel de bestuurlijke boete als handhavingsinstrument. Om, vooruitlopend op inwerkingtreding van het voorstel voor een Wet dieren, gebruik te kunnen maken van de bestuurlijke boete is bij wet van 25 maart 2010 (Stb. 2010, 157) een wijziging van de GWWD doorgevoerd. De belangrijkste reden om niet te wachten op inwerkingtreding van het voorstel voor een Wet dieren is de voortdurende handhavingsproblematiek bij het transport van levend vee, zoals gesignaleerd in de rapporten Hoekstra (Kamerstukken II, 2007/08, 26 991, nr. 177) en Vanthemsche (Kamerstukken II, 2007/08, 26 991, nr. 205).

Bereik regeling

In onderhavige regeling wordt niet voor alle overtredingen waarover de boetebepalingen uit de GWWD zich ingevolge artikel 120a, eerste lid, onderdeel a, uitstrekken, een boetehoogte vastgesteld. De bijlagen bij de regeling, waarin de beboetbare overtredingen zijn genoemd, beperken zich vooralsnog tot het vaststellen van de boetehoogtes op het terrein waar de handhavingsproblematiek het meest urgent is. Het gaat hierbij om overtredingen van de artikelen 3 tot en met 9 en 12 van de Europese transportverordening1 die zijn verboden op grond van artikel 9 van de Regeling dierenvervoer 20072 alsmede overtredingen van de artikelen 30 tot en met 35 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s, welke laatste artikelen betrekking hebben op het vervoer van evenhoevigen.3

Het betreft overtredingen van zowel Nederlandse als buitenlandse transporten.

Het is voor het eerst dat voor deze onderwerpen de bestuurlijke boete wordt toegepast. Nadat enige ervaring is opgedaan met het opleggen van bestuurlijke boetes bij overtreding van deze voorschriften, zal het bereik van de regeling worden verbreed tot alle voorschriften uit de GWWD die op grond van artikel 120a, eerste lid, onderdeel a, door middel van de bestuurlijke boete gehandhaafd kunnen worden.

Dit betekent dat vooralsnog geen bestuurlijke boete wordt opgelegd voor overtredingen die wel onder de reikwijdte van artikel 120a, eerste lid, onderdeel a, vallen, maar niet in de bijlagen zijn genoemd.

Procedure opleggen boetes

Bestuurlijke boetes worden namens de Minister door medewerkers van de Voedsel en Waren Autoriteit opgelegd. In het Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit is daartoe een bepaling opgenomen.

Overtreders aan wie een bestuurlijke boete wordt opgelegd, hebben de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen het besluit tot oplegging van de boete. De rechtbank in Rotterdam is in eerste aanleg bevoegd om te oordelen over beroepen tegen beslissingen op bezwaar. Hoger beroep kan worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het voorstel voor een Wet dieren bevat dezelfde bezwaar en beroepregeling voor de bestuurlijke boetes die kunnen worden opgelegd op grond van dat wetsvoorstel.

Verhouding tot het strafrecht

De overtredingen die op grond van onderhavige regeling door middel van het opleggen van een bestuurlijke boete kunnen worden gehandhaafd, zijn ook aangewezen als strafbaar feit of als economisch delict. Het is wenselijk om de mogelijkheid te hebben om in plaats van een bestuurlijke boete een strafrechtelijke sanctie op te leggen, omdat in bepaalde gevallen handhaving door middel van het strafrecht meer geëigend kan zijn.

Artikel 5:44, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt dat een gedraging waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, eerst aan de officier van justitie wordt voorgelegd ingeval de gedraging tevens is aan te merken als een strafbaar feit, tenzij bij wettelijk voorschrift is bepaald dat daarvan kan worden afgezien. Artikel 120g van de wet voorziet in dit laatste. Ingevolge dit artikel legt de Minister een overtreding aan het openbaar ministerie (hierna: OM) voor indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.

De navolgende criteria, ontleend aan de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht, Kamerstukken II 2003/04, 29 702, nr. 3, blz. 118/119), spelen een rol bij de beslissing van de Minister om een overtreding aan het OM voor te leggen:

  • a. Voor adequate handhaving van de overtreding zijn vrijheidsstraffen of vrijheidsbenemende dwangmiddelen nodig;

  • b. De te handhaven norm sluit aan bij in de maatschappij levende fundamentele waarden en er bestaat een zekere behoefte aan openbare berechting van de overtreding;

  • c. De kans is groot dat de overtreding rechtstreeks leidt tot individuele schade of letsel;

  • d. Ingrijpende dwangmiddelen zijn nodig om tot oplegging van een sanctie te kunnen komen;

  • e. Te verwachten is dat in de praktijk veelvuldig strafrechtelijke middelen (bijvoorbeeld het opmaken van proces-verbaal wegens het niet opvolgen van een ambtelijk bevel (art. 184 WvSr.) zullen moeten worden ingezet om de bestuurlijke boete te kunnen opleggen en effectueren;

  • f. Bij de handhaving moet regelmatig een algemeen leerstuk of rechtsinstrument van het strafrecht worden toegepast;

  • g. Er moet veel worden samengewerkt met buitenlandse autoriteiten, met gebruikmaking van het instrument van de internationale rechtshulp;

  • h. Er is sprake van veelvuldige recidive.

Daarnaast is in de Beleidsregels dierenwelzijn 2009 (art. 7b) bepaald dat de overtreding altijd wordt voorgelegd aan de officier van justitie ingeval ten aanzien van 11 of meer dieren of in geval van pluimvee als bij meer dan 10% van het transport sprake is van letsel of dat zij niet hadden mogen worden vervoerd.

§ 3. Boetehoogtes

In de twee bijlagen bij de onderhavige Regeling is voor de artikelen 3 tot en met 9 en 12 van de Europese transportverordening (bijlage 1) en voor de artikelen 30 tot en met 35 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (bijlage 2), iedere beboetbare gedraging vermeld, en is daaraan, ingevolge de eisen van artikel 5:46, tweede lid, Awb, een boetecategorie verbonden die past bij de ernst van de overtreding.

Ten behoeve van een eenvoudige en effectieve oplegging van de boete is gekozen voor een eenvoudig systeem van boetehoogtes: vaste bestuurlijke boetes, onderverdeeld in vier categorieën, oplopend in hoogte.

Voor geringe overtredingen, te weten overtredingen van voornamelijk administratieve aard die geen gevaar opleveren voor het welzijn of de gezondheid van vervoerde of te vervoeren dieren, is de bestuurlijke boete € 500,−. Een voorbeeld hiervan is het verkeerd invullen van vervoersdocumenten zonder gevolgen voor het welzijn van de vervoerde dieren.

Overtredingen waarbij sprake is of is geweest van een ernstig risico voor de gezondheid van het dier of een ernstige aantasting van het welzijn van het dier of ernstige gevaar voor gezondheid van mensen, worden beboet met een bestuurlijke boete van € 2500,−. Onder ernstige overtredingen worden in ieder geval begrepen gevallen van grove overbelading van een vervoermiddel waarbij sprake is van ernstig lijden van de dieren, grove overschrijding van de rij- en rusttijden tijdens het vervoer en onvoldoende zorg tijdens het vervoer leidend tot ernstig lijden van de dieren.

Daarnaast is gekozen voor een categorie met verhoogde boete voor overtredingen waarbij ten aanzien van zes of meer dieren sprake is van letsel of dat zij niet hadden mogen worden vervoerd. Zonder deze extra categorie is de kans aanwezig dat calculerende transporteurs het reguliere boetebedrag voor lief nemen en voordeel hebben bij extra belading. Het economisch voordeel is hoger als hij meer dieren vervoert die niet vervoerd hadden mogen worden. Daarnaast sluit deze vierde categorie beter aan bij de praktijk van strafrechtelijke sanctionering, waarbij per overtreding ten aanzien van dieren een hogere boete wordt opgelegd. De hoogte van 6000 euro sluit beter aan bij de hoogte die in het strafrecht wordt opgelegd.

Voor pluimvee wordt een percentage vastgesteld van het aantal dieren op een transport ten aanzien waarvan de verhoogde boete geldt. Het vervoeren van pluimvee kent een duidelijk ander karakter dan het vervoer van andere dieren. Per transport wordt een veel hoger aantal dieren vervoerd. Het zou niet in verhouding zijn om bij het vervoer van pluimvee een boete van € 6000,− op te leggen als er meer dan zes dieren letsel zouden hebben of niet geschikt zijn voor vervoer. Als er meer dan 7,5 procent van het aantal dieren op een transport gewond is, wordt een bestuurlijke boete van € 6000 opgelegd. Indien de overtreding dusdanig is dat pluimvee dood wordt aangetroffen, wordt al bij 5 procent van het aantal dieren op een transport een verhoogde boete opgelegd.

Voor de tussenliggende categorie overtredingen is de bestuurlijke boete vastgesteld op € 1500,−. Voorbeelden van overtredingen uit deze categorie zijn het niet tijdig retourneren van het reisjournaal, beperkte overbelading van een vervoermiddel of het vervoeren van een dier dat niet vervoerd had mogen worden.

De keuze voor deze vier vaste boetebedragen is ingegeven door de verwachting dat de bedragen een afschrikkend effect zullen hebben op potentiële overtreders. Deze verwachting is gebaseerd op de ervaringen die de Voedsel en Waren Autoriteit tot nu toe heeft opgedaan met het opleggen van de last onder dwangsom voor overtreding van voorschriften uit de transportverordening en met het gemak of juist de moeite waarmee de opgelegde dwangsommen door de overtreders betaald worden. Ook heeft een rol gespeeld dat overtredingen op het terrein van dierenwelzijn in de afgelopen jaren politiek en maatschappelijk een steeds groter gewicht hebben gekregen.

Opgemerkt wordt dat de gekozen boetehoogtes in systematiek en hoogte afwijken van hetgeen is bepaald in de Richtlijn voor strafvordering regelgeving ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Stcrt. 2007, 74), van het OM ten aanzien van strafrechtelijke boetes. Waar het OM overtredingen constateert per betrokken dier en ook per dier een boete kan opleggen, wordt in de onderhavige regeling per vervoerseenheid beboet; overtredingen ten aanzien van meerdere dieren op één transport worden niet ieder apart beboet, maar zullen worden aangemerkt als één beboetbare overtreding.

Mede door de verschillende systematiek, is ook de boetehoogte in deze regeling anders dan die van het OM. Volgens de in de genoemde OM strafvorderingsrichtlijn kan voor overtreding van bijvoorbeeld artikel 33, eerste lid, van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s, een transactie of geldboete van € 250 per dier worden gerekend. In de onderhavige regeling wordt voor overtreding van dat artikellid een bestuurlijke boete van € 2.500 opgelegd, ongeacht het aantal dieren.

De in deze regeling gekozen wijze van beboeten is zowel vanuit het perspectief van de handhaver als vanuit het perspectief van de overtreder eenvoudiger dan de in de Richtlijn van het OM gehanteerde systematiek, omdat niet voor ieder individueel dier een overtreding hoeft te worden vastgesteld. Dit zal naar verwachting leiden tot lagere uitvoeringslasten. Ook leidt dit tot minder oponthoud bij het transport, hetgeen ook bijdraagt aan het welzijn van de te vervoeren dieren.

Opgemerkt wordt dat er wel een vierde categorie met verhoogde boete geldt ten aanzien van zes of meer dieren of 5 of 7,5 procent van het aantal dieren op een transport, indien het pluimvee betreft, waarbij sprake is van letsel of dat zij niet hadden mogen vervoerd, onder andere om aan te sluiten bij de praktijk van strafrechtelijke sanctionering.

Omstandigheden waaronder overtreding is gepleegd en mate van verwijtbaarheid

Bij het vaststellen van de hoogte van de bedragen van de vier categorieën overtredingen is uitgegaan van een situatie waarbij zich geen bijzondere omstandigheden zoals recidive of een verhoogde of verminderde mate van verwijtbaarheid, voordoen.

Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen die maken dat een hogere, lagere of geen bestuurlijke boete wordt opgelegd. De artikelen 3 en 4 van de onderhavige regeling en artikel 5:41 van de Awb voorzien hierin.

Wanneer in Nederland sprake is van een uitbraak van een op grond van artikel 15 van de wet aangewezen besmettelijke dierziekte en er om reden van die uitbraak een vervoersverbod is vastgesteld in (een deel van) Nederland, zijn eigenaren, houders, transporteurs, organisatoren van transporten en alle andere betrokkenen hiervan op de hoogte: het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, informeert de belangenorganisaties van alle betrokkenen en op de website van het Ministerie wordt informatie over het vervoersverbod gepubliceerd. Hetzelfde geldt voor een uitbraak van een krachtens een EU-maatregel aangewezen dierziekte in België of Duitsland, waarbij het gebied waarin een krachtens die maatregel vastgesteld vervoersverbod geldt, zich ten dele op Nederlands grondgebied bevindt.

In al die gevallen dat in (een deel van) Nederland een vervoersverbod geldt ten gevolge van een uitbraak, is er in heel Nederland extra voorzichtigheid geboden bij dierenvervoer. Worden in een dergelijke situatie de preventiemaatregelen of vervoersmaatregelen niet, of niet goed uitgevoerd, dan wordt hierdoor de kans op verdere verspreiding van de besmettelijke dierziekte vergroot. Om die reden is in artikel 3 opgenomen dat een beboetbare gedraging die tot een risico op verspreiding van de ziekte kan leiden, beboet wordt met een bestuurlijke boete die 1,5 keer hoger ligt dan wanneer geen sprake is van een uitbraak en een vervoersverbod. Uiteraard gaat het alleen om overtredingen die betrekking hebben op dieren die bevattelijk zijn voor de ziekte waarvoor het vervoersverbod geldt of die voor deze ziekte als vector kunnen fungeren.

Artikel 4 voorziet in een verhoging van de bestuurlijke boete in geval van recidive.

Van recidive is sprake wanneer een overtreder binnen drie jaar dezelfde of een soortgelijke overtreding begaat.

Met een recidivetermijn van drie jaar wordt aangesloten bij de recidivetermijn die nu al wordt gehanteerd bij het opleggen van een last onder dwangsom voor overtreding van de artikelen 3 tot en met 9 en 12 van de Europese Transportverordening.

Bij het bepalen of er sprake is van een soortgelijke overtreding en daarmee of er sprake is van recidive wordt een tweedeling gemaakt tussen enerzijds overtredingen die administratief van aard zijn en anderzijds overtredingen die een schending van de diergezondheid of het dierenwelzijn behelzen. Binnen die tweedeling worden geringe, gewone en ernstige overtredingen onderscheiden. Gelijksoortig zijn dus bijvoorbeeld twee geringe overtredingen die administratief van aard zijn, of twee ernstige overtredingen die een schending van de diergezondheid of het dierenwelzijn behelzen.

De verhoging van het boetebedrag bij recidive zoals voorgeschreven in artikel 4 gaat als volgt. Is aan een overtreder een boete opgelegd van € 1.500,− en hij begaat binnen drie jaar daarna dezelfde of een soortgelijke overtreding waar een boete van € 1.500,− voor staat en die ook wordt beboet, dan krijgt hij voor die tweede overtreding een boete van € 3.000,−. Begaat hij binnen drie jaar na die tweede overtreding weer dezelfde of een soortgelijke overtreding waar een boete van € 1.500,− voor staat en die ook wordt beboet, dan is de boete voor die derde overtreding € 4.500,−, enzovoorts.

Is sprake van veelvuldig recidiveren, dan kan de situatie zodanig ernstig zijn dat dit, zoals in het voorgaande al is beschreven, reden voor de Minister is om, ingevolge artikel 120g van de wet, de overtreding aan het OM voor te leggen.

Ingevolge artikel 5:46, derde lid, van de Awb, heeft de Minister de bevoegdheid om de hoogte van de bestuurlijke boete te verlagen, indien de overtreder aannemelijk maakt dat de vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. Factoren die in dit verband een rol kunnen spelen zijn onder meer de leeftijd van de overtreder, de draagkracht van de overtreder, de omvang van een bedrijf of de omzet die een bedrijf maakt.

Het is uiteindelijk de bevoegdheid van de Minister van LNV om te bepalen en aan te geven of er strafverlagende omstandigheden zijn bij het opleggen van een bestuurlijke boete.

Opgemerkt wordt dat artikel 5:41 van de Awb voorschrijft dat wanneer de verwijtbaarheid volledig ontbreekt, geen bestuurlijke boete wordt opgelegd.

Veetrans heeft opgemerkt dat deze regeling grote bedrijven harder straft dan kleine bedrijven. De gekozen systematiek van de Regeling is echter onafhankelijk van de grootte van het bedrijf. Ik zie daarom geen reden de Regeling op dit punt aan te passen.

Wijziging Beleidsregels dierenwelzijn 2009

Ingevolge artikel 106 van de GWWD in samenhang met artikel 5:32 van de Awb is de Minister bevoegd om een last onder dwangsom op te leggen aan overtreders van de artikelen 3 tot en met 9 en 12 van de Europese transportverordening en de artikelen 30 tot en met 35 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s. Naar aanleiding van de eerder genoemde rapporten Hoekstra en Vanthemsche is in de Beleidsregels uitgewerkt hoe de Minister gebruik zal maken van het handhavingsinstrument last onder dwangsom bij handelen in strijd met de voorschriften van de Europese Transportverordening.

Verhouding bestuurlijke boete en last onder dwangsom

Met onderhavige regeling wordt aan het handhavingsinstrumentarium de bestuurlijke boete toegevoegd. De bestuurlijke boete, een strafsanctie, en de last onder dwangsom, een herstelsanctie, kunnen naast elkaar worden opgelegd voor dezelfde gedraging.

Het ligt niet in de bedoeling om de beide sancties altijd naast elkaar op te leggen voor één overtreding. Uitgangspunt is dat de herstelbaarheid van de overtreding bepalend is voor de vraag of een bestuurlijke boete zal worden opgelegd of een last onder dwangsom. Het vervoeren van een dier dat niet vervoerd had mogen worden, is een voorbeeld van een niet herstelbare situatie. In dat geval wordt in beginsel een bestuurlijke boete opgelegd. Het niet tijdig insturen van het afschrift van een transportjournaal is meestal herstelbaar. Voor die situatie zal dan ook in beginsel de last onder dwangsom worden ingezet. In specifieke situaties kan uiteraard van dit uitgangspunt worden afgeweken.

Aan de beleidsregels dierenwelzijn 2009 is artikel 4a toegevoegd. Dit artikel creëert ruimt in de Beleidsregels dierenwelzijn 2009 voor de hier beschreven afstemming tussen bestuurlijke boete en last onder dwangsom.

Schorsen vergunning

De wijziging van artikel 7 van de Beleidsregels dierenwelzijn maakt het mogelijk dat bij een ernstige overtreding de minister afhankelijk van het geval, een bestuurlijke boete kan opleggen, een last onder dwangsom kan opleggen of de vergunning van een vervoerder kan schorsen. Indien de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven, kan de minister zowel een bestuurlijke boete als een last onder dwangsom opleggen. Bij gewone overtredingen, kan bij de omstandigheden, bedoeld in artikel 6, vijfde en zesde lid, de vergunning worden geschorst.

Aan de beleidsregels wordt een artikel 7a toegevoegd, op grond waarvan de vergunning van een vervoerder die in een periode van drie jaar, vijf bestuurlijke boetes opgelegd heeft gekregen voor dezelfde of soortgelijke overtredingen, geschorst kan worden als hij nog een keer dezelfde of een soortgelijke overtreding begaat. Uiteraard gaat het hier alleen om schending van voorschriften uit de Europese Transportverordening. De Beleidsregels dierenwelzijn 2009 hebben immers alleen daarop betrekking.

Veetrans heeft gevraagd of ook de vergunningen van anderen dan vervoerders kunnen worden ingetrokken. Naast het schorsen van de vergunning van vervoerders, kan ook de erkenning van slachterijen en verzamelcentra worden ingetrokken. De normen van de Transportverordening waarvan overtreding middels deze regeling met een bestuurlijke boete kan worden bestraft, richten zich niet tot dierenartsen. Ook hebben dierenartsen geen vergunning op grond van de Europese Transportverordening.

Administratieve lasten

Deze regeling bevat geen nieuwe informatieverplichtingen en leidt niet tot een verandering van administratieve lasten.

Vaste verandermomenten

Onderhavige regeling treedt in werking op 1 september 2010. Omdat snelle invoering van deze regeling van groot belang wordt geacht voor een goede handhaving, wordt afgeweken van het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten voor regelgeving (zie brief van de minister van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007/08, 29 515 en 31 201, nr. 243) en de brief 11 van december 2009 van de Minister van Justitie, de Staatssecretarissen van Economische Zaken, Financiën en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.


XNoot
1

Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (Pb.EU 2005, L3)

XNoot
2

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 december 2006 houdende regels omtrent de bescherming van dieren tijdens vervoer en daarmee samenhangende activiteiten (Stcrt. 2006, 245).

XNoot
3

Regeling van 7 juni 2005, nr. TRCJZ/2005/1411, houdende regels inzake preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (Stcrt. 2005, 120).

Naar boven