29 515
Kabinetsplan aanpak administratieve lasten

31 201
Trendnota Arbeidszaken Overheidspersoneel 2008

nr. 243
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2008

1. Inleiding

De overheid dient efficiënter te werken, een verdere professionaliseringsslag te maken en haar dienstverlening aan bedrijven en burgers te verbeteren. Om aan deze uitgangspunten van het kabinet, opgeschreven in het coalitieakkoord en neergelegd in diverse kabinetsnota’s (zie hierna), te voldoen, heb ik besloten om voor de publicatie en inwerkingtreding van de LNV-regelgeving vaste data te hanteren.

In het navolgende licht ik u over dit systeem van vaste verandermomenten voor regelgeving (VVM) verder in.

2. Achtergronden

Met het Programma Vernieuwing Rijksdienst (kamerstukken II, 2007–2008, 31 201, nr. 3) heeft het kabinet concrete plannen gemaakt om de rijksdienst te vernieuwen. Deze plannen geven uitwerking aan pijler 6 «de overheid als bondgenoot en een dienstbare publieke sector» van het coalitieakkoord. In het verlengde van deze plannen heb ik besloten dat een betere bedrijfsvoering en efficiënter werken onder andere bereikt kan worden met duidelijker spelregels rond de vaststelling van regelgeving als uitvloeisel van het beleidsproces. Het verminderen van de beleidsdruk en het rationaliseren van processen in de bedrijfsvoering zijn belangrijke instrumenten om de uitvoering en de dienstverlening aan bedrijven en burgers te verbeteren. Het hanteren van vaste data voor de inwerkingtreding van regelgeving met een daaraan voorafgaande implementatieperiode kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Een dienstbare overheid stelt burgers centraal, werkt professioneel en wekt vertrouwen.

Door regelgeving op vaste data in werking te laten treden kunnen, zoals gezegd, niet alleen de interne bedrijfsvoeringprocessen worden gerationaliseerd, maar kan aan het bedrijfsleven en de burger meer zekerheid worden geboden omtrent de inwerkingtreding van de regelgeving die op hen van toepassing is. In dit verband wijs ik op de brief van 1 februari 2007 omtrent de invoering van vaste verandermomenten van regelgeving (VVM) die door de toenmalige ministers van Justitie en van Financiën aan de Tweede Kamer werd gezonden in het kader van de aanpak van de administratieve lasten (kamerstukken II, 2006–2007, 29 515, nr. 181). In dat kader is vanuit de optiek van de administratieve lasten besloten om met een systeem van VVM een aanvang te maken. Het huidig kabinet heeft in zijn Plan van Aanpak Regeldruk bedrijven (Kamerstukken II, 2007–2008, 29 515, nr. 202) deze aanpak herbevestigd ter uitwerking van pijler 2 van het Coalitieakkoord («een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie»).

Door mij worden de verschillende doelstellingen van de genoemde stukken gecombineerd. Met andere woorden: door de hantering van een systeem van VVM beoog ik zowel een efficiëntere overheid te bewerkstelligen, die zich dienstbaar en professioneel richting bedrijven en burgers opstelt en vertrouwen wekt, als de lasten die gepaard kunnen gaan met de frequente en onverwachte wijziging van regelgeving, voor zowel overheid als derden, aan te pakken.

3. De vaste data

Voor de inwerkingtreding van de LNV-regelgeving heb ik besloten als algemeen uitgangspunt twee vaste data te hanteren, te weten 1 januari en 1 juli. Met het oog op de implementatie en de uitvoeringsvoorbereiding betekent dit voorts dat publicatie plaatsvindt uiterlijk 1 oktober respectievelijk 1 april daaraan voorafgaand.

Onderzocht is of de hantering van dit uitgangspunt voor de publicatie en inwerkingtreding van de LNV-regelgeving op problemen of bezwaren zou kunnen stuiten. Gebleken is dat dit in beginsel niet het geval is. Wel zullen op de gekozen uitgangspunten een aantal uitzonderingen moeten gelden. Bij deze uitzonderingen gaat het om:

a. buitensporig hoge kosten bij latere invoering. Het uitgangspunt van een gestructureerde inwerkingtreding met alle voordelen van dien kan in een aantal gevallen niet opwegen tegen de kosten die gepaard gaan met een latere inwerkingtreding. In dergelijke gevallen is een afwijking van het uitgangspunt op zijn plaats.

b. reparaties en noodmaatregelen. Rechterlijke uitspraken die dwingen tot zo spoedig als mogelijke aanpassing van regelgeving dienen ook zo spoedig als mogelijk te worden gerealiseerd en ingevoerd. Ook voor noodmaatregelen als bijvoorbeeld de bestrijding van dierziekten, moet een uitzondering gemaakt worden.

c. Europese en andere internationale regelgeving. Voor zover aanpassing van de regelgeving voortvloeit uit Europese en andere internationale regelgeving, moeten daarbij vaak vaste implementatietermijnen worden gehanteerd. Dit kan leiden tot afwijking van de gekozen vaste verandermomenten. Internationale regelgeving kan in bepaalde gevallen ook dwingen tot het vaststellen van nationale regelgeving, bijvoorbeeld bij calamiteiten. Ook in dat geval dient te kunnen worden afgeweken. Overigens zal ik mij ervoor inzetten dat bij de vaststelling van Europese regelgeving rekening wordt gehouden met de uitgangspunten van vaste verandermomenten.

De praktijk zal leren in hoeverre van deze uitzonderingsmogelijkheden gebruik gemaakt zal moeten worden en of andere uitzonderingen nodig zijn. In beginsel zal ik echter aan de vaste data vasthouden tenzij een van de voorgaande situaties een afwijking noodzakelijk maakt. In de toelichting bij de regelgeving zal ik telkens gemotiveerd aangeven waarom van een uitzonderingsgrond gebruik is gemaakt.

4. Verdere implicaties

Toepassing van het systeem van vaste verandermomenten stelt als zodanig geen afwijkende eisen aan het beleids- of wetgevingsproces. Wel vergt het organisatorisch of in de planning maatregelen. Mede-actoren, zoals het parlement dienen op de hoogte te zijn. Naast deze brief, zal ik telkens duidelijk op het aspect van een voorgenomen vaste datum van inwerkingtreding de aandacht vestigen bij aanbieding van relevante stukken.

5. Invoeringsproces

Ik neem mij voor om 1 januari 2009 als eerste vaste inwerkingtredingsdatum toe te passen voor de LNV-regelgeving. Dit betekent dat de betrokken regelgeving uiterlijk 1 oktober 2008 gepubliceerd dient te zijn. Vervolgens zal de regelgeving per 1 juli 2009 in werking treden met een publicatie per uiterlijk 1 april 2009.

In het traject naar de invoering zal nog sprake kunnen zijn van tussentijdse inwerkingtreding voor regelgeving die thans reeds in een zodanige fase verkeert dat dit onontkoombaar is. Daarbij zal echter bezien worden in hoeverre reeds aansluiting gezocht kan worden bij de uitgangspunten voor de gekozen vaste data.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven