Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 18 juni 2009, nr. 5600438, houdende vaststelling van de administratiekosten, bedoeld in artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994, alsmede wijziging van de Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie, het Besluit vaststelling model formulier betalingsbewijs transacties en boetes en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regionale verkeershandhaving 2007 (Regeling vaststelling administratiekosten verkeersboetes)

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994, de artikelen 2, tweede lid, aanhef en onder a, 9 en 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 en artikel 142, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering;

Besluit:

Artikel 1

De administratiekosten, bedoeld in artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994, bedragen per administratieve sanctie € 6.

Artikel 2

Met ingang van 1 januari 2012 kunnen de administratiekosten tweejaarlijks worden geïndexeerd op basis van het consumentenprijsindexcijfer zoals vastgesteld door het Centraal Planbureau. Tevens kan een herijking van de administratiekosten plaatsvinden.

Artikel 3

De Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie wordt als volgt gewijzigd:

1. De bijlage, bedoeld in artikel 1, wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde Bijlage I.

2. Artikel 2, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. het te betalen sanctiebedrag.

Artikel 4

Bijlage I, horende bij het Besluit vaststelling model formulier betalingsbewijs transacties en boetes wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde Bijlage II.

Artikel 5

In artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regionale verkeershandhaving 2007 wordt de zinsnede ‘van het Voertuigreglement’ vervangen door: van de Regeling voertuigen.

Artikel 6

  • 1. Indien artikel VII van het bij koninklijk boodschap van 12 maart 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (31 386) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treden de artikelen 1 tot en met 4 van deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking.

  • 2. Artikel 5 van deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2009.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling administratiekosten verkeersboetes.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak.

BIJLAGE I

stcrt-2009-9745-001.pngstcrt-2009-9745-002.pngstcrt-2009-9745-003.pngstcrt-2009-9745-004.pngstcrt-2009-9745-005.pngstcrt-2009-9745-006.png

Bijlage zoals vastgesteld krachtens artikel 1 van de Regeling modellen en formulieren t.b.v. de handhaving.

Blad B1 (achterzijde)

Toelichting S

S – Aankondiging van strafbeschikking

U hebt een strafbaar feit begaan waarvoor een strafbeschikking zal worden uitgevaardigd, waarin een geldboete ter hoogte van het op de voorzijde vermelde bedrag zal worden opgelegd. Deze strafbeschikking zal u spoedig door het CJIB worden toegezonden. Met de strafbeschikking wordt een acceptgiro verzonden waarmee u de geldboete kunt voldoen. In de strafbeschikking staan alle relevante gegevens vermeld. Tevens staat hierop beschreven hoe u dient te handelen indien u het niet eens bent met deze strafbeschikking.

Directe betaling

In het geval dat u in de gelegenheid wordt gesteld direct te betalen doet u, indien u direct betaalt, afstand van het recht op verzet. Dit houdt in dat dan geen rechtsmiddel tegen de strafbeschikking meer voor u openstaat.

Toelichting K

K – Kennisgeving van bekeuring

Naar aanleiding van het door u begane strafbare feit zal een proces-verbaal worden opgemaakt. Dit proces-verbaal wordt naar de officier van justitie gezonden. De officier van justitie zal een beslissing nemen over de vervolging en u hierover berichten.

Toelichting A

Aankondiging van beschikking

1.

Indien dit formulier als aankondiging van beschikking aan u is uitgereikt bij staandehouding geldt het volgende:

U hebt een verkeersvoorschrift overtreden waarvoor u een administratieve sanctie opgelegd is. Het is uitsluitend mogelijk de administratieve sanctie te betalen door middel van de acceptgiro die u spoedig wordt toegezonden door het CJIB. Het CJIB brengt u tevens administratiekosten in rekening. Contante betaling van de sanctie en de administratiekosten is niet mogelijk.

2.

Ingeval dit formulier als aankondiging van beschikking is achtergelaten op het aan de voorzijde vermelde voertuig:

Met het op de voorzijde vermelde voertuig is een verkeersvoorschrift overtreden. Daarom is een administratieve sanctie opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken op het op de voorzijde voormelde tijdstip in het kentekenregister was ingeschreven.

Het CJIB brengt aan degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd eveneens administratiekosten in rekening. Contante betaling van de sanctie en de administratiekosten is niet mogelijk. Het is uitsluitend mogelijk de administratieve sanctie (en administratiekosten) te betalen door middel van de acceptgiro, die spoedig wordt toegezonden door het CJIB aan degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd. Met deze acceptgiro wordt een beschikking meegezonden, waarop staat beschreven hoe degene aan wie de sanctie is opgelegd dient te handelen indien hij/zij het met deze beschikking niet eens is.

Toelichting B

B – Beschikking

1. Betaling

Indien het aan de voorzijde vermelde totaalbedrag (sanctiebedrag en administratiekosten) niet reeds is voldaan, dan dient u dat bedrag acht weken na de aan de voorzijde vermelde datum te hebben voldaan. Indien u niet binnen deze termijn heeft voldaan wordt het sanctiebedrag met 25% (met een minimum van 4 Euro) verhoogd. Indien u het verhoogde bedrag binnen de gestelde termijn niet hebt betaald, wordt het verhoogde sanctiebedrag met 50% (met een minimum van 11 Euro) verhoogd.

2. Instellen van beroep bij de officier van justitie

Als u het met de aan de voorzijde vermelde beschikking niet eens bent, kunt u daartegen schriftelijk beroep instellen bij de officier van justitie in het arrondissement waar de gedraging is verricht. Deze moet uw brief uiterlijk 6 weken na de datum van de gedraging hebben ontvangen.

In uw beroepschrift legt u uit waarom u het niet eens bent met deze beschikking. Ook vermeldt u uw

  • naam;

  • voornamen;

  • geboortedatum;

  • geboorteplaats;

  • adres;

  • postcode

  • plaatsnaam;

  • (giro-)bankrekeningnummer.

Bij uw brief gelieve u een kopie van deze beschikking mee te sturen.

Toelichting O

O – Oproeping

U bent opgeroepen om op het tijdstip vermeld op de voorzijde van de oproeping te verschijnen ter terechtzitting van de rechtbank (sector kanton).

De op de voorzijde vermelde aanduiding van het strafbare feit zal voor het onderzoek op de zitting worden aangevuld of verbeterd. De schriftelijke aanvulling of verbetering kan 10 dagen voor de aanvang van de terechtzitting op de griffie van de rechtbank worden ingezien, maar deze zal eveneens over de post worden toegezonden aan het door u opgegeven adres.

Als u niet op de terechtzitting verschijnt, kan de rechter u bij verstek veroordelen. Na verloop van 14 dagen na de dag van de uitspraak wordt deze onherroepelijk. U kunt dan geen rechtsmiddel (hoger beroep) tegen de uitspraak meer instellen. Het verdient daarom aanbeveling om u vanaf de dag na de terechtzitting mondeling of telefonisch door de griffie van de op de voorzijde vermelde rechtbank op de hoogte te laten stellen van de inhoud van de uitspraak. U kunt dan tijdig hoger beroep instellen, indien u het niet eens bent met de uitspraak.

Toelichting T

T – Tonen

Dit formulier is aan u uitgereikt ter herinnering aan het feit dat u in verband met het strafbare feit c.q. de gedraging – zoals aan de voorzijde omschreven – bepaalde zaken dient te laten zien. U dient zich hierbij te houden aan de voorwaarden die de verbalisant heeft gesteld, zoals plaats, dag en tijdstip van tonen. Indien u hieraan niet voldoet zal alsnog een proces-verbaal worden opgemaakt c.q. een beschikking worden opgelegd voor de gepleegde overtreding/gedraging.

BIJLAGE II

1. De minimale randvoorwaarden

De minimale randvoorwaarden hebben betrekking op de reikwijdte (1.1) en de lay out (1.2) van de kwitantie.

1.1 De reikwijdte

De kwitantie moet in ieder geval gebruikt kunnen worden voor betalingen (in het kader) van:

  • het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeervoorschriften 1994;

  • het Transactiebesluit 1994;

  • het Besluit tenuitvoerlegging geldgboetevonnissen;

  • het Besluit uitvoering artikel 577, tweede lid;

  • de gemandateerde OM-transactie.

1.2 De lay out

Op de kwitantie moeten de volgende gegevens dan wel tekst (of woorden van gelijke strekking) duidelijk leesbaar worden vermeld. Tevens moet er voldoende ruimte worden gereserveerd, zodat de relevante informatie kan worden ingevuld:

  • de tekst ‘kwitantie’ of ‘betalingsbewijs’

  • een uniek doorlopend nummer

  • de naam van de incasserende instantie. (Alleen van toepassing indien geen gebruik wordt gemaakt van de centrale verstrekking door het Ministerie van Justitie.)

  • dienststempel: (Alleen van toepassing indien wel gebruik wordt gemaakt van de centrale verstrekking door het Ministerie van Justitie.)

  • ontvangen van:

  • adres:

  • woonplaats:

  • woonland:

  • het te betalen sanctiebedrag:

  • de te betalen administratiekosten:

  • valuta:

  • het totaalbedrag in letters (inclusief administratiekosten):

  • ter voldoening van:

  • nummer:

  • datum:

  • plaats:

  • dienst- of verbalisantennummer:

  • naam in blokletters:

  • handtekening:

TOELICHTING

Met de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (Kamerstukken II 2007/08, 31 386), worden administratiekosten die met de inning van boetes gemoeid zijn, doorberekend aan de betrokkene. Deze kosten worden bijgeteld bij de opgelegde boete.

De artikelen 22 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (hierna: Wahv), 572 van het Wetboek van Strafvordering en 74 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze zijn komen te luiden bij inwerkingtreding van voornoemde wet, schrijven voor dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften worden gegeven over de administratiekosten. Dit is geschiedt door middel van het Besluit houdende wijziging van Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994, het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten, het Transactiebesluit 1994 en het Besluit OM-afdoening in verband met de doorberekening van de administratiekosten bij administratieve sancties, geldboeten en geldsomtransacties, alsmede tot wijziging van de bijlage horende bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, het Transactiebesluit 1994 en het Besluit OM-afdoening in verband met de wijziging van de voertuigregelgeving (hierna: het besluit). In het besluit wordt voorts aangegeven dat de administratiekosten in eerste instantie alleen bij administratieve sancties uit de Wahv in rekening worden gebracht, en vooralsnog niet bij geldboeten en geldsomtransacties. De onderhavige Regeling administratiekosten verkeersboetes (hierna: de regeling) bevat de hiervoor benodigde regels.

In de regeling is vastgelegd welk bedrag aan administratiekosten degene aan wie een administratieve sanctie krachtens de Wahv is opgelegd, verschuldigd is (artikel 1). Voorts bevat deze regeling wijzigingen van een tweetal regelingen. De eerste wijziging betreft de Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie, waarin het model van de aankondiging van de Wahv-beschikking is vastgesteld (artikel 3). De tweede wijziging betreft de bijlage bij het Besluit vaststelling model formulier betalingsbewijs transacties en boetes waarin de voorwaarden zijn bepaald waaraan het betalingsbewijs bedoeld in artikel 9, tweede lid, van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994, moet voldoen (artikel 4). Met de wijzigingen wordt geregeld dat op het model van de aankondiging – dat in de door opsporingsambtenaren gebruikte combibon is neergeslagen, en het betalingsbewijs – dat gebruikt wordt bij directe afrekening – wordt vermeld dat betrokkene administratiekosten verschuldigd is respectievelijk dat hij de administratiekosten heeft voldaan. Tenslotte bevat de regeling een technische aanpassing van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regionale verkeershandhaving 2007(artikel 5) welke verband houdt met de intrekking van het Voertuigreglement. Dit reglement is vervangen door de Regeling voertuigen. De verwijzing naar het Voertuigreglement is dan ook vervangen door die naar de thans geldende Regeling voertuigen.

In het hierna volgende worden de uitgangspunten nader toegelicht welke bij de berekening van de hoogte van de door een overtreder verschuldigde administratiekosten worden gehanteerd.

Alle directe en indirecte kosten die betrekking hebben op het proces van de inning van de administratieve sancties worden in aanmerking genomen. Het gaat met andere woorden om de integrale kostprijs. Anderzijds vloeit hieruit voort dat er geen kosten doorbelast mogen worden die betrekking zouden hebben op andere processen van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB). De hoogte van de administratiekosten wordt tevens bepaald door een prognose van het aantal te incasseren verkeersboetes in de periode vanaf de inwerkintreding van de regeling tot 31 december 2011, oftewel de periode waarvoor het bedrag van de administratieve kosten in eerste instantie is vastgelegd. De basis voor deze prognose is het volumeniveau zoals staat vermeld in het jaarplan 2009 van het CJIB.

Voor de berekening van de administratiekosten wordt voorts het meest recent door het CJIB gebruikte kostprijsmodel gehanteerd. Dit is met name van belang voor wat betreft de wijze waarop de indirecte kosten worden doorbelast. De aldus berekende kostprijs is aangepast aan de verwachte loon- en prijsontwikkeling in de periode vanaf de inwerkingtreding tot en met 31 december 2011.

Tenslotte wordt het met inachtneming van bovenstaande uitgangspunten berekende bedrag aan administratiekosten afgerond op hele euro’s, zodat het op € 6 is vastgesteld. Na 31 december 2011 vindt er, zo nodig, tweejaarlijks een indexering en herijking van de administratiekosten plaats. Dat laatste wordt in artikel 2 geregeld.

In artikel 6 wordt de inwerkingtreding van de artikelen 1 tot en met 4 van de regeling gekoppeld aan de inwerkingtreding van de wettelijke bepalingen die de grondslag geven voor het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorzien in regels aangaande de administratiekosten. Wat betreft de inwerkingtreding van artikel 5 van de regeling, is deze gekoppeld aan de inwerkingtreding van de regelgeving tot wijziging van de wegenverkeerswetgeving (Besluit van 7 april 2009 (Stb. 2009, 184) houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met een herziening en vereenvoudiging van de voertuigregelgeving, ter implementatie van richtlijn nr. 2007/46/EG betreffende de goedkeuring van voertuigen en enkele andere technische wijzigingen (Stb. 2009, 38), enkele artikelen van de wet van 2 november 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele verwante wetten op een aantal punten van uiteenlopende aard (Stb. 616), het Besluit voertuigen en het besluit van 21 februari 2009 houdende wijziging van het Kentekenreglement, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en een aantal andere algemene maatregelen van bestuur in verband met een aanpassing van in deze besluiten opgenomen verwijzingen naar het Voertuigreglement en enkele andere technische aanpassingen (Stb. 144).

De Staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak.

Naar boven