De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op Richtlijn nr. 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken
op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 109), Richtlijn nr. 91/68/EEG van de
Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire
handelsverkeer in schapen en geiten (PbEG L 46), Richtlijn nr. 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG
van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PbEG L 325), Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door
voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PbEG L 325), de artikelen 17, 107, 108, 108a en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet
voor dieren en de artikelen 3 en 3a van het Besluit bescherming tegen bepaalde zoönosen en bestrijding besmettelijke dierziekten;
Besluit:
ARTIKEL I
De regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s1 wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. In het eerste lid wordt ‘R&O-plaats’ vervangen door: reinigings- en ontsmettingsplaats.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
B
Onder vervanging van een punt door een komma aan het einde van artikel 62, eerste lid, wordt de volgende zinsnede toegevoegd:
, aan de minister.
C
Artikel 96, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt de zinsnede ‘artikel 10 van de verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij 1999’ vervangen door:
artikel 12 van de Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij (PPE) 2009.
2. Onderdeel (iii) komt te luiden:
(iii) de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, zesde, achtste en negende lid, 7, derde en vierde lid, 10, eerste en tweede lid, en 11, tweede
lid, van de Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij (PPE) 2009.
D
In het opschrift van bijlage 9 wordt ‘R&O-plaats’ vervangen door: reinigings- en ontsmettingsplaats.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.
TOELICHTING
Deze wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (verder:
de regeling) is tweeledig. De eerste wijziging heeft betrekking op eenvoudige reinigings- en ontsmettingsplaatsen. De tweede
wijziging ziet op regels in het kader van medebewind voor regels over salmonella bij kalkoenen.
Reinigings- en ontsmettingsplaatsen [Onderdelen A, B en D]
Op grond van artikel 20 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en
TSE’s (verder: regeling) moet een plaats of bedrijf waar tien of meer evenhoevigen worden gehouden beschikken over een eenvoudige
reinigings- en ontsmettingsplaats. Met de onderhavige wijziging wordt een uitzondering op deze eis gecreëerd.
Bedrijven of plaatsen waar tien of meer evenhoevigen, niet zijnde varkens, worden gehouden én waar vanaf 1 januari 2010 geen
dieren zijn aangevoerd, hoeven niet langer te beschikken over een eenvoudige reinigings- en ontsmettingsplaats. In de praktijk
zal deze uitzondering met name van toepassing zijn op melkveehouderijen. Deze wijziging is veterinair verantwoord, omdat bedrijven
die nooit dieren aanvoeren een gering risico vormen.
Varkenshouderijen voeren doorgaans wel dieren aan. Gelet op de handhaafbaarheid, dienen bedrijven of plaatsen waar tien of
meer varkens worden gehouden, in alle gevallen nog wel over een eenvoudige reinigings- en ontsmettingsplaats te beschikken.
Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele tekstuele verbeteringen door te voeren
Medebewind kalkoenen [Onderdeel C]
In verordening (EG) nr. 2160/2003 (hierna: de verordening) worden maatregelen vastgelegd voor de bestrijding van salmonella
en andere zoönosen die door voedsel worden overgedragen. De uitvoering van deze verordening is in medebewind opgedragen aan
het Productschap voor pluimvee en eieren (PPE). De verordening geldt echter niet voor alle schakels, maar wordt gefaseerd
ingevoerd door het vaststellen van communautaire doelstellingen. Per schakel stelt de Europese Commissie communautaire doelstellingen
vast inzake de vermindering van de prevalentie. Tot nu toe zijn communautaire doelstellingen vastgelegd voor vermeerderingskoppels
van Gallus gallus, legkippen en slachtkuiken.
Bij verordening (EG) nr. 584/20081 is een communautaire doelstelling vastgelegd voor salmonella bij kalkoenen. Het daarin vastgelegde testschema wordt van toepassing
met ingang van 1 januari 2010. Na de vaststelling van de communautaire doelstellingen dienen de lidstaten een nationaal bestrijdingsprogramma
in. De Europese Commissie zal dit nationale bestrijdingsprogramma naar verwachting in het najaar van 2009 goedkeuren. Van
deze goedkeuring zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Het programma zal van toepassing zijn met ingang van 1 januari
2010.
De huidige Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij 1999 wordt in autonomie uitgevoerd door het productschap. Autonome
productschapregelgeving wordt in beginsel tuchtrechtelijk gehandhaafd.
Nu de nieuwe Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij 2009 in medebewind zal worden uitgevoerd ligt dit echter anders.
Overtredingen van medebewindvoorschriften worden strafrechtelijk gehandhaafd in de gevallen dat door de overtreding een belang
wordt geraakt dat voor een grotere groep geldt dan alleen de specifieke groep die de betreffende norm moet naleven. Strafrecht
wordt met andere woorden toegepast in de gevallen dat een algemeen belang wordt geraakt. Tuchtrechtelijke handhaving is in
die gevallen niet aan de orde.
Tegen deze achtergrond en in het licht van de verschuiving van autonomie naar medebewind in de kalkoenensector, is artikel
96, vierde lid, van de regeling, waarin is weergegeven welke voorschriften van de productschapverordening voor kalkoenen tuchtrechtelijk
worden gehandhaafd, op basis van de hierboven geschetste principes gewijzigd. Het gaat hierbij o.a. om bepalingen met betrekking
tot het reinigen van de stallen en informatieverplichtingen. Opgemerkt zij dat de Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij
(PPE) 2009 dit najaar nog formeel zal worden vastgesteld en van toepassing zal zijn met ingang van 1 januari 2010.
Administratieve lasten en vaste verandermomenten
Deze wijziging van de regeling brengt geen verandering in de administratieve lasten met zich.
De regeling wordt gepubliceerd en treedt in werking conform de vaste verandermomenten voor regelgeving. Dit beleid houdt in
dat nieuwe regelingen slechts op 1 januari of 1 juli in werking treden en publicatie minimaal drie maanden voorafgaand aan
inwerkingtreding van de regeling plaatsvindt. Dit beleid is neergelegd in de brief van de Minister van LNV van 28 april 2008
aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007/08, 29 515 en 31 201, nr. 243).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg.